e-WLD begrippen 

 
 
Filteren...

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
ondergrond ondergrond: ondǝrgront (Meijel), oŋǝrgront (Ospel, ... ), oŋǝrgrōnt (Ospel) De ondergrond van het veen die bij verpachting in bezit blijft van de gemeente. [II, 121b] II-4
ondergronden, woelen (de ondergrond] ploegen: plōgǝ (Weert), beulen: bøę̄i̯lǝ (Zepperen), bø̄ ̞lǝ (Herk-de-Stad, ... ), breken: briǝkǝ (Kiewit), brē ̞ǝkǝ (Hoensbroek, ... ), brēkǝ (Berverlo, ... ), brēkǝn (Beringen), brę̄.kǝ (Sittard), brę̄i̯kǝ (Zolder), brę̄kǝ (Beverst, ... ), brīǝkǝ (Diepenbeek, ... ), diep akkeren met de wroetelaar: dēp˱ akǝrǝ met ˲dǝ vrø̄tǝlę̄r (Berg), doorbreken: dūǝrbrīǝkǝ (Rotem), doorploegen: dūǝrplōgǝ (Rotem), fijnbreken: fę̄ǝnbrēǝkǝ (Lummen), losmaken: ǫsmãkǝ (Rothem), ǫsmǭǝkǝ (Rijckholt), omwroetelen: ǫmvrytǝlǝ (Donk), omwroeten: umvrytǝ (Halen), ømvrytǝn (Achel), onderakkeren: ondǝrákǝrǝ (Sint-Truiden), ondergronden: o.ŋǝrgrønjǝ (Posterholt), ondergronden (Mook, ... ), ondǝrgrondǝ (Blitterswijck, ... ), ondǝrgrōndǝ (Merselo, ... ), ondǝrgrøndǝ (Middelaar, ... ), oŋǝrgro.njǝ (Nunhem), oŋǝrgrondǝ (Baarlo, ... ), oŋǝrgronjdjǝ (Tungelroy), oŋǝrgronjǝ (Baexem, ... ), oŋǝrgroŋdǝ (Sevenum), oŋǝrgroŋǝ (Baarlo, ... ), oŋǝrgrõndǝ (Boekend, ... ), oŋǝrgrø.njǝ (Neeritter), oŋǝrgrøndǝ (Tegelen), oŋǝrgrønjǝ (Einighausen, ... ), oŋǝrgrø̜njǝ (Nunhem), oŋǝrjrondǝ (Bocholtz), õndǝrgrondǝ (America, ... ), øŋǝrgrønjǝ (Geistingen), ondergronds ploegen: ondǝrgro.nts [ploegen] (Hamont), ondǝrgrōnts [ploegen] (Smeermaas), ondergronds varen: oŋǝrgronjtjs ˲vãrǝ (Baexem), ontbreken: ǫnt˱bręi̯kǝ (Opheers), opwroeten: ǫp˲vrīlǝ (Beverst), ploegen met de ondergronder: plōgǝ męt ˲dǝn oŋǝrgrønjǝr (Geistingen), riolen: riōlǝ (Linne, ... ), woelen: wȳlǝ (Helden), wroelen: frø̄lǝ (Maasmechelen), vrylǝ (Kermt), wroetelen: vrutǝlǝ (Herk-de-Stad), vryi̯tǝlǝ (Lummen), wroeten: vrytǝn (Helchteren), vrø̄tǝ (Bocholt), vrȳtǝ (Wanssum), vrȳʔǝ (Tessenderlo) Met een aparte ploeg of met een aan de gewone ploeg bevestigde schaar, klauw of haak de zool, harde laag of bank onder (in) de voor breken of openrakelen. [N 11, 46; N27, 13b] I-1
ondergronder, woeler beitel: bęi̯tǝl (Heythuysen), bek: bɛk (Kronenberg), beulploeg: bø̄ ̞lplux (Herk-de-Stad), breekbeitel: breekbeitel (Montfort), breekploeg: breekploeg (Rotem), brēk[ploeg] (Spalbeek), brē̜k[ploeg] (Klimmen), brē̜ǝk[ploeg] (Hoensbroek), breker: brē̜kǝr (Weert), brē̜ǝkǝr (Rijckholt), brekerd: brīǝkǝrt (Maaseik), ganzepoot: ganzǝpūǝt (Merselo), gãnzǝpōt (Ottersum), gãnzǝpūǝt (Aijen), ganzevoet: ganzǝvōt (Horst), grondbreker: gront˱brēkǝr (Lommel), gront˱brē̜kǝr (Opglabbeek), grõnt˱brē̜kǝr (Neerpelt), haak: hǭk (Kronenberg), kroenekraan: krūnǝkrān (Susteren), ondergronder: o.ndǝrgro.ndǝr (Cadier  [(de ploeg of de woelschaar)]  ), o.ŋǝrgro.njǝr (Neeritter), o.