e-WLD begrippen 

 
 
Filteren...

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
een stijl plaatsen een stijl zetten: ǝnǝ štil zetǝ (Kelmis) In het algemeen een stijl plaatsen. [monogr.] II-4
een stuk grond enten drekken: drɛkǝ (Cadier), een akker voortzetten: nǝn ɛʔǝr vǫrt˲zętǝn (Lommel), entaarde opbrengen: ɛntē̜rt˱ ǫp˱breŋǝ (Eind, ... ), entdrek derop varen: ę.nt˲dręk ˲dǝrǫp ˲vārǝ (Simpelveld), enten: e.ntǝ (Helden, ... ), entjǝ (Brunssum), entǝ (Baarlo, ... ), eŋktǝ (Velden), ēndǝ (Aijen), ēntǝ (Aijen, ... ), ē̜ntǝ (America, ... ), ē̜ntǝn (Achel), ę.ntǝ (Simpelveld), ęntǝ (Hamont, ... ), ęntǝn (Hamont, ... ), ęnʔǝn (Kwaadmechelen), ɛ.ntǝ (Boukoul, ... ), ɛntjǝ (Posterholt), ɛntǝ (Baexem, ... ), ɛ̄ntǝ (Kanne), entgrond opbrengen: ɛnt˲grontj˱ ǫp˱breŋǝ (Haelen), erf derop varen: ɛ.rǝf ˲dǝrǫp ˲vārǝ (Tegelen), erf opbrengen: ɛrǝf˱ ǫp˱breŋǝ (Baarlo), goede grond derop varen: gōi̯ǝ grõnt ˲drǫp ˲vārǝ (Cadier), inenten: e-ɛntǝ (Nieuwenhagen), ene.ntǝ (Lottum), enę.ntǝ (Sevenum), enɛntǝ (Bocholt), enɛntǝn (Achel), inē ̞ndǝ (Merselo), inęntǝn (Lommel), ęnɛntǝn (Beverst), overenten: ø̄i̯vǝrɛntǝ (Sint Pieter) Enten is het bestrooien van een akker of een pas ontgonnen stuk (heide)grond met aarde van een akker waarop het te telen gewas al eerder heeft gestaan. De entaarde is van goede kwaliteit. De geënte akker wordt meer geschikt voor het te telen gewas. Meestal gaat het om stikstofbindende planten als lupine (L 270, Q 2), klaver (Q 2), lucerne (Q 187a) en serradella (L 115, 192a), in het algemeen dus vlinderbloemigen (L 163, 248, 266, 294, Q 97). Termen als enten, inenten veronderstellen "een akker", "een stuk land" e.d. als object. [N 11, 25; N 11A, 33] I-1
een stuk mijngang onopgevuld laten een kapel bouwen: n kapęl bowǝ (Kelmis) Bij het vullen van een oude mijngang een stuk ongevuld laten door een muur van dik gesteente te plaatsen met daarachter een holle ruimte. Hierdoor kon men de vularbeid versnellen, uiteraard op een niet verantwoorde manier. In de regel merkte de opzichter deze truc wel, doordat hij bij de controle met een stuk hout tegen de stenen wand duwde, waardoor deze in elkaar viel. Zie afb. 45. [monogr.] II-4
een te lange zwangerschap ezeldracht: ëzeldrach (Gronsveld), ezelendracht: ezeledracht (Uikhoven), ezelsdracht: aezelsdrach (Echt/Gebroek), ee.ëzelsdrácht (Zonhoven), eizelsdracht (Sint-Truiden) een te lange zwangerschap || meer dan 9 maanden zwanger (spot.) || zwangerschap (lange - van een vrouw) || zwangerschap die langer duurt dan 9 maanden || zwangerschap die over tijd is III-2-2
een tol op de hand laten draaien de dop op de hand pakken: Hiervoor moest men met gestrekte hand, de wijsvinger en de middenvinger in V-vorm van elkaar gescheiden, de draaiende tol benaderen in dit V-vlak. Met een kort stootje met de wijsvinger duwde je de tol op de hand.  den dop oppe haand pakken (Eksel), de dop op de hand zetten: den dop oppe hand zètten en doorgeven (Eksel), denderen: dendere (Maasniel, ... ), denderen (Kesseleik, ... ), deͅndərə (Montfort), dokken: dogke (Gronsveld), doppen: dobbe (Jeuk, ... ), doppe (Ell), doppen (Lauw, ... ), doͅpə (Stein), draaien: drejje (Tienray), driene (Eys), handdoppen: handdoppe (Venlo), knolen: knōlə (Eys), kokkerel: koekerel (Neer), kokkerellen: koekerelle (Terlinden), kokereille (s-Gravenvoeren), kokerellen (Born), kokkernellen: kokkernellen (Zonhoven), op de hand doppen: óp oer ha.nt dóppe (bè den dóp) (Zolder), op de hand laten draaien: ne koekeràèl op de haand laote dràèje (Kanne), op de hand loate dreie (Wellen), op zijn hand laten