32049 |
een pen-en-gatverbinding maken |
angen:
aŋǝ (Q204a Mechelen),
in het lok houwen:
en ǝt lǭx hǫwǝ (Q121c Bleijerheide),
in mekaar slaan:
in mǝkǭr slǭn (L163p Ottersum),
indrijven:
endrīvǝ (L387p Posterholt),
ineenhouwen:
enęjnhǫwǝ (Q015p Stein),
ęnē(h)ōǝ (Q083p Bilzen),
ineentappen:
enētsapǝ (Q121c Bleijerheide),
ineenzetten:
enęjnzętǝ (L385p Sint Odilienberg),
verbinden:
vǝrbendǝ (L271p Venlo)
|
Twee stukken hout met behulp van een pen-en-gatverbinding met elkaar verbinden. [N 54, 50]
II-12
|
28012 |
een pijler aantrekken |
(de streb) aanpakken:
āpakǝ (Q121c Bleijerheide
[(Domaniale)]
, ... [Domaniale, Laura, Willem-Sophia, Oranje-Nassau II, Emma, Maurits]
Q000 Zie mijnen
[(Domaniale / Laura / Willem-Sophia / Oranje-Nassau II / Emma / Maurits)]
[Zwartberg, Waterschei]),
(de streb) aantrekken:
ātrękǝ (Q113p Heerlen
[(Oranje-Nassau I-IV)]
, ... [Emma]
Q112a Heerlerheide
[(Oranje-Nassau I-IV)]
[Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau II, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV]),
ātrɛkǝ (Q121c Bleijerheide
[(Domaniale)]
, ... [Eisden]
Q113p Heerlen
[(Emma)]
, [Domaniale]
Q121p Kerkrade
[(Domaniale)]
[Domaniale]),
(de streb) lopen laten:
lofǝ Iǫsǝ (Q121b Spekholzerheide
[(Willem-Sophia)]
[Winterslag, Waterschei]),
(de taille) beginnen:
(de taille) beginnen (L422p Lanklaar
[(Eisden)]
, ... [Zwartberg, Eisden]
Q012p Rekem
[(Zwartberg / Eisden)]
[Beringen, Zolder, Houthalen, Zwartberg, Winterslag, Waterschei, Eisden]),
(de taille) demarreren:
demarērǝ (Q001p Zonhoven
[(Zwartberg)]
[Zwartberg, Waterschei]),
dǝmarę̄rǝ (L417p As
[(Zwartberg / Waterschei)]
[Domaniale]),
(de taille) laten bollen:
ǭtǝ bǫlǝ (L417p As
[(Zwartberg / Waterschei)]
[Willem-Sophia]),
(een pijler) aantrekken:
(een pijler) aantrekken (Q015p Stein
[(Maurits)]
[Maurits]),
āntrękǝ (Q035p Brunssum
[(Emma / Hendrik / Wilhelmina)]
, ... [Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV]
Q111p Klimmen
[(Oranje-Nassau I / III / IV)]
, [Beringen, Zolder, Houthalen, Zwartberg, Winterslag, Waterschei, Eisden]
L374p Thorn
[(Maurits)]
, [Emma, Hendrik, Wilhelmina]
Q000 Zie mijnen
[(Beringen / Zolder / Houthalen / Zwartberg / Winterslag / Waterschei / Eisden)]
[Emma]),
āntrɛkǝ (Q021p Geleen
[(Maurits)]
[Oranje-Nassau II, Emma, Hendrik]),
ātrękǝ (Q117p Nieuwenhagen
[(Oranje-Nassau II / Emma / Hendrik)]
[Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau II, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV]),
ātrɛkǝ (Q121c Bleijerheide
[(Domaniale)]
, ... [Maurits]
Q121a Chevremont
[(Julia)]
, [Domaniale]
Q119p Eygelshoven
[(Laura / Julia)]
, [Julia]
Q113p Heerlen
[(Emma)]
, [Laura, Julia]
Q117a Waubach
[(Laura / Julia)]
[Laura, Julia]),
(een streb) aanzetten:
āzętsǝ (Q000 Zie mijnen
[(Domaniale / Laura / Willem-Sophia / Oranje-Nassau II)]
