21435 |
rijk zijn |
<uitdr.> daar liggen veel paardskeutelen op de mest:
ps. letterlijk overgenomen (dus niet omgespeld!).
dao lieGGe vööl paesjkuttelle op der mès (Q111p Klimmen),
<uitdr.> wie het lang heeft, laat het lang hangen:
(= vertoon van rijkdom).
wae ’t lank haet, leet ’t lank hange (Q020p Sittard),
aardig in de klamotten zitten:
Van Dale: klamot, klamodde, (gew.) 1. kluit, klont; - borrel; - 2. oorveeg; - 3. slons.
aardig in de klamotte zitte (L271p Venlo),
belkrijk zijn:
bélkriek (L164p Gennep),
vgl. Gennep Wb. (pag. 37): bèlkriek, schatrijk.
bélk riek (L163a Milsbeek, ...
L163p Ottersum),
bemiddeld zijn:
bemiddeld (L332p Maasniel),
beslagen zijn:
ps. omgespeld volgens Frings.
bəslagən zēn (L317p Bocholt),
beuken van het geld:
dae bèùk van et géltj (L332p Maasniel),
zie böökë van ’t geldj (Q020p Sittard),
ps. letterlijk overgenomen.
hae béu‧k van ⁄t geld (L295p Baarlo),
binnen zijn:
bènne zeen (L427p Obbicht),
hae is bènne (Q020p Sittard),
ps. omgespeld volgens Frings.
beͅnə zeͅn (P054p Spalbeek),
dejə es beͅnə (P055p Kermt),
boezen hebben:
vgl. Sittard Wb. (pag. 51): boesj, gangbare Akense munt. 12 boesje is 1 stuiver.
hae hat bōēsje (Q113p Heerlen),
bulken van de centen:
hae bölkt van de cente (L271p Venlo),
bulken van het geld:
bulken van het geld (Q095p Maastricht),
centen hebben:
cent höbbe (Q101p Valkenburg),
cente hebbe (Q198b Oost-Maarland),
cente hebben (L318b Tungelroy),
cente hēbbe (L427p Obbicht),
dae haet cente (L330p Herten (bij Roermond), ...
L322a Nunhem),
dae haet sente (L270p Tegelen),
dae haid sente (L329p Roermond),
senten hebbe (L287p Boeket/Heisterstraat),
Algemene opmerking: invuller twijfelt over het spellingssysteem (Veldeke). Aangezien de lijst normaal (dus in gewoon Nederlands) is ingevuld, heb ik de lijst letterlijk overgenomen, dus niet(s) omgespeld!
e haet cente! (Q198p Eijsden),
centenvarken (zn.):
centeverke (L320a Ell),
de anderen laten fluiten:
zie laote de angere fluite (Q020p Sittard),
de brats stikt hem van welmoed:
(= spelig, bronstig geworden van overmaat, gaat zich te buiten).
dèm sjtik de brats van waalmoud (Q020p Sittard),
de schaapjes binnen hebben:
de sjoeupkes bènne hēbbe (L427p Obbicht),
de schaapjes op het droge hebben:
ps. omgespeld volgens Frings.
də šēͅpkəs oͅpət drixə heͅbə (L368b Waterloos),
de vogel af hebben:
(= ze zijn bevoorrecht).
zie höbbe de vogel aaf (Q020p Sittard),
de zijn hebben:
ps. letterlijk overgenomen!
di hii t de zing (Q198a Mesch),
dik in de centen zitten:
dik in de cente zitte (L432p Susteren),
dik in de schijven zitten:
Algemene opmerking: invuller noteert als spellingssysteem Veldeke, maar met een vraagteken erachter; de lijst is gewoon in het "Nederlands"ingevuld en heb het daarom maar letterlijk overgenomen (dus niet omgespeld!).
dik in de sjieve zitte (Q097p Ulestraten),
dikke (zn.mv.):
ps. omgespeld volgens Frings.
dats"ntikə (Q209p Teuven),
dikke beurs hebben:
⁄n dikke beurs hebben (L373p Roosteren),
draad hebben:
draod höbbe (Q111p Klimmen),
duchtig moppen hebben:
dugtig moppe hebbe (L270p Tegelen),
duiten hebben:
duiten hubben (Q104p Wijk),
zie höbbe duite (Q020p Sittard),
duitenjager (zn.):
duitenjaeger (Q101p Valkenburg),
een behouwen mens zijn:
enne behaue minsj zieë (Q121c Bleijerheide),
Algemene opmerking: invuller noteert als spellingssysteem Veldeke, maar met een vraagteken erachter; de lijst is gewoon in het "Nederlands"ingevuld en heb het daarom maar letterlijk overgenomen (dus niet omgespeld!).
hae is ene behawwe minsj (Q097p Ulestraten),
een bezeten mens zijn:
Algemene opmerking: invuller noteert als spellingssysteem Veldeke, maar met een vraagteken erachter; de lijst is gewoon in het "Nederlands"ingevuld en heb het daarom maar letterlijk overgenomen (dus niet omgespeld!).
hae is ene bezete minsj (Q097p Ulestraten),
een dikke boer zijn:
Opm. als het een boer betreft.
he is einen dikke boer (L377p Maasbracht),
een dikke portefeuille hebben:
ps. omgespeld volgens Frings.
dekə poͅrtəfəl (P048p Halen),
een dikke portemonnee hebben:
unne dikke portemonnee hubben (Q104p Wijk),
een dikke zijn:
det is eine dikke (L360p Bree),
ps. omgespeld volgens Frings.
nən dekə (L416p Opglabbeek),
ənən dekə zin (L423p Stokkem),
een ezeltje schijtgeld hebben:
ps. letterlijk overgenomen (dus niet omgespeld!).