draaien: den dop op zɛn hand lotte draeë (Bilzen), opscheppen: dop opsjèppe (Bilzen), opschöppen (Lommel), opsjèppe (Bilzen, ... ), opsjöppe(n) (Maaseik), opsjùppe (Hoeselt), upschøpə (Eksel), poppernellen: poepernellen (Meeuwen), rapen: raape (Meijel), scheppen: scheppe (Genk), scheppen (Eksel, ... ), schuppe (Itteren), schuppen (Montfort), schöppe (Bocholt), schöppen (Lommel), sjeppe (As), sjuppe (Doenrade, ... ), sjèppe (Bilzen), sjøͅpə (Melick, ... ), sxøͅpə (Weert), tirvelen: tirvele (Swalmen), tollen: tolle (Gulpen, ... ), tollen (Meeuwen), Later.  tolle (Jeuk) De draaiende tol op de hand werd over geplaatst op de hand van medespelers. || Een draaiende tol op de hand laten draaien. || een tol op de hand laten draaien [scheppen, deinderen] [N 112 (2006)] || Een tol op de hand laten draaien [scheppen, deinderen]. [N 88 (1982)] III-3-2
een tol op de hand laten draaien add. kletsoor geven: [sic]: Het doen draaien.  klotsuur geven (Jeuk) een tol op de hand laten draaien [scheppen, deinderen] [N 112 (2006)] III-3-2
een vaart naar beneden klimmen naar een vaart erafklimmen: (men zegt) ex klęm nō ǝn vāt ǝrāf (Kelmis) [monogr.] II-4
een vast loon krijgen op vast gehalt staan: op vās jǝhalt štuǝ (Kelmis) [monogr.] II-4
een veiligheidslamp aansteken aandoen: ā.ndū.n (Zolder  [(Zolder)]   [Eisden]), aanketsen: ānkɛtšǝ (Geleen  [(Maurits)]  , ... [Domaniale, Wilhelmina]  [Maurits]), aanklitsen: ā.kli.tšǝ (Eys  [(Oranje-Nassau I / III / IV)]   [Domaniale]), āklitšǝ (Brunssum  [(Emma / Hendrik / Wilhelmina)]  , ... [Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV]  [Willem-Sophia]  [Oranje-Nassau II, Emma, Hendrik]  [Julia]  [Emma, Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau II, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV]  [Domaniale]  [Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV]), aanmaken: aanmaken (Buchten  [(Maurits)]  , ... [Zwartberg, Eisden]  [Maurits]  [Maurits]), ānmākǝ (Lutterade  [(Maurits)]  , ... [Maurits]  [Maurits]), aansteken: aansteken (Genk  [(Winterslag / Waterschei)]   [Maurits]), ānstēkǝ (Eisden  [(Eisden)]   [Zolder]), ānstē̜kǝ (As  [(Zwartberg / Waterschei)]  , ... [Maurits]  [Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV]  [Zwartberg, Waterschei]), āštē̜kǝ (Heerlen  [(Oranje-Nassau I-IV)]  , ... [Oranje-Nassau II, Emma, Hendrik]  [Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau II, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV]  [Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau II, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV]  [Eisden]), aanzünden: ātsyndǝ (Waubach  [(Laura / Julia)]   [Domaniale]), entzünden: ęntsyndǝ (Bleijerheide  [(Domaniale)]   [Laura, Julia]), klitsen: klitšǝ (Bleijerheide  [(Domaniale)]  , ... [Emma, Hendrik, Wilhelmina]  [Domaniale]), zünden: tsyndǝ (Bleijerheide  [(Domaniale)]  , ... [Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau II, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV]  [Domaniale]), zyndǝ (Heerlerheide  [(Oranje-Nassau I-IV)]   [Maurits]) Een veiligheidslamp met behulp van het ontstekingsmechanisme aansteken. [N 95, 250; monogr.] II-5
een ventilator inbouwen een ventilator inbouwen: ǝnǝ vęndǝlātǝr ē̜bowǝ (Kelmis) Een ventilator aan de luchtkokers bevestigen. Het voorbereidende werk was over het algemeen erg zwaar. Het gesteente was vaak zeer hard en de arbeiders kregen veel stof en kruitdamp in de longen. Om de toevoer van frisse lucht te bevorderen, bouwde men op regelmatige afstanden van elkaar ventilatoren in de luchtkokers. [monogr.] II-4