[Zwartberg]),
aanzetten:
ānzętǝ (Q000 Zie mijnen
[(Beringen / Zolder / Houthalen / Zwartberg / Winterslag / Waterschei / Eisden)]
[Domaniale, Laura, Willem-Sophia, Oranje-Nassau II]),
beginnen te bollen:
beginnen te bollen (Q003p Genk
[(Winterslag / Waterschei)]
[Maurits]),
in de kool gaan:
(de taille) git en ǝ kō.l (K361p Zolder
[(Zolder)]
[Emma, Maurits]),
lopen gaan:
(de pijler) gęjt Iǫwpǝ (L426p Buchten
[(Maurits)]
[Zolder])
|
Een pijler in produktie nemen. Volgens een invuller uit Q 121 nam men op de Domaniale mijn een pijler in produktie aan het begin van een dienst. Dan werd namelijk het transportmiddel in bedrijf gezet zodat met de ontginning kon worden gestart. De zegsman uit L 417, die invult voor de mijnen in Waterschei en Zwartberg, maakt een onderscheid tussen "een pijler laten bollen" en "een pijler demarreren". Met de eerste term bedoelt hij het voorafgaand werk dat in de pijler wordt gedaan, terwijl hij onder de tweede verstaat het in produktie nemen van de pijler. [N 95, 200; monogr.; Vwo 14; Vwo 18]
II-5
|
17993 |
een pijnscheut veroorzaken |
hompelen:
hompele (L271p Venlo),
jeuken:
jīēke (L417p As),
knagen:
knāāgə (L299p Reuver),
mieren:
blieftj aant mie:re (L330p Herten (bij Roermond)),
det mie:rtj mich (L330p Herten (bij Roermond)),
morren:
maore (L381p Echt/Gebroek),
morre (L374p Thorn),
morrele (Q196p Mheer),
mŏrre (Q098p Schimmert),
môrre (Q098p Schimmert),
Ww.
moaëre (Q153p Gors-Opleeuw),
murmelen:
murmele (Q120p Heerlerbaan/Kaumer),
snijden:
sjnîeje (L331p Swalmen),
trekken:
trekken (L265p Meijel, ...
L382p Montfort),
treͅ.kə (Q202p Eys),
trikke (Q222p Vaals),
trékkə (L271p Venlo),
ət trék (Q095p Maastricht),
zinderen:
zinderen (L366p Gruitrode)
|
Sterke kriebeling of trekking door pijn veroorzaken (morren). [N 84 (1981)] || Sterke kriebeling of trekking door pijn veroorzaken (morren, scheut, steek, kramp). [N 107 (2001)]
III-1-2
|
22809 |
een portret laten maken |
een foto laten nemen:
en foto loate neme (Q002p Hasselt),
een foto laten trekken:
foͅtoə trēͅkə loaten (L360p Bree),
een portret laten maken:
ei pətret lətə mākə (L367p Neerglabbeek),
hem laten aftrekken:
h`m løtten oͅftrekken (Q071p Diepenbeek),
hem laten trekken:
h`m løtten treͅkken (Q071p Diepenbeek),
laten aftrekken:
laten aaftrekke (Q005p Zutendaal),
loaten aaftrekken (Q008p Vucht),
əf loaten trəkkən (K353p Tessenderlo),
laten trekken:
ehm lowette trekke (P214p Montenaken),
heem laite trekken (P172p Wilderen),
hum laoten trekken (P050p Herk-de-Stad),
hum late trekke (P176p Sint-Truiden),
ig gə mig laote trekkə (K359p Koersel),
laote trekke (L417p As),
pertret laote trekken (K314p Kwaadmechelen),
portrait looten trekken (L314p Overpelt),
portret loaten trekken (L314p Overpelt),
potret laoten trekken (K314p Kwaadmechelen),
zich laten aftrekken:
