25653 |
opbakken |
dobbelbakken:
(het brood wordt) dǫbǝlgǝbakǝ (Q097p Ulestraten),
nabakken:
nojbakǝ (Q180p Mal),
opbakken:
opbakǝ (Q121c Bleijerheide, ...
Q035p Brunssum,
Q191p Cadier,
L291p Helden,
P176a Melveren,
L321p Neeritter,
L290p Panningen,
L318b Tungelroy,
L271p Venlo),
ǫbakǝ (Q082p Munsterbilzen),
oppijpen:
oppī-jpǝ (L270p Tegelen),
oppīpǝ (Q198p Eijsden, ...
Q193p Gronsveld,
L292p Heythuysen,
L265p Meijel,
L270p Tegelen),
oppīpǝn (L163p Ottersum),
oppuffen:
oppø̜fǝn (Q193p Gronsveld),
opstomen:
opštōmǝ (L299p Reuver),
opwarmen:
(het brood wordt) opgǝwɛrmt (Q003p Genk, ...
Q203p Gulpen),
opwermǝ (Q035a Rumpen),
opwęrǝmǝ (Q099q Rothem),
opwɛ.rmǝ (L290p Panningen),
opwɛrmǝ (L250p Arcen, ...
Q035p Brunssum,
Q198p Eijsden,
Q202p Eys,
Q021p Geleen,
Q113p Heerlen,
Q187a Heugem,
L292p Heythuysen,
Q121p Kerkrade,
L432a Koningsbosch,
P176p Sint-Truiden,
L331p Swalmen,
Q117a Waubach),
opwɛrmǝn (Q198b Oost-Maarland, ...
Q015p Stein),
opwɛrǝmǝ (Q095p Maastricht, ...
Q204p Wittem),
opwɛrǝmǝn (K278p Lommel),
ǫpwęrǝmǝ (Q002p Hasselt, ...
Q012p Rekem),
ǫpwɛrmǝ (L317p Bocholt),
stomen:
(het brood wordt) gǝstǭmp (Q097p Ulestraten),
terug in de oven zetten:
terug in de oven zetten (K359p Koersel),
terug inschieten:
trīx ęnsxīǝtǝ (P056p Stokrooie),
terug opbakken:
tǝrøx obbakǝ (L312p Neerpelt),
tweede bak:
twędǝ bak (K314p Kwaadmechelen),
vers maken:
virs mākǝ (L372p Maaseik),
verwarmen:
vǝrwɛrmǝn (P176b Bevingen)
|
In N 29, 79b werd gevraagd naar de wijze waarop men oud brood opbakte. De antwoorden op deze vraag zijn verwerkt in deze semantische toelichting. Een veel voorkomende methode van opbakken is het brood nat maken met b.v een borstel. Vervolgens wordt het in de oven gelegd totdat het doorwarmd is. Dit duurt zo''n 5 à 10 minuten. Men kan het brood ook opstomen. Als de oven tamelijk warm is, gooit men er een pot water in. Het water verdampt en het brood zet men 5 à 10 minuten in de oven. Men kan het brood ook v√≥√≥r of na het gewone bakken, wanneer de oven niet zo heet is, in de oven leggen gedurende tien minuten. Na het eruithalen legt men het brood onder een doek, zodat men de warmte en de wasem erin laat dringen.' [N 29, 97a; N 29, 97b; monogr.]
II-1
|
17913 |
opbergen |
ewegdoen:
ə weg dōē (Q196p Mheer),
opbergen:
obberge (L324p Baexem, ...
L326p Grathem,
L434p Limbricht,
L331p Swalmen),
obergə (Q112p Voerendaal),
oopbergə (L246p Horst),
opbege (L267p Maasbree),
opberge (L300p Beesel, ...
L269p Blerick,
L269b Boekend,
L320a Ell,
Q193p Gronsveld,
L328p Heel,
L288b Laar,
L246b Melderslo,
L299p Reuver,
L373p Roosteren,
Q118p Schaesberg,
Q098p Schimmert,
Q030p Schinveld,
L266p Sevenum,
L270p Tegelen,
L270p Tegelen,
Q097p Ulestraten,
L271p Venlo,
L271p Venlo,
Q208p Vijlen),
opbergen (L250p Arcen, ...
