e-WLD begrippen 

 
 
Filteren...

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
onderste schijf het rad: ǝt rat (Ottersum), schopplaat: sxø̜pplǭt (Ottersum), sxǫpplǭt (Ottersum), schopschijf: šøpšī̄f (Tegelen), trapschijf: trapšī̄f (Tegelen) Het vliegwiel dat aan de onderzijde van de verticale as van een trapschijf is gemonteerd en met behulp van de voeten in beweging wordt gebracht. [N 49, 27b; monogr.] II-8
ondersteken de nester onder zich steken: dǝ nɛstǝr oŋǝr zix štē̜xǝ (Bleijerheide), ondersteken: oŋǝrstē̜kǝ (Stein) Wanneer een stuk hout met een scheve hoek in een ander stuk hout moet worden ingelaten, zoals dit bij de bevestiging van traptreden in spil of trapboom voorkomt, wordt aan de zijde van de scherpe hoek het hout afgesnuit ten einde te vermijden dat men de groeven of nesten zou moeten ondersteken, d.i. onder een scherpe hoek insteken, waardoor bij enigszins wringen een deel van het hout zou kunnen afsplijten. [N 55, 120b] II-9
onderstel bak: bak (Berlingen, ... ), bakje: bɛkskǝ (Bommershoven), balken: balǝkǝ (Heks), bankje: beŋkskǝ (Berlingen), bɛŋkskǝ (Herk-de-Stad, ... ), bɛ̄̄.ŋskǝ (Lanaken, ... ), blok: blǫk (Alken, ... ), drie-/drijpoot: dripwot (Meerssen), dripūt (Tungelroy), drē̜jpuǝt (Sevenum), dręjpuǝt (Helden), drijpikkel: drē̜jpekǝl (Jeuk), kas: kas (Ordingen), kist: kis (Hoeselt), molenblok: møjlǝblǫk (Broekom), onderstel: oŋǝrstɛl (Geulle), poten: pi (Zutendaal), piøt (Neeritter), poǝt (Susteren), puǝtǝ (Bleijerheide, ... ), py (Maastricht), pyj (Weert), pyǝj (Weert), pyǝt (Ell, ... ), pȳt (Waubach), pȳǝt (Boekend, ... ), pø̄t (Guttecoven, ... ), pø̜jt (Ophoven), pōtǝ (Tungelroy), pūtǝ (Mechelen), pūwtǝ (Jeuk), pūwǝtǝ (Tessenderlo), pūwǝʔǝ (Tessenderlo), pūǝtǝ (Hoensbroek), pǫwtǝ (Alken, ... ), (enk)  pōǝt (Leuken), spoelebeen: spōlǝbīǝn (Sevenum), stoeltje: stølkǝ (Lauw), stumpelen: štømpǝlǝ (Hoensbroek, ... ), trapje: trɛ.pkǝ (Kanne), verhoog: varhø̄̄jx (Gutschoven), verhoogsel: varhøxsǝl (Wellen), varhø̄̄xsǝl (Groot-Gelmen), voet: vuǝt (Stevoort), voetje: vy.tšǝ (Sluizen), zakkebed: zakǝbe̜̜t (Diepenbeek), zakkestoel: zakǝstū.l (Lauw), zetsel: zɛtsǝl (Vliermaalroot) Het geheel van drie poten en een blad van een spinnewiel. [N 34, B3] || Onderstel aan de onderzijde van de meelpijp waar de zak op wordt geplaatst. [Vds 167; Coe 157; Grof 189] II-3, II-7
onderstel voor het blok bed: bed (Munstergeleen), beton: bǝtǫ̃ (Bommershoven), betonblok: bętǫ̃.blǫk (Rutten), betonnen blok: bǝtǫnǝ blǫk (Lanaken, ... ), blauwe steen: blǫwǝ stę̄.n (Lanaken), boets: bots (Kanne), bok: bok (Neeroeteren), boomstoel: bōmštōl (Heerlen), draagbalk: draagbalk (Grevenbicht / Papenhoven), drager: drager (Heerlen), het gemetst: ǝt ˲gǝmɛts (Heks), houten gestel: hǭ.tǝ gǝstɛl (Lauw), houten werk: hǫwtǝ we ̞rǝk (Rothem), hǫwtǝ wę̄rǝk (Rutten), kader: kādǝr (Neeroeteren), muur: muǝr (Ordingen), muurtje: mørkǝ (Maastricht), platform: platfø̜rm (Groot-Gelmen), ros: rǫs (Bree, ... ), sokkel: sǫkǝl (Kanne), stoel: stu.l (Sluizen), stuǝl (Berlingen, ... ), stō.l (Bree, ... ), stoel van eiken balken: stu.l van ēkǝ balǝkǝ (Mal), voet: vu.t (Tongeren), vuǝt (Berlingen, ... ), vūt (Sint-Truiden), vūǝt (Rutten), waterzolder: wɛtǝrzǫldǝr (Sint-Lambrechts-Herk) Het houten of stenen onderstel waar het blok op rust. Het houten onderstel bestond in de regel uit een gebinte uit stijlen en dwarsbalken dat op de bedding was aangebracht. Bij veel molens was het in de loop der jaren vervangen door een stenen muurtje of een betonnen blok. Zie ook afb. 75. [Jan 80; Coe 72; Grof 94; A 42A, 4; A 42A, 5; N O, 28c] II-3