dich lwotte aōftrékke (Q177p Millen),
ich gon meg leuten aftrekken (Q077p Hoeselt),
z lōͅtən ōͅftrekkə (Q010p Opgrimbie),
zeX lōtə āftraekə (L423p Stokkem),
zeX lòtən òftrɛkkə (Q172p Vroenhoven),
zich laewten aftrekken bède portretteman (Q074p Kortessem),
zich letten oëftrekken (Q072p Beverst),
zich loate aftrekke (Q007p Eisden),
zich loaten aaftrèkken (L421p Dilsen),
zich loatə aaftrekke (L362p Opitter),
zich loeuten aaftrekke (Q162p Tongeren),
zich loewten auftrʔkken (Q079a Wintershoven),
zəX laotə āftraekkə (Q088p Lanaken),
ai zoals in bai
zich loate aaftraikke (Q007p Eisden),
zich laten fotograferen:
ig ga me laten fotografeeren (K359p Koersel),
zich laoten fotografeiren (L360p Bree),
zich loaten fotografeeren (L312p Neerpelt),
zich laten trekken:
zeX latən trɛkkən (L421p Dilsen),
zeX lətən trɛkkən (L312p Neerpelt),
zich laate trekke (P117p Nieuwerkerken),
zich laote trekke (P119p Sint-Lambrechts-Herk),
zich laote trekken (L358p Reppel),
zich laote treͅkke (Q008p Vucht),
zich laoten trekken (L317p Bocholt, ...
Q003p Genk,
L368p Neeroeteren,
L415p Opoeteren),
zich laoten trəkken (L368p Neeroeteren),
zich laten trekken (L414p Houthalen, ...
L316p Kaulille),
zich laten trèkken (Q003p Genk),
zich lauten trekken (L422p Lanklaar),
zich leiten trekken (L352p Hechtel),
zich letten trekke (K360p Heusden, ...
K359p Koersel),
zich loate trekke (L360p Bree, ...
Q003p Genk),
zich loate trekken (P057p Kuringen),
zich loate trèkke (L360p Bree, ...
L364p Meeuwen),
zich loaten trekken (L368p Neeroeteren, ...
L312p Neerpelt,
L362p Opitter,
L415p Opoeteren),
zich loaten trəkken (L358p Reppel),
zich loote trekke (P176p Sint-Truiden),
zich lote trekke (Q002p Hasselt),
zich loten trékken (P056p Stokrooie),
zich lotte trekke (Q083p Bilzen),
zich lutten trekken (L352p Hechtel),
zich ləten trekken (L282p Achel),
zich ləttən trekkən (K357p Paal),
ziX lətə treͅkkə (L367p Neerglabbeek),
eerste woord is moeilijk leesbaar
hai gia zich lutten traikken (L352p Hechtel),
er staat een streepje onder beide es in leten
zich leten trekken (K359p Koersel),
kleine e bovenaan achter de o
zich lote trekke (P057p Kuringen),
lieten of luten, moeilijk leesbaar?
zich lieten trèkken (K358p Beringen),
zijn portret laten maken:
ein portreit laoten maken (L372p Maaseik),
portret lūte ma͂ke (P193p Mettekoven),
sən pətret loàtən moàkən (L314p Overpelt),
z`n pertret loeaten maken (K361p Zolder),
z`n portret laten maken (Q073p Wimmertingen),
z`n portret laute maken (L372p Maaseik),
z`n portret leuten maken (L355p Peer),
ze pertrait lwotte maōke (Q177p Millen),
ze pertret laute moake (Q162p Tongeren),
ze pertret letten maoken (Q084p Waltwilder),
ze pertret lo-aten mo-aken (P184p Groot-Gelmen),
ze pertrèt laote maake (Q002p Hasselt),
ze portret laote make (Q012p Rekem, ...