ŋǝrgrø.njǝr (Neeritter), o.ŋǝrgrø̜njǝr (Nunhem), ondǝrgrondǝr (Aijen  [(de ploeg of de klauw aan de gewone ploeg)]  , ... ), ondǝrgrøndǝr (Beek, ... ), ondǝrgrōndǝr (Gennep, ... ), oŋdǝrgroŋdǝr (Oost-Maarland), oŋǝrgrondǝr (Baarlo, ... ), oŋǝrgronjǝr (Heythuysen  [(de ploeg of de woelschaar)]  , ... ), oŋǝrgroŋdǝr (Sevenum), oŋǝrgroŋǝr (Baarlo, ... ), oŋǝrgrønjǝr (Boukoul, ... ), oŋǝrgrōndǝr (Boekend, ... ), õndǝrgrondǝr (Leunen), øndǝrgrondǝr (Hoensbroek), øndǝrgrøndǝr (Middelaar), øndǝrgrōndǝr (Milsbeek, ... ), ōndǝrgrondǝr (Margraten), ondergrondploeg: o.ŋǝrgro.njplōx (Neeritter), ondergrondse: ondǝrgronsǝ (Sint Pieter), oŋǝrgrontsǝ (Panningen), ondergrondse ploeg: ondergrondse ploeg (Achel), ondǝrgronsǝ [ploeg] (Wolder / Oud-Vroenhoven / Wiler), oŋǝrgronjtjsǝ [ploeg] (Boukoul, ... ), oŋǝrgrontsǝ [ploeg] (Blerick, ... ), oŋǝrgrøntsǝ [ploeg] (Tegelen), ǫnǝrgrǫnsǝ [ploeg] (Zolder), ondergrondsploeg: ondǝrgronts[ploeg] (Meijel), oŋǝrgronjs[ploeg] (Melick), oŋǝrgrons[ploeg] (Leuken), õndǝrgrons[ploeg] (Margraten), onderploeg: ōndǝrplōx (Rothem), ploegbeitel: plōx˱bęi̯tǝl (Neeritter), schaar: šā.r (Simpelveld), sous-sol: sǭu̯sǫl (Gingelom  [(vóór de schaar gemonteerd)]  ), vaste ondergronder: vãstǝn [ondergronder] (Lottum  [(achter aan de ploeg gemonteerd)]  , ... ), voetje: vytjǝ (Mook), voorschaar: vȳǝršār (Doenrade), woeler: woeler (Lottum  [(schaar of haak die de grond openbreekt)]  , ... ), wø̄ldǝr (Stevensweert), wroeler: frø̄lǝr (Maasmechelen), wroelploeg: vryl[ploeg] (Kermt), vrīl[ploeg] (Beverst), wroet: vrȳt (Kwaadmechelen), wroetelaar: vrytǝtlīǝr (Halen), vrø̄tǝlęr (Berg, ... ), wroeter: frøtǝr (Hamont), vrutǝr (Bokrijk), vryi̯tǝr (Lommel), vrytǝr (Achel  [(later vervangen door de ondergrondse ploeg)]  , ... ), vrȳtǝr (Berverlo, ... ), vrȳʔǝr (Tessenderlo), vrøi̯tǝr (Lommel  [(de ploeg)]  ), vrøtǝr (Neerpelt), vrø̄tǝr (Broekhuizen  [(de ploeg)]  , ... ), vrø̜i̯tǝr (Beringen, ... ), vrētǝr (Bree, ... ), wroetploeg: vrut[ploeg] (Kiewit) De ondergronder of woeler was een aparte ploeg zonder kouter en riester, maar met een lansvormige schaar of twee in tegenovergestelde richting geplaatste messen vóór op het ploeghoofd. Vaak werd de oude aanaardploeg tot ondergronder omgebouwd. Met deze ploeg, die vóór de gewone ploeg uitging of erop volgde, werd de ondergrond, de bodem van de voor opengebroken. Men kon ook met de gewone ploeg de ondergrond losrakelen, door op de plaats van de voorschaar of het kouter, dan wel aan of onder de ploeghiel een woelschaar, een woelhaak of woelmes aan te brengen. Aldus werd tegelijkertijd de bovengrond geploegd en de ploegzool opengebroken. [N 11, 33j; N 11A, 76a + 76b + 77; N 27, 14] I-1
