e-WLD begrippen 

 
 
Filteren...

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
robinia acacia: acacia (Diepenbeek, ... ), acasia (Doenrade, ... ), acasiá (Ubachsberg), acazía (Ittervoort), accacia (Blerick, ... ), accasia (Maastricht), accazia (Amby), akaaziaa (Herten (bij Roermond)), akasia (Houthalen, ... ), akazia (Sevenum), akazija (Meeswijk), akā.sii̯a v. (Ingber), akā.sija v. (Eys), akkaasia (Epen), akâsia (Hoeselt), der acasia (Vaals), eine accacia (Schimmert), kacia (Klimmen), ocazia (Eksel), àkkàsià (Tongeren), #NAME?  akkasia (Klimmen), Bree Wb.  acacia (Bree), eigen fon. aanduidingen  akazia (Ell), eigen spellingsysteem  acacia (Meerlo, ... ), acasia (Merkelbeek), akkazia (Schinnen), Endepols  acacia (Maastricht, ... ), akkazia (Maastricht, ... ), ideosyncr.  acacia (Eijsden, ... ), accasia (Sittard), akasia (Sittard), akkasia (Gronsveld, ... ), IPA, omgesp.  akazia (Kwaadmechelen), NCDN  áácáásiáá (Stevensweert), ook  acasia (Boekend), oude spellingsysteem  acacia (Meijel), Veldeke  acacia (Haelen), akkasia (Echt/Gebroek), akkazia (Klimmen), Veldeke / eventueel aangevuld met systeem Jones  accasia (Gulpen), Veldeke 1979, nr. 1  d’n áccacia (Venray), Veldeke aangepast  accacia (Tienray), Veldens dialekt  acacia (Velden), WBD / WLD  acazia (Beesel), akasia (Reuver), WBD-WLD  ààkááziáá (Roermond), WBD/WLD  aakaaziaa (Kapel-in-t-Zand), acacia (Lutterade, ... ), akasia (As), akāāziāā (Maastricht), kāāziāā (Urmond), àkkaassieà (Grevenbicht/Papenhoven), àkáásià (Susteren), ààkààzijáá (Maastricht), ákáázĭĕáá (Heerlen), WBD\\WLD  àkkààzĭĕjáá (Amstenrade), WLD  acacia (Born, ... ), acasia (Kesseleik, ... ), acazia (Venray), acācia (Schimmert), accasia (Tungelroy), akasia (Gulpen, ... ), akasïa (Itteren), akazia (Venlo), akkasia (Sevenum), akkáásiáá (Montfort), akààsiaa (Guttecoven), àkààsiàà (Venlo), ákáásiáá (Itteren), WLD (De o is niet voldoende gedifferentiëerd; vandaar soms –)  àkáázĭĕjáá (Haelen), ± WLD  acacia (Vlijtingen), akkazie (Ospel), kasia (Weert), canadas: canadas (Schinnen), driedoorn: driedeure (Valkenburg, ... ), driedorentjeshout: accasia  driedorentjes hout (Vlijtingen), els: eigen spellingsysteem (zie boek P. Abrahams, 1980.) Kromm-nels-en `Graoveberg  els (Neer), es: eigen spellingsysteem  es (Neer), WLD ook wel  èsje (Schinnen), esdoorn: esdoorn (Boekend, ... ), ideosyncr.  de asdoorn (Hoensbroek), Veldeke  esjdoorn (Waubach), gouden regen: WBD/WLD gouden regen  goljə [rééchən} (Kapel-in-t-Zand), sneeuwbes: snaabes (Jeuk), zilveren regen: WLD  zilverə-réégen (Gennep) acacia [N 92 (1982)] || acacia, driedoorn || De acacia; heeft 10-35 cm. grote varenachtige bladeren samengesteld uit deelblaadjes van 3-5 cm lengte; in het begin van de zomerdraagt de boom hangende bloemtrossen; de takken wijzen soms naar boven (acacia, asdoorn). [N 82 (1981)] || Hoe noemt U: acacia [N 50 (1972)] III-4-3
rochelen grochelen: grøͅxələ (Loksbergen), hoesten: hooste (Oost-Maarland), kaatsen: kaatsje (Ubachsberg), kitsen: kitse (Tungelroy), klarken: klarke (Herten (bij Roermond)), klarreke (Tungelroy), klieken: klèèke (Blerick), i.e. uitspuwen.  kleke (Tegelen), klorken: klorreke (Tungelroy), kruchen: krochen (Hamont), kwalsteren: 2x  kwalstere (Venlo), kwatsen: kwaatsje (Sittard), opkotsen: ópkótse (Ubachsberg), reutelen: reutele (Geleen, ... ), rootele (Berg-en-Terblijt, ... ), rotele (Elsloo, ... ), rotelen (Meers), rottelen (Stein), rèùtele (Venlo), rôôtele (Puth), rötelen (Heijen), roachele= poken  reutele (Heek), rochelen: raochele (Amby, ... ), raogele (Roermond), rechele (Gronsveld), roachele (Houthem, ... ), rochele (Afferden, ... ), rochelen (Echt/Gebroek, ... ), rochgele (Nederweert), rochələ (Swalmen), roexələ (Montzen), rogele (Maasniel), rogelen (Roosteren), roggele (Heerlen, ... ), roggelen (Hoensbroek), roggelle (Gulpen), roochele (Leunen), roochelen (Sint-Odiliënberg), roëchele (Panningen), rōchele (Meerlo, ... ), rōēchele (Susteren), rŏachele (Guttecoven), rŏchele (Baarlo, ... ), rŏĕchele (Posterholt), rŏŏchele (Grevenbicht/Papenhoven, ... ), rŏŏchelen (Reuver), rŏŏgele (Simpelveld), roͅxələn (Bocholt), ruchele (Kerkrade, ... ), ruchelen (Oost-Maarland), rūchelen (Urmond), rŭchele (Eys, ... ), rèùchele (Nieuwenhagen), ròchele (Grevenbicht/Papenhoven, ... ), ròggele (Obbicht), ròòchele (Buchten, ... ), róchele (Boukoul, ... ), rógele (Berg-aan-de-Maas), róggele (Thorn), rôchele (Beegden, ... ), rôchele (?) (Hoensbroek), rôchële (Herten (bij Roermond)), röchele (Bleijerheide, ... ), röggele (Mechelen, ... ), røͅxələ (Loksbergen), rùchele (Sittard), Uitdr.: - wiej ein aod menke.  rochele (Nunhem), rotsen: rotsə (Heerlerheide), schrapen: schrāpen (Maastricht), uitsmijten: oe.tsjmīē.te (Panningen) fluimen door de keel opbrengen. [ZND m] || ongemanierd spuwen, met rochelend geluid || rochelen [SGV (1914)], [ZND m], [ZND m], [ZND m] || rochelen [klieke, kwalsteren, kwaaieren] [N 10a (1961)] || rochelend hoesten III-1-2
rochet kleed: kleid (Maastricht), klieed (Oirlo), koorkleed: koeërkleed (Waubach), koralenkleren: krōālekleer (Hoeselt), misdienaarskleed: mesdeenerskleid (Bocholt), mèsdienerskleed (Diepenbeek), misdiendersrochet (<fr.): mèsdeendersrojèt (Valkenburg), miskleed: mes klijt (Opglabbeek), rochet (fr.): bochet (Terlinden), dr rochet (Nieuwenhagen), rochet (Bocholtz, ... ), rochèt (Maastricht), rokèt (Mechelen-aan-de-Maas), rosjet (Maasbree, ... ), rosjèt (Maastricht, ... ), rosjət (Schinnen), rósjèt (Klimmen, ... ), røͅkeͅt (Baarlo), rəkét (Loksbergen), rəsjèt (Nieuwenhagen), t rochet (Gulpen), rochetje (<fr.): rochetteken (Neerpelt), rokkētsje (Boorsem), rok: rok (Hechtel, ... ), rokje: rékske (Eigenbilzen), røͅkskə (Beesel), rokkelen: röchele (Epen), rökkel (Nieuwstadt), rökkele (Doenrade, ... ), røͅkəl (Baarlo, ... ), røͅkələ (Montfort), t rökkele (Waubach), rokkelet: rokkelét (Geulle), rokkelien: rokkelien (Maastricht, ... ), rokkeltje: røͅkəlkə (Ell), schatten: spottende benaming  schatte (Tessenderlo), superplie (<lat.): de surpli (Tongeren), dər syrpli (Montzen), superplie (Merselo, ... ), superpliej (Tienray), suplie (Sint-Truiden), sypərpli (Meijel), om de vele plooitjes  surpli (Jeuk), wit kleed: wit kleed (Siebengewald) De paramenten, de liturgische gewaden. [N 96A (1989)] || Het korte witte kleed over de misdienaarstoog [rochet, rökkele?]. [N 96B (1989)] III-3-3
