e-WLD begrippen 

 
 
Filteren...

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
inzepen insmeren met zeep: enšmē̜rǝ met zęjp (Reuver), ešmīrǝ met zēf (Bleijerheide), inzepen: e.nzipǝ (Zolder), ejnzīpǝ (Schulen), enzē̜pǝ (Schinnen), enzęjpǝ (As, ... ), enzīpǝ (Meeuwen), ezęjpǝ (Geleen, ... ), ezęǝpǝ (s-Gravenvoeren), inzepen (Hopmaal), ēzēpǝ (Noorbeek), ęnzēpǝ (Bilzen), īnzęjpǝ (Lanaken), met perszeep insmeren: met pɛrszęjp enšmērǝ (Tegelen), met sponsje inzepen: męt sponskǝ enzēpǝn (Opglabbeek), naden aanstrijken: nø̜̄j ānstrīkǝ (Echt), naden inpiezelen: nø̜̄t enpizǝlǝ (Meerssen), naden insmeren: naden insmeren (Genk), openstrijken met zeep: uǝpǝstręjkǝ męt zēp (Bilzen), plakken: plękǝ (Eisden), zeep aan doen: zęjp ān dōn (Neeroeteren), zeep aan smeren: ziǝp a smē̜rǝ (Horst), zęjp ān smē̜rǝ (Venlo) Het gebruiken van zeep bij het gladmaken en openpersen van de naden. Volgens de informant van Q 198 wordt dit daar niet gedaan, omdat het stof dan tussen de naden blijft zitten. [N 59, 79; N 59, 186] II-7
inzet aanbod: oa⁄nbod (Eksel), òbòt (Susteren), einsatz (du.): i-zats (Kerkrade), hogen: húúge (Gulpen), hoog inzetten: hoêg inzette (Blerick), inzet: de ienzet (Oirlo), d⁄n inzât (Schimmert), d⁄r izat (Klimmen), enzet (Jeuk), i-zàt (Epen), ienzet (Meerlo, ... ), inzat (Itteren, ... ), inzet (Leopoldsburg, ... ), inzit (Meijel, ... ), inzàt (Doenrade, ... ), inzèt (Maasbree, ... ), inzét (As, ... ), iénzat (Gronsveld), īnzàt (Maastricht), inzetten: izette (Wijlre), schut: schiet (Montfort), schut (Eys, ... ), sjut (Kesseleik), uitzetten: oet-zette (Neer), oetzette (Schimmert), oetzitte (Echt/Gebroek, ... ), oetzètte (Thorn), (dus werkwoord, geen zelfstandig naamwoord bekend).  oetzittə (Kapel-in-t-Zand), vraagprijs: vroagpries (Eksel), winst maken: winsmake (Maastricht) de inzet door de verkoper gedaan om de prijs op te voeren op een veiling [schut, buurmansschut] [N 89 (1982)] III-3-1
inzet bij het spel einsatz (du.): i-zats (Heerlen), izats (Bocholtz, ... ), Dr - bij dit sjpel is e dubbeltje.  i-zats (Kerkrade), inleg: Dn - veur de kóngkoer bedreug vief gölde per persoen.  inlèk (Maastricht), inzet: den inzat (Maaseik), einzet (Diepenbeek), i.nzèt (Zolder), inzat (Amstenrade, ... ), inzeͅt (Venray), izat (Klimmen), izeͅt (Nieuwenhagen), ènzet (Vorsen), Per spel.  ènzèt (As), Wie ene misere wint, krijgt 10 frank van ieder en oo den helen inzet.  enzat (Meeswijk), Zo kump nieks n de pot, ver mótte den inzat verheuge.  inzat (Roermond), mise (fr.): mi.js (Wellen), Dorren: mies (Fr. mise).  mis (Meeswijk), Fr. mise.  mies (Valkenburg), mîes (Zolder), Laote ver noch mer n mies maake: laten we nog maar een spel doen.  mies (Sittard), Ook poule.  mi:s (Kanne), pot: de pot (Bilzen, ... ), de pot (gêld) ènzètte (Bilzen), dë pòt (Tongeren), poet (Blerick, ... ), pot (Achel, ... ), poͅt (Bree, ... ), poͅt zɛttə (Eksel), put (Venlo), pòt (Sint-Truiden, ... ), pót (Zolder, ... ), [Alg. opmerking: de invuller is een nieuwe medewerker en heeft enkel vernederlandste woorden genoteerd die reeds tussen haakjes in de vraagstelling gesuggereerd werden]  pot (Heers), bij het kaarten  poͅt (As), Dao zuut vuuël geld in de -.  poet (Venlo), Gij moet nog pot inzetten.  pot (Zonhoven), Hoeveel zit er in de pot?  pot (Lommel), In de pot lagen wel 20 maaien.  poͅt (Niel-bij-St.-Truiden), Opgebouwde reserve over meerdere spelen.  