28123 |
kolenval |
kolenbrok:
koǝlǝbrox (Q121p Kerkrade
[(Domaniale)]
[Zwartberg, Waterschei]),
kolenval:
koalǝval (Q035p Brunssum
[(Emma / Hendrik / Wilhelmina)]
, ... [Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau II, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV]
Q113p Heerlen
[(Oranje-Nassau I-IV)]
, [Domaniale]
Q112a Heerlerheide
[(Oranje-Nassau I-IV)]
, [Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau II, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV]
Q016p Lutterade
[(Maurits)]
, [Emma, Hendrik, Wilhelmina]
L374p Thorn
[(Maurits)]
[Maurits]),
kolenval (Q121p Kerkrade
[(Wilhelmina)]
, ... [Maurits]
L422p Lanklaar
[(Eisden)]
[Wilhelmina]),
koǝlǝva.l (Q121c Bleijerheide
[(Domaniale)]
, ... [Zwartberg, Waterschei]
Q121a Chevremont
[(Julia)]
, [Domaniale]
Q121p Kerkrade
[(Domaniale)]
[Julia]),
kūlǝval (L417p As
[(Zwartberg / Waterschei)]
[Domaniale]),
kǭlǝval (L426p Buchten
[(Maurits)]
, ... [Maurits]
Q111p Klimmen
[(Oranje-Nassau I / III / IV)]
, [Willem-Sophia]
L433p Nieuwstadt
[(Maurits)]
, [Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV]
Q121b Spekholzerheide
[(Willem-Sophia)]
[Maurits]),
koolval:
koalvāl (Q117p Nieuwenhagen
[(Oranje-Nassau II / Emma / Hendrik)]
[Domaniale]),
koǝlval (Q121p Kerkrade
[(Domaniale)]
[Emma]),
kǫǝlval (Q113p Heerlen
[(Emma)]
[Maurits]),
kǭlval (Q021p Geleen
[(Maurits)]
[Oranje-Nassau II, Emma, Hendrik])
|
Af- of instorting van kolen. Het gevaar van kolenval is in elke koollaag aanwezig maar het treedt meer op de voorgrond bij dikke lagen en bij goed gelaagde kolen. Door directe kolenval kwamen vaker ongevallen voor. [N 95, 888]
II-5
|
27716 |
kolenverkoop aan particulieren |
kleinverkoop:
kleŋvǝrkōf (Q121p Kerkrade
[(Domaniale)]
, ... [Domaniale, Laura, Oranje-Nassau II, Willem-Sophia]
Q000 Zie mijnen
[(Domaniale / Laura / Oranje-Nassau II / Willem-Sophia)]
[Domaniale]),
kolenpark:
kolenpark (Q007p Eisden
[(Eisden)]
[Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau II, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV]),
kolenverkoop:
koalǝvǝrkōp (Q112a Heerlerheide
[(Oranje-Nassau I-IV)]
),
scheplok:
šø̜plǭx (Q121p Kerkrade
[(Domaniale)]
[Eisden])
|
De plaats waar men kolen kon kopen, wanneer men ze per kar zelf op de mijn ging halen. Het woordtype "kleinverkoop" werd volgens de invuller uit Q 121 op de Domaniale mijn gebruikt voor de plaats waar de mijnwerkers hun deputaatkolen konden gaan ophalen. Het "scheplok" was in feite de kuil waarin deze kolen gestort werden en bij uitbreiding ook de benaming voor de kolenverkoop zelf. [monogr.; div.; N 95, 32]
II-5
|
27714 |
kolenvoorraad |
kolenberg:
kōlǝbɛrš (Q121c Bleijerheide
[(Domaniale)]
[Domaniale]),
kolendeputaat:
koalǝdepytāt (Q016p Lutterade
[(Maurits)]
[Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV]),
kolenhoop:
koǝlǝhōf (Q121c Bleijerheide
[(Domaniale)]
[Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau II, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV]),
kolenopslag:
koalǝopšlāx (Q035p Brunssum
[(Emma / Hendrik / Wilhelmina)]
, ... [Oranje-Nassau I]
Q111p Klimmen