rode aalbes aal: iel (Maastricht), aalber: ilber (Mheer), oalber (Berg-en-Terblijt, ... ), De vrucht van een aalbessenstruik (bes, zembes, troskesbes, zeebes, bezing, aalbeer, miemer).  aolber (Valkenburg, ... ), aalberen: De vrucht van een aalbessenstruik (bes, zembes, troskesbes, zeebes, bezing, aalbeer, miemer).  aalbéérə (Venlo), aolbère (Schimmert), aolbére (Thorn), verzamelfiche, ook mat. van ZND01, u en ZND02, 4  elbərə (Genk), aalbessen: oalbes (Griendtsveen), De vrucht van een aalbessenstruik (bes, zembes, troskesbes, zeebes, bezing, aalbeer, miemer).  aalbes (Hoensbroek), verzamelfiche, ook mat. van ZND01, u en ZND02, 4  aalbes (Paal), aardberen: verzamelfiche, ook mat. van ZND01, u en ZND02, 4  airbeer (Wijchmaal), ābīere (Borgloon), angsberen: aksbêr (Grevenbicht/Papenhoven), angsbèr (Buchten), De vrucht van een aalbessenstruik (bes, zembes, troskesbes, zeebes, bezing, aalbeer, miemer).  aksbéer (Born), beertjes: De vrucht van een aalbessenstruik (bes, zembes, troskesbes, zeebes, bezing, aalbeer, miemer).  bīerke (Ospel), beren: bear (Hunsel), beêr (Thorn), bêr (Leunen), [puntje onder de 2e e  bīēēr (Heel), De vrucht van een aalbessenstruik (bes, zembes, troskesbes, zeebes, bezing, aalbeer, miemer).  beer (Zonhoven, ... ), bîêrə (Grathem, ... ), b‧ĭĕjer (Thorn), rooje, witte, zwarte bêre  bêr (Gennep), verzamelfiche, ook mat. van ZND01, u en ZND02, 4  ber (Halen), bēiren (Velm), bēi̯r (Donk (bij Herk-de-Stad), ... ), WLD roej, witte, zwarte beere De vrucht van een aalbessenstruik (bes, zembes, troskesbes, zeebes, bezing, aalbeer, miemer).  beer (Tungelroy), bessen: De vrucht van een aalbessenstruik (bes, zembes, troskesbes, zeebes, bezing, aalbeer, miemer).  bes (Meijel), eigen fon. aanduidingen De vrucht van een aalbessenstruik (bes, zembes, troskesbes, zeebes, bezing, aalbeer, miemer).  bes (Meijel), Endepols De vrucht van een aalbessenstruik (bes, zembes, troskesbes, zeebes, bezing, aalbeer, miemer).  bes (Maastricht), bezingen: verzamelfiche, ook mat. van ZND01, u en ZND02, 4  beezige (Lommel), biemelen: bimmel (Eupen), verzamelfiche, ook mat. van ZND01, u en ZND02, 4  bimmel (Baelen), biməl (Eupen), hanenberen: hḁ.nebe.re (Hasselt), hondsberen: (hongsbeer) (Weert), hóngsbieër (Altweert, ... ), jansberen: verzamelfiche, ook mat. van ZND01, u en ZND02, 4  jazəbe:rə (Voort), johannisberen: verzamelfiche, ook mat. van ZND01, u en ZND02, 4  johannisbeere (Eupen), koezelen: verzamelfiche, ook mat. van ZND01, u en ZND02, 4  koesjele (s-Gravenvoeren), kraaltjes: één zoo n aalbes  krelk6 (Putbroek), kraaltjesberen: mv: -en  krellekesbéren (Gennep), WLD de witte en rode soort De vrucht van een aalbessenstruik (bes, zembes, troskesbes, zeebes, bezing, aalbeer, miemer).  krèllekəs-béérə (Gennep), kroezelen: krōēzël (Tongeren), De vrucht van een aalbessenstruik (bes, zembes, troskesbes, zeebes, bezing, aalbeer, miemer).  kroeschel (Noorbeek), kroesel (Ubachsberg), De vrucht van een aalbessenstruik (bes, zembes, troskesbes, zeebes, bezing, aalbeer, miemer). (kronsel)  kroeschel (Eijsden), rode bes De vrucht van een aalbessenstruik (bes, zembes, troskesbes, zeebes, bezing, aalbeer, miemer).  kroesel (Jeuk, ... ), verzamelfiche, ook mat. van ZND01, u en ZND02, 4  kroezel (s-Gravenvoeren), ± WLD De vrucht van een aalbessenstruik (bes, zembes, troskesbes, zeebes, bezing, aalbeer, miemer). = stekelbezien  kroosele (Vlijtingen), lievevrouwebeertjes: levrouwebeerke (Nederweert), lievevrouwebeerke (Weert), lievevrouwkebeertjes: leevevrouwkebieërke (Altweert, ... ), maalsberen: De vrucht van een aalbessenstruik (bes, zembes, troskesbes, zeebes, bezing, aalbeer, miemer).  maolsbieĕren (Ittervoort), marmbastel: [ ? marmbartel - moeilijk leesbaar]  marmbastel (Horn), mieberen: mv: -e (...)  miebere (Nuth/Aalbeek), miemelen: miemel (Eys, ... ), miemele (Heek, ... ), miemele (mv.) (Bocholt, ... ), miemele mv (Heerlen), miemmel (Gulpen), miem’mel (Bleijerheide, ... ), mimele (Sint-Martens-Voeren), mimmele (Rimburg), mīēmel (Vijlen), m‧iməl (Sint-Martens-Voeren, ... ), , zwart of rood  miĕməl (Posterholt), aalbes  mîêmmel (Rimburg), alleen mv  mimmele (Wijlre), mimmelen (Wijlre), De vrucht van een aalbessenstruik (bes, zembes, troskesbes, zeebes, bezing, aalbeer, miemer).  mi.məl v. (Eys, ... ), miemel (Gulpen, ... ), miemele (Kesseleik, ... ), miemelle (Vijlen), miemmele (Kerkrade), mieməl (Hulsberg), mimmel (Gulpen), mīēmel (Swalmen), mīēməl (Nieuwenhagen), mĭĕmel (Klimmen), mĭĕməl (Epen, ... ), mìemel (Simpelveld), Endepols De vrucht van een aalbessenstruik (bes, zembes, troskesbes, zeebes, bezing, aalbeer, miemer).  miemel (Maastricht, ... ), Himbeere, Johannisbeere  mī.məl (Eygelshoven, ... ), m‧iməl (Eygelshoven, ... ), mv: -e  miemele (Welten), V.  miemel (Mechelen, ... ), Veldeke  miemmel (Waubach), ’n mìemel (Klimmen), Veldeke / eventueel aangevuld met systeem Jones De vrucht van een aalbessenstruik (bes, zembes, troskesbes, zeebes, bezing, aalbeer, miemer).  