27755 |
een koollaag meten |
(een) flöz meten:
flø̜ts mę̄sǝ (Q121c Bleijerheide
[(Domaniale)]
[Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau II, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV]),
ǝn flø̜ts mę̄tǝ (Q112a Heerlerheide
[(Oranje-Nassau I-IV)]
[Domaniale]),
(een) kolenlaag meten:
kǭlǝlǭx mę̄tǝ (L433p Nieuwstadt
[(Maurits)]
[Wilhelmina]),
boren:
bǫ.arǝ (Q202p Eys
[(Oranje-Nassau I / III / IV)]
[Eisden]),
de laag meten:
dǝ loax mę̄tǝ (L426p Buchten
[(Maurits)]
[Maurits]),
de structuur opmeten:
dǝ strøktȳr opmeǝtǝ (Q113p Heerlen
[(Oranje-Nassau I-IV)]
[Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV]),
een kolenlaag opmeten:
een kolenlaag opmeten (Q121p Kerkrade
[(Wilhelmina)]
[Maurits]),
markeren:
markeren (L422p Lanklaar
[(Eisden)]
[Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau II, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV]),
meten:
męjsǝ (Q121b Spekholzerheide
[(Willem-Sophia)]
[Julia]),
mę̄tǝ (L417p As
[(Zwartberg / Waterschei)]
, ... [Maurits]
Q111p Klimmen
[(Oranje-Nassau I / III / IV)]
, [Willem-Sophia]
Q016p Lutterade
[(Maurits)]
[Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV]),
mɛsǝ (Q121a Chevremont
[(Julia)]
[Maurits]),
opmeten:
opmēǝtǝ (Q117a Waubach
[(Laura / Julia)]
[Maurits]),
ǫpmę̄tǝ (Q021p Geleen
[(Maurits)]
[Laura, Julia]),
uitmeten:
utmę̄tǝ (Q021p Geleen
[(Maurits)]
, ... [Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau II, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV]
L374p Thorn
[(Maurits)]
[Maurits])
|
Diktebepaling van de kolenlaag door meting. [N 95, 190; N 95, 191]
II-5
|
27754 |
een koollaag verkennen |
(een kolenlaag) uitpeilen:
ūtpęjlǝ (L426p Buchten
[(Maurits)]
, ... [Maurits]
Q016p Lutterade
[(Maurits)]
, [Laura, Julia]
L433p Nieuwstadt
[(Maurits)]
[Maurits]),
(een laag) verkennen:
vǝrkenǝ (Q111p Klimmen
[(Oranje-Nassau I / III / IV)]
, ... [Laura, Julia]
Q117a Waubach
[(Laura / Julia)]
[Zwartberg, Eisden]),
vǝrkęnǝ (L417p As
[(Zwartberg / Waterschei)]
, ... [Maurits]
Q113p Heerlen
[(Oranje-Nassau I-IV)]
, [Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV]
L433p Nieuwstadt
[(Maurits)]
[Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau II, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV]),
vǝrkɛnǝ (Q121a Chevremont
[(Julia)]
, ... [Willem-Sophia]
Q121b Spekholzerheide
[(Willem-Sophia)]
[Zwartberg, Waterschei]),
(een) laag aanhouden:
loax ānhǫwtǝ (Q113p Heerlen
[(Oranje-Nassau I-IV)]
[Laura, Julia]),
afpeilen:
āfpęjlǝ (Q117a Waubach
[(Laura / Julia)]
[Winterslag, Waterschei]),
boren:
bǫ.arǝ (Q202p Eys
[(Oranje-Nassau I / III / IV)]
[Winterslag, Waterschei]),
een verkenning maken:
een verkenning maken (Q012p Rekem
[(Zwartberg / Eisden)]
[Oranje-Nassau II, Emma, Hendrik]),
kolen zoeken:
koǝlǝ zøkǝ (Q121c Bleijerheide
[(Domaniale)]
[Maurits]),
lood trekken:
luǝt trɛkǝ (Q121c Bleijerheide
[(Domaniale)]
[Eisden]),
naar kolen zoeken:
nār kulǝ zȳkǝn (Q003p Genk
[(Winterslag / Waterschei)]
[Domaniale]),
nadrijven:
nǭǝdrīvǝ (Q117p Nieuwenhagen
[(Oranje-Nassau II / Emma / Hendrik)]
[Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV]),
onderzoeken:
øŋǝrzø̄kǝ (L426p Buchten
[(Maurits)]
[Domaniale]),
peilen:
pęjlǝ (Q117a Waubach
[(Laura / Julia)]
[Maurits]),
sondage uitvoeren:
sondage uitvoeren (Q003p Genk
[(Winterslag / Waterschei)]
[Domaniale]),
verkenning:
verkenning (Q003p Genk
[(Winterslag / Waterschei)]
, ... [Wilhelmina]
Q121p Kerkrade
[(Wilhelmina)]
, [Zwartberg, Waterschei]
L422p Lanklaar
[(Eisden)]
[Winterslag, Waterschei]),
verloop van het flōz nagaan:
vǝrlōf van ǝt flø̜ts noǝjoǝ (Q121c Bleijerheide
[(Domaniale)]
[Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau II, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV])
|
Wanneer men een koollaag heeft aangetroffen, dan moet deze verkend worden en de koolwinning worden voorbereid. Men gaat dan onderzoeken, hoe het verloop van de koollaag is. Hiertoe maakt men in de koollaag galerijen en doortochten. Hierdoor krijgt men nagenoeg een zuiver beeld van de koollaag. Men weet hoe haar helling is op ieder punt, men kent de dikte en men weet of er storingen in voorkomen. [N 95, 189; N 95, 191; N 95, 202]
II-5
|
27923 |
een kophout plaatsen |
(een kophout) plaatsen:
plātšǝ (Q112a Heerlerheide
[(Oranje-Nassau I-IV)]
[Domaniale]),
(een kophout) zetten:
(een kophout) zetten (Q007p Eisden
[(Eisden)]
, ... [Maurits]
Q003p Genk
[(Winterslag / Waterschei)]
, [Eisden]
L422p Lanklaar
[(Eisden)]
, [Winterslag, Waterschei]
Q015p Stein
[(Maurits)]
[Zwartberg]),
zetǝ (L265p Meijel
[(Emma / Maurits)]
[Maurits]),
zętǝ (L417p As
[(Zwartberg / Waterschei)]
, ... [Maurits]
Q035p Brunssum
[(Emma / Hendrik / Wilhelmina)]
, [Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV]
L426p Buchten
[(Maurits)]
, [Maurits]
Q113p Heerlen
[(Oranje-Nassau I-IV)]
, [Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV]
Q111p Klimmen
[(Oranje-Nassau I / III / IV)]
, [Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau II, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV]
Q016p Lutterade
[(Maurits)]
, [Emma, Hendrik, Wilhelmina]
L433p Nieuwstadt
[(Maurits)]
, [Maurits]
L374p Thorn
[(Maurits)]
[Zwartberg, Waterschei]),
zętǝn (Q001p Zonhoven
[(Zwartberg)]