Q008p Vucht),
ze portret laote maoke (P181p Muizen),
ze portret laote moake (P176p Sint-Truiden),
ze portret laoten maken (L372p Maaseik),
ze portreͅt løtte moͅken (Q071p Diepenbeek),
ze portrèt laaten maken (K278p Lommel),
ze potret laote maoken (K353p Tessenderlo),
ze pərtret loute maoke (P121p Ulbeek),
ze pətrait loate moake (P117p Nieuwerkerken),
zee portrèt laute make (L372p Maaseik),
zie pertret laoten maken (Q096c Neerharen),
zie pertret laten maken (L415p Opoeteren),
zie pertret loate make (L360p Bree),
zie portret loate make (L360p Bree),
zie portrêt leuten maken (L282p Achel),
zie portrɛɛt laaten te makee (L286p Hamont),
ziej pertrèt laote maken (L368p Neeroeteren),
zien portrait laoten maken (L316p Kaulille),
zien portrèt loaten moaken (L316p Kaulille),
zijn portret laote maoke (P188p Hoepertingen),
zijn portret laten maken (L362p Opitter, ...
L313p Sint-Huibrechts-Lille),
zijn portret loete moke (Q152p Kerniel),
zijn pərtret laoten maken (P119p Sint-Lambrechts-Herk),
zin portreit laoten maken (L282p Achel),
zinn portret laten maken (Q003p Genk),
zn portrét loaten moake (Q088p Lanaken),
zè pertret laote maoke (K317a Kerkhoven),
zè pertrèt ləttə makən (L312p Neerpelt),
zè portrèt looətə maoke (Q078p Wellen),
zèn portret laoten maken (Q009p Mechelen-aan-de-Maas),
zə portret lōͅətə mākə (P119p Sint-Lambrechts-Herk),
zə portret lūtə mōͅkə (Q156p Borgloon),
zə portrèt maoken (Q086p Eigenbilzen),
zə poͅtreͅt lōͅtə mua͂kə (P176p Sint-Truiden),
zə pòrtrɛt làotən makən (K361p Zolder),
zə pərtrèt loatə maokə (K353p Tessenderlo),
zə pərtrɛt lo`tə makə (Q003p Genk),
zən portrɛt lōͅtə mōͅkə (Q088p Lanaken),
zən pərtreͅt lātən mākən (P174p Velm),
zɛ portret laoten make (Q001p Zonhoven),
u=oe?
zə portraet luətə maəkə (P120p Alken),
zijn portret laten trekken:
z`n petret lao-ete trekken (P119p Sint-Lambrechts-Herk),
z`n potret ləten trekken (K359p Koersel),
ze pertrèt laote trèkke (Q002p Hasselt),
ze potret lote trekke (Q179p Zichen-Zussen-Bolder),
ze purtret lote trêkke (P055p Kermt),
zee petreet loâte trekke (P188p Hoepertingen),
zi petret ləten trekke (L286p Hamont),
zie poͅrtreͅt loatən treͅkkə (L416p Opglabbeek),
zijn potret lâoten trekken (L312p Neerpelt),
zè pòrtrɛt làtən trèkkən (L312p Neerpelt),
zé pətrēt loͅətən trèkən (L312p Neerpelt),
zə portret laotə trekkə (K353p Tessenderlo),
zə poͅrtreͅt lōtə treͅkkə (P050p Herk-de-Stad),
zə pərtret la͂tə trekkə (Q001p Zonhoven),
de o en de schwa zijn klein bovenaan achter de u geschreven
zə pərtret luŏətə trekkə (P195p Gutshoven),
de t in laeweten valt weg
zè pètrèt laeweten trèkken (K278p Lommel),
tussen de t en de n in zowel letn als trekkn staat bovenaan een kleine schwa
zə pətreͅt lətn treͅkkn (Q071p Diepenbeek)
|
Zijn portret laten maken (bij de fotograaf). [ZND 40 (1942)] || Zijn portret laten maken (bij de\0fotograaf). [ZND 40 (1942)]
III-3-2
|
21656 |
een prijs vragen |
bieden:
waat beje de hoender (L326p Grathem),
geloven:
ps. omgespeld volgens Frings.