pot (As), Wat staat er in de pot?; pot zetten.  poͅt (Meeuwen), Wie krijgt de pot?  poͅt (Meeswijk), potje: poͅtjə (Stein), pøͅtjə (Ell, ... ), Zie ook pot, onder 3.  pötje (Herten (bij Roermond)), zaad: zaad (Paal), zaad (zoad) (Eksel), zaod (Bree, ... ), zoad (Melick), zooëd (Eksel), (wat men ingezet heeft).  zie [z}oat (Heel), Allei jóeng, zét óere zój én; be zój, zònder zój: knikkerterm.  zój (Sint-Truiden), An dr aat aahauwe en dan óp de - sjisse.  zöad (Kerkrade), B.v. Ik ben bij mijne zaad: geen verlies, geen winst.  zoͅt (Meeswijk), bij het kegelen  zōͅd (As), Ge moet oere zaad nog inzetten.  zòət (Niel-bij-St.-Truiden), Ich heb mien zäodje trük: bij t kaartspel bedoelt men hiermee, dat men na afloop van het spel noch gewonnen, noch verloren heeft.  zaod (Tegelen), Ich höb mie zäödje = ik heb bij het spel niets gewonnen en niets verloren.  zao:d, zäö:dje (Roermond), NB 3. Geld.  zoot (Sint-Truiden), Opm. wanneer bijvoorbeeld 2 jongens ieder 3 knikkers in een potje zetten (zie tekening), dan gaan spelen, zegt een der spelers dit, als hij er 3 knikkers uitgeschoten heeft, wat betekent: mijn inzet.  ich höp mie zoat (Buggenum), Wier innn? Iech höb mènne zooëd al trög Weeral een knikker. Ik heb al mijn inzet terug.  zooëd (Diepenbeek), Z.N.  zoͅ.t (Meeuwen), Zie i-zats [pag. 29: inzet, inleggeld].  zeuët (Heerlen), zaadje: zuitje (Montfort), zöötje (Heerlen), zø͂ͅtjə (Beesel, ... ), In het Hertens wil het zeggen dat men na een kaartpartij hetzelfde bedrag heeft als waarmede men begonnen is, dus dat men niet verloren en ook niets gewonnen heeft. Ich höb mie äötje (ik heb hetzelfde bedrag terug als waarmede ik begon).  zäötje (Herten (bij Roermond)), knikker als inzet  zoeutje (Brunssum), Sub zaod: Zäödje, ook: beginnend kapitaal. Wie wer oetsjèdje mit kaarte haw ich krek miej zäödje; geine wèns, mer ouch gei verluus.  zäödje (Echt/Gebroek), zaai: NB zui doën: samen winst en verlies delen.  zui (Eksel), zats (<du.): Iech han mienne - behauwwe (bij kaartspel).  zats (Kerkrade), zoedel: zoedel (Maastricht), (Jaspar ook in de ons opgegeven uitdr. zörreg, totste aon dne zoedel kums = zorg, dat je je deel van iets krijgt, je beloning.  zoedel (Maastricht), zwik: zwek (Meijel, ... ), zwik (Maastricht) 1. Inzet (het ingezette geld, o.a. bij duivensport). || 1. Inzet (pot). || 1. Inzet. || 1. Pot (fig., opgespaarde pot geld, bij kaarten, kegelen, lotto). || 2. (Knikkerspel) Cirkel op de grond waarin iedereen zijn inzet moet leggen. || 2. De hoeveelheid geld of voorwerpen, waarmee men een spel begint. || 2. Geldinleg. || 2. Inleg. || 2. Inzet bij het spel. || 2. Inzet, inleggeld. || 2. Inzet. || 3. Pot is ook de algemene inzet bij het kaartspel. || [Inzet]. || benamingen in het knikkerspel [SGV (1914)] || het geheel van wat door elk van de spelers in een partijtje op het spel gezet is [pot, zaad, zwik] [N 112 (2006)] || Het geheel van wat door elk van de spelers in een partijtje op het spel gezet is [pot, zaad, zwik]. [N 88 (1982)], [N 88 (1982)] || Inleg: b) het ingelegde bij een spel enz. || Inzat: Inleg, inzet bij spel. || Inzet bij het knikkerspel. || Inzet bij spel. || Inzet, inleggeld. || Inzet, pot bij het kaartspel. || Inzet. || Inzet: inzet. || Mise: (kleine) inleg (duivensp.). || Mise: inzet (vb. bij kegelspel; bij duivensport). || Mise: Inzet bij een spel. || Mise: inzet bij het