[Maurits]),
zɛtsǝ (Q121c Bleijerheide
[(Domaniale)]
, ... [Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau II, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV]
Q121a Chevremont
[(Julia)]
, [Domaniale]
Q121p Kerkrade
[(Domaniale / Wilhelmina)]
[Julia]),
zɛtǝ (Q021p Geleen
[(Maurits)]
, ... [Emma]
Q113p Heerlen
[(Emma)]
, [Laura, Julia]
Q117a Waubach
[(Laura / Julia)]
[Eisden]),
˲zę.tǝ (Q202p Eys
[(Oranje-Nassau I / III / IV)]
[Emma, Maurits]),
˲zɛtǝ (L286p Hamont
[(Eisden)]
[Domaniale, Wilhelmina]),
(een kopstijl) zetten:
zɛtsǝ (Q121c Bleijerheide
[(Domaniale)]
, ... [Willem-Sophia]
Q121b Spekholzerheide
[(Willem-Sophia)]
[Zolder]),
een apôye zetten:
ǝn apoj zętǝ (K361p Zolder
[(Zolder)]
[Zolder])
|
Een voorlopige ondersteuning plaatsen tijdens de winning van een koollaag. Zie voor het object "kophout", "kopstijl" etc. het lemma Kophout. [N 95, 492; N 95, 291]
II-5
|
27800 |
een krijtstreep trekken |
(de/een) knijtschraam trekken:
dǝr knītšroam trękǝ (Q113p Heerlen
[(Oranje-Nassau I-IV)]
[Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau II, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV]),
knitšroǝm trɛkǝ (Q121c Bleijerheide
[(Domaniale)]
, ... [Emma]
Q121a Chevremont
[(Julia)]
, [Domaniale]
Q121p Kerkrade
[(Domaniale / Wilhelmina)]
[Julia]),
ǝnǝ knitšrǫǝm trɛkǝ (Q113p Heerlen
[(Emma)]
[Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau II, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV]),
(de/een) streep trekken:
(de/een) streep trekken (Q003p Genk
[(Winterslag / Waterschei)]
[Emma, Hendrik, Wilhelmina]),
dǝr štrēp trękǝ (Q035p Brunssum
[(Emma / Hendrik / Wilhelmina)]
[Eisden]),
(een) krijtstreep trekken:
krītštrę̄p trękǝ (L426p Buchten
[(Maurits)]
, ... [Maurits]
Q111p Klimmen
[(Oranje-Nassau I / III / IV)]
, [Maurits]
L433p Nieuwstadt
[(Maurits)]
[Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV]),
ęjn krītstrēp trękǝ (L374p Thorn
[(Maurits)]
[Winterslag, Waterschei]),
de richting trekken:
dǝ rexteŋ trękǝ (Q015p Stein
[(Maurits)]
[Maurits]),
kalkschraam trekken:
kalkšroǝm trɛkǝ (Q121c Bleijerheide
[(Domaniale)]
, ... [Willem-Sophia]
Q121p Kerkrade
[(Domaniale)]
[Domaniale]),
krijtschraam trekken:
krišroǝm trɛkǝ (Q033p Oirsbeek
[(Emma)]
[Domaniale]),
krītšroǝm trękǝ (Q112a Heerlerheide
[(Oranje-Nassau I-IV)]
[Emma]),
lijn trekken:
lijn trekken (L422p Lanklaar
[(Eisden)]
[Maurits]),
richting aangeven:
rexteŋ āngę̄vǝ (Q021p Geleen
[(Maurits)]
[Domaniale]),
schraam trekken:
šrǭm trɛkǝ (Q121b Spekholzerheide
[(Willem-Sophia)]
[Maurits])
|
De richting in een mijngang werd op de kap aangegeven door het maken van een ±1 cm brede krijtstreep. De plaats waar deze krijtstreep moest worden gemaakt, was aangegeven op de uitbouwschets. Belangrijk was dat de krijtstreep haaks op de voet van de kap werd aangebracht. Nooit mocht men kappen op het oog in de richting leggen (MBK II pag. 42). [N 95, 855]
II-5
|
22780 |
een kring op de grond trekken |
een cirkel op de grond:
ənə ciərkəl op de grond (P176p Sint-Truiden),
een cirkel op de grond tekenen:
ənə sirkəl op də grōnt ty(3)̄kənə (Q088p Lanaken),
een cirkel op de grond trekken:
een cirkel op den grond trekken (K317p Leopoldsburg),
ijnə serkəl oͅppə groͅnt trɛkkə (L367p Neerglabbeek),
ənne sirəkəl op den grond trɛkken (P188p Hoepertingen),
een kreits op de aarde trekken:
ne kreeis op de eͅed trekke (Q259p Lontzen),
een kring op de grond maken:
unne krink make oppe grond (L289p Weert),
een kring op de grond trekken:
eine kring op de grond traikken (Q008p Vucht),
en kreͅnk op de groond trèkken (Q088p Lanaken),
ene krink op de grond trekken (Q090p Mopertingen),
ene krīnk op te grōnd trèkken (Q095p Maastricht),
ne kring op de grond trekke (K359p Koersel),
ne kring op de ground trekken (K358p Beringen),
ne krənk op de gront trəkkə (Q003p Genk),
nə krēnk op də grōnt träkən (L286p Hamont),
’n krin’ op de grond trekkə (Q072p Beverst),
trekken: de e als in dèsque
eine kreink op den groond trekken (L419p Elen),
een kring trekken:
i is langgerekt
krīnk trèkken (Q095p Maastricht),
een perk op de grond trekken:
trikke: i zeer korte ei zoals in vrai
eine perk oppe grôndə trikke (L377p Maasbracht),
een ring maken:
enne renk moake (P192p Voort),
ne rink maeken (L313p Sint-Huibrechts-Lille),
n’ rink maken (L352p Hechtel),
een ring op de aarde trekken:
euen reeng opeun èëd trekke (Q248p Remersdaal),
een ring op de grond:
ĕn rīnk oͅp tə gront (Q179p Zichen-Zussen-Bolder),
nə rɛnk oͅbdə groͅnt (Q003p Genk),
renk als in wenk
ənən renk op də gront (P176p Sint-Truiden),
een ring op de grond maken:
een reenk op de groont maokĕ (Q172p Vroenhoven),
eine renk op e ground make (L416p Opglabbeek),
enne reenk op genne groond maakke (Q196p Mheer),
innen reenk obbe gront maəke (P058p Stevoort),
ne rink obbe grond maken (L414p Houthalen),
ne rink op de grond maoken (K278p Lommel),
nə reŋk opə groͅnt mākə (L416p Opglabbeek),
nə reŋk oͅb ə groͅnt ma͂kə (Q001p Zonhoven),
ənən reͅnk mākə oͅp də groͅnd (P050p Herk-de-Stad),
’n rink op den grond maken (L355p Peer),
ai = mais
eine raink op de groend maken (L420p Rotem),
een ring op de grond tekenen:
ene rink op dèn grond teekenen (Q168a Rijkhoven),
een ring op de grond trekken:
een renk op den grond trekken (P219p Jeuk, ...