[(Oranje-Nassau I)]
, [Oranje-Nassau II, Emma, Hendrik]
Q117p Nieuwenhagen
[(Oranje-Nassau II / Emma / Hendrik)]
[Maurits]),
kolenopslag (Q121p Kerkrade
[(Wilhelmina)]
[Emma, Hendrik, Wilhelmina]),
koǝlǝopšlāx (Q121a Chevremont
[(Julia)]
, ... [Maurits]
Q121p Kerkrade
[(Domaniale)]
[Julia]),
kǭlǝnopšlāx (L433p Nieuwstadt
[(Maurits)]
[Maurits]),
kǭlǝopšlāx (Q015p Stein
[(Maurits)]
[Maurits]),
kǭǝlǝopšlāx (Q021p Geleen
[(Maurits)]
, ... [Emma]
Q113p Heerlen
[(Emma)]
[Domaniale]),
kolenstock:
kolenstock (Q003p Genk
[(Winterslag / Waterschei)]
[Maurits]),
koolstock:
kōlstǫk (Q001p Zonhoven
[(Zwartberg)]
[Winterslag, Waterschei]),
opslag:
opšlāx (L426p Buchten
[(Maurits)]
[Domaniale]),
stock:
stǫk (L417p As
[(Zwartberg / Waterschei)]
, ... [Eisden]
Q007p Eisden
[(Eisden)]
, [Zwartberg, Eisden]
L422p Lanklaar
[(Eisden)]
, [Eisden]
Q012p Rekem
[(Zwartberg / Eisden)]
, [Beringen, Zolder, Houthalen, Zwartberg, Winterslag, Waterschei, Eisden]
Q000 Zie mijnen
[(Beringen / Zolder / Houthalen / Zwartberg / Winterslag / Waterschei / Eisden)]
[Zwartberg]),
štǫk (Q113p Heerlen
[(Oranje-Nassau I-IV)]
[Zwartberg, Waterschei])
|
Voorraad kolen die een mijn opslaat wanneer de produktie hoger is dan de verkoop. [N 95, 33; Vwo 749]
II-5
|
19928 |
kolenzeef |
kolenzeef:
koalezeef (Q113p Heerlen)
|
zeef [SGV (1914)]
III-2-1
|
24190 |
kolgans |
gans:
gaas (Q094p Hees),
gaws (Q100p Houthem, ...
Q111p Klimmen),
gās (Q162p Tongeren),
gōsj (Q118p Schaesberg),
gòws (Q035p Brunssum),
gant:
gaantj (L289p Weert),
genk:
genk (L269p Blerick),
kolgans:
kol-gaais (Q095p Maastricht),
kolgans (K278p Lommel),
kolgaos (Q203p Gulpen, ...
L289p Weert),
kolgaus (Q098p Schimmert),
koͅlgans (L316p Kaulille, ...
L265p Meijel),
koͅlgās (Q002p Hasselt),
vdBerg; omgesp.
kolgās (P176p Sint-Truiden, ...
Q091p Veldwezelt),
kulletjesgans:
kuullekesgaans (L164p Gennep),
wilde gans:
wildzje gaos (L289p Weert),
wilj gòò:s (L290p Panningen),
wul gaas (Q086p Eigenbilzen),
alle soorten worden (wilde) ganzen genoemd
wilde gans (L210p Venray),
doorgaans Frings, soms eigen spelling
weldə gāns (K314p Kwaadmechelen)
|
gans: grauwe gans (± 80 net een tamme gans zonder wit; oranje bek; roep gelijk tamme gans [N 09 (1961)] || kolgans (± 70 witte kol, zwarte borststrepen; vaak tussen andere soorten [N 09 (1961)]
III-4-1
|
26382 |
kolk |
diepte:
dē.ptǝ (Q088p Lanaken),
kolf:
kǫlǝf (Q181p Sluizen),
kolk:
kolǝk (Q077a Alt-Hoeselt, ...
P053p Berbroek,
Q077p Hoeselt,
P051p Lummen,
P058p Stevoort,
P056p Stokrooie),
kø̜j.k (L368p Neeroeteren, ...
L416p Opglabbeek,
L362p Opitter,
L415p Opoeteren,
L361p Tongerlo),
kǫlǝk (L372a Aldeneik, ...
P120p Alken,
P187p Berlingen,
Q083p Bilzen,
Q160p Bommershoven,
L360p Bree,
Q071p Diepenbeek,
P184p Groot-Gelmen,
P195p Gutschoven,
Q160a Haren,
P050p Herk-de-Stad,
P188p Hoepertingen,
Q077p Hoeselt,
Q188p Kanne,
P055p Kermt,
L370p Kessenich,
Q074p Kortessem,
P057p Kuringen,
Q240p Lauw,
L372p Maaseik,
Q180p Mal,
P177a Ordingen,
Q241p Rutten,
P119p Sint-Lambrechts-Herk,
P176p Sint-Truiden,
Q162p Tongeren,
Q075p Vliermaalroot,
Q078p Wellen,
Q079a Wintershoven),
kǫw.k (L321a Ittervoort, ...