L295p Baarlo,
L269p Blerick,
L381p Echt/Gebroek,
L291p Helden/Everlo,
L324a Leveroy,
L376p Linne,
L290p Panningen,
L318p Stramproy,
L210p Venray),
opbergĕ (L377p Maasbracht),
opbergə (Q202p Eys, ...
L374p Thorn),
opberrege (Q095p Maastricht, ...
Q192p Margraten,
Q099p Meerssen),
opberregge (Q111p Klimmen),
opberrige (L288a Ospel),
opbäerige (L265p Meijel),
opbèrrege (L165p Heijen, ...
Q095p Maastricht),
opbérge (L159a Middelaar),
ŏpbĕrgə (L381b Pey),
òpberge (Q117a Waubach),
opruimen:
opruime (Q095p Maastricht),
oprumen (Q117a Waubach),
opruume (L217p Meerlo, ...
L268p Velden,
Q205p Wahlwiller),
opruumen (L265p Meijel, ...
L266p Sevenum),
opruumə (L269a Hout-Blerick),
vortdoen:
voet doa (Q204a Mechelen),
vortkramen:
voet krooəmə (Q222p Vaals),
wegbergen:
(wegberge) (Q021p Geleen),
waegberge (L266p Sevenum),
wegdoen:
wechdoa (Q197p Noorbeek),
wegdao (Q203p Gulpen),
wegdoon (L269p Blerick),
wèe doon (L269a Hout-Blerick),
wegleggen:
wechlègkə (Q103p Berg-en-Terblijt),
weglegge (Q021p Geleen),
wegleGGe (Q032a Puth),
weglegge (L266p Sevenum),
wèglegge (L265c Beringe),
opbergen als zodanig komt volgens de informant niet voor.
wegleggen (L300p Beesel),
wegzetten:
wegzette (Q197p Noorbeek),
wegzettə (Q030p Schinveld),
opbergen als zodanig komt volgens de informant niet voor.
wegzetten (L300p Beesel)
|
opbergen [DC 38 (1964)]
III-1-2
|
32163 |
opboenen |
opblinken:
ǫp˱bleŋkǝ (Q083p Bilzen),
opwrijven:
ǫp˲vręjvǝ (Q083p Bilzen),
ǫp˲vrīvǝ (Q095p Maastricht),
uitboenen:
ūt˱bunǝ (L387p Posterholt),
uitereensmeren:
ǫwtǝrēnsmē̜rǝ (Q083p Bilzen),
uitpoetsen:
ūtputsǝ (L387p Posterholt)
|
De was met behulp van de boenborstel of boendoek uitborstelen of uitwrijven. [N 56, 59b]
II-12
|
25581 |
opbollen |
bollen maken:
bø̜l mākǝ (Q202p Eys, ...
L318b Tungelroy),
bolletjes maken:
bølkes mākǝ (Q018p Geulle),
brood maken:
brōt mǭkǝ (Q180p Mal),
het deeg vormen tot bollen:
het deeg vormen tot bollen (Q030p Schinveld),
in de bol zetten:
en dǝ bol zetǝ (Q035a Rumpen),
in de opbol leggen:
en dǝ opbǫl lęgǝ (L269p Blerick),
kluiten maken:
klytǝ mākǝ (L164p Gennep),
kluitjes maken:
kløtšǝs mǫakǝ (P176a Melveren),
op de bol zetten:
op dǝ bǫl zętǝ (L163p Ottersum),
ǫp dǝ bǫl zøtǝ (L317p Bocholt),
opbollen:
oboln (K278p Lommel),
obolǝ (Q072p Beverst),
opbollen (P176b Bevingen, ...
L269p Blerick,
Q193p Gronsveld,
Q036p Nuth,
Q198b Oost-Maarland,
Q015p Stein),
opbolǝ (L383p Melick, ...