Q158p Riksingen),
eene rank op de grond trekken (Q012p Rekem),
eene rïnk op de grönt trèkke (Q177p Millen),
eenen rénk op den grond trékken (Q154p Sint-Huibrechts-Hern),
eine reink op de groend trêkken (L372p Maaseik),
eine reink op den grond trekke (Q161p Piringen),
eine reink op den grond trèkken (L368p Neeroeteren),
eine reng(k) oppe grond trekken (L415p Opoeteren),
eine rink op de groond trèkke (Q012p Rekem),
eine rink oppe groant trekken (L360p Bree),
eine rink oppe groond treͅkke (L360p Bree),
eine rink oppe groond trèkken (L360p Bree),
ejnə rejŋk opə gront träkə (L416p Opglabbeek),
en reng op de grond trekke (P172p Wilderen),
ene renk op den grond trekken (P218p Borlo),
ene rènk op de groond trekke (Q179p Zichen-Zussen-Bolder),
enne reeng op genne groond trekken (Q240p Lauw),
enne renk op e grond trekke (P188p Hoepertingen),
enne rijnk op de grunt trəkken (L372p Maaseik),
enne rè-ng op de gro-nd trèkke (Q078p Wellen),
ennə reiink op de grouənd trekke (P188p Hoepertingen),
enə reiŋk ob də groͅ.ṇt trekə (Q156p Borgloon),
enə rēnk oͅp tə grōnd trēͅkkə (Q088p Lanaken),
enən reink op de grond trekken (P188p Hoepertingen),
ēnə rāiŋ op dən gront trekkə (P193p Mettekoven),
ienen rīnk op den groond trekken (L312p Neerpelt),
inen renk opde grond trekke (P180p Kerkom),
inne reenk op de gront trekke (P121p Ulbeek),
inne rijnk obbe grond trekke (P054p Spalbeek, ...
P054p Spalbeek),
innen reeink op de grond trékken (P117p Nieuwerkerken),
innen reenk op de grond trekke (P177p Zepperen),
innen reenk op den grond treiken (P121p Ulbeek),
innen rink op de gront trekke (P053p Berbroek),
inne’ ring op den grond trekken (L313p Sint-Huibrechts-Lille),
ne reenk op de grond treeke (Q156p Borgloon),
ne reenk op te groond trekke (Q093p Rosmeer),
ne rink oep de groend trekke (K315p Oostham),
ne rink oep de grond trekke (K316p Heppen),
ne rink oep den grond trekke (K353p Tessenderlo),
ne rink op de grond trekke (P172p Wilderen),
ne rink op de groond trekken (L314p Overpelt),
ne rink op de groont trêkken (L312p Neerpelt),
ne rink op den grond trèkken (L414p Houthalen),
ne rink oppe grond trekke (K357p Paal),
nə reŋk opə groͅnt trekə (L416p Opglabbeek),
nə reŋk oͅp t’ə grond trɛk’ə (Q168p s-Herenelderen),
nə rēŋ’ (nk) op də gro-nt trä-kə (Q172p Vroenhoven),
nə ränk oͅbə gront träkə (Q001p Zonhoven),
nən rēŋk op den grond trekke (P120p Alken),
n’en reenk op de gront trekke (P058p Stevoort),
éne renk op de grond treͅkken (P187a Kuttekoven),
ənə reiənk op de graond tre(i)kke (P121p Ulbeek),
ənə rènk ŏppə grŏnt trĕkkə (L415p Opoeteren),
ənə rɛ.iŋ op də gro.nt trikən (Q078p Wellen),
ənən rijnək trekke op de groənd (P177p Zepperen),
’n re-ink op de grond trekka (Q167p Koninksem),
’n reenk oppe groont trèkke (L316p Kaulille),
’n reng op de ground trekke (Q166p Vechmaal),
’n rēnk op den grond trèkken (L368p Neeroeteren),
’n rijnk op be grond trekke (P115p Duras),
’n rin’ op de grond trekkə (Q072p Beverst),
’n rīnk op də grōnd trekkə (Q179p Zichen-Zussen-Bolder),
’ne rank op de grond trekke (Q089p Martenslinde),
’ne reenk op pe grond trèke (P119p Sint-Lambrechts-Herk),
’ne reink op pe groond trèkke (L418p Niel-bij-As),
’ne rink op de grond trekken (Q003p Genk),
’nə rang op də grond trèkken (Q086p Eigenbilzen),
e als in met
ne reenk op de grond trekke (Q078p Wellen),
franse è
eine rink op den grund trèkken (L370p Kessenich),
grond: o als korte oo
’ne rink op de grond trei-en (K278p Lommel),
grond: o tussen o en u
enne renk op e grond trekken (L368p Neeroeteren),
grund: de u zoals de duitse u zonder umlaut
ne rink oep de grund trekken (K318p Beverlo),
k wordt niet uitgesproken
ne ring oep e grond trekken (K314p Kwaadmechelen),
ne rink op de grond trekken (K278p Lommel),
oo is kort
ene reeng op den groond treikken (Q240p Lauw),
rink: i helt naar de e klank
’ne rink op de grond traike (Q168a Rijkhoven),
traike: cf. bai