ondergronds aarde: eǝt (Kelmis), beneden: bǝnējǝn (Genk  [(Winterslag / Waterschei)]   [Laura, Julia]), in de fond: ęjn nǝ fō (Zonhoven  [(Zwartberg)]   [Zolder]), in de kuil: en dǝ kul (Klimmen  [(Oranje-Nassau I)]   [Zwartberg]), ondengronds: ōŋǝgronts (Nieuwenhagen  [(Oranje-Nassau II / Emma / Hendrik)]   [Emma, Hendrik, Wilhelmina]), ondenin: o.ŋǝn˙ę (Eys  [(Oranje-Nassau I / III / IV)]   [Emma]), oŋǝe (Kerkrade  [(Domaniale)]   [Domaniale]), oŋǝen (Kerkrade  [(Domaniale)]  , ... [Willem-Sophia]  [Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV]), oŋǝne (Bleijerheide  [(Domaniale)]  , ... [Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV]  [Domaniale]), oŋǝnen (Bleijerheide  [(Domaniale)]  , ... [Laura, Julia]  [Domaniale]  [Domaniale]), uŋǝnen (Oirsbeek  [(Emma)]   [Eisden]), ōŋǝne (Waubach  [(Laura / Julia)]   [Domaniale]), ōŋǝni (Nieuwenhagen  [(Oranje-Nassau II / Emma / Hendrik)]   [Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau II, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV]), onder: onder (Genk  [(Winterslag / Waterschei)]  , ... [Zwartberg, Waterschei]  [Winterslag, Waterschei]), onǝr (As  [(Zwartberg / Waterschei)]  , ... [Zwartberg]  [Eisden]), ø̜ŋǝr (Rekem  [(Zwartberg / Eisden)]   [Winterslag, Waterschei]), ǫndǝr (Hamont  [(Eisden)]   [Zwartberg, Eisden]), onder dag: ondǝr dāx (Kelmis), ōŋǝr dāx (Nieuwenhagen  [(Oranje-Nassau II / Emma / Hendrik)]   [Oranje-Nassau I]), onderaardig: oŋǝrērdix (Bleijerheide  [(Domaniale)]  , ... [Domaniale]  [Domaniale]), oŋǝrēǝdiš (Bleijerheide  [(Domaniale)]  , ... [Emma]  [Domaniale]  [Julia]), oŋǝrę̄deš (Heerlerheide  [(Oranje-Nassau I-IV)]   [Oranje-Nassau II, Emma, Hendrik]), ǫŋǝrēǝdǝš (Heerlen  [(Emma)]   [Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau II, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV]), ondergronds: ondergronds (Kerkrade  [(Wilhelmina)]   [Emma, Maurits]), ondǝrgronts (Meijel  [(Emma / Maurits)]   [Eisden]), oŋǝrgronjs (Thorn  [(Maurits)]   [Emma]), oŋǝrgrons (Thorn  [(Maurits)]   [Maurits]), oŋǝrgronts (Eisden  [(Eisden)]  , ... [Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV]  [Maurits]  [Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau II, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV]  [Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau II, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV]), oŋǝrgrontš (Lutterade  [(Maurits)]   [Maurits]), oŋǝršrønš (Buchten  [(Maurits)]   [Oranje-Nassau II, Emma, Hendrik]), ǫŋǝrgrǫnš (Geleen  [(Maurits)]   [Maurits]), ǫŋǝrgrǫŋs (Heerlen  [(Emma)]   [Maurits]), onderin: oŋǝren (Brunssum  [(Emma / Hendrik / Wilhelmina)]   [Maurits]), øŋǝren (Nieuwstadt  [(Maurits)]   [Maurits]), ø̜ŋǝren (Stein  [(Maurits)]   [Oranje-Nassau II, Emma, Hendrik]) Beneden in de mijn onder de grond. [N 95, 113; monogr.] || De ondergrondse mijninrichting. [monogr.] II-4, II-5