miemel (Gulpen), verzamelfiche, ook mat. van ZND01, u en ZND02, 4  miemele (Sint-Martens-Voeren, ... ), mimmel (Teuven), mīmel (Sippenaken), vr.  mĭĕmel (Heerlen), miemelten: De vrucht van een aalbessenstruik (bes, zembes, troskesbes, zeebes, bezing, aalbeer, miemer).  miemelte (Swalmen), rode en witte bessen  miemelte (Swalmen), miemer: mie:mer (Roermond), miemer (Baarlo, ... ), miemmer (Wellerlooi), miemr (Well), mimer (Afferden, ... ), mièmer (Venlo), mīēmer (Arcen, ... ), míémer (Sevenum), (? miermer - moeilijk leesbaar) De vrucht van een aalbessenstruik (bes, zembes, troskesbes, zeebes, bezing, aalbeer, miemer).  miemer (Vaals), De vrucht van een aalbessenstruik (bes, zembes, troskesbes, zeebes, bezing, aalbeer, miemer).  miemer (Blerick, ... ), miemər (Kapel-in-t-Zand), mimər (Wijnandsrade), miêmer (Venlo), mīēmer (Beesel, ... ), mīēmər (Roermond, ... ), mĭĕmər (Heerlen), mìemer (Horst), eigen fon. aanduidingen De vrucht van een aalbessenstruik (bes, zembes, troskesbes, zeebes, bezing, aalbeer, miemer).  miemer (Maastricht), v.  miemer (Beesel), Veldeke 1979, nr. 1 De vrucht van een aalbessenstruik (bes, zembes, troskesbes, zeebes, bezing, aalbeer, miemer).  de miemer (Venray), Veldeke aangepast De vrucht van een aalbessenstruik (bes, zembes, troskesbes, zeebes, bezing, aalbeer, miemer).  miēmer (Tienray), Veldens dialekt De vrucht van een aalbessenstruik (bes, zembes, troskesbes, zeebes, bezing, aalbeer, miemer).  miemer (Velden), WLD aalbes De vrucht van een aalbessenstruik (bes, zembes, troskesbes, zeebes, bezing, aalbeer, miemer).  miemer (Sevenum), miemerberen: mv: -e  miemerbè:re* (Venray), miemeren: miemere (Gennep, ... ), miemere (mv.) (Reuver), miemere (mvb.) (Venlo), miemeren (Wanssum), miemeren (mv.) (Grathem, ... ), mùmmërë (Hoeselt), "onbekende enquête  miemere (Roermond), aalbessen  miemere(n) (Thorn), De vrucht van een aalbessenstruik (bes, zembes, troskesbes, zeebes, bezing, aalbeer, miemer).  meummĕre (Hoeselt), miemere (Steyl, ... ), mimere (Roermond), mīēmərə (Venlo), eigen fon. aanduidingen De vrucht van een aalbessenstruik (bes, zembes, troskesbes, zeebes, bezing, aalbeer, miemer).  miemere (Neer), mv.  mie’mere (Tegelen), mimere (Venray), mv: -e  mie:mere* (Panningen), miemere (Born, ... ), miemere* (Roermond), mv: -e (...)  miemere (Nuth/Aalbeek), mv: -en  miemeren (Melderslo, ... ), rode bes  miemere (Stevensweert), rode bessen  miemere (Ubachsberg), miemerten: mi:m6rt* (Pey), miemert (Asenray/Maalbroek, ... ), miemerte (Elen, ... ), mijmerte (mv.) (Maaseik), mimert (Montfort), mimerte (Heythuysen), mimmerte (Genooi/Ohé, ... ), mīēmert (Buggenum), "onbekende enquête  miemerte (Sittard), , rode en witte  miemerte (mv.) (Neeritter), , zwart of rood  miemərt (Montfort), aalbes  miemert (Swalmen), miemerte (Swalmen), aalbessen  mimerte (Herkenbosch, ... ), d. zijn de witte en roode  miemerte (Neeritter), De vrucht van een aalbessenstruik (bes, zembes, troskesbes, zeebes, bezing, aalbeer, miemer).  miemert (Doenrade), miemerte (Pey, ... ), miemərtə (Grathem, ... ), mīē-mört (Stevensweert), eigen fon. aanduidingen De vrucht van een aalbessenstruik (bes, zembes, troskesbes, zeebes, bezing, aalbeer, miemer).  miemerte (Ell, ... ), mv.  miemerete (sleept.) (Echt/Gebroek), miêmerte (Altweert, ... ), mv: -e  mie:merte* (Panningen), miemerte (Echt/Gebroek, ... ), roode aalbes  miemert (Beegden), Veldeke De vrucht van een aalbessenstruik (bes, zembes, troskesbes, zeebes, bezing, aalbeer, miemer).  miemer(te) (Haelen), verzamelfiche, ook mat. van ZND01, u en ZND02, 4  meimert (Maaseik), mimerte (Ophoven), mimerten (Molenbeersel), witte en roode  mimerte (Dieteren), WLD (De o is niet voldoende gedifferentiëerd; vandaar soms –) De vrucht van een aalbessenstruik (bes, zembes, troskesbes, zeebes, bezing, aalbeer, miemer).  mīēmərt (Haelen), miemertjes: miemerkes (Tungelroy, ... ), De vrucht van een aalbessenstruik (bes, zembes, troskesbes, zeebes, bezing, aalbeer, miemer). klein bessen van een zelfde soort  miemerkes (Meijel), eigen fon. aanduidingen De vrucht van een aalbessenstruik (bes, zembes, troskesbes, zeebes, bezing, aalbeer, miemer).  miemerkes (Meijel), Nijmeegs (WBD) De vrucht van een aalbessenstruik (bes, zembes, troskesbes, zeebes, bezing, aalbeer, miemer).  mīēmərkəs (Meijel), Venlo e.o. De vrucht van een aalbessenstruik (bes, zembes, troskesbes, zeebes, bezing, aalbeer, miemer).  miemerke (Maasbree), verzamelfiche, ook mat. van ZND01, u en ZND02, 4  miemerke (Molenbeersel), moerberen: De vrucht van een aalbessenstruik (bes, zembes, troskesbes, zeebes, bezing, aalbeer, miemer).  moerbeer (Houthalen), ransberen: verzamelfiche, ook mat. van ZND01, u en ZND02, 4  ransbē‧rə (Aalst-bij-St.-Truiden), ransbeͅ:rə (Aalst-bij-St.-Truiden), rode aalberen: roe-j aolbie-ere (Weert), verzamelfiche, ook mat. van ZND01, u en ZND02, 4  rui̯j ālbēr (Beringen), rode aalbessen: roe:j aalbes* (Heerlen), rode beertjes: roe-e-j bie-e-rkus (Weert), roej beerkes (Gors-Opleeuw), roeëi bierkus (Weert), roeëj beerkes (Nederweert), rooi bierkes (Hushoven, ... ), rooj bierkes (Linkhout), aalbessen  rōēëj bee.rkes (Hasselt), witte en rode bessen  rōēëj bee.rkes (Hasselt), rode beren: roe bère (Halen), roeej bieere (Heel), roei bie:re* (Heel), roei biehre (Genk), roej beer (Ospel), roej bere (Zonhoven), roej biere (As, ... ), roej bère (Bevingen, ... ), rooj beren (Hasselt), rooje bêêr* (Grathem), roojə beer (Nederweert), róej beire (Hasselt), =rode bessen  roei biehre (Genk), De vrucht van een aalbessenstruik (bes, zembes, troskesbes, zeebes, bezing, aalbeer, miemer).  