éné reink op te grooi-jund traike (Q007p Eisden),
treke: eerste e is een lange ee
enen rijnk op de gront treke (P186p Gelinden),
trekke: e als in est
eĕne reenk oppe grond trekke (Q173p Genoelselderen),
treën: eerste e als de e van den (boom)
ne rink oep de groont treën (K314p Kwaadmechelen),
è zoals in het franse dès
ene reenk op de groond trèkke (Q093p Rosmeer),
een ring trekken:
eine renk trĕkke (L366p Gruitrode),
enen renk trekke (P183p Mielen-boven-Aalst),
iene renk trekken (P176p Sint-Truiden),
ine rink traiken (L312p Neerpelt),
ne rink trekke (K357p Paal),
’n ring trekken (P056p Stokrooie),
’ne reeng trekka͂ (Q162p Tongeren),
’ne reenk trekkà (Q162p Tongeren),
een ringetje op de grond trekken:
ə reŋəkə op də grōnt träkən (L286p Hamont),
een ronde op de grond trekken:
een ronde op de grond trekken (K358p Beringen),
ne ronde-n-op de grond trekke (K318p Beverlo),
ne ronne obe grond trekken (K358p Beringen),
ne ronne trekken op de grond (P176p Sint-Truiden),
nen ronne op de grond trekke (P176p Sint-Truiden),
een ronde ring:
ənə ronərank (Q010p Opgrimbie),
ənə ruŋəraŋk (Q009p Mechelen-aan-de-Maas),
een ronde ring maken:
nə rōͅnərēŋ ma͂kə (Q002p Hasselt),
een ronde ring op de grond maken:
ənə rōūnə rank op tə grōūnd mākə (Q009p Mechelen-aan-de-Maas),
een ronde ring op de grond trekken:
əne ronne rink op de gron’ trékken (P188p Hoepertingen),
’n roͅnne rank op de groͅnd trekken (Q071p Diepenbeek),
aing: neusklank è
’n ronderaing trèkke obbe grond (Q002p Hasselt),
een ronde trekken:
nə roͅndə trəkə (K317p Leopoldsburg),
nə rundə treͅ’ən (K315p Oostham),
ənə ronne trekke (P176p Sint-Truiden),
ənən ronne trekke (P176p Sint-Truiden),
’ne ronne trekken (P176p Sint-Truiden),
perk(je) (zn.):
e perk(ske) (L362p Opitter),
ring (zn.):
ne reenk (Q072p Beverst),
ne rienk (Q175p Riemst),
’ne ring (L362p Opitter)
|
Een kring op de grond trekken. [ZND 29 (1938)]
III-3-2
|
29211 |
een kruis inlezen |
de kruising derin scheren:
dǝ krȳseŋ dǝren šērǝ (L318p Stramproy),
kette delen:
kętǝ dęjlǝ (Q284p Eupen)
|
Met de hand de onderste en bovenste draden van de in twisten en gangen te scheuren ketting uit elkaar houden, zodat er een dradenkruis in komt dat vastgezet wordt op de kruispennen van het scheerraam. [N 39, 59]
II-7
|
23755 |
een kruisje geven |
een avondkruisje geven:
oovendkruiske geeven (L353p Eksel),
een duimkruisje geven:
doemkruuske geve (Q009p Mechelen-aan-de-Maas),
een goedenachtskruisje geven:
gŏŏdenaagskrŭŭtske (Q117p Nieuwenhagen),
een kruisje geven:
`n kruutske gaeve (Q111p Klimmen),
a krijske géve (Q086p Eigenbilzen),
e kink e kruutske geëve (Q203p Gulpen),
e kreiske gève (Q086p Eigenbilzen),
e kreske gêeve (Q162p Tongeren),
e kreujske geeve (L423p Stokkem),
e kreuske giĕve (P197p Heers),
e kruiske geve (Q187a Heugem, ...
Q095p Maastricht,
P176p Sint-Truiden,
Q104p Wijk),
e kruiske gēve (Q095p Maastricht),
e kruiske gève (Q095p Maastricht),
e krutske gaeve (L429p Guttecoven),
e kruuske geve (Q099p Meerssen, ...
Q013p Uikhoven),
e kruutske geëve (Q112c Kunrade),
e krùiske geeve (P176p Sint-Truiden),
e krütske geëve (Q117p Nieuwenhagen),
e krütske gève (Q111p Klimmen),
ei kruutske geave (Q016p Lutterade),
ein krutske gieève (Q032p Schinnen),
en kruske geve (L245b Tienray),
en kruuske gaeve (L216p Oirlo, ...
L210p Venray),
en kruuske geve (L209p Merselo),
kreske geeve (K353p Tessenderlo),
kreuske geven (L376p Linne, ...
Q001p Zonhoven),
kreuske giejeve (Q001p Zonhoven),
kreuske gieve (L414p Houthalen),
kreuske gève (P188p Hoepertingen),
kri-jske gève (L360p Bree),
krieske geeve vier sloape guun (L416p Opglabbeek),
krieske gève (L416p Opglabbeek),
krijske géve (Q086p Eigenbilzen),
kruiske geeve (Q095p Maastricht),
kruiske geve (L353p Eksel, ...
Q095p Maastricht),
kruiske geven (L352p Hechtel),
krutske gaeve (Q027p Doenrade, ...
Q021p Geleen),
krutske geave (L433p Nieuwstadt),
kruuske gaeve (L320a Ell, ...