ondergronds gaan naar gen aarde gaan: (men zegt) ex jon nǫjǝn eǝt (Kelmis) [monogr.] II-4
ondergronds toilet kiebel: kibǝl (Kerkrade  [(Domaniale)]  , ...  [Domaniale]) W.C.-gelegenheid ondergronds, gewoonlijk bestaande uit een ton met een deksel. [N 95, add.; monogr.] II-5
ondergronds werken in gen aarde werken: (men zegt) ex werǝk ejǝn eǝt (Kelmis) [monogr.] II-4
onderhaam (een) vilten (kussen): vęltǝ (Beringen), binnenhaam: benǝnām (Hamont, ... ), haamkussens: hāmkęsǝs (Kerensheide), kwetskussens: kwɛtškęsǝs (Maasmechelen), onderhaam: ondǝrhām (Meijel), ondǝrhōm (Berverlo), ondǝrhǭm (Bilzen, ... ), onǝrhām (Gruitrode, ... ), oŋǝrhām (Baarlo, ... ), oŋǝrhǭm (Moorveld), oŋǝrām (Lanklaar, ... ), uŋǝrhām (Leuken, ... ), øndǝrhām (America, ... ), øŋgǝrhām (Susteren), øŋǝrām (Maasmechelen), ø̜ndǝrhām (Middelaar), ø̜ndǝrhǭm (Heppen, ... ), ōndǝrhām (Bocholt, ... ), ōndǝrhǭm (Gronsveld, ... ), ōŋǝrhām (Berg, ... ), ūŋǝrām (Rotem), ǫndǝrhaǝm (Opheers), ǫndǝrhām (Achel, ... ), ǫndǝrhǭm (Gingelom, ... ), ǫndǝrhǭǝm (Borgloon, ... ), ǫndǝrām (Hasselt, ... ), ǫnǝrhām (Helchteren, ... ), ǫnǝrhǭm (Diepenbeek, ... ), ǫnǝrhǭǝm (Beverst, ... ), ǫŋǝrhām (Bocholtz, ... ), ǫŋǝrām (Kinrooi), ǭnǝrhām (Linde), ǭŋǝrhām (Geistingen), ǭŋǝrām (Kessenich), onderkussens: ondǝrkø̜sǝs (Melveren), (enk)  ondǝrkø̜sǝ (Wolder / Oud-Vroenhoven / Wiler), ǫndǝrkøsǝ (Beringen), onderstel: ǫndǝrstęl (Koersel), ophouder: ǫphai̯ǝr (Tegelen), opvulsel: op˲vø̜lsǝl (Stokkem), plathaam: plathām (Susteren), vilten kussens: vilten kussens (Nijwiller), vęltǝ kø̜sǝs (Geistingen) Twee met elkaar verbonden kussens die het paard onder het haam draagt, als dat te groot is. [N 13, 11; monogr.] I-10
onderhandelen aan de gang zijn: aanne gang zee‧n (Weert), aan de hand hebben: get aon de haand hebbe (Oost-Maarland), aan het commercen (<fr.) zijn: ps. omgespeld volgens Frings.  an’t komeͅrsə zen (Wintershoven), ān ət kəmeͅrsə zin (Stokkem), ānt kəmeͅrsə zēn (Bree), zə zī ənt kəmeͅrsə (Rosmeer), aan het handelen zijn: aa-n-’t handele zieë (Hoensbroek), aon ut handele (Wolder/Oud-Vroenhoven), mit ⁄m aan ⁄t hanjele (Swalmen), ps. invuller heeft geen spellingssyteem genoteerd, dus letterlijk overgenomen (niet(s) omgespeld!).  ’t handele zīē. uuvver (Waubach), aan het kopen zijn: mit iemand àn ⁄t kopen zien (Middelaar), aan het lopen voor te kopen zijn: ps. omgespeld volgens Frings.  əz ont lupə vər it tə kupə (Velm), aan het onderhandelen zijn: aan ’t onderhandele zin (Valkenburg), mit eine aan ⁄t ongerhanjele zeen (Roosteren), Algemene opmerking: invuller noteert als spellingssyteem Veldeke, maar het is gewoon in het Nederlands genoteerd en heb het daarom letterlijk overgenomen (dus niets omgespeld!).  ich bin a ’t oongerhandel (Welten), ps. omgespeld volgens Frings.  ān ət ondərhandələ zēn (Waterloos), oͅndoͅnderhēͅndəlø zi (Zichen-Zussen-Bolder), afbieden: ps. omgespeld volgens Frings.  