L372p Maaseik,
L371p Ophoven),
kǭ.lǝk (Q095p Maastricht),
konkel:
køŋkǝl (Q241p Rutten),
kø̄.ŋkǝl (Q188p Kanne, ...
Q088p Lanaken)
|
De holte in de bedding van de beek of de rivier achter het molenrad van onderslagmolens, veroorzaakt door de scheut van het water. Volgens Janssen (pag. 46) werd de kolk vroeger uitgegraven om de kracht van het water te breken en te beletten dat de sluiswerken ondermijnd werden. Zie afb. 71. [Vds 60; Jan 65; Coe 57; Grof 81]
II-3
|
26679 |
kollergang |
drijfwerk:
drī.fwɛ.r(ǝ)k (L417p As),
koller:
kǫlǝr (L372p Maaseik)
|
Maalwerktuig voor zaad, bestaande uit twee verticaal geplaatste, ronde kantstenen of lopers die rondwentelen op een horizontale plaat, het doodsbed. De lopers draaien om een steenas die gestoken is in de steenspil (vgl. het staakijzer in de graanmolen). Ze wentelen ten gevolge van hun gewicht en van de wrijving van hun cilindrisch oppervlak tegen de ligger. Zie ook afb. 92. [Jan 275] || Toestel waarbij twee verticaal aan een koningsas bevestigde maalstenen over een cirkelvormige, geperforeerde bodem lopen. De klei wordt door het gewicht van de draaiende stenen fijn gemaakt en door de gaatjes van de bodem geperst. De kollergang is tegelijk maal- en mengmachine en uitstekend geschikt voor de bewerking van klompige, harde, vette klei - Geuskens, pag. 79. Zie ook het lemma ɛkollergangɛ in wld II.3, pag. 165. De koller uit L 372 bevatte walsen (wā.ls\) en een zeef (zi\f).' [monogr.]
II-3, II-8
|
31412 |
kolomboormachine |
boorzuil:
bōǝrzǫjl (Q121b Spekholzerheide),
klotsboormachine:
klǫts˱bǭrmašin (Q108p Wijnandsrade),
kolomboor:
kolǫmbōr (L291p Helden, ...
L290p Panningen),
kolǫmbǭr (L382p Montfort),
kǫlǫnbuǝr (Q083p Bilzen),
kolomboormachine:
klǫmbǭrmǝšīn (L165p Heijen, ...
L217p Meerlo,
L192a Siebengewald,
L213p Well),
kolǫmbōrmašiŋ (Q113p Heerlen, ...
Q121p Kerkrade),
kolǫmbōrmašīn (L216a Oostrum),
kolǫmbōrmǝšin (L321p Neeritter
[(met beweegbare tafel)]
),
kolǫmbǭrmašiŋ (Q116p Simpelveld),
kolǫmbǭrmǝš ̇in (L330p Herten),
kolǫmbǭrmǝšin (Q111p Klimmen, ...
L299p Reuver,
L331p Swalmen),
kolǫmbǭrmǝšīǝn (Q112z Ten Esschen),
kōlǫmbōrmǝšin (L159a Middelaar),
kǝlǫmbōrmǝšin (Q099q Rothem),
kǝlǫmbō̜rmǝšin (Q095p Maastricht),
kǫlǫmbuǝrmǝšīn (Q083p Bilzen),
kǫlǫmbōrmǝšin (Q071p Diepenbeek),
kǫlǫmbōrmǝšīn (L371p Ophoven),
kǫlǫmbǫwrmǝšen (P176b Bevingen),
kǫlǫmbǭrmaš ̇in (Q005p Zutendaal),
kǫlǫnbawrmašen (P047p Loksbergen),
kǫlǫnbǭrmǝšin (Q086p Eigenbilzen)
|
Stationaire boormachine waarbij de boorhouder beweegbaar op een kolom gemonteerd is. Het werkstuk kan bij deze boormachine in een, vaak in hoogte verstelbare, boortafel worden vastgeklemd. De kolomboormachine wordt vooral voor zwaar en zuiver boorwerk gebruikt. Zie ook afb. 122. Het betreft daar een kolomboormachine die met de hand wordt aangedreven. [N 33, 123]
II-11
|
21567 |
kolonel |
hoge overste:
heuge euverste (P184p Groot-Gelmen),
kolonel:
een kolenel (Q165p Horpmaal),
een kolonel (Q071p Diepenbeek),
eene kolonel (L363p Ellikom, ...
Q243p Herstappe),
ehne kolonel (P214p Montenaken),
eine ko-loo-nel (L368p Neeroeteren),
eine kolonel (L317p Bocholt, ...