Q018p Geulle,
L425p Grevenbicht/Papenhoven,
L320b Kelpen,
L266p Sevenum,
L313p Sint-Huibrechts-Lille,
L318b Tungelroy,
L289p Weert,
L289p Weert),
kruuske geeve (L192a Siebengewald),
kruuske geive (L317p Bocholt),
kruuske geven (L282p Achel, ...
L312p Neerpelt,
L371p Ophoven),
kruuske gève (L426z Holtum, ...
L426z Holtum),
kruutske gaeve (L295p Baarlo, ...
L295p Baarlo,
L381p Echt/Gebroek,
L328p Heel,
L387p Posterholt,
L299p Reuver,
L299p Reuver,
L331p Swalmen),
kruutske gaeven (L295p Baarlo, ...
L300p Beesel),
kruutske gaive (L325p Horn),
kruutske geive (L382p Montfort, ...
Q036p Nuth/Aalbeek,
L293p Roggel),
kruutske geëve (Q039p Hoensbroek, ...
L432a Koningsbosch),
kruutske gäve (L382p Montfort),
kruutske gève (Q197a Terlinden),
kruutske gèève (Q098p Schimmert),
kröskə gève (Q077p Hoeselt),
krəske geve (P219p Jeuk),
krəskə giejəvə (P047p Loksbergen),
n kruutske geve (L270p Tegelen),
è kruiske geve (Q095p Maastricht),
ə kruiskə geevə (Q095p Maastricht),
ən krutske gève (Q247p Sint-Martens-Voeren),
ən krøsjkə gēͅvə (L265p Meijel),
een kruisje maken:
e krütske make (Q117p Nieuwenhagen),
kruutske maake (Q207p Epen),
kruutske make (Q111p Klimmen),
krüts-je maache (Q121p Kerkrade),
een nachtkruisje geven:
nachkruuske gaeve (Q101p Valkenburg),
nachtkruiske (L353p Eksel),
nachtkruutske gaeve (L328p Heel, ...
L374p Thorn),
nachtzegen:
nag-zeege (Q011p Boorsem),
zegenen:
kiendje zaegene (L271p Venlo),
kink zaegene slaope gao (Q202p Eys),
zaegene (L381p Echt/Gebroek, ...
L329p Roermond),
zaigene (L383p Melick),
zeigene (L265p Meijel),
zeëne (Q117a Waubach),
ziëgene (Q032p Schinnen),
ə kēŋk zɛ̄nə (Q253p Montzen),
zengenen:
zaengene (L382p Montfort),
zēngene (Q020p Sittard),
zengeren:
zaengere (L386p Vlodrop)
|
Een kind voor het slapen gaan met de duim een kruisje geven op het voorhoofd. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
23707 |
een kruisje op het brood maken |
<uitdr.> het brood is gebenedijd; die het eet, dat die het snijt:
?
t broed is gebenedeijd, dae t it, dat dee t sneijt (Q095p Maastricht),
aansnijden met een kruisje:
aansniejen mej e kruusken (L312p Neerpelt),
bekruisen:
bekruse (L216p Oirlo),
brood:
broeëd (Q039p Hoensbroek),
brood bekruisen:
broeëd bekruuse (Q009p Mechelen-aan-de-Maas),
brood zegenen:
broead zaegene (L381p Echt/Gebroek),
broed zèëne (Q208p Vijlen),
broeed zaegene (L271p Venlo),
brooed zaegene (L299p Reuver),
brood zengelen:
broed zengele (L318b Tungelroy),
broeed zaengele (L328p Heel, ...
L374p Thorn),
broeed zengele (L320a Ell),
brouet zeengele (L371p Ophoven),
brood zengenen:
broead zaengene (L382p Montfort),
broid zaengene (Q018p Geulle),
brood zèngene (Q020p Sittard),
broodkruis:
broodkruuts (L300p Beesel),
broodwijden:
broedwēējə (P047p Loksbergen),
de duivel deruit jagen:
den duuvel der oetjage (L271p Venlo),
de mik kruisen:
mik kruuse (L318b Tungelroy),
de mik zegelen:
de mik zaegele (L289p Weert),
de mik zegenen:
de mik zeigene (L293p Roggel),
de mik zengelen:
de mik zaengele (L320b Kelpen, ...
L289p Weert),
de weg zegenen:
week zegenen (L376p Linne),
de weg zengenen:
de wek zaengene (L382p Montfort),
de wèk zèngene (L433p Nieuwstadt),
een kruis derop maken:
krüts drop maache (Q121p Kerkrade),
een kruis maken:
e kruus maake (Q095p Maastricht),
kreus maken (L414p Houthalen),
kruuts maake (L387p Posterholt),
kruuts make, zaegene (Q111p Klimmen),
een kruis maken onder brood:
kruuts onger broad maake (Q111p Klimmen),
een kruis maken onder de mik:
e kruus oonder ut mik maake (Q099p Meerssen),
ein kruus onder de mik make (L317p Bocholt),
een kruis maken onder de weg:
e krüts onger dr wek make (Q117a Waubach),
ēē krŭŭts oonger dr wèk māāke (Q117p Nieuwenhagen),
kruus onger de wek make (L425p Grevenbicht/Papenhoven),
ə krŭŭts oonger dr wèk māāke (Q117p Nieuwenhagen),
een kruis maken onder het brood:
e kruus oonder ut broed make (Q095p Maastricht),
kruus maken onger t broid (Q013p Uikhoven),
een kruis maken op het brood:
`n krees op het broot moake (Q086p Eigenbilzen),
kruis op t brood moake (P188p Hoepertingen),
kruuts make op het broad (Q019a Neerbeek),
een kruis maken over het brood:
e kruus euver t broed make (Q187a Heugem),
e kruuts uvver t broeëd make (Q203p Gulpen),
ei kruuts euver `t broad make (Q016p Lutterade),
euver het broed e kreus moaken (Q001p Zonhoven),
kreus moaken euver het braut (P197p Heers),
kruuts euver het broed (L295p Baarlo),
t kruuts üvver t broeëd make (Q117a Waubach),
een kruis slaan:
ú is eenkorte eu
e krajs slún (Q162p Tongeren),
een kruisje maken:
e kruiske make (P219p Jeuk),
een kruuske maken (L282p Achel),
kreske maoke (K353p Tessenderlo),
kreujske make (L423p Stokkem),
krutske maake (Q021p Geleen),
kruutske maake (Q207p Epen, ...