rōēj bīēre (As), mv: -e  roei beere (Stramproy), roij bee:re* (Thorn), rooej bee:re* (Stramproy), rooie bè:re* (Mook), verzamelfiche, ook mat. van ZND01, u en ZND02, 4  roeï beer (Velm), roj bēr (Kuringen), roode beert (Halen), rooi beer (As), rooi beire (Aalst-bij-St.-Truiden), rooi biër (As), rui̯j bērə (Herk-de-Stad), ruj bērə (Hasselt), rūi̯j bēr (Sint-Huibrechts-Lille), rūə berə (Halen), WBD/WLD = rode aalbes  rōēi bīērə (As, ... ), rode bessen: rooj beze (Hulst/Konijnsberg, ... ), mv: bè:ze*  rooie bè:ze* (Mook), Oostham heet "Ham" bij L.Janssen  rooj beze (Oostham), verzamelfiche, ook mat. van ZND01, u en ZND02, 4  rooi bezen (Lommel), rode bezin: roej bezië (Lommel), verzamelfiche, ook mat. van ZND01, u en ZND02, 4  rooj biszies (Lommel), rooj biszieën (Lommel), rode biemelen: verzamelfiche, ook mat. van ZND01, u en ZND02, 4  ruə bimələ (Welkenraedt), rode braamberen: verzamelfiche, ook mat. van ZND01, u en ZND02, 4  rōēj brōēmbeer (Hasselt), rode jansberen: verzamelfiche, ook mat. van ZND01, u en ZND02, 4  rōjə jasəbēr (Voort), rode kroezelen: roj kroezele (Heks, ... ), verzamelfiche, ook mat. van ZND01, u en ZND02, 4  roei kroesel (Borlo, ... ), roeij kroesel (Montenaken), roi kruzəl (Rijkel), roj krūzələ (Vliermaal), rooi kroesele (s-Herenelderen, ... ), rooi kroezel (Wellen), rooi kroezelen (Jesseren), rode kroezels: roej krusels (Buvingen), rooj kroesels (Rijkel), rode bessen  roeij kroesels (Jeuk), verzamelfiche, ook mat. van ZND01, u en ZND02, 4  rooi kroezels (Ulbeek), ru:j krusəls (Mielen-boven-Aalst), rode kroezeltjes: rooj kruzelkes (Nerem, ... ), verzamelfiche, ook mat. van ZND01, u en ZND02, 4  roiə krysəlkəs (Riksingen), rode miemelen: roe-6 miem-m6l (Wijlre), roej miemele (Sint-Pieters-Voeren), mv: -6  roe6 miem6l6* (Eys), mv: -e  roewe miemele (Gulpen, ... ), rooie miemele (Klimmen, ... ), roë miemele (Heerlerheide), rode miemer: roai miemer* (Maasbracht), roei-miemer (Maasbree), roj miemer (Venray, ... ), rojje miemer (Oostrum), De vrucht van een aalbessenstruik (bes, zembes, troskesbes, zeebes, bezing, aalbeer, miemer).  roeëje miemer (Oirlo), rode miemerberen: mv: -e  rooi miemerbè:re* (Venray), rode miemeren: roei miemeren (Steyl), roej miemere (Baarlo), roj meu:mmere* (Tongeren), rooi miemere (Heythuysen), rooj meumere (Hoeselt, ... ), mv: -e  roe-i miemere (Blerick), roeije miemere (Venlo), roeje miemere (Venlo), rooi miemere (Venray), rooie miemere (Bocholt, ... ), mv: -e of wiemerte  roewaai miemere (Dieteren), mv: -e(n)  roei miemere(n) (Venlo), mv: -en  roe:je mie:meren* (Wanssum), roei miemeren (Steyl), roeie miemeren (Blerick), rooijemiemeren (Lottum), rode bessen  roeëj mie:mere (Blitterswijck, ... ), roode  roj miemere (Merselo), rode miemerten: roai miemerte (Putbroek), roe:j6 mie:m6rt6* (Putbroek, ... ), roeej miemerte (Heel), roei mimerte (Helden/Everlo), roeëj miemert (Herten (bij Roermond)), rooi miemert (Haelen), rooi miemerte (Herten (bij Roermond)), [of mv? HB]  roaj miemerte (Herten (bij Roermond)), mv: -e  roai miemerte* (Maasbracht), roaj mimerte (Beegden), rooije miemerte (Sint-Odiliënberg), rooj miemerte (Roggel), één zoo n aalbes  roe:j mie:m6rt6* (Putbroek), rode olber: verzamelfiche, ook mat. van ZND01, u en ZND02, 4  roeie ŏ‧lber (Amby), rode sint-jansberen: verzamelfiche, ook mat. van ZND01, u en ZND02, 4  roei sint-jansbieren (Opitter), roej sint-jansbiere (Neeroeteren), roode sint-jansbeer (Achel), rooi sint-jansberen (Kozen), rooij sint-jansbieren (Tongerlo), rooj sint-jansbēre (Kermt), roui sint-jansbeiren (Sint-Lambrechts-Herk), rode sint-jansbessen: verzamelfiche, ook mat. van ZND01, u en ZND02, 4  rooi sint-jansbes (Kaulille), rode wiemberen: mv: -e  roo wimbere (Brunssum), rode wiemelen: roe:ij wiemel* (Mheer), roej wiemele (Smeermaas, ... ), roēj wiemel (Noorbeek), roi wiemele (Hulsberg), rooj wiemele (Eigenbilzen, ... ), rōēj wīēməl (Lanaken), verzamelfiche, ook mat. van ZND01, u en ZND02, 4  roewe wimele (Welkenraedt), roj wīməl (Martenslinde), roode wiemelen (Zutendaal), rooi wiemele (Val-Meer, ... ), rue wimmel (Montzen), rode wiemer: roa wiemer (Geleen, ... ), roi wiemer (Valkenburg), roo wiemer (Nuth/Aalbeek), rooë wiemer (Oirsbeek), rowa wiemer* (Guttecoven), verzamelfiche, ook mat. van ZND01, u en ZND02, 4  rooi weimer (Bilzen), ruəj wīmər (Maastricht, ... ), rode wiemeren: rau wiemere (Schimmert), ro wiemerke* (Sittard), roa wiemere (Beek), roa wimeren (Geulle), roe wiemere (Kerkrade), roei wiem6r6 (Amby), roei wiemere (Borgharen), roei wiemeren (Maastricht), roi wiemeren (Geulle), roj wiemere (Beverst, ... ), roo wiemere (Nieuwstadt), rooi wiemerte (Schinnen), Fr. roi + j  rwoj wiemere (Meerssen), mv: -6  rowa wiemer6* (Guttecoven), mv: -e  roa wiemere (Geulle, ... ), roei wiemere (Amby), roo wimmere (Amstenrade), roë wiemere (Puth), mv: -e of wiemerte  roewaai wiemerte (Dieteren), roo: wiemere* (Einighausen), roo: wiemerte* (Einighausen), mv: wiemerte  rooi wiemerte (Buchten), oi in het Fr. mois; mv: -en  roij wiemeren (Urmond), oi van trois  roij wiemere (Stein), verzamelfiche, ook mat. van ZND01, u en ZND02, 4  roei wiemere (Amby), rode wiemerten: rooi wiemerten (Dilsen), verzamelfiche, ook mat. van ZND01, u en ZND02, 4  roej wiemert (Lanklaar), rōēi wiijmmert (Elen), sint-jansberen: sint jansbeer (Beverlo), sint-ja.nsbèèr (Gennep, ... ), sintjansbere (Achel, ... ), sintjansbiere (Genk, ... ), sintjansbèjre (Bevingen, ... ), sintjansbère (Alken, ... ), sintsjànsbeir (Hasselt), "Lillo" in de nabijheid van Houthalen  sintjansbere (Houthalen), De vrucht van een aalbessenstruik (bes, zembes, troskesbes, zeebes, bezing, aalbeer, miemer).  