ondersteunen (de muur) opvangen: op˲vaŋǝ (Heerlen), (een muur) schoren: sxǫwǝrǝ (Tessenderlo), šoǝrǝ (Schimmert), šǭrǝ (Montfort, ... ), (een muur) stijpen: stēpǝ (Mopertingen), štipǝ (Jabeek), štīpǝ (Klimmen), štīǝpǝ (Hoensbroek), (een muur) stutten: støtǝ (Meijel, ... ), (een) bouw zetten: bǫ.w zɛtsǝ (Chevremont  [(Julia)]   [Domaniale]), enǝ bǫw zętsǝ (Kerkrade  [(Domaniale)]   [Julia]), ę.ŋǝ bǫ.w zę.tǝ (Eys  [(Oranje-Nassau I / III / IV)]   [Domaniale]), (een) bouwwerk zetten: bǫwwɛrk zɛtsǝ (Bleijerheide  [(Domaniale)]   [Domaniale]), apôyeren: apujērǝ (Zie mijnen  [(Beringen / Zolder / Houthalen / Zwartberg / Winterslag / Waterschei / Eisden)]  [Laura, Julia]), belen zetten: belen zetten (Lanklaar  [(Eisden)]   [Eisden]), boheren: boheren (Zonhoven  [(Zwartberg)]   [Zolder]), bohērǝ (Zie mijnen  [(Beringen / Zolder / Houthalen / Zwartberg / Winterslag / Waterschei / Eisden)]  , ...[Domaniale]  [Beringen, Zolder, Houthalen, Zwartberg, Winterslag, Waterschei, Eisden]), bouwen: bouwen (Brunssum  [(Emma / Hendrik / Wilhelmina)]   [Eisden]), bowǝ (Eisden  [(Eisden)]  , ... [Oranje-Nassau II, Emma, Hendrik]  [Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau II, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV]), buwǝ (Buchten  [(Maurits)]  , ... [Maurits]  [Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV]  [Maurits]  [Maurits]  [Maurits]), buwǝn (Nieuwstadt  [(Maurits)]   [Winterslag, Waterschei]), bǫwǝ (Bleijerheide  [(Domaniale)]  , ... [Maurits]  [Domaniale, Wilhelmina]  [Emma, Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau II, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV]  [Willem-Sophia]  [Domaniale]), bouwen leggen: bø̜j lęqǝ (Zie mijnen  [(Domaniale / Laura / Willem-Sophia / Oranje-Nassau II / Oranje-Nassau III / Emma / Maurits)]  [Winterslag, Waterschei]), bouwen zetten: bouwen zetten (Brunssum  [(Emma / Hendrik / Wilhelmina)]  , ... [Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau II, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV]  [Emma, Hendrik, Wilhelmina]), byj zętǝ (Nieuwstadt  [(Maurits)]   [Emma]), bøj zɛtǝ (Heerlen  [(Emma)]   [Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau II, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV]), bø̜j zętǝ (Heerlen  [(Oranje-Nassau I-IV)]   [Julia]), bø̜j zɛtsǝ (Chevremont  [(Julia)]   [Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV]), bǫwǝ zętǝ (Heerlen  [(Oranje-Nassau I-IV)]   [Maurits]), de berg stijpen: dǝr bɛrx štipǝ (Waubach  [(Laura / Julia)]   [Zwartberg, Waterschei]), de berg stutten: dǝ bɛrx štøtǝ (Buchten  [(Maurits)]   [Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV]), een bouw legen: enǝ bǫ.w lēǝjǝ (Bleijerheide  [(Domaniale)]   [Domaniale, Laura, Willem-Sophia, Oranje-Nassau II, Oranje-Nassau III, Emma, Maurits]), een stempel zetten: een stempel zetten (Lanklaar  [(Eisden)]   [Eisden]), een stijp deronder zetten: e ̞nǝ štip˱ droŋǝr zɛtsǝ (Bleijerheide), het dak ondersteunen: ǝt dāk oŋǝrštø̄nǝ (Klimmen  [(Oranje-Nassau I / III / IV)]   [Zwartberg, Waterschei]), het dak stijpen: hǝt dāk stipǝ (As  [(Zwartberg / Waterschei)]   [Maurits]), het dak stutten: ǝt dāk štøtǝ (Lutterade  [(Maurits)]   [Maurits]), kaders zetten: kaders zetten (Genk  [(Winterslag / Waterschei)]   [Eisden]), kādǝrs zɛtǝ (Hamont  [(Eisden)]   [Eisden]), met een bred opvangen: met˱ ē brɛt˱ op˲vaŋǝ (Bleijerheide), met een stijp opvangen: met˱ e ̞nǝ štip˱ op˲vaŋǝ (Bleijerheide), onderstijpen: ondǝrstepǝ (Berverlo), onǝrstęjpǝ (Genk), onǝrstīpǝ (Meeuwen), ǫndǝrstøpǝ (Sint-Truiden), onderstutten: ondǝrstøtǝ (Zie mijnen  [(Beringen / Zolder / Houthalen / Zwartberg / Winterslag / Waterschei / Eisden)]  [Emma, Maurits]), ondervangen: ondǝrvaŋǝ (Ulestraten), oŋǝrvaŋǝ (Klimmen), ophouden: ǫphawǝ (Oud-Caberg), opschoren: ǫpšōrǝ (Neeritter), opstijpen: opstipǝ (Meeuwen), ǫpstipǝ (Houthalen, ... ), opstutten: ǫpstøtǝ (Montfort), ǫpštøtǝ (Hoensbroek, ... ), plaatsenderen: platsǝndērǝ (Waubach  [(Laura / Julia)]   [Zwartberg]), schamperen: šɛ̄mpǝrǝ (Tungelroy), schoren: sxōrǝ (Leuken, ... ), šōrǝ (Tungelroy), šǭrǝ (Bree, ... ), schragen: sxrāgǝn (Lommel), schutten: šøtǝ (Oud-Caberg), stempels en belen bouwen: stempels en belen bouwen (Genk  [(Winterslag / Waterschei)]   [Beringen, Zolder, Houthalen, Zwartberg, Winterslag, Waterschei, Eisden]), stempels zetten: stɛmpǝls zɛtǝ (Hamont  [(Eisden)]   [Eisden]), stijlen zetten: stijlen zetten (Oirsbeek  [(Emma)]   [Maurits]), štilǝ zętǝ (Nieuwenhagen  [(Oranje-Nassau II / Emma / Hendrik)]   [Julia]), štilǝ zɛtsǝ (Chevremont  [(Julia)]   [Winterslag, Waterschei]), štīlǝn zętǝ (Nieuwstadt  [(Maurits)]   [Oranje-Nassau II, Emma, Hendrik]), stijpen: stajpǝ (Tongeren), stejpǝ (As  [(Zwartberg / Waterschei)]   [Laura, Julia]), sti.pǝ (Tungelroy), stipǝ (Ell, ... ), štipǝ (Epen, ... ), stijperen: stipǝrǝ (Blitterswijck, ... ), stutten: støtǝ (Eisden  [(Eisden)]  , ... [Beringen, Zolder, Houthalen, Zwartberg, Winterslag, Waterschei, Eisden]  [Maurits]  [Eisden] [Maurits] ), štytǝ (Herten), štøtǝ (Geleen  [(Maurits)]  , ... [Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau II, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV]  [Oranje-Nassau II, Emma, Hendrik]  [Emma]  [Maurits] ), štø̜tǝ (Heerlen  [(Emma)]  , ... [Domaniale] ), stutten zetten: štøtǝ zętǝ (Lutterade  [(Maurits)]   [Emma]), stützen: štytsǝ (Bleijerheide  [(Domaniale)]   [Maurits]), uitbouwen: utbōǝwǝ (Waubach  [(Laura / Julia)]   [Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau II, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV]), ø̜̄jtbǫwǝ (Zie mijnen  [(Beringen / Zolder / Houthalen / Zwartberg / Winterslag / Waterschei / Eisden)]  [Laura, Julia]), ū.t˱b˙ǫwǝ (Eys  [(Oranje-Nassau I / III / IV)]   [Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV]), ūsbǫwǝ (Kerkrade  [(Domaniale)]   [Beringen, Zolder, Houthalen, Zwartberg, Winterslag, Waterschei, Eisden]), ūtbuwǝ (Klimmen  [(Oranje-Nassau I / III / IV)]   [Domaniale]), ūtbǫwǝ (Heerlen  [(Oranje-Nassau I-IV)]   [Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV]), verbouwen: verbouwen (Genk  [(Winterslag / Waterschei)]   [Zwartberg, Waterschei]), vǝrbowǝ (As  [(Zwartberg / Waterschei)]   [Emma, Hendrik, Wilhelmina]) Een muur onderschragen met een stut of schoor. Zie voor de fonetisch niet gedocumenteerde vormen het lemma 'Muur'. [N 31, 48a; monogr.] || Houten of metalen ondersteuningen plaatsen. In de mijnen van Waterschei en Winterslag maakt men volgens de invuller uit Q 3 een verschil tussen "kaders zetten" en "stempels en belen bouwen". Met de eerste woordgroep duidt men het ondersteunen in galerijen aan, met de tweede het ondersteunen in pijlers. Het woordtype "apôyeren" wordt met name gebruikt in de mijnen van Beringen, Winterslag, Zolder, Houthalen en Waterschei (Vanwonterghem pag. 49). [N 95, 291; N 95, 321; N 95, 289; N 95, 575; monogr.; Vwo 63; Vwo 151; Vwo 560; Vwo 759; Vwo 808] II-5, II-9
ondersteunen van mijngangen bouwen: bowǝ (Kelmis), uitbouwen: ūtbowǝ (Kelmis), verbouwen: vǝrbowǝ (Kelmis) De mijngangen, schachten, hulpschachten e.d. met ondersteuningen stutten. [monogr.] II-4
ondersteuning bohets: bohats (Zonhoven  [(Zwartberg)]   [Beringen, Zolder, Houthalen, Zwartberg, Winterslag, Waterschei, Eisden]), bohe̞tš (Zie mijnen  [(Beringen / Houthalen)]  [Beringen, Zolder, Houthalen, Zwartberg, Winterslag, Waterschei, Eisden]), bohɛts (Zolder  [(Zolder)]   [Zwartberg]), bǫhęts (Zie mijnen  [(Beringen / Zolder / Houthalen / Zwartberg / Winterslag / Waterschei / Eisden)]  [Zolder]), boisage: bwasāš (Zie mijnen  [(Beringen / Zolder / Houthalen / Zwartberg / Winterslag / Waterschei / Eisden)]  [Emma]), bouw: bouw (Bleijerheide  [(Domaniale)]  , ... [Domaniale, Wilhelmina]  [Domaniale]  [Domaniale]  [Julia]  [Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau II, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV]  [Eisden]), bow (As  [(Zwartberg / Waterschei)]   [Emma]), bu (Geleen  [(Maurits)]   [Winterslag, Waterschei]), buw (Klimmen  [(Oranje-Nassau I / III / IV)]  , ... [Maurits]  [Maurits]  [Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV]  [Maurits]), bōw (Heerlen  [(Emma)]  , ... [Oranje-Nassau II, Emma, Hendrik]  [Laura, Julia]), bōǝw (Waubach  [(Laura / Julia)]   [Eisden]), bǫ.w (Eys  [(Oranje-Nassau I / III / IV)]  , ... [Emma, Hendrik, Wilhelmina]  [Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV]), bǫw (Brunssum  [(Emma / Hendrik / Wilhelmina)]  , ... [Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau II, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV]  [Domaniale]  [Zwartberg, Waterschei]), bǭw (Zie mijnen  [(Eisden)]  [Maurits]), kader: kader (Genk  [(Winterslag / Waterschei)]   [Eisden]), kādr (Zie mijnen  [(Beringen / Zolder / Houthalen / Zwartberg / Winterslag / Waterschei / Eisden)]  [Emma, Maurits]), kādǝr (Hamont  [(Eisden)]   [Beringen, Zolder, Houthalen, Zwartberg, Winterslag, Waterschei, Eisden]), onderstutting: ondǝrstøteŋ (Zie