L270p Tegelen),
opbōlǝn (P176b Bevingen),
opbǫlǝ (L250p Arcen, ...
Q019p Beek,
Q035p Brunssum,
Q113p Heerlen,
L291p Helden,
L330p Herten,
Q187a Heugem,
L292p Heythuysen,
L269a Hout-Blerick,
Q121p Kerkrade,
K359p Koersel,
L432a Koningsbosch,
L377p Maasbracht,
L372p Maaseik,
Q095p Maastricht,
Q180p Mal,
L265p Meijel,
L321p Neeritter,
L290p Panningen,
L299p Reuver,
Q099q Rothem,
P176p Sint-Truiden,
Q020p Sittard,
L432p Susteren,
L331p Swalmen,
L270p Tegelen,
Q097p Ulestraten,
L271p Venlo,
Q112p Voerendaal,
Q204p Wittem),
opbǫlǝn (L163p Ottersum),
ǫbǫlǝ (Q002p Hasselt, ...
Q082p Munsterbilzen,
Q012p Rekem,
P177p Zepperen),
ǫpbǫlǝ (P056p Stokrooie),
opdegen:
opdē̜gǝ (Q203p Gulpen),
opdraaien:
opdri-jǝ (Q038p Amstenrade, ...
Q197p Noorbeek),
opkneden:
opknē̜ (Q028p Jabeek),
opmaken:
opmākǝ (Q021p Geleen, ...
L372p Maaseik),
opmāxǝ (Q121c Bleijerheide),
opmǭkǝn (Q198b Oost-Maarland),
opmǭǝkǝ (Q198p Eijsden),
ǫpmākǝ (P056p Stokrooie),
oprollen:
oprǫlǝ (L414p Houthalen, ...
L163p Ottersum),
uprǫlǝ (K314p Kwaadmechelen),
opwerken:
opwerkǝ (P176p Sint-Truiden),
opwęǝrǝkǝ (Q193p Gronsveld),
opwɛ̄rkǝ (L312p Neerpelt),
ǫpwęrǝkǝ (Q002p Hasselt),
opzetten:
opsętsǝn (Q121p Kerkrade),
opzętzǝ (Q121e Kaalheide),
opzɛtǝ (Q204p Wittem),
rollen:
rǫlǝ (Q121c Bleijerheide, ...
Q035p Brunssum,
L318b Tungelroy),
rond maken:
roŋk mākǝ (Q117a Waubach),
ronden:
ronjǝ (Q038p Amstenrade),
tot bollen maken:
tot˱ bø̜l mākǝ (L163p Ottersum),
trullen:
trølǝ (Q003p Genk)
|
Bollen van de potaarde maken om ze in de plaats te werpen waar ze getrapt moeten worden. [N 49, 8b] || De afgewogen deegstukken opbollen. Het opbollen dient om een mooie ronde bol te verkrijgen, waardoor het vormen van het brood veel gemakkelijker kan geschieden, dan wanneer men dit van het direct afgewogen stuk moet doen (Schoep blz. 99). Verder dient het om de fijnheid van rijs te beïnvloeden en de kleefstof soepeler te maken. Het opbollen kan met de hand of machinaal plaatsvinden. [N 29, 34; N 29, 30b; monogr.]
II-1, II-8
|
25632 |
opbollen van het beschuitdeeg |
afstansen:
afstansǝn (Q035p Brunssum),
beschuitrol maken:
bǝšȳtrol mākǝ (Q197p Noorbeek),
bollen rollen:
bǫlǝ rǫlǝ (P176a Melveren),
bolletjes maken:
bø̜lkǝs mǭkǝ (Q198b Oost-Maarland),
fonzen maken:
fonzǝ mākǝ (Q204p Wittem),
opbollen:
oboln (K278p Lommel),
obǫlǝ (Q082p Munsterbilzen),
opbollen (P176b Bevingen, ...
L269p Blerick,
Q193p Gronsveld,
L269a Hout-Blerick,
Q036p Nuth,
Q015p Stein,
Q112p Voerendaal),
opbǫlǝ (L250p Arcen, ...