sint jansbeer (Eksel), St Jànsbiërə (Opglabbeek), De vrucht van een aalbessenstruik (bes, zembes, troskesbes, zeebes, bezing, aalbeer, miemer). Bree Wb.  Sint-Jansbiêre (Bree), verzamelfiche, ook mat. van ZND01, u en ZND02, 4  sent-jansbeərn (Zonhoven), sent-jansbēr (Peer), sent-janzbēi̯r (Sint-Truiden), sent-šanzbēi̯rə (Sint-Truiden), sint-jansbeer (Diepenbeek, ... ), sint-jansbeere (Kermt), sint-jansbeeren (Eksel, ... ), sint-jansbeire (Aalst-bij-St.-Truiden), sint-jansberen (Alken, ... ), sint-jansbēr (Sint-Huibrechts-Lille), sint-jansbēre (Linkhout, ... ), sint-jansbērə (Paal, ... ), sint-jansbērən (Sint-Huibrechts-Lille), sint-jansbiəre (Neeroeteren), sint-jansbéren (Beringen), sint-janzbiər (Bree), sint-tchanbeer (Kozen), z. L.J. p. 8  sintjansbee.ër (Zonhoven), sint-jansbessen: sintjansbeze (Hulst/Konijnsberg, ... ), IPA, omgesp. De vrucht van een aalbessenstruik (bes, zembes, troskesbes, zeebes, bezing, aalbeer, miemer).  sintjānzbes* (Kwaadmechelen), Oostham heet "Ham" bij L.Janssen  sintjansbeze (Oostham), verzamelfiche, ook mat. van ZND01, u en ZND02, 4  sint jansbeezen (Oostham), sint janzbe:zən (Tessenderlo), sint-jansbezin: sintjansbèzië (Kerkhoven), sint-janskroezelen: verzamelfiche, ook mat. van ZND01, u en ZND02, 4  sint-janskroezel (Wellen), sint-janskroezele (Wellen), sint-janskroezels: verzamelfiche, ook mat. van ZND01, u en ZND02, 4  sint-janskru-zəl (Hoepertingen), steekberen: De vrucht van een aalbessenstruik (bes, zembes, troskesbes, zeebes, bezing, aalbeer, miemer).  stékbàèr (Sevenum), wieberen: mv: -e (...)  wiebere (Nuth/Aalbeek), wiember: wiember (Brunssum), wumber (Schinveld), wiemberen: aalbessen  wiembere (Waubach), wimbere (Schinveld), De vrucht van een aalbessenstruik (bes, zembes, troskesbes, zeebes, bezing, aalbeer, miemer).  wimberu (Brunssum), wiemelen: wi:m6l6 (Sibbe/IJzeren), wiemel (Lutterade), wiémel (Gronsveld), wīēmel (Heer), w‧iməl (s-Gravenvoeren), -  wiemele (Maastricht), De vrucht van een aalbessenstruik (bes, zembes, troskesbes, zeebes, bezing, aalbeer, miemer).  wiemel (Geleen, ... ), wiemele (Maastricht, ... ), wiemələ (Maastricht, ... ), wiémel (Gronsveld), wīēmel (Geleen, ... ), wīēməl (Maastricht), ’n wiemel (Caberg), m.v.  wiemele (Sint-Pieter), mv: -e  wie:mele* (Heugem), wiemele (Maastricht), verzamelfiche, ook mat. van ZND01, u en ZND02, 4  wiemel (Rosmeer), wiemele (Montzen, ... ), wijmĕlĕ (Beverst), wimmel (s-Gravenvoeren), wiməl (Herderen), wīməl (Martenslinde), wĭmel (Montzen), wiemer: wiemer (Amby, ... ), wīēmer (Meerssen), "onbekende enquête  wiemer (Sittard), -  wiemere (Maastricht), De vrucht van een aalbessenstruik (bes, zembes, troskesbes, zeebes, bezing, aalbeer, miemer).  wie-mer (Neerharen), wie.mər (Maastricht), wiemer (Amby, ... ), wiemər (Maastricht, ... ), wīemər (Grevenbicht/Papenhoven), wīēmer (Doenrade, ... ), wīēmər (Amstenrade, ... ), wĭĕmər (Schinnen, ... ), De vrucht van een aalbessenstruik (bes, zembes, troskesbes, zeebes, bezing, aalbeer, miemer). (rode bes)  wiemer (Eijsden, ... ), Endepols roej of zwarte De vrucht van een aalbessenstruik (bes, zembes, troskesbes, zeebes, bezing, aalbeer, miemer).  wiemer (Maastricht), mrv. wieme  wiemer (Guttecoven), naar hare overeenkomst met druiven, wienbeere  wiemer (Valkenburg), V.  wīēmer (Borgharen), verzamelfiche, ook mat. van ZND01, u en ZND02, 4  wimər (Mechelen-aan-de-Maas), wī.mər (Opgrimbie), wīmər (Rekem), WBD/WLD (miem\\r ? - onduidelijk) De vrucht van een aalbessenstruik (bes, zembes, troskesbes, zeebes, bezing, aalbeer, miemer).  wiemər (Urmond), wiemeren: wiemere (Oirsbeek, ... ), wiemere (mv.) (Geleen, ... ), De vrucht van een aalbessenstruik (bes, zembes, troskesbes, zeebes, bezing, aalbeer, miemer).  wiemərə (Maastricht), wiĕmere (Schimmert), wīēmuru (Itteren), wīēmərə (Sittard), eig. wijnbessen; zwart6 wi:m6r6* = zwarte bessen  wi:m6r6* (Maastricht), eigen fon. aanduidingen De vrucht van een aalbessenstruik (bes, zembes, troskesbes, zeebes, bezing, aalbeer, miemer).  wiemere (Merkelbeek, ... ), Himbeere, Johannisbeere  ‧ɛmərə (Bocholtz), mv: -6 of wiemert6  wiemer6 (Guttecoven), mv: -e  wiemere (Amby, ... ), wiemere* (Amby), mv: -e (...)  wiemere (Nuth/Aalbeek), verzamelfiche, ook mat. van ZND01, u en ZND02, 4  wīmərə (Maastricht, ... ), wiemerten: wiemert (Einighausen, ... ), wiemerte (Mechelen-aan-de-Maas, ... ), wimər(t) (Meeswijk), De vrucht van een aalbessenstruik (bes, zembes, troskesbes, zeebes, bezing, aalbeer, miemer).  wiemert (Guttecoven), eigen fon. aanduidingen De vrucht van een aalbessenstruik (bes, zembes, troskesbes, zeebes, bezing, aalbeer, miemer).  wiemerte (Geleen), mv: -6 of wiemert6  wiemert6 (Guttecoven), verzamelfiche, ook mat. van ZND01, u en ZND02, 4  weimert (Elen), wiemert (Eisden, ... ), wimertə (Rotem), wimərt (Mechelen-aan-de-Maas), wiemertjes: De vrucht van een aalbessenstruik (bes, zembes, troskesbes, zeebes, bezing, aalbeer, miemer).  wiemerze (Sittard), wolbel: wolbel (Epen) [DC 13 (1945)] [DC 60A (1985)](aal)bes || aalbes [Heem 02.5 (1958)], [N 82 (1981)], [SGV (1914)], [SGV (1914)], [ZND 01 (1922)] || aalbes, vrucht van de aalbessenstruik || bes [SGV (1914)] || bes, tuinbes || bessen [SGV (1914)] || Hoe noemt u: de rode aalbes (rode bes, zeebeer) (soorten?) [N 72 (1975)] || rode aalbes [Heem 06.1 (1962)], [N 82 (1981)], [N 92 (1982)], [ZND 01 (1922)] || rode bessen [N 92 (1982)] || sint-jansbessen I-7