oͅbejə (Val-Meer), bedenk (zn.): bedeenk (Gronsveld), bedenktijd (zn.): bedènktied (Sittard), [oorspr. invoer "bedenkleet", rk]  bədeͅŋktēͅt (Rummen), bezig zijn: ps. omgespeld volgens Frings.  bēzəx zeͅn (Zelem), bieden: Opm. maar niet opbeje!  beje (Schimmert), ps. omgespeld volgens Frings.  biə (Herk-de-Stad), commercen (<fr.): commerse (Bilzen), komèrsə (Aalst-bij-St.-Truiden), koͅmèrsṇ (Zonhoven), ps. omgespeld volgens Frings.  coͅmeͅrsə (Herk-de-Stad), komeͅrsə (Maaseik, ... ), kōmēͅrsə (Gelieren/Bret), koͅmeͅrsə (Hasselt), kəmeͅrsə (Diepenbeek, ... ), dingen: dinge (Kinrooi), doende zijn: Opm. de oe (van "hoes") gerekt uitspreken.  hae is doonde mèt det hoes te koupe (Tegelen), Opm. doffe o.  met immes donde zīēn (Sevenum), ps. letterlijk overgenomen.  déé ĕĕs d⁄r mĕĕt doonde (Panningen), eraan staan: d⁄r aṇ staoṇ (Milsbeek, ... ), erop staan: ps. omgespeld volgens Frings.  drop st"i̯n (Opheers), halvelings akkoord zijn: ps. omgespeld volgens Frings.  hōͅu̯vəleŋs aky(3)̄rt meͅt (Opglabbeek), handelen: handele (Vlodrop, ... ), hanjele (Guttecoven), hanjele mit ene (Jabeek), ps. omgespeld volgens Frings.  bə emant ant handələ zən (Kermt), in bedenk staan: ps. omgespeld volgens Frings.  in bədēͅink staon (Mechelen-aan-de-Maas), in bedenk zijn: in bedink (Hoensbroek), ps. omgespeld volgens Frings.  ebədēŋk ziə (Teuven), in beding zijn: in beding euver iets (Grathem), in beding zeen (Herten (bij Roermond), ... ), in beding zien (Heugem), in beding zin (Schimmert), Algemene opmerking: invuller noteert als spellingssysteem Veldeke, maar met een vraagteken erachter; de lijst is gewoon in het "Nederlands"ingevuld en heb het daarom maar letterlijk overgenomen (dus niet omgespeld!).  in beding zin met eine (Ulestraten), ps. omgespeld volgens Frings.  en bədeŋ sēn (Bocholt), ps. omgespeld volgens IPA.  en bədeŋ (Overpelt), in bedrag staan: in bedraag sjtoa(n) (Puth), in beraad hebben: Algemene opmerking: deze vragenlijst/dit antwoord zo letterlijk mogelijk overgenomen (dus niet omgespeld!).  in beraot höbbe (Maastricht), in beraad zijn: in beraod zeen (Herten (bij Roermond)), (= beraden).  ze zeen in beraod (Sittard), ps. omgespeld volgens Frings.  en bəraot zēn (Lanklaar), en bərōͅət (Hamont, ... ), in besprek zijn: ps. omgespeld volgens Frings.  enbəsprēͅksīn (Smeermaas), in de handel zijn: in den handel zien (Baarlo), in den handel ziën (Velden), in handel zijn: in handel zieje (Mechelen), in hanjel zin (Maasniel), mit ieme in hanjel zin (Oirsbeek), ps. omgespeld volgens Frings.  in handəl zēn (Rotem), in koop hebben: ps. omgespeld volgens Frings.  eͅn kup heͅbə (Herk-de-Stad), ⁄ēn ⁄kūp ⁄hēͅmə (Boekt/Heikant), in koop zijn: in koup zien (Tegelen), in onderhandeling staan: ps. invuller heeft hierbij geen fonetische notering gegeven.  