kegelspel. || Pot (bij het kaartspel). || Pot, in b.v. het een of ander kansspel. || Pot: (Kaartsp.) t Geld dat ingezet wordt. || Pot: 2. Inzet bij het spel. || Pot: 3. Geldpot, kaartpot. || Pot: algemene inzet. || Pot; spel. || Spel; inzet. || Zaad, inzet bestaande uit knikkers bij t knikkerspel. || Zaad, inzet bij spel. || Zaad. [Inzet]. || Zaad: **6. Inzet bij het spel. || Zaad: 2. Het geheel van knikkers dat men bezit voor men begint te spelen. || Zaad: inzet bij het spel. || Zaad: z. toel. || Zaadje. || Zet; inzet. III-3-2
inzet bij het spel add. bank: [vgl. banken, bá.nke]  bá.nk (Zonhoven), Wie krijgt de bank?  ba.ŋk (Meeswijk), zijn zaad en zijn smout: (inzet + nog zoveel).  zie zoat en zie smoat (Heel) Bank1: Inzet bij kaartspel of ander spel. || Bank: 4. (Kaartspel) de pot, de inzet. || benamingen in het knikkerspel [SGV (1914)] III-3-2
inzetdeur brandmuur: brantjmu.r (Echt), brantmōr (Maaseik  [(binnenmuur van de dichtgemetselde poort van de ringoven)]  ), muur: mu.r (Echt), muurtje: myrkǝ (Nunhem, ... ), zanddeur: zānt˱dø̄̄r (Maastricht  [(twee deuren met zand ertussen)]  ), zandmuur: zantmōr (Maaseik  [(buitenmuur van de dichtgemetselde poort van de ringoven)]  ) De van stenen en modder vervaardigde deur waarmee de toegangspoorten werden afgesloten. [N 98, 148; monogr.] II-8
inzetgat deursgat: dø̄̄rs˲gāt (Tegelen), inloopgat: inlǭp˲gat (Gennep), kruipgat: kryp˲gat (Ottersum), uitloopgat: ytlǭp˲gat (Ottersum) Het gat in de ovenwand waarlangs de te bakken produkten in de oven worden geplaatst. [N 49, 71b; monogr.] II-8
inzetgeld gezet?: gezat (Vlodrop), inleg: enleͅx (Meijel), inleggeld: inleg-geld (Sevenum), inlekgeltj (Buchten), inlikgeldj (Swalmen), inzet: den inzet (Jeuk), i.nzèt (Zolder), inzat (Rijkhoven), inzàt (Guttecoven), Algemene opmerking bij deze vragenlijst: invuller heeft hierbij twee bijlagevellen bijgevoegd, t.w.  den ènzat (Bilzen), den ènzèt (Bilzen), Algemene opmerking bij deze vragenlijst: zie ook bijlagevellen met (eventuele) aanvullingen en diverse toelichtingen.  ienzét (Wanssum), Algemene opmerkingen bij deze vragenlijst:  inzèt (Thorn), inzetgeld: inzetgeld (Houthalen), inzitgeldj (Echt/Gebroek), inzitgeltj poele (Herten (bij Roermond)), kwartje: kwartje (Eys), lirgots korfkampioenschap: Opm. weet niet of invuller dit als één of als aparte antwoorden bedoelt?! Heb het maar letterlijk overgenomen, zoals invuller het genoteerd heeft!  lirgots-korf-kampioenschap (Jesseren), meet: meet per dauf (Tongeren), mise (fr.): mies (Jesseren), Fr. mise.  mîes (Zolder), Ook poule.  mi:s (Kanne), poelen-scharreweg: Opm. weet niet of invuller dit als één of als aparte antwoorden bedoelt?! Heb het maar letterlijk overgenomen, zoals invuller het genoteerd heeft!  poelen-scherrewe Honneur(s) (Jesseren), poule (fr.): poel (Bocholtz, ... ), poele (Lutterade), pŏĕl (As), Algemene opmerking: deze vragenlijst is nogal slecht (= weinig antwoorden) ingevuld!  poelle (Gruitrode), poulegeld (<fr.): poelgeld (As, ... ), poelgeldj (Weert), poelgeljd (Doenrade), poul-geld (Klimmen), poule-geld (Kortessem), pŏĕlgeljt (Beesel), pôêl geld (Venray), Algemene opmerking bij deze vragenlijst: invuller heeft hierbij twee bijlagevellen bijgevoegd, t.w.  ’t poĕlgêld (Bilzen), Algemene opmerking bij deze vragenlijst: zie ook aantekening van de invuller, op de laatste pagina!  