L317p Bocholt,
L317p Bocholt,
L360p Bree,
L372p Maaseik,
L358p Reppel,
L420p Rotem),
eine kōlōnél (Q008p Vucht),
ejnə koləneͅl (L416p Opglabbeek),
ejnə koͅlonəl (L367p Neerglabbeek),
ene kolenel (Q009p Mechelen-aan-de-Maas),
ene kolonel (L286p Hamont, ...
Q199p Moelingen),
enne kolenel (L368p Neeroeteren),
enne kollonel (Q162p Tongeren),
enne kollonnel (Q162p Tongeren),
enne kólenɛl (Q159p Broekom),
enə kolənɛl (P195p Gutshoven),
iene kolenel (P188p Hoepertingen),
iene kolonel (L282p Achel),
ijne kollenel (L368p Neeroeteren),
ine kollenel (P052p Schulen),
inne kollonel (P121p Ulbeek),
inne kolonel (P188p Hoepertingen, ...
P054p Spalbeek,
P058p Stevoort),
inne kôlonnèl (Q071p Diepenbeek),
kolemnel (L364p Meeuwen),
kolenel (Q083p Bilzen, ...
L360p Bree,
L286p Hamont,
Q002p Hasselt,
P188p Hoepertingen,
L316p Kaulille,
Q074p Kortessem,
P046p Linkhout,
L372p Maaseik,
L372p Maaseik,
Q090p Mopertingen,
L368p Neeroeteren,
L415p Opoeteren,
L355p Peer,
P192p Voort,
P172p Wilderen),
kolenél (Q005p Zutendaal),
kollenel (Q072p Beverst, ...
L352p Hechtel,
L352p Hechtel,
Q152p Kerniel,
P119p Sint-Lambrechts-Herk),
kollonel (P171p Landen, ...
P119p Sint-Lambrechts-Herk),
kollonell (P219p Jeuk),
kolnel (L352p Hechtel, ...
L415p Opoeteren),
kolonel (P169p Attenhoven, ...
K358p Beringen,
Q170p Grote-Spouwen,
L413p Helchteren,
P219p Jeuk,
L316p Kaulille,
Q088p Lanaken,
Q088p Lanaken,
P051p Lummen,
L364p Meeuwen,
Q177p Millen,
L319p Molenbeersel,
P164p Neerhespen,
L368p Neeroeteren,
L355p Peer,
P119p Sint-Lambrechts-Herk,
P176p Sint-Truiden,
P176p Sint-Truiden,
Q178p Val-Meer,
Q091p Veldwezelt,
Q078p Wellen,
Q179p Zichen-Zussen-Bolder),
kolonəl (L360p Bree),
kolonɛl (Q156p Borgloon, ...
Q003p Genk,
L314p Overpelt),
kolənel (P120p Alken),
kol⁄nel (K353p Tessenderlo),
kŏlŏnel (Q179p Zichen-Zussen-Bolder),
koͅllənäl (L423p Stokkem),
koͅloͅneͅl (P193p Mettekoven),
kòlònɛl (P176p Sint-Truiden),
kôlonel (L422p Lanklaar),
kəlonel (P176p Sint-Truiden),
n ⁄kolonel (K314p Kwaadmechelen),
ne koelenel (K353p Tessenderlo),
ne kolenel (Q083p Bilzen, ...
P050p Herk-de-Stad,
K278p Lommel,
Q158p Riksingen),
ne kollenel (K278p Lommel, ...
K353p Tessenderlo),
ne kolonel (L282p Achel, ...
P176p Sint-Truiden,
K361p Zolder),
ne kolonél (Q074p Kortessem, ...
P057p Kuringen),
ne kooloonel (K278p Lommel),
nə kolonɛl (P197p Heers),
nə kolənəl (K361p Zolder),
nə koͅlonel (P176p Sint-Truiden),
nə koͅloneͅl (P176p Sint-Truiden),
nə koͅlənel (L414p Houthalen),
nə koͅləneͅl (K318p Beverlo),
nə kòlo.nɛl (K353p Tessenderlo),
nɛ koolɛnel (K278p Lommel),
ənə kolonel (Q088p Lanaken, ...
P171p Landen),
ənə koləneͅl (L286p Hamont),
ənə koͅlənel (P176p Sint-Truiden),
ənə koͅləneͅl (Q006p Leut),
⁄n kollonel (K318p Beverlo, ...
L316p Kaulille),
⁄n kollónel (Q171p Vlijtingen),
⁄n kolonel (P171p Landen, ...