in onderhandeling staan met iemand (Sint-Truiden), in onderhandeling zijn: in onderhandeling (Heerlerheide), in ongerhanjeling (Neeritter), in òngerhandeling (Tegelen), in òngerhanjeling (Echt/Gebroek), in òngerhanjeling zeen (Beegden), in òngerhengeling zeen (Obbicht), in óngerhanjeling zin mit eemes (Roermond), ps. letterlijk overgenomen (dus niet omgespeld!).  in ōngerhaengeling zeen (Urmond), ps. omgespeld volgens Frings.  en ondərhandəleŋ zēn (Waterloos), en ondərhandəleŋ zeͅn (Borgloon), en onərhānəleŋ zən (Lummen), in onderhandelingen zijn: ps. omgespeld volgens IPA.  in uŋərandəleŋə (Rotem), in optie hebben: in òpsie han (Heerlen), in versprek zijn: iech bin met hum in verspreek (Wijk), lopen: ps. omgespeld volgens Frings.  luəpə (Halen), marchanderen (<fr.): ps. omgespeld volgens Frings.  maršəndēərə (Wellen), Van Dale: marchanderen (&lt;Fr.), dingen; loven en bieden, pingelen.  marchande:rə (Voort), marchandeere (Neerhespen), marchanderen (Leopoldsburg), marchandjeire (s-Herenelderen), marchandè.ere (Waasmont), marsjande.rən (Tessenderlo), marsjandijerə (Hoepertingen), marsjənde:rə (Maastricht), marsjəndeerə (Maastricht), marṣande:rə (Beringen), màrsjaondeerə (Maastricht), niet akkoord zijn: neet akkoord zien (Mechelen), ondereenhandelen: ps. omgespeld volgens Frings. Het -tekentje heb ik letterlijk overgenomen.  ondə⁄rin gə⁄handəlt (Neerpelt), onderhandelen: dèè is nog aan ⁄t ungerhanjele (Haelen), onderhandele (Mechelen), ongerhandelle (Klimmen), ongerhanjele (Sittard, ... ), oonderhandele (Maastricht), weer zeen aan ⁄t ungerhanjele (Susteren), òngerhanjele (Sittard), òngerhanjnele (Nunhem), òngərhanjələ (Holtum), ôngerhanjele (Kinrooi, ... ), Algemene opmerking: invuller twijfelt over het spellingssysteem (Veldeke). Aangezien de lijst normaal (dus in gewoon Nederlands) is ingevuld, heb ik de lijst letterlijk overgenomen, dus niet(s) omgespeld!  ongder handele (Eijsden), Opm. o zweemt iets naar oe.  ongerhandele (Leuken), ps. omgespeld volgens Frings.  ondər hāndələ (Tongeren), ou̯ŋəranʔələ (Kinrooi), oŋəran⁄ələ (Ophoven), oͅndrandələ (Halen), oͅndərandələ (Hasselt), oͅndəra͂ndələ (Niel-bij-St.-Truiden), oͅndərhandələ (Hasselt, ... ), oͅndərhāndələ (Borgloon), oͅnərhānələ (Hoeselt), oͅnərhānəl’n (Diepenbeek), ps. omgespeld volgens Frings. Onder de a (van "...han...") staat nog een rondje; dit heb ik niet meegenomen in de omspelling. Misschien bedoelt invuller een "a met een rondje erboven"(en dus omgespeld: a)?  oͅndərhandələ (Bocholt), ps. omgespeld volgens Frings. Tussen de "a met een rondje en een punt erboven"staat nog een ~; deze combinatieletter is niet te maken/om te spellen en heb alleen de "a met een rondje en een punt erboven"omgespeld: å.  a͂nərhānələ meͅdə man (Gelieren/Bret), overeen zijn: ps. omgespeld volgens Frings.  