gəloͅu̯və (P050p Herk-de-Stad),
loven:
love (Q036p Nuth/Aalbeek),
loven (K361p Zolder),
lōēve (L266p Sevenum),
waat laof ze derveur (L331p Swalmen),
ps. omgespeld volgens Frings.
l"və (P055p Kermt),
la͂və (L317p Bocholt),
lovən (Q071p Diepenbeek),
lōf (Q071p Diepenbeek),
lōvə (P048p Halen, ...
P051p Lummen,
P044p Zelem),
lōvən (K278p Lommel, ...
K278p Lommel),
wa l"v džə sə biə (P054p Spalbeek),
⁄lōvə (K361a Boekt/Heikant),
moeten hebben:
wat mòst te hubbe daorveur (Q104p Wijk),
moeten zijn:
dit môt ’t zeen (Q020p Sittard),
prijs zetten:
ps. omgespeld volgens Frings.
preͅəs zeͅtə (P222p Opheers),
tellen:
Algemene opmerking: invuller noteert als spellingssysteem Veldeke, maar met een vraagteken erachter; de lijst is gewoon in het "Nederlands"ingevuld en heb het daarom maar letterlijk overgenomen (dus niet omgespeld!).
wat telt geer eur hinne? (Q097p Ulestraten),
vaste prijs (zn.):
ps. omgespeld volgens Frings.
vāstə prēͅəs (Q078p Wellen),
ps. omgespeld volgens IPA.
vastə preͅi̯s (L420p Rotem),
vraagprijs (zn.):
vroagpries (L320a Ell),
vragen (voor):
gaeld vraoge (L216p Oirlo),
gaelt vraoge (L163a Milsbeek, ...
L163p Ottersum),
hoeveul vraogse (L332p Maasniel),
vraog es gèld (L159a Middelaar),
vraoge (Q198b Oost-Maarland, ...
L318b Tungelroy),
vrogge en beeje (L271p Venlo),
wa vroogde do veur (L353p Eksel),
waat vraogse (L332p Maasniel),
waat vraogt geer daoveur? (Q020p Sittard),
waat vraogt ger derveur? (L377p Maasbracht),
waat vreugse dao vèùr (L294p Neer),
waat vreugste? (L369p Kinrooi),
waat vroagt geer d⁄r veur (L329p Roermond),
wat froagse derveur (L432p Susteren),
wat vraog ge daoveur (L295p Baarlo),
wat vraog-ge d⁄r veur? (L270p Tegelen),
wat vraogs-te der vūūr (Q039p Hoensbroek),
wat vraogste deveur (Q014p Urmond),
wat vreugste (L427p Obbicht),
wat vreugste? (L290p Panningen, ...
L318b Tungelroy),
wat vreug⁄se vur dien hònderd? (L270p Tegelen),
wat vrog ste (Q204a Mechelen),
wieveual vroagt geer doavür (Q028p Jabeek),
wieveul vraogse (L332p Maasniel),
wieveul vraogtj gè? (L292p Heythuysen),
Algemene opmerking: invuller noteert als spellingssyteem Veldeke, maar het is gewoon in het Nederlands genoteerd en heb het daarom letterlijk overgenomen (dus niets omgespeld!).
vraoge (Q111p Klimmen),
wat vraogt ier (Q113a Welten),
ps. boven de n moet nog een ~ staan; deze combinatieletter is niet te maken (om te spellen).
wat vrôâgste vuur dien~g honder? (Q113p Heerlen),
ps. invuller heeft hierbij geen fonetische notering gegeven.
wat vraagt ge voor uw kippen (P176p Sint-Truiden),
ps. letterlijk overgenomen.
vròò.ge (L290p Panningen),
ps. omgespeld volgens Frings.
geͅlt vroͅgə (Q077p Hoeselt),
vrōͅgə (L416p Opglabbeek, ...