Q113p Heerlen,
L291p Helden,
L292p Heythuysen,
L432a Koningsbosch,
L372p Maaseik,
Q095p Maastricht,
Q180p Mal,
L265p Meijel,
L290p Panningen,
Q099q Rothem,
P176p Sint-Truiden,
L270p Tegelen,
Q097p Ulestraten,
L271p Venlo),
opbǫlǝn (L163p Ottersum),
ǫbǫlǝ (P177p Zepperen),
ǫpbǫlǝ (Q083p Bilzen, ...
P056p Stokrooie),
ǫpbǫlǝn (L317p Bocholt),
opdegen:
opdē̜gǝ (Q203p Gulpen),
opmaken:
opmaken (Q187a Heugem),
opmākǝ (Q021p Geleen),
oprollen:
uprǫlǝ (K314p Kwaadmechelen),
ǫprǫlǝ (Q012p Rekem),
opwerken:
opwerken (L312p Neerpelt),
opwerǝkǝ (P176p Sint-Truiden),
opzetten:
opzętzǝ (Q121e Kaalheide),
pofjes maken:
pøfkǝs mākǝn (Q028p Jabeek),
rollen:
rǫlǝ (Q193p Gronsveld),
rondmaken:
roŋkmāxǝ (Q121p Kerkrade),
verdelen:
verdelen (Q003p Genk),
vǝrdē̜lǝ (L163p Ottersum)
|
[N 29, 59a]
II-1
|
26787 |
opborrelen van het grondwater |
omhoogkomen van het water:
(men zegt) ǝt wātǝr kømt omhuǝx (L266p Sevenum),
opbortelen:
opbortǝlǝ (L265p Meijel),
opkoken:
opkōkǝ (L288a Ospel)
|
Grondwater kan op een gegeven moment bulten vormen in de put. [I, 46a]
II-4
|
27769 |
opbraak |
aufbrok:
awfbrox (Q121c Bleijerheide
[(Domaniale)]
, ... [Laura, Julia]
Q121p Kerkrade
[(Domaniale)]
[Domaniale]),
awfbrux (Q119p Eygelshoven
[(Laura / Julia)]
, ... [Domaniale]
Q121p Kerkrade
[(Domaniale)]
[Domaniale]),
ǫwfbrux (Q113p Heerlen
[(Oranje-Nassau I-IV)]
, ... [Domaniale]
Q112a Heerlerheide
[(Oranje-Nassau I-IV)]
, [Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau II, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV]
Q121p Kerkrade
[(Domaniale)]
[Domaniale]),
beurkê:
børkę̃ (Q012p Rekem
[(Zwartberg / Eisden)]
, ... [Zolder, Houthalen, Zwartberg, Winterslag, Waterschei, Eisden]
Q000 Zie mijnen
[(Zolder / Houthalen / Zwartberg / Winterslag / Waterschei / Eisden)]
, [Beringen, Zolder, Houthalen, Zwartberg, Winterslag, Waterschei, Eisden]
Q001p Zonhoven
[(Zwartberg)]
[Zwartberg, Eisden]),
opbraak:
opbraak (L426p Buchten
[(Maurits)]
, ... [Maurits]
Q121a Chevremont
[(Julia)]
, [Beringen, Zolder, Houthalen, Zwartberg, Winterslag, Waterschei, Eisden]
Q021p Geleen
[(Maurits)]
, [Emma]
Q113p Heerlen
[(Emma)]
, [Wilhelmina]
Q121p Kerkrade
[(Wilhelmina)]
, [Julia]
Q111p Klimmen
[(Oranje-Nassau I)]
, [Emma]
L433p Nieuwstadt
[(Maurits)]
, [Maurits]
Q033p Oirsbeek
[(Emma)]
, [Oranje-Nassau I]
Q015p Stein
[(Maurits)]
, [Maurits]
L374p Thorn
[(Maurits)]
[Maurits]),
opbrāk (Q035p Brunssum
[(Emma / Hendrik / Wilhelmina)]
, ... [Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV]
Q113p Heerlen
[(Oranje-Nassau I-IV)]
, [Oranje-Nassau II, Emma, Hendrik]
Q111p Klimmen
[(Oranje-Nassau I / III / IV)]
, [Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau II, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV]
L265p Meijel
[(Emma / Maurits)]
, [Maurits]
Q117p Nieuwenhagen