rode biet biet: bit (Berverlo, ... ), biǝt (Beringen), bēt (Martenslinde), bęi̯t (Bilzen, ... ), bīt (Herk-de-Stad, ... ), bietjes: bitǝkǝs (Zolder), eetbiet: ē̜tbēt (Beverst), eetkroot: ē̜tkruǝt (Helden, ... ), eetkroten: ēǝtkrø̜̄tǝ (Lottum), karoot: karōt (Geleen, ... ), karōǝt (Wijlre), karǫt (Baarlo), karǭt (Sint Huibrechts Lille, ... ), kǝrōt (Maastricht), kǝrūǝt (Bocholtz, ... ), kroot: kroat (Beek, ... ), krut (Arcen, ... ), kruǝt (Geistingen, ... ), kru̯at (Born, ... ), kru̯ot (Echt, ... ), krōt (Amby, ... ), krōǝt (Afferden, ... ), krūǝt (Grubbenvorst, ... ), krǫt (Beesel, ... ), krǫǝt (Hechtel), krǭt (Amstenrade, ... ), rode biet: rui̯ bit (Borlo, ... ), rui̯ bęi̯t (Bilzen), ruǝi̯ biǝt (Kwaadmechelen), rōi̯ bit (Genk, ... ), rōi̯ bēt (Beverst, ... ), rōi̯ bē̜t (Guigoven, ... ), rōi̯ bęi̯t (Sint-Huibrechts-Hern, ... ), rūi̯ biǝt (Koersel, ... ), rode karoot: rōi̯ karōt (Valkenburg, ... ), rōǝ karōǝt (Epen), rūi̯ karōǝt (Mheer), rūǝ karūǝt (Bocholtz, ... ), rode kroot: rode kroot (Limbricht, ... ), roi̯ krǭǝt (Haelen, ... ), ru krōt (Cadier), rui̯ kruǝt (Geistingen, ... ), rui̯ krōt (Amby, ... ), rui̯ krǭǝt (Ospel, ... ), ru̯ai̯ kru̯at (Hulsberg), ru̯ai̯ krōt (Berg / Terblijt, ... ), ru̯ōi̯ kru̯ǭt (Echt, ... ), rō kroat (Amstenrade, ... ), rō krōt (Amstenrade, ... ), rō krǭǝt (Vlodrop), rōi̯ kroat (Beek, ... ), rōi̯ kruǝt (Grote-Brogel, ... ), rōi̯ kru̯at (Kronenberg), rōi̯ krōt (Mal, ... ), rōi̯ krōǝt (Dilsen, ... ), rōi̯ krǫt (Bocholt, ... ), rōi̯ krǭǝt (Klimmen), rōǝ kroat (Grevenbicht / Papenhoven, ... ), rōǝ krōǝt (Geleen, ... ), rūi̯ kruǝt (Neerglabbeek), rūi̯ krōǝt (Mheer), rūi̯ krūt (Bocholt, ... ), rūǝ krōt (Gulpen), rūǝ krūǝt (Eys, ... ), rūǝi̯ krūǝt (Klimmen, ... ), rūǝi̯ krǭǝt (Baexem, ... ), rǫu̯i̯ krōǝt (Sevenum), rǫu̯ǝ kruǝt (Helden), rǭi̯ krǭǝt (Ell, ... ), rode krootjes: rō krǫtšǝs (Posterholt), rōi̯ krø̜̄tjǝs (Grathem), rūǝi̯ krø̜̄tjǝs (Heel), rose biet: rōzǝ bit (Kozen), saladekroot: šlātkroat (Munstergeleen, ... ), šlātkrōǝt (Geleen, ... ), šlātkrūǝt (Eys, ... ), slabiet: slǭbęi̯t (Kortessem), slakaroot: šlākarōt (Valkenburg), slakroot: slāi̯kroat (Berg), slāi̯kruāt (Dieteren, ... ), slāi̯krōt (Grevenbicht / Papenhoven, ... ), slāi̯krūt (Neeroeteren), slāi̯krǫt (Haelen, ... ), slāi̯krǭt (Peij, ... ), slākroat (Geulle, ... ), slākrǫt (Herten), slākrǭt (Born), šlāi̯krōt (Lanaken), šlākroat (Hulsberg, ... ), šlākrōt (Amby, ... ), šlākrūǝt (Vijlen), šlātkrōt (Doenrade, ... ), šlǭi̯krōt (Heugem), tafelbiet: tǫfǝlbit (Stevoort) Beta vulgaris L. var. rubra L. Deze bietensoort hoort eigenlijk onder de groenten uit de moestuin, en daardoor in de aflevering over de boerderij en het erf, maar is toch hier ondergebracht vanwege "lexicale nabijheid" met biet, kroot. De knollen met een doorsnee van 8-10 cm worden gekookt en warm of koud als salade gegeten. De knollen en het kookvocht hebben een felle donkerpaarse kleur. [A 4, 26d; A 13, 2a; A 49, 1b; L 20, 26d; monogr.] I-5
rode bieten bieten: bieten (Baarlo, ... ), bîetə (Borlo), koolraabjes: koelraapkes (Bree), koolraben: kolrabe (Maasbracht), krootjes: krutjes (Meijel), kroten: karôetə (Eupen, ... ), kroete (Blerick, ... ), kroeten (Arcen), kroeëte (Meerlo, ... ), kroten (Blerick, ... ), kroëte (Blerick, ... ), krotensla: krooitesla (Dilsen), krotenslalade: krwaoteslaaj (Echt/Gebroek), reuben: reube (Horst, ... ), reuben (Roggel), réúbə (Bocholt), rode bieten: roi bèjtə (Kortessem), rooi bete (Eigenbilzen), rooi biete (Beesel), rooj biete (Roermond), rōē biette (Waubach), rōēj biete (Broekhuizenvorst), nu ook al: - -  rooie biete (Neeritter), rode bietjes: rûuj bîêtə’js (Kwaadmechelen), rode krootjes: roej kreutsjes (Gronsveld), rode kroten: roa kroaten (Geleen), roaj kroaute (Maasbracht), roaj krot (Linne), roaje krotte (Ell), rode karoot (Gulpen), roei bietjes (Grubbenvorst), roei krote (Itteren), roej kraote (Neeritter), roej kroe-ete (Maasbree), roej kroete (Stokkem), roej kroeëte (Helden/Everlo), roej kroote (Gronsveld), roej krote (Cadier), roej krotte (Kessel), roej krōēte (Sevenum), roej krŏtte (Meijel), roew krote (Margraten), roeë kroeëten (Panningen), roeëj kroejte (Helden/Everlo), roeëj krotte (Baexem), roeëj krôtte (Herten (bij Roermond)), roo krote (Merkelbeek, ... ), rooaj kroäte (Grevenbicht/Papenhoven), rooi kroaten (Neerpelt), rooi kroten (Roermond), rooi krotte (Beesel), rooië kroten (Montfort, ... ), rooj krote (Limbricht), rōē krèète (Waubach), rōēj krotte (Tungelroy), rwaojkrwaote (Echt/Gebroek), rôe kroetə (Schaesberg), rôe krôetə (Eys), ropen: ropen (Vliermaalroot), ropə (Genk), saladekroten: sjlaatkroate (Geleen), slaai krōēte (Stokkem), slaaj kroäte (Grevenbicht/Papenhoven), slaajkrote (Heythuysen), slakroten: sjlaatkroot (Sittard), slakroëte (Brunssum) rode bieten || rode bieten; Wanneer ze als groente voor het eten bestemd zijn en er wordt thuis gevraagd: "Wat eten we vandaag?"wat wordt er dan geantwoord? "We eten vandaag ............. [DC 49 (1974)] III-2-3
rode bosbes bosarbel: WLD  buscharbelu (Brunssum), bosbeer: bosbeer (Houthalen), bosbère (Schimmert), ideosyncr.  bosbeere (Thorn), bosbes: bosbes (Stein), ?  (bosbes) (Hoensbroek), eigen spellingsysteem  boesjbes (Merkelbeek), bosbes (Meijel, ... ), ideosyncr.  bosbes (Hoensbroek, ... ), NCDN  bòsbès (Stevensweert), oude spellingsysteem  bosbes (Meijel), Veldens dialekt  bosbes (Velden), WBD/WLD  bosbes (Caberg), WLD  bosbes (Born), bosbès (Itteren), bramel: braomel (Roermond), broumelle (Heerlerbaan/Kaumer), brómel (Roermond), WLD  brómulu (Itteren), bramert: WLD  brömmert (Guttecoven), hennebeer: hinnebieër (Altweert, ... ), hondsbeer: hònsbiêr (As, ... ), krakkebes: krakkebèès (Loksbergen), maagdenbeer: (vaccinium vitisidae): z. L.J. p. 20 meegdebezen  miëgdebee.ëre (Zonhoven), malmer: malmere (Venlo), marbel: WBD / WLD  marbəl (Beesel), marmelt: blauwe, rode niet bekend  marmelte (Swalmen), WLD  marmelte (Swalmen), marmol: WBD / WLD  marmòlə (Reuver), miemer: ideosyncr.  