L371p Ophoven),
wa frøͅgdə (L355p Peer),
wa vrōxtšə tərvø͂ͅi̯r (P107a Rummen),
wa vrōͅxdə (P048p Halen),
wa vroͅgdər vø͂ͅr (L316p Kaulille),
wa vroͅxdər v"r (L286p Hamont),
wa vrøx džēͅ vør ur henə (Q156p Borgloon),
wat frexstə dō vīr (Q004p Gelieren/Bret),
wat frostədovəjər (Q209p Teuven),
wat frōͅxstə? (L423p Stokkem),
wat vrīx stə dər vir (Q003a Oud-Waterschei),
watfrøgstədovjør (Q179p Zichen-Zussen-Bolder),
wā vroͅg džē vər... (P174p Velm),
wāt vr"gstə? (Q009p Mechelen-aan-de-Maas),
wāt vr"xstə (L371p Ophoven),
wāt vrēgstə (L368b Waterloos),
wāt vrēgstə vīr dējn henə (L360p Bree),
wāt vrōxstə ərvø͂ͅr (L369p Kinrooi),
wāt vrōͅxdʔər ərvø͂ͅr (L369p Kinrooi),
wēͅi̯vəl vroͅg žə? (Q079a Wintershoven),
wōͅ vrøͅg žə (Q162p Tongeren),
ps. omgespeld volgens Frings. Het -tekentje heb ik letterlijk overgenomen.
wa ⁄vrox dər vør (L312p Neerpelt),
ps. omgespeld volgens Frings. Het puntje achter het woord wat heb ik ook overgenomen.
wāt. vrøxstə (L420p Rotem),
ps. omgespeld volgens IPA.
wa vroͅd dzə tər vøͅr? (P107a Rummen),
wōͅ vrøxžədovør (Q162p Tongeren),
ər vør vrōͅgə(n) (L314p Overpelt),
willen:
Note: invuller twijfelt over dit antwoord!
höls se geweiljd (L330p Herten (bij Roermond))
|
aanbieden, Voor een bepaalde prijs te koop ~ [loven of geloven? zegt men wel: wat looft ge uw kippen = welke prijs vraagt ge ervoor?] [N 21 (1963)]
III-3-1
|
22357 |
een priktol bovenhands uitwerpen |
boren:
baore (Q196p Mheer),
capriooldop:
kapruuldop (L267p Maasbree),
een tik geven:
tjiek geven (Q001p Zonhoven),
een tik kappen:
Z. ook o. *koningkappen en *pong.
`n tië.k kappe (hoo(ë)n) (Q001p Zonhoven),
hakken:
hakke (Q111p Klimmen),
ringk hakke, waarbij de tol niet buiten de ring mag komen
hakke (Q034p Merkelbeek),
Sub hakkevleis, in de uitroep bij het hakke: -, sjenevleis, duvelsvleis! Het hakke is een spel met de dop, waarbij den speler met de peel van zijn dop tracht de dop van zijn tegenstander zo te treffen, dat deze dop in stukken valt. De peel is dan zijn eigendom. De uitroep is een waarschuwing aan de omstaanders, omdat zij gevaar lopen dat hun hakken of schenen getroffen worden bij het werpen en zij dan kans lopen, dat er op hun hakken of schenen wild vlees (= duvelsvleis) ontstaat (Franquinet).
hakke (Q095p Maastricht),
Sub haktol.
mit d`n tōl hakke (L217p Meerlo, ...
L214p Wanssum),
haktollen:
haktolle (L210p Venray),
kampen:
kampe (L317p Bocholt, ...