[(Oranje-Nassau II / Emma / Hendrik)]
, [Zwartberg, Waterschei]
L374p Thorn
[(Maurits)]
[Emma, Hendrik, Wilhelmina]),
ǫ.p˱brā.k (Q202p Eys
[(Oranje-Nassau I / III / IV)]
[Emma, Maurits]),
ǫpbrāk (L417p As
[(Zwartberg / Waterschei)]
[Domaniale]),
ǫp˱brāk (Q000 Zie mijnen
[(Beringen / Zolder / Houthalen / Zwartberg / Winterslag / Waterschei / Eisden)]
[Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV]),
opbrok:
opbrox (Q121c Bleijerheide
[(Domaniale)]
[Laura, Julia]),
opbrux (Q117a Waubach
[(Laura / Julia)]
[Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau II, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV]),
ophouw:
ophǫ.w (Q121c Bleijerheide
[(Domaniale)]
[Emma]),
schachtje:
šēǝtjǝ (Q113p Heerlen
[(Emma)]
, ... [Willem-Sophia]
Q121b Spekholzerheide
[(Willem-Sophia)]
[Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau II, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV]),
šęǝtjǝ (Q112a Heerlerheide
[(Oranje-Nassau I-IV)]
, ... [Domaniale]
Q121p Kerkrade
[(Domaniale)]
[Zwartberg])
|
Een blinde schacht die in opwaartse richting wordt gedreven. De invuller uit L 417 merkt daarover voor de mijnen in Zwartberg en Waterschei op dat een opbraak en een neerbraak (zie het lemma Neebraak) een "beurkê", d.w.z. een blinde schacht, in opbouw zijn. [N 95, 183; N 95, 78; monogr.; Vwo 206; Vwo 567]
II-5
|
27770 |
opbraakschoor |
longrine:
loŋren (Q000 Zie mijnen
[(Beringen / Zolder / Houthalen / Zwartberg / Winterslag / Waterschei / Eisden)]
[Domaniale]),
opbraakschoor:
ǫp˱brāksxōr (Q000 Zie mijnen
[(Beringen / Zolder / Houthalen / Zwartberg / Winterslag / Waterschei / Eisden)]
[Beringen, Zolder, Houthalen, Zwartberg, Winterslag, Waterschei, Eisden])
|
Verticale balk van een schachtbekleding dienend tot het versterken van de schachtramen. [Vwo 482; Vwo 568]
II-5
|
27771 |
opbraakstoel |
schachtstoel:
šātštōl (Q121p Kerkrade
[(Domaniale)]
[Beringen, Zolder, Houthalen, Zwartberg, Winterslag, Waterschei, Eisden]),
stoel:
stoel (Q000 Zie mijnen
[(Beringen / Zolder / Houthalen / Zwartberg / Winterslag / Waterschei / Eisden)]
[Domaniale])
|
Het fundament van de ondersteuning van een schacht, opbraak of neerbraak, bestaande uit een vloerraam, staanders, tussenbalkjes en een kopraam. [monogr.; N 95, 760 add.]
II-5
|
26874 |
opbreken van baggerturf |
baggerd omtrekken:
bagǝrt ømtrękǝ (L210p Venray),
baggerd opdoen:
bagǝrt opdōn (L288a Ospel),
opbreken:
opbrē̜kǝ (L265p Meijel, ...
L288a Ospel,
L266p Sevenum),
uitbreken:
ūtbrē̜kǝ (L288a Ospel)
|
Als de snijvlakken ingedroogd zijn, worden de turfblokken om de andere rij opgenomen en neergezet op de rijen blokken die zijn blijven staan. Al naar gelang het weer meer of minder droog is geweest, geschiedt dit opbreken zo''n 14 tot 21 dagen na het spreiden van de veensprei. [I, 109a]
II-4
|