evərzēͅn ziə (Teuven), raad hebben: rood hèn (Eksel), troggelen: ps. omgespeld volgens Frings.  trøgələ (Oud-Waterschei), zich bedenken: zich bedinke (Hoensbroek) Inventarisatie uitdrukkingen voor: in onderhandeling zijn over een bepaalde koop [in beding zijn met iemand?] [N 21 (1963)] || loven en bieden, de waren aanprijzen [koopman] en er een prijs voor bieden (koper) [handelen] [N 89 (1982)] || marchanderen [ZND 01 (1922)] III-3-1
onderhands onder de hand: onder de hand (Eys), onger de hank verkoope (Heerlen), ôngerdehantj (Neeritter), onder handen hebben: onger häng hubbe (Belfeld), ongər hanj hubbe (Swalmen), onderhand: ongerhandj (Posterholt), onderhands: onderhands (Epen), onderhandsch (Arcen, ... ), onderhandsj (Horn), onderhans (Amby, ... ), onderhansch (Merselo), onderhansj (Susteren), ongehans (Montfort), onger änsch (Lutterade), ongerhandjs (Echt/Gebroek), ongerhands (Berg-en-Terblijt), ongerhandsch (Genooi/Ohé, ... ), ongerhandsj (Munstergeleen), ongerhangs (Maasbree), ongerhanjdsj (Schinveld), ongerhanjs (Asenray/Maalbroek, ... ), ongerhans (Maasbracht), ongerhansch (Oirsbeek), ongerhendsch (Broeksittard), ongerhengs (Puth), ongerhenjs (Schinnen), ongerhensch (Schaesberg), ongerhensj (Obbicht), onkerhangs (Baarlo), oonderhaands (Eijsden, ... ), oonderhands (Horst), oonderhans (Meterik), oongerhandsch (Sint-Odiliënberg), oongerhentsj (Reuver), ōnderhandsch (Meerlo), ōnderhāṣndsch (Heijen), ŏĕnderhans (Schimmert), ŏngerhangs (Steyl), ŏŏnder haans (Well), ŏŏnderhaands (Gennep), ŏŏnderhaans (Blitterswijck), ŏŏnderhands (Swolgen), ŏŏnderhandsch (Afferden, ... ), ŏŏng-nger-hendsj (Vijlen), ŏŏngerhandsch (Klimmen), ŏŏngerhanks (Grubbenvorst), ungerhands (Hoensbroek), ŭngerhans (Herten (bij Roermond)), òngerhands (Velden), ônderhans (Meerssen), ônderhânds regele (Oirlo), ùngerhänjs (Sittard), (o; bijna oo).  onderhands (Venlo), Opm. o zweemt naar oe.  ongerhandsj (Buchten), ps. algemene opmerking: in vragenlijst staat een dubbele ? boven de o; waarschijnlijk niet goed genoteerd. Heb het geïnterpreteerd en ingevoerd als een: ø (dus niet omgespeld!).  ŏngerhansj (Buggenum), ps. boven de a staat nog een ?; deze combinatieletter is niet te maken, omgespeld is het inderdaad een a.  oangerhenjs (Guttecoven), ongerhansch (Stevensweert), ónderhansch (Heer), onderlings: oengerlings (Einighausen), ongerlings (Helden/Everlo, ... ), ongerlingsch (Dieteren), oŏngerlings (Grevenbicht/Papenhoven), ŏëngerlijgs (Panningen), Opm. o zweemt naar oe.  ongerlings (Buchten), uit de hand: oes de hank (Simpelveld), oet de haand (Eijsden), oet de handj lêêne (Beegden), oet de hantj (verkoopen) (Brunssum), oet der hant (Mechelen) onderhandsch [SGV (1914)] || schuld die niet schriftelijk is vastgelegd [handschuld?] [N 21 (1963)] III-3-1