L316p Kaulille,
L382p Montfort,
Q098p Schimmert,
Q032p Schinnen),
kampen (Q039p Hoensbroek, ...
L298a Kesseleik,
Q015p Stein,
Q001p Zonhoven),
kempe (Q096b Itteren),
kappen:
kappe (P120p Alken, ...
L417p As,
Q083p Bilzen,
Q083p Bilzen,
Q003p Genk,
P219p Jeuk,
L316p Kaulille,
P047p Loksbergen,
Q078p Wellen,
K361p Zolder),
kappen (L353p Eksel, ...
L353p Eksel,
L353p Eksel,
L353p Eksel,
K317a Kerkhoven,
K317p Leopoldsburg,
L371p Ophoven),
kappë (Q077p Hoeselt),
kapə (L353p Eksel, ...
Q014p Urmond),
[sic]
kappe (L316p Kaulille),
Bè den dop, goed opgedrêëd bè de peis, kappe op nen andere déë aon t drêën is vuor m te klieve of óut t speel te houge: Met n tol die goed opgedraaid is met n speciale koord, slaan naar n draaiende tol om deze te splijten of uit het veld te slaan (jongensspel: doppe).
kappe (Q074p Kortessem),
Priktol was den dop.
met den dop kappen (Q086p Eigenbilzen),
WNT kappen I, I, B, 4 en C.V. id.
kappe (Q001p Zonhoven),
WNT kappen I, I, B, 4 en CV id. 3 (met op): afgeven op iemand.
kappe (Q002p Hasselt),
Z. ook la.ntkappe.
kappe (K361p Zolder),
klieven:
klievë (Q162p Tongeren),
Met de bedoeling de tol te splijten.
klīē.ve (K361p Zolder),
koetsen:
koetse (L332p Maasniel, ...
L329p Roermond),
maaien:
mejje (L381p Echt/Gebroek),
malen:
maalle (L386p Vlodrop),
opzetten:
opzette (L245b Tienray),
pikeren (<fr.):
pikiëre (Q083p Bilzen),
pitsen:
pitse (L329a Kapel-in-t-Zand),
Kóm get pitse - nae peuze - jao, veur sente, kölse, keersekaere of veur knuip.
pitse (L329p Roermond),
raken:
raakke (L265p Meijel),
splijten:
sjplītə (Q117p Nieuwenhagen),
steken:
priktol = peeldok
sjtikke (Q027p Doenrade),
tollen:
tolle (L318b Tungelroy),
tollen (K357p Paal),
trekken:
treͅkə (L329p Roermond),
uitdoppen:
oetdobbe (L329a Kapel-in-t-Zand),
uitgooien:
ūtgūəjə (L432p Susteren),
uitlopen:
oetloape (Q201p Wijlre)
|
(Gezegd bij het priktolspel) Een *tek kappen (gooien), d.i. met de prik (z. ook ald.) de priktol van een ander geheel of gedeeltelijk klieven. || (Kinderspelen): Een priktol bovenhands uitwerpen. || 2. Bij werpspelen, met tol houwen, inhakken op. || Een harde puntslag van een priktol op een andere die ligt of draait [pramooi, pikadder, pug, peg, punk, piek, piko, keek, mok]. [N 88 (1982)] || een priktol [tol met een ijzeren punt die geworpen wordt] bovenhands uitwerpen, om er een andere mee te treffen [kampen, kappen, klodderen] [N 112 (2006)] || Een priktol [tol met een ijzeren punt die geworpen wordt] bovenhands uitwerpen, om er een andere mee te treffen [kampen, kappen, klodderen]. [N 88 (1982)] || Een spel waarbij de jongens trachtten bij het neergooien van de priktol met de punt de draaiende tol van een ander te raken en hem zo te splijten. || een tol op de hand laten draaien [scheppen, deinderen] [N 112 (2006)] || Hakken. || Kappen: *4. Met zijn tol een andere draaiende tol proberen te splijten. || Kappen: 2. Met zijn tol een andere draaiende tol proberen te splijten. || Manier van tollen, de tol rechtstaand op de grond werpen, snel de koord terug trekken en zodoende de tol doen draaien. || Pitse*: c) term bij het spelen met de tol. || Slaan, hakken.