poelgeltj (Grathem, ... ), Algemene opmerking bij deze vragenlijst: zie ook bijlagevellen met (eventuele) aanvullingen en diverse toelichtingen.  pōēlgeld (Wanssum), scharreweg: schéérewéch (Zolder), verplichte inzet: verplichte inzet (Koersel), Algemene opmerking bij deze vragenlijst: zie ook "klanktabel v.h. Zolders (uitspraak)", aan de achterkant van de laatste pagina!  de verplichden i.nzèt (Zolder), de verplichten i.nzèt (Zolder), vlieggeld: Algemene opmerking bij deze vragenlijst: zie ook bijlagevellen met (eventuele) aanvullingen en diverse toelichtingen.  vlieggeld (Wanssum), zetgeld: zètgeldj (Geleen) 1. Inzet (het ingezette geld, o.a. bij duivensport). || 2. Scherreweg: benaming van de inzet bij het duivenspel. || geld inleggen (inzetten)? [N 93 (1983)] || het inleggeld (inzetgeld) per duif? [N 93 (1983)] || Hoe heten de volgende combinatiemogelijkheden bij het inleggen/inzetten: spelen voor prijs? [N 93 (1983)] || Inzet bij wedvluchten van postduiven. || Mise: (kleine) inleg (duivensp.). || Mise: inzet (vb. bij kegelspel; bij duivensport). III-3-2
inzetten inspannen: enspanǝ (Loksbergen), inzetten: enzętǝ (Reuver, ... ), enzɛtǝ (Echt, ... ), opspannen: ǫpspanǝ (Hamont), opspieën: upspijǝ (Tessenderlo), vastzetten: vast˲zętǝ (Loksbergen) De gedroogde pannen in de oven opstapelen. [monogr.] || De te heulen klompen met behulp van verschillende houtklossen in het verdiepte gedeelte van de heulbank vastzetten. Zie ook afb. 239. [N 97, 68] II-12, II-8
inzetten op andermans duiven doubleren (<fr.): Fr. doubler (ook &gt; A.N.)  doeblièrë (Tongeren), meepoulen: Z. poele. Fr. poule.  mee.poele (Zolder), meezetten: Syn. mee.poele.  mee.zètte (Zolder) (Duivensp.) Op andermans duiven geld inzetten. || 2. Bij het duivenspel: in de vereniging gaan bijzetten op de inzet van een andere goede speler. || 2. Op andermans duiven eveneens geld inzetten. III-3-2
inzetten per drie aangeduide duiven aangeduid (bn.): aangeduid (Jesseren), aawngedaad (Jeuk), aangeduide drie: aangəduidə səri-j (As), aangeduide serie: aangeduide serie (Houthalen), aangeduide serie per drie: angeduide serie per drei (Kortessem), aangeduide serie van drie: aangeduide serie van drè (Rijkhoven), aangeduide van drie (Tongeren), Algemene opmerking bij deze vragenlijst: invuller heeft hierbij twee bijlagevellen bijgevoegd, t.w.  aongeduide seriē van draaj (douve) (Bilzen), aangeduide van drie: Algemene opmerking bij deze vragenlijst: zie ook "klanktabel v.h. Zolders (uitspraak)", aan de achterkant van de laatste pagina!  ao.geduide van drei (Zolder), aangetekende serie drie: aangəteikəndə serie drie (Beesel), aangetekende serie van drie: aangeteikende sĕrie van drêêj (Eisden), aangewezen serie: aangewieeze serie (Weert), aegewieeze seerie (Doenrade), Algemene opmerking bij deze vragenlijst: zie ook bijlagevellen met (eventuele) aanvullingen en diverse toelichtingen.  angeweeze drie (Wanssum), aangewezen serie zetten: aagewieze serie zette (Wijlre), eerste serie: ièste serie (Echt/Gebroek), getekenden: 1+2+3 getekende (Eys), koppelspel: koppel spel (Sevenum), serie: (v.).  zē.rii̯ (Eys), serie drie: serie drej (Eys), Algemene opmerking bij deze vragenlijst: zie ook aantekening van de invuller, op de laatste pagina!  serie drie (Grathem, ... ) Hoe heten de volgende combinatiemogelijkheden bij het inleggen/inzetten: per drie genoemde duiven? [N 93 (1983)] III-3-2