mijnen  [(Beringen / Zolder / Houthalen / Zwartberg / Winterslag / Waterschei / Eisden)]  [Zwartberg, Waterschei]), stijp: stejp (As  [(Zwartberg / Waterschei)]   [Winterslag, Waterschei]), stutting: støteŋ (Zie mijnen  [(Beringen / Zolder / Houthalen / Zwartberg / Winterslag / Waterschei / Eisden)]  [Beringen, Zolder, Houthalen, Zwartberg, Winterslag, Waterschei, Eisden]), verbouwing: verbouwing (Genk  [(Winterslag / Waterschei)]   [Beringen, Houthalen]) Ondersteuningselement voor mijngangen, bestaande uit een raamwerk van twee of meer houten of metalen palen of balken. Het woordtype "kader" is volgens de invuller uit Q 3 van toepassing op een ondersteuning voor een galerij. In een pijler daarentegen worden "stempels" en "belen" gebruikt. [N 95, 317; N 95, 290; monogr.; Vwo 152; Vwo 154; Vwo 164; Vwo 402; Vwo 561; Vwo 761] II-5
ondersteuning in de schacht bouw: bōw (Kelmis) Ondersteuning bestaande uit vier balken. De afstand tussen de balken varieerde al naar gelang de hardheid van het gesteente. [monogr.] II-4
ondersteuning, betimmering van een mijngang bekleding van een gang: bǝklęjeŋ van ęjnǝ gaŋk (Nieuwstadt  [(Maurits)]   [Wilhelmina]), bouwwerk: buwwɛrk (Buchten  [(Maurits)]   [Emma]), bōwwɛ̄rk (Heerlen  [(Emma)]   [Laura, Julia]), bōǝwwɛrk (Waubach  [(Laura / Julia)]   [Domaniale]), bǫwwɛrk (Bleijerheide  [(Domaniale)]  , ... [Maurits]  [Domaniale]  [Domaniale]), de bouwen: dǝ bø̜j (Spekholzerheide  [(Willem-Sophia)]   [Wilhelmina]), houteren bouwwerk: hōtsǝrǝ bǫwwɛrk (Bleijerheide  [(Domaniale)]   [Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau II, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV]), ijzeren bouwwerk: īzǝrǝ bǫwwɛrk (Bleijerheide  [(Domaniale)]   [Domaniale]), stutwerk: stutwerk (Kerkrade  [(Wilhelmina)]   [Willem-Sophia]), uitbouw: ūsbǫw (Bleijerheide  [(Domaniale)]  , ... [Winterslag, Waterschei]  [Domaniale]), ūtbuw (Klimmen  [(Oranje-Nassau I / III / IV)]   [Domaniale]), ūtbǫw (Heerlerheide  [(Oranje-Nassau I-IV)]   [Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV]), verbouwing: verbouwing (Genk  [(Winterslag / Waterschei)]   [Zwartberg, Waterschei]), vǝrboweŋ (As  [(Zwartberg / Waterschei)]   [Maurits]) Algemene benaming voor de ondersteuningen als geheel van een ondergrondse ruimte. [N 95, 289; monogr.] II-5
ondersteuningen losmaken lozen: lyǝzǝ (Kerkrade  [(Domaniale)]  , ... [Domaniale, Laura, Willem-Sophia, Oranje-Nassau II, Oranje-Nassau III, Emma, Maurits] [Eisden]), lüften: løftǝ (Kerkrade  [(Domaniale)]  , ... [Domaniale, Laura, Willem-Sophia, Oranje-Nassau II, Oranje-Nassau III, Emma, Maurits] [Domaniale]), vrijmaken: vręjmāxǝ (Kerkrade  [(Domaniale)]   [Oranje-Nassau III, Emma, Maurits]), vrīmākǝ (Zie mijnen  [(Oranje-Nassau III / Emma / Maurits)]  [Domaniale]) Ondersteuningen losmaken, A. om beschadigde stijlen en kappen te verwijderen en te vervangen door nieuwe; B. om te voorkomen dat ondersteuningen door de druk op de zijwanden en dak worden beschadigd. In het eerste geval gebruikte men op de Domaniale het woordtype "lüften", in het tweede het woordtype "lozen" (Lochtman pag. 71/181). [monogr.; N 95, 510] II-5