L382p Montfort),
kruutske make (L426z Holtum, ...
L432a Koningsbosch),
krøsjkə mākə (L265p Meijel),
een kruisje maken onder de mik:
`n krutske onder de mik (broeëd) maake (Q247p Sint-Martens-Voeren),
en kruuske onder de mik make (L209p Merselo),
kruiske onder de mik maken (L353p Eksel),
kruutske maake onger de mik (L328p Heel),
kruutske make onger de mik (L270p Tegelen),
kruutske onger de mik make (L329p Roermond, ...
L331p Swalmen),
een kruisje maken onder de weg:
en kruuske onder de wek make (L192a Siebengewald),
kruitske ùnder de wèk maken (Q098p Schimmert),
een kruisje maken onder het brood:
e kruiske oonder `t broed make (Q104p Wijk),
e kruuske onder `t broad make (Q101p Valkenburg),
e kruutske onger t broëd maake (Q112c Kunrade),
e krütske ónger t broeëd make (Q117p Nieuwenhagen),
krutske onger et broeed maake (Q027p Doenrade),
ə kruiskə oondər ət broet maakə (Q095p Maastricht),
een kruisje maken op de mik:
kruutske oppe mik maake (L325p Horn),
een kruisje maken op een brood:
krùis(ke) moake-n op e broeët (P176p Sint-Truiden),
een kruisje maken op het brood:
e kruisken op et broeëd moake (P176p Sint-Truiden),
een kruisje maken over de mik:
kreuske euver de mik maken (L352p Hechtel),
een kruisje maken over de weg:
en kruutske euver de wek make (L295p Baarlo),
kruuske ovver de weg make (L210p Venray),
een kruisje maken over het brood:
e kruiske make euver `t broed (Q095p Maastricht),
e kruiske make euver `t brood (Q095p Maastricht),
kruuske ouver t broed (L266p Sevenum),
een kruisteken maken:
e kruutsteike maken (L429p Guttecoven),
eerst het brood zengelen:
ierst t broeed zeingele (L288a Ospel),
het brood bekruisen:
het braod bekruuse (Q011p Boorsem),
het brood kruisen:
het bruud kri-jse (L360p Bree),
het brood stippen:
het broot stippe (Q077p Hoeselt),
het brood zegenen:
`t broad zaegene (Q101p Valkenburg),
`t broead ziëgene (Q032p Schinnen),
`t broed zegene (Q095p Maastricht),
et broad zaegene (L427p Obbicht),
et broeed zaegene (L266p Sevenum, ...
L245b Tienray),
et broejd zeigene (L265p Meijel),
et brood zaigene (L383p Melick),
t broeed zaegene (L295p Baarlo),
t brood zègene (L426z Holtum),
ət bruət zɛ̄nə (Q253p Montzen),
het brood zengenen:
`t broad zieèngene (Q032p Schinnen),
het brood zengeren:
et brood zaengere (L386p Vlodrop),
kruisje:
kruiske (Q095p Maastricht),
kruisje brood:
kruutske broed (Q202p Eys),
vliegenslaan:
vliegəslōōwə (P047p Loksbergen),
zengenen:
zengene (Q197a Terlinden)
|
Het gebruik om een brood met het mes te bekruisen, voordat men het aansnijdt; men maakte met het broodmes een kruisje aan de onderkant van het brood [n kruuske ónder de mik maake?]. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
23706 |
een kruisteken maken |
n kruus maake:
`n krees moake (Q086p Eigenbilzen),
`n kruuts make (Q111p Klimmen),
e krajs maoke (Q162p Tongeren),
e krajske maoke (Q162p Tongeren),
e krees moake (Q086p Eigenbilzen),
e kreuske moaken (Q071p Diepenbeek),
e kruiske moake (P176p Sint-Truiden),
e kruus maake (Q011p Boorsem, ...
Q095p Maastricht),
e kruus make (Q095p Maastricht, ...
Q009p Mechelen-aan-de-Maas,
Q099p Meerssen),
e kruus sloon (Q095p Maastricht, ...
Q095p Maastricht),
e kruusteike make (Q095p Maastricht, ...
Q101p Valkenburg),
e kruusteike sjlaon (Q101p Valkenburg),
e kruuts maake (Q112c Kunrade),
e kruuts make (Q203p Gulpen, ...
Q112b Ubachsberg,
Q117a Waubach),
e kruutsteike make (Q020p Sittard),
e kruutstèke make (L426z Holtum),
e krüts make (Q117p Nieuwenhagen),
e krüts make (Q111p Klimmen),
e krüts sjlao (Q117a Waubach),
ee kruuts make (Q039p Hoensbroek),
ee kruutsseege maache (Q211p Bocholtz),
een kruus maken (L282p Achel),
ei kruutsteike sjloan (Q016p Lutterade),
ei kruutsteiken maken (L374p Thorn),
ein kruts maken (Q032p Schinnen),
ein kruuts(teike) make, sjlaon (Q032p Schinnen),
en kruus maake (L265p Meijel),
en kruus make (L216p Oirlo, ...
L192a Siebengewald),
en kruus maken (L245b Tienray),
en kruus slaon (L216p Oirlo),
en kruuske make (L209p Merselo),
en kruuts make (L270p Tegelen),
en kruuts slaon (L295p Baarlo),
ēē kruuts sjlōāə (Q117p Nieuwenhagen),
ēē krŭŭts māāke (Q117p Nieuwenhagen),
ĕ kruis mōāke (Q077p Hoeselt),
krees moake (Q086p Eigenbilzen),
kreistieeken maken (L355p Peer),
kreistieeken sloan (L355p Peer),
kreujske make (L423p Stokkem),
kreus maken (L414p Houthalen),
kreus moaken (Q001p Zonhoven),
kreuske maken (L352p Hechtel),
kreuske maoken (Q001p Zonhoven),
kreuske moaken (P197p Heers),
kri-jsteike make (L360p Bree),
kries maken (L415p Opoeteren),
kries sluun (L416p Opglabbeek),
krieske maake (L416p Opglabbeek),
krieske make (L416p Opglabbeek),
krouwestiejeke maoke (K353p Tessenderlo),
kruis moake (P188p Hoepertingen),
kruiske maake (Q095p Maastricht),
kruus maake (L353p Eksel, ...