K353p Tessenderlo,
Q162p Tongeren),
⁄n kolonelle (P056p Stokrooie),
⁄n koͅloͅneͅl (Q241p Rutten),
⁄n ko⁄lənɛl (Q083p Bilzen),
⁄ne kolonél (Q162p Tongeren),
accent op kol
é nə kollənel (Q007p Eisden),
als het moet
kolonel (L364p Meeuwen),
doffe korte o
ne kolenel (K353p Tessenderlo),
e als in hel
kolənel (Q086p Eigenbilzen),
e van Fr mais
ene kolonel (P211p Waasmont),
eerste e als de
ne kollenel (K358p Beringen),
eerste e van kolenel dof
iene kolenel (Q002p Hasselt),
heel zuiver
inne kolonel (P117p Nieuwerkerken),
o uitspreken als o
kolenel (K278p Lommel),
twee os ietwat lang
ne kolonnel (L286p Hamont),
koronel:
kernel (L415p Opoeteren, ...
Q168a Rijkhoven,
Q001p Zonhoven),
korenel (P197p Heers),
kornel (P046p Linkhout),
kornél (Q003p Genk),
korronel (Q001p Zonhoven),
koͅrnel (Q071p Diepenbeek),
koͅrneͅl (Q001p Zonhoven),
kərneͅl (P050p Herk-de-Stad),
kərnäl (Q071p Diepenbeek),
vroeger
kornel (Q179p Zichen-Zussen-Bolder)
|
Kolonel. [ZND 36 (1941)]
III-3-1
|
33026 |
kolven afstropen |
afbladeren:
āf˱blāi̯ǝ (L269b Boekend),
āf˱blārǝ (L270p Tegelen),
āf˱blāǝ (L291p Helden),
afdoen:
af˱du (L265p Meijel),
af˱dun (L159a Middelaar, ...
P117p Nieuwerkerken),
āf˱dun (Q098p Schimmert),
āf˱duǝ (Q039p Hoensbroek, ...
Q033p Oirsbeek),
āf˱dōn (L322p Haelen, ...
L271p Venlo),
āf˱dǭǝn (P051p Lummen),
ǭf˱dun (Q158p Riksingen),
afkolven:
āfkǫlǝvǝ (L330p Herten, ...
L332p Maasniel,
L270p Tegelen),
afplukken:
āfplø̜kǝ (L427p Obbicht, ...
L289p Weert),
afschillen:
āfšɛlǝ (L320a Ell),
afstropen:
āfštrø̜i̯pǝ (L430p Einighausen, ...
Q204a Mechelen,
L322a Nunhem),
aftrekken:
aftrekken (Q030p Schinveld),
bladeren:
blāi̯ǝ (L288a Ospel),
blārǝ (Q022p Munstergeleen),
dorsen:
dasǝ (Q180p Mal),
djāsǝ (Q091p Veldwezelt),
kerven:
kerven (Q097p Ulestraten),
kieveren:
kēvǝrǝ (L330p Herten),
kīvǝrǝ (Q028p Jabeek, ...
Q117a Waubach),
kolven:
kolven (L295p Baarlo, ...
Q202p Eys,
L266p Sevenum),
kuisen:
kø̜̄sǝ (K358p Beringen),
ontbolsteren:
ontbolsteren (L366p Gruitrode),
ontvellen:
ontvellen (L374p Thorn),
pellen:
pǭlǝ (Q187p Sint Pieter),
pɛlǝ (L322p Haelen, ...
L330p Herten,
Q111p Klimmen,
L382p Montfort),
plukken:
pløkǝ (L330p Herten, ...
L292p Heythuysen),
repen:
repen (Q071p Diepenbeek),
schillen:
sxɛlǝ (L163p Ottersum, ...
Q094b Wolder / Oud-Vroenhoven / Wiler),
šɛlǝ (Q111p Klimmen, ...
Q033p Oirsbeek),
schoon maken:
schoon maken (L330p Herten, ...
P056p Stokrooie),
sxoǝn mākǝ (L269p Blerick, ...
L269a Hout-Blerick),
slonsteren:
slǫnstrǝ (Q072p Beverst),
stropen:
strø̄pǝ (L211p Leunen, ...
Q015p Stein),
štrø̜i̯pǝ (L426p Buchten, ...
L429p Guttecoven,
L290p Panningen),
zuiver maken:
zyvǝr makǝ (Q096a Borgharen, ...
L316p Kaulille,
Q198b Oost-Maarland,
L318b Tungelroy)
|
De maïskolven ontdoen van de schutbladeren. Het object van de handeling is steeds maïskolven. [N Q, 22]
I-4
|