III-3-2
|
22517 |
een priktol bovenhands uitwerpen -> met een priktol spelen |
dokken:
dogke (Q193p Gronsveld),
dokke (Q196p Mheer),
doppen:
dobbe (L417p As),
doppe (Q033p Oirsbeek),
doppe met de smik (L271p Venlo),
doppen (Q086p Eigenbilzen, ...
K360p Heusden,
L382p Montfort),
doͅpə (Q015p Stein),
knoren:
knoore (Q202p Eys),
kokkerellen:
koekerelle (L329p Roermond),
kokkerelle (Q095p Maastricht),
peetsen:
peetse (L289p Weert),
pintollen:
pintollen (L266p Sevenum)
|
Een priktol [tol met een ijzeren punt die geworpen wordt] bovenhands uitwerpen, om er een andere mee te treffen [kampen, kappen, klodderen]. [N 88 (1982)]
III-3-2
|
32110 |
een profiel beginnen te schaven |
aanslaan:
āšlǭ (Q204a Mechelen),
aanstoten:
ǭnstǫwtǝ (Q083p Bilzen),
aanzet:
āzats (Q121c Bleijerheide),
aanzetten:
ānzetǝ (L330p Herten, ...
L387p Posterholt,
L271p Venlo),
ānzętǝ (K317p Leopoldsburg),
inleggen:
enleqǝ (Q015p Stein),
inval:
eval (Q121c Bleijerheide
[(een profiel beginnen met behulp van de freesbank)]
),
inzet:
ezats (Q121c Bleijerheide),
inzetten:
enzętǝ (L421p Dilsen, ...
Q018p Geulle,
L328p Heel,
K317p Leopoldsburg,
Q015p Stein),
inzętǝ (L163p Ottersum)
|
Met behulp van de profielschaaf een profiel beginnen te schaven. Het object bij de volgende woordtypen is steeds de plaatselijke variant van het profiel. Zie ook het lemma ɛprofielɛ.' [N 53, 100a-c]
II-12
|
32109 |
een profiel schaven |
een lijst trekken:
ǝnǝ lī.s trękǝ (Q121c Bleijerheide),
een lijstje maken:
ęjn līskǝ mākǝ (L385p Sint Odilienberg),
een lijstje schaven:
ǝn līskǝ šāvǝ (Q015p Stein),
een profiel schaven:
ęjn profil šāvǝ (L328p Heel),
ǝ prǝfil šāvǝ (Q204a Mechelen),
lijsten:
līstǝ (L163p Ottersum),
lijsten aanschaven:
lēstǝn ǭnšǭvǝ (Q083p Bilzen),
mouluren trekken:
mǫlȳrǝ trękǝ (K317p Leopoldsburg),
profielen schaven:
profilǝ šāvǝ (L299p Reuver),
profileren:
profilērǝ (L330p Herten, ...
L271p Venlo),
prǫfilērǝ (L421p Dilsen)
|
Een profiellijst schaven met behulp van een profielschaaf. [N 53, 99]
II-12
|
32111 |
een profiel ten einde schaven |
arreteren:
arǝtērǝ (L421p Dilsen),
doorlopen:
dø̄rlūǝpǝ (K317p Leopoldsburg),
uitlopen:
ø̜̄tlūǝpǝ (K317p Leopoldsburg),
ūslōfǝ (Q121c Bleijerheide),
ūtlǫwpǝ (L328p Heel, ...
L385p Sint Odilienberg,
Q015p Stein,
L271p Venlo)
|
Een profiel met behulp van de profielschaaf ten einde schaven. [N 53, 101]
II-12
|