L353p Eksel,
L289p Weert),
kruus make (L320a Ell, ...
Q018p Geulle,
L425p Grevenbicht/Papenhoven,
Q187a Heugem,
L427p Obbicht,
L318b Tungelroy,
L210p Venray),
kruus maken (L353p Eksel, ...
L312p Neerpelt,
Q013p Uikhoven,
Q013p Uikhoven),
kruus slaon (Q098p Schimmert, ...
L266p Sevenum,
L210p Venray),
kruus sloan (L289p Weert),
kruus teiken (L376p Linne),
kruuske make (L317p Bocholt, ...
L371a Geistingen,
Q095p Maastricht),
kruusteike make (L288a Ospel),
kruusteiken maake (L371p Ophoven),
kruusteke make (Q095p Maastricht),
kruustēīke make (Q095p Maastricht),
kruustikke maken (L313p Sint-Huibrechts-Lille),
kruuts maake (L328p Heel, ...
Q111p Klimmen,
L387p Posterholt),
kruuts make (L298p Kessel, ...
Q019a Neerbeek,
L299p Reuver,
L329p Roermond),
kruuts sjlaon (L299p Reuver, ...
L331p Swalmen),
kruutske make (L295p Baarlo, ...
L267p Maasbree,
L386p Vlodrop),
kruutstaike maake (L325p Horn),
kruutsteike maake (L328p Heel),
kruutsteike make (L300p Beesel, ...
L426z Holtum),
kruutsteiken make (L328p Heel),
krùis(ke) moake (P176p Sint-Truiden),
krəəstiekər makə (P047p Loksbergen),
zaengele (L331p Swalmen),
zengele (L320c Haler),
zex zēͅŋələ (L371p Ophoven),
zich bekruuse (L289p Weert),
zich bekrŭŭtsigge (Q117p Nieuwenhagen),
zich e kruus make (Q095p Maastricht, ...
Q095p Maastricht),
zich e kruutstèke make (L426z Holtum),
zich zaegele (L289p Weert),
zich zaegene (L295p Baarlo, ...
L295p Baarlo,
L295p Baarlo,
L381p Echt/Gebroek,
Q111p Klimmen,
L299p Reuver,
L266p Sevenum,
L271p Venlo,
L271p Venlo),
zich zaengele (L328p Heel, ...
L320b Kelpen,
L382p Montfort,
L374p Thorn,
L289p Weert),
zich zaengene (Q027p Doenrade, ...
L382p Montfort),
zich zaengere (L386p Vlodrop),
zich zaigene (L383p Melick),
zich zeagene (Q016p Lutterade),
zich zeigene (L265p Meijel, ...
Q036p Nuth/Aalbeek,
L293p Roggel),
zich zeingele (L288a Ospel),
zich zengele (L318b Tungelroy),
zich zeëgene (Q039p Hoensbroek),
zich zeëne (Q112c Kunrade, ...
Q117p Nieuwenhagen,
Q117a Waubach),
zich zeëngene (L432a Koningsbosch),
zich ziëgene (Q032p Schinnen),
zich zèngene (L433p Nieuwstadt),
zich zèène (Q207p Epen, ...
Q247p Sint-Martens-Voeren),
zich zèèngele (L374p Thorn),
zich zèèngene (Q111p Klimmen),
zich zèëne (Q208p Vijlen),
zich zééëgene (Q117p Nieuwenhagen),
zich zééëne (Q117p Nieuwenhagen),
ziech e kruiske make (Q104p Wijk),
ziech zaegene (Q101p Valkenburg),
ziech zeëne (Q121p Kerkrade),
zig zengenen (L429p Guttecoven),
zəch zɛ̄nə (Q253p Montzen),
è kruus maake (Q197a Terlinden),
è kruuts sjlaon (Q021p Geleen),
é kruuts make (Q202p Eys),
ə kruis moake (Q077p Hoeselt),
ə kruuts sjlōāə (Q117p Nieuwenhagen),
ən krøsjtiəkə mākə (L265p Meijel),
In Heers: e kruis kappen
é kruis make (P219p Jeuk)
|
Een kruisteken maken/slaan, zich bekruisen, zich zegenen [zich bekruuse [N 96B (1989)]
III-3-3
|
17887 |
een kuil graven |
dabbelen:
dabbele (Q095p Maastricht, ...
Q095p Maastricht),
dabben:
daba (L369p Kinrooi),
dabbe (Q077p Hoeselt, ...
L321a Ittervoort,
P219p Jeuk,
L320b Kelpen,
L298a Kesseleik,
L369p Kinrooi,
Q095p Maastricht,
L265p Meijel,
Q196p Mheer,
L294p Neer,
L387p Posterholt,
Q098p Schimmert,
Q032p Schinnen,
L266p Sevenum,
L432p Susteren,
L331p Swalmen,
L318b Tungelroy,
L386p Vlodrop,
Q005p Zutendaal),
dabbe (mit de hând) (L216p Oirlo),
dabben (L428p Born, ...
L353p Eksel,
L353p Eksel,
L353p Eksel,
Q003p Genk,
L366p Gruitrode,
L382p Montfort,
P176p Sint-Truiden,
Q015p Stein,
Q001p Zonhoven),
dabbu (Q035p Brunssum),
dabbë (Q077p Hoeselt),
dabbə (Q027p Doenrade, ...
L425p Grevenbicht/Papenhoven,
L329a Kapel-in-t-Zand,
Q033p Oirsbeek,
Q033p Oirsbeek,
L299p Reuver),
dabbən (Q014p Urmond),
dabe (P047p Loksbergen),
dabə (L364p Meeuwen),
dappe (Q021p Geleen, ...
Q112z Ten-Esschen/Weustenrade,
Q201p Wijlre),
dappen (L282p Achel, ...
Q202p Eys),
dàbbe (L417p As),
dàbbə (L329a Kapel-in-t-Zand),
dàbə (P047p Loksbergen),
dábbə (Q207p Epen, ...