miemere (Susteren), moelbeer: moelbaere (Blerick, ... ), Veldeke aangepast donkerblauwe bosbes  moelbèèr (Tienray), WLD  moelbaer (Sevenum), WLD is de blauwe bosbes  moel-bàèr (Sevenum), moelber: (moel\\ber ? - onduidelijk) = zwarte bosbes  moelsber (Maastricht), WBD/WLD  moeleber (Caberg), zijn de rode en blauwe bosbessen  moeleber (Maastricht), moelbert: WLD (onduidelijke toevoeging onder e van berte)  moelberte (Maasbree), moermeet: Venlo e.o. (?)  moermēte (Maasbree), molber: #NAME?  molbere (Klimmen), Endepols  molleber (Maastricht), Endepols = zwarte bosbes  molleber (Maastricht), WBD/WLD  molleber (Caberg), zijn de rode en blauwe bosbessen  molleber (Maastricht), mollebers (Maastricht), molsbeer: WLD  molsbeer (Tungelroy), mormel: WBD-WLD  mòrmələ (Roermond), orbel: ideosyncr.  òrbel (Sittard), WBD/WLD  orbəl (Urmond), rode bes: roeij bes (Jeuk), roej bessə (Maastricht), rode bosbeer: rooj bosberen (Eksel), rode bosbes: ideosyncr.  roeie bosbes (Hoensbroek), WLD  rode bosbes (Grathem, ... ), rode mommer: roj meummĕre (Hoeselt), rode worbel: WBD/WLD  rōēë wŏrbəl (Nieuwenhagen), rode, de: ideosyncr. (?)  rōēije (Hoensbroek), roodbes: roebes (Vaals), veenbeer: WLD  vén béér (Gennep), vossebes: WLD  vòssəbéérə (Venlo), walbeer: waol-be-re (Neerharen), warbel: warbele (Montfort), wárbələ (Sittard), ideosyncr.  warbele (Vlodrop), WBD/WLD  warbele (Lutterade), WLD  warbel (Posterholt), wàrbələ (Montfort), wiemel: Endepols  wiemelle (Maastricht), woerbel: WLD  woerbel (Ubachsberg), wolber: wolbere (Gulpen), wollber (Eys), ?  wolber (Simpelveld), bosbessen  wolburre (Noorbeek, ... ), ideosyncr.  wolbere (Kerkrade), Veldeke / eventueel aangevuld met systeem Jones  wolber (Gulpen), WLD  wolbere (Gulpen, ... ), wolbert: eigen spellingsysteem  wolberte (Geleen), worbel: WLD  wörbel (Schaesberg), worbelt: worbelte (Maastricht) De rode bosbes, vossebes (bospalm, naagdebes, kwachtbes, gourbes, kroos, kreus, rode bleek). [N 82 (1981)] || rode bosbes || soort rode bosbessen || vossebes, rode bosbes III-4-3
rode bosmier aamzeik: aamzeik (Blerick, ... ), ao.mzeik (Waubach, ... ), aomzeek (Schaesberg, ... ), aomzeik (Blerick, ... ), haomzeek (Wolder/Oud-Vroenhoven), hōēmzeek (Mheer, ... ), oͅmsɛi̯k (Neerharen), waumzeik (Stokkem, ... ), öömzeike (Hulsberg, ... ), gewoon spellingsysteem  hōēmzeek (Mheer), mvd. oamzeeke  aomzēēk (Hoensbroek), WLD  aomzeik (Urmond), hoemzeik (Gronsveld), aamzeiksel: aomzeiksel (Stramproy), aomzzijksel (Roggel), ormzyksel (Bree), oumseiksel (Ospel, ... ), amezeik: (mommezeik) (Margraten), aomeseek (Mechelen), ou̯əməzeek (Eys, ... ), eigen spellingsysteem  oamezeek (Kerkrade), amezeiksel: aomezeiksel (Stevensweert), bosaamzeik: boͅsōmzɛi̯k (Boorsem), busjoamzeek (Waubach), bøͅzōͅəmzēͅi̯k (Rekem), Veldeke  bosjaomzeik (Ulestraten), bosaamzeiksel: bos-aomzeiksel (Kinrooi), bosaomzeiksel (Heythuysen), bosomzeiksel (Bree), bŏsaomzeiksel (Nunhem), boͅsāmzeͅi̯ksəl (Rotem), bosamelezeiks: bos-aomelezeiks (Maasbracht), bosamezeik: beusjaomeseek (Mechelen), boosj aomezeik (Posterholt), bosōməzɛi̯k (Mechelen-aan-de-Maas), Veldeke  böschaomezeek (Bocholtz), vrij naar het WLD  bösj-aomezeik (Klimmen), WLD  bos aomezeike (Maasniel), bààsjaumezeik (Posterholt), bosmier: bosmier (Maasbracht, ... ), (schooltaal)  boͅsmīr (Tongeren), eigen spellingsysteem  boschmier (Valkenburg), idiosyncr.  bosmìer (Maastricht), WLD (zoveel mogelijk)  bòsmier (Wijk), bosmieremet: boͅsmirəmɛt (Brustem), bòsmieremet (Sint-Truiden), bosmoemet: bosmoemijt (Vliermaalroot), boszeikdemp: bosseikdimpen (Arcen), boszeikdempel: bosêkdimpels (Tegelen), bûszeékdimpel (Hout-Blerick), boszeiker: bossijkers (Sevenum), boszeiksel: WLD  boszeiksel (Weert), brag: brach (Lummen), brag (Beringen, ... ), braggen (Tessenderlo), bragə (Beringen, ... ), bragən (Tessenderlo), brak (Halen, ... ), brax (Kermt, ... ), bráx (Zonhoven), brɛk (Donk (bij Herk-de-Stad)), grote bosmier  brag (Beverlo), Veldeke  brag (Eksel), bragger: brakker (Stevensweert), dikke amezeik: dieke aomezeik (Swalmen), dikke mieremet: deͅkə mirəmɛt (Borlo), grote aamzeiksel: groeete oamzeiksel (Tungelroy), grote aomzeiksel (Ospel), grote amezeik: groeete aomezeik (Herten (bij Roermond)), groeête aomeseike (Reuver), grote moemet: grōtə mumɛi̯t (Wintershoven), grote rode amezeik: vrij naar het WLD  grôôte rôô aomezeik (Klimmen), grote rode zeiksdempel: roeje (groëte) zeksdempel (Boekend), grote, een: grōēte (Waubach), houtamezeik: WBD zwart - glimmend  houtaomezeik (Obbicht), houtdrager: hōtdragər (Grote-Spouwen), kleine zeiksdempel: kleine zeksdempel (Sevenum), mielemot: mielemot (Mal), mieremet: mieremet (Groot-Gelmen, ... ), muurzeiker: moerzeker (Vliermaalroot), naaldendrager: nöldedraager (Mechelen), pisworm: piswörm (Mal), rode aamzeik: roei haomzeik (Oost-Maarland), roo aomzeek (Doenrade), rooi aomzeike (Elsloo), rōē. ao.mzeek (Waubach), eigen spellingsysteem  de roea aomzēēk (Jabeek), roej haamzeike (Mesch), rwaj aomzeik (Beek), fonetisch  rôêë âômzeeke (Oirsbeek), ged. WLD, ged. eigen spellingsysteem rode  roej aomzeik (Borgharen), oe = lang  rōē aomzēēk (Brunssum), rode aamzeiksel: roawj aomzeiksel (Thorn), roeajə oamzeiksel (Kessenich), roeĕj aomzeiksel (Baexem), roei omzeiksel (Bree), roeoj aomzeiksel (Neeritter), roeëi aomzeiksel (Ell), roeëj oamzeiksel (Weert), ròoj aomzeiksel (Heythuysen), eigen spellingsysteem  roeëj oamzeiksele (Ell), WLD  rōēj aomzeiksel (Tungelroy), WLD (met aantekeningen)  rooaj a‧omzeiksel (Leuken), rode amezeik: oei aomezeek (Noorbeek, ... ), roai aomezeik (Beesel), roaj oamezeike (Beesel), roeij aomeseik (Reuver), roej aomeseike (Reuver), roewe omezeek (Vijlen), rooi aomezeik (Klimmen), r‧oeaj ao.mezei.k (Montfort), Veldeke  rooj aomezeike (Montfort), WLD  roeë aomezeek (Eys), rode amezeiksel: ruj ōͅməzeͅi̯ksəl (Maaseik), rode bosaamzeiksel: roeëj boesaomzeiksel (Heel), rode bosmier: roeié-bosmier (Boekend), rode mier: roej mier (Heugem), ruj mīr (Eisden), eigen spellingsysteem  roei mier (Wijk), rode mieremeret: rooi mieremerêt (Jeuk), rode mieremet: rooi mieremet (Mechelen-Bovelingen), ruj mirəmɛt (Velm), rode miermet: rōjmīərmeͅt (Kermt), rode mierzeik: rōj mirzēͅk (Hechtel), rode moemet: roi̯ mumɛ̄t (Borgloon), roj mūmɛt (Romershoven), rooi moemet (Eigenbilzen), rōj mūmɛt (Riksingen), røj mōmeͅt (Diepenbeek), idiosyncr.  ’n roj moemèət (Borgloon), rode moerzeik: rouəj mo.iərzɛ.k (Lommel), rode muurzeik: roei morzeik (Achel), roeət moseike (Neerpelt), ruj mo.rze.jk (Neerpelt), rode muurzeiker: rosse muurzaaikers (Tessenderlo), rode piesworm: rōi̯ piswøͅrm (Tongeren), rode zeikdempel: roeeje zekdempel (Venray), roeie sijkdimpen (Sevenum), roeie zeikdumpel (Blerick), roej zekdimpel (Baarlo), roej zekdimpels (Baarlo), roej zêkdimpels (Tegelen), rojje zekdempel (Castenray), idiosyncr.  roeie zékdimpel (Blerick), Tegelen Wb.  roëje zêkdimpels (Tegelen), Veldeke (iets gewijzigd)  roëj zêkdimpels (Tegelen), rode zeikdemsel: rooie zeekdimsel (Panningen), rode zeiker: roehjzeikers (Meijel), roeëj zéjkers (mv.0 (Meijel), rooie seikers (Arcen), rode zeiklem: rooje zeiklém (Middelaar), rode zeiklemd: rooje zeiklemt (Middelaar), rode zeiksdempel: roej zeksdempel (Sevenum), roej zèksdempel (Maasbree), roeë zèksdimpele (Helden/Everlo), WLD  roeje zeksdempel (Boekend), rode zeiksel: WLD  roej zeiksel (Weert), rode zeiksworm: rooi zeikswerrem (Peer), rode zeikworm: roeie zeikwurrem (Bocholt), ruje zeͅi̯kwərm (Bree), ruuj zeikwörrem (Bree), stekkelmuurzeiker: stekəlmyrzēͅkər (Leopoldsburg), stekkendrager: sjtekkedrééger (Munstergeleen), sjtékkedrîêger (Puth), stekkedraeger (Neer), stekkedrager (Rotem), stekkensleper: stekkesleiper (Stevensweert), stekkenwagen: stekəwōͅgə (Genk), termiet: termiet (Schimmert), vergiftige amezeik: idiosyncr. + soms fon. schrift Engels  vergiftige āōmezeik (Einighausen), zeikdeem: idiosyncr.  zeikdiëm (Venlo), zeikdempel: zeikdempel (Horst, ... ), zekdimpel (Baarlo), zeiker: zeikers (Helden/Everlo), zeikmoeier: zykmoeiers (Bree), zeiksdeem: WLD mv: zeeksdi?mte  zĕĕksdiëm (Panningen), zeiksdintel: WLD  zĕĕksdintel (Panningen), zeikworm: zeikwörm (Meijel), zéjkwèùrem (Meijel), ’ne zeikwörm (Meijel) bosmier || bosmier, (grote) rode ~ [stekkedraoger, brak] [N 26 (1964)] || bosmier, grote rode || bosmier, grote rode — || mier, grote bruine — || mier, grote donkere [DC 43 (1968)] || mier, kleine rode — [DC 43 (1968)] || rode bosmier. Dialectbenamingen voor soorten mieren [N102 (1998)] III-4-2
rode klaver boerenklee: būrǝ[klee] (Amby), maasklaver: mās[klaver] (Wanssum), rode klaver: rui̯ǝ [klaver] (Beringen, ... ), ruǝ [klaver] (Blitterswijck, ... ), ruǝi̯ [klaver] (Roosteren), rø̄i̯ǝ [klaver] (Diepenbeek), rōi̯ǝ [klaver] (Helchteren, ... ), rūi̯ [klaver] (Meijel), rūi̯ǝ [klaver] (Kiewit), rūǝi̯ǝ [klaver] (Achel, ... ), rode klee: rui̯ǝ [klee] (Baarlo, ... ), ruǝ [klee] (Bocholtz, ... ), ruǝi̯ǝ [klee] (Geistingen, ... ), rā [klee] (Posterholt), rōi̯ǝ [klee] (Grathem, ... ), rūi̯ [klee] (Uikhoven), rű̄i̯ǝ [klee] (Bree, ... ), rǭi̯ǝ [klee] (Berg, ... ), rode kop: roi̯ǝ kǫp (Val-Meer), tamme klaver: tame [klaver] (Gelieren Bret, ... ), tomǝ [klaver] (Broekom, ... ), tāmǝ [klaver] (Hasselt), tǭǝmǝ [klaver] (Boekhout, ... ), tamme klee: tam [klee] (Kessenich), tamǝ [klee] (Bocholt, ... ), tām [klee] (Gulpen, ... ), tāmǝ [klee] (Herten, ... ), tǭmǝ [klee] (Beverst, ... ), veldklaver: vɛlt[klaver] (Beringen, ... ), weiklaver: wɛi̯[klaver] (America), weiklee: węi̯[klee] (Grevenbicht / Papenhoven, ... ) Trifolium pratense L. Een 15 tot 50 cm hoge plant met paarsrode of roze bloemhoofdjes, die van juni tot de herfst bloeien. Rode klaver wordt vooral als veevoeder geteeld. Rode klaver gedijt, overigens evenals witte klaver, het best "onder dekvrucht", d.w.z. dat het tegelijk met een winterkoren wordt gezaaid en dan pas opkomt wanneer die dekvrucht in de herfst is geoogst. In het volgende seizoen wordt de klaver dan geweid of enkele malen gemaaid. Rode klaver is wat "kieskeuriger" dan witte klaver, stelt hogere eisen aan de grond, maar schiet goed recht op en laat zich gemakkelijker maaien. Zie ook de toelichting bij het lemma Klaver, Algemeen. Zie het lemma Klaver, Algemeen voor de fonetische documentatie van de woord(delen) klaver(-) en klee(-). [N 14, 83; monogr.] I-5
rode koe ganse rode: gansǝ rōi̯ (Grathem), gansǝ rūi̯ (Meijel), rode: roi̯ (Mal, ... ), rui̯ (Bocholt, ... ), rui̯ǝ (Maasmechelen), ruu̯ǝ (Halen), ruu̯ǝi̯ǝ (Achel), ruǝ (Klimmen, ... ), ruǝi̯ (Hasselt), ru̯ǫi̯ (Rothem), røi̯ (Diepenbeek), rōi̯ (Borgloon, ... ), rōǝi̯ (Eisden, ... ), rōǝi̯ǝ (Brunssum), rūi̯ (Beringen, ... ), rūi̯ǝ (Boekend, ... ), rūǝi̯ǝ (Venlo), rǫi̯ (Boekt Heikant, ... ), rǭi̯ǝn (Roosteren), rode koe: roi̯ [koe] (Beverst, ... ), ru [koe] (Bocholtz), rui̯ [koe] (Beringen, ... ), ruǝ [koe] (Mechelen), rō [koe] (Einighausen, ... ), rōi̯ [koe] (Boorsem, ... ), rōi̯ǝ [koe] (Gennep, ... ), rōu̯ǝi̯ [koe] (Lommel), rōǝ [koe] (Oirsbeek), rōǝi̯ [koe] (Haelen), rū [koe] (Mechelen), rūi̯ [koe] (Baarlo, ... ), rūi̯ǝ [koe] (Blerick, ... ), rūǝ [koe] (Epen, ... ), rūǝi̯ [koe] (Tegelen), rood (bijvgl. nmw.): rōt (Heerlerheide, ... ), roodbont (bijvgl. nmw.): rūtbǫŋkt (Sevenum), rosse: rǫsǝ (Sint-Truiden), vos: vǫs (Bree, ... ), vurig rode: virex rui̯ (Hasselt) Zie voor de fonetische documentatie van (koe) het lemma ''koe'' (3.3.1). [N 3A, 124] I-11