L328p Heel),
#NAME?
dabbe (Q021p Geleen),
(hond, konijn)
dabbe (L266p Sevenum),
(met de handen = dabbe)
een hond dabt (Q078p Wellen),
(met handen of voor kleinere dieren)
dabbe (L330p Herten (bij Roermond)),
in aarde, het knikkerspel
dabbe (K361p Zolder),
met de hand (en)
dabbë (Q162p Tongeren),
Met de handen.
dabbe (Q083p Bilzen),
een gat graven:
een} gaat [graven, rk (L288a Ospel),
ein gáát grāāvö (L378p Stevensweert),
en gat graave (L210p Venray),
gouwt graave (P219p Jeuk),
u geet graave (L289p Weert),
een gat maken:
ei gaat make (L374p Thorn),
gaat maken (L422p Lanklaar),
n gaat make (L267p Maasbree),
u geet maeke (L289p Weert),
ən gaat maakə (L265p Meijel),
een kot dabben:
’n koet dabbe (Q086p Eigenbilzen),
een kot graven:
ekoo.t graa.ve (K361p Zolder),
koet groave(n) (Q086p Eigenbilzen),
koēt groave (Q077p Hoeselt),
een kot maken:
e koet moake (Q178p Val-Meer),
e kooët maaken (L353p Eksel),
koe.t maken (K361p Zolder),
koot make (L352p Hechtel),
koot maken (L353p Eksel),
kot maken (K278p Lommel),
koêt maoke (Q188p Kanne),
ə kot maokə (K317p Leopoldsburg),
een kuil dabben:
n koel dabbe (L210p Venray),
een kuil graven:
een koel grave (Q034p Merkelbeek),
een koul graven vehr patatten in te bewaren (L355p Peer),
ein koel chraavə (L425p Grevenbicht/Papenhoven),
ein koel graave (L374p Thorn),
ein koel graavə (L382p Montfort),
ein koel grave (L269p Blerick, ...
L299p Reuver),
ein koel grove (L322a Nunhem),
en kaol grave (Q187p Sint-Pieter),
en koel grave (Q203p Gulpen),
koel grave (L245b Tienray),
koel graven (L371a Geistingen),
koel gravə (Q108p Wijnandsrade),
koewl grave (L372p Maaseik),
koul graovə (Q095p Maastricht),
kōēl grāve (Q101p Valkenburg),
kuul graven (L416p Opglabbeek),
n koel graave (Q018p Geulle),
n koel grave (Q011p Boorsem, ...
Q111p Klimmen,
L332p Maasniel,
L210p Venray),
n kouil graove (Q095a Caberg),
n koèl graven (L292p Heythuysen),
n kōēl grààvə (L432p Susteren),
un kŭŭl grāāvə (L164p Gennep),
ən ko-jl grave (Q102p Amby),
ən kōēl grààvə (Q035p Brunssum),
een kuil maken:
ein koel maakə (L382p Montfort),
ein koel make (L320a Ell, ...
L329p Roermond,
L329p Roermond,
Q098p Schimmert),
ein kōēl make (L381p Echt/Gebroek),
ein kōēl máákö (L378p Stevensweert),
en koel make (L217p Meerlo, ...
L216p Oirlo),
en koul make (Q095p Maastricht),
eng koel maachə (Q116p Simpelveld),
ing koel maache (Q121p Kerkrade),
ing koel make (Q117a Waubach),
koel make (Q203p Gulpen),
koul maken (K361p Zolder),
kul mākə (Q253p Montzen),
n koel make (Q019p Beek, ...
Q011p Boorsem),
n koul make (Q094b Wolder/Oud-Vroenhoven),
n kōēl mààke (Q021p Geleen),
əng kŏĕl máákə (Q113p Heerlen),
een kuil uitgraven:
en koel oetgrave (Q197p Noorbeek, ...
Q197a Terlinden),
een kuiltje maken:
keilke moake (Q005p Zutendaal),
kuilke maken (K361p Zolder),
een lok maken:
e laok make (Q112c Kunrade),
e loak make (Q208p Vijlen),
e loëk mäoke (Q193p Gronsveld),
ee loak make (Q117a Waubach),
eͅ loͅ.ak mā.kə (Q202p Eys),
ə laok máákə (Q038p Amstenrade),
ə laoëk maakə (Q117p Nieuwenhagen),
ə loͅ.ak mā.kə (Q203b Ingber),
een put graven:
ne pèt groave(n) (Q086p Eigenbilzen),
graven:
gra.ve (P057p Kuringen),
graa:ve (L316p Kaulille),
graave (L317p Bocholt, ...
L266p Sevenum),
graaven (K353p Tessenderlo),
graove (Q188p Kanne, ...
Q095p Maastricht),
graoven (Q240p Lauw),
grauve (K317a Kerkhoven),
grave (L360p Bree, ...
L360p Bree,
L267p Maasbree,
L372p Maaseik,
Q200p s-Gravenvoeren,
L266p Sevenum,
L318b Tungelroy,
L318b Tungelroy,
L271p Venlo,
L271p Venlo),
grave(n)n (L372p Maaseik),
graven (L282p Achel, ...
P120p Alken,
L414p Houthalen,
K278p Lommel,
L265p Meijel,
L368p Neeroeteren,
L371p Ophoven,
Q012p Rekem,
K361p Zolder,
Q001p Zonhoven),
graôven (P176p Sint-Truiden),
grā.ve (L369p Kinrooi),
grāāvə (L299p Reuver),
grāve (Q012p Rekem, ...
Q015p Stein),
groave (Q156p Borgloon, ...
Q153p Gors-Opleeuw,
P188p Hoepertingen),
groave (met schop) (Q078p Wellen),
grààve (L331p Swalmen),
grááve (L267p Maasbree),
jraave (Q222p Vaals),
ee koet groave
groave (Q080p Vliermaal),
Met de schop.
graove (Q083p Bilzen),
met de schup
grôovë (Q162p Tongeren),
schrabben:
Van kippen.
sjràbbe (L417p As),
spaden:
spaaien (K278p Lommel),
uitdiepen:
oetdeepə (Q098p Schimmert),
uitschachten:
oetsjachtə (Q117p Nieuwenhagen)
|
Een kuil maken (dappen, graven) [N 108 (2001)] || kuil, Een ~ maken (dappen). [N 84 (1981)]
III-1-2
|