’n ezəlke sjīētgēld höbbə (Q105p Heer),
een ferme portefeuille hebben:
ps. omgespeld volgens Frings.
feͅrəmə poͅrtəfəl (P048p Halen),
een goed merk zijn:
det is ein good merk (L329p Roermond),
een goede portefeuille hebben:
ps. omgespeld volgens Frings.
gui̯jə poͅrtəfəl (P048p Halen),
een kar geld hebben:
ps. omgespeld volgens Frings.
ən kēͅr xailt høbə (Q156p Borgloon),
een met knabben (zn.):
eine mit knabbe (L429p Guttecoven),
een met knabben zijn:
dat ès eene mèt knabbe (Q094b Wolder/Oud-Vroenhoven),
Algemene opmerking: als spellingssysteem staat Veldeke, maar het is in gewoon schrift geschreven en heb het dus letterlijk overgenomen (dus niet omgespeld).
dat is eine met knabbe (Q018p Geulle),
een met moppen (zn.):
eine mèt moppe (Q204a Mechelen),
een met stompen zijn:
das eine mit sjtump (Q020p Sittard),
een smak duiten hebben:
Algemene opmerking: invuller noteert als spellingssysteem Veldeke, maar met een vraagteken erachter; de lijst is gewoon in het "Nederlands"ingevuld en heb het daarom maar letterlijk overgenomen (dus niet omgespeld!).
ene sjmak duite höbbe (Q097p Ulestraten),
een stoot kunnen verdragen:
ps. letterlijk overgenomen (dus niet omgespeld!).
enne sjtôôt kinne verdraage (Q111p Klimmen),
een van de fijnste zijn:
ps. letterlijk overgenomen (dus niet omgespeld!).
enne van de fienste zieën (Q111p Klimmen),
er aardig bij zitten:
zit er aardig biëe (L377p Maasbracht),
er dik bij zitten:
dae zit d⁄r diek béj (L295p Baarlo),
er dik in zitten:
d⁄r dik inzitte (L289p Weert),
Algemene opmerking: invuller noteert als spellingssysteem Veldeke, maar met een vraagteken erachter; de lijst is gewoon in het "Nederlands"ingevuld en heb het daarom maar letterlijk overgenomen (dus niet omgespeld!).
dik drin zitte (Q097p Ulestraten),
ps. omgespeld volgens Frings.
eͅr ⁄dēk èn ⁄zētən (K361a Boekt/Heikant),
tər dekənzetə (P048p Halen),
tər dik eͅnzetə (Q002p Hasselt),
ər dek en zetə (L317p Bocholt),
er genoeg hebben:
ps. omgespeld volgens Frings.
heͅj het ər gənux (L312p Neerpelt),
er genoeg van die hebben:
ps. omgespeld volgens Frings.
tər gənux fan deͅi̯jə heͅmə (P048p Halen),
er goed bij zitten:
dae zitter good bie (L332p Maasniel),
der good bie zitte (Q033p Oirsbeek),
doe zit t⁄r good bej (L271p Venlo),
dä zit er good bie (L381p Echt/Gebroek),
d⁄r good beej zitte (L270p Tegelen),
d⁄r good bijj zitte (L270p Tegelen),
good debie zitte (Q098p Schimmert),
good derbie zitte (L428p Born, ...
Q111p Klimmen),
good erbie zitte (L318b Tungelroy),
good t⁄ur bie zitten (L321p Neeritter),
goot terbie zitte (L432p Susteren),
goot t⁄er bie zitten (L326p Grathem),
zit der gaod bej (Q204a Mechelen),
(derbie = er bij).
zie zitte gouwd derbie (Q020p Sittard),
Opm. bij = i + j!
good d’r bij zite (Q039p Hoensbroek),
ps. boven de t staat nog een ?; deze combinatieletter is niet te maken/om te spellen en heb alleen een t genoteerd.
d⁄er gootË™ bie zitten (L373p Roosteren),
ps. omgespeld volgens Frings.
tər guət bēͅzeͅtə (Q002p Hasselt),
er goed binnen zitten:
dei zit goot der binne (Q094b Wolder/Oud-Vroenhoven),
ps. omgespeld volgens Frings.
gut tə beͅnə zitə (Q178p Val-Meer),
er goed in zitten:
good drin zitte (Q111p Klimmen),
ps. omgespeld volgens Frings.
dər gut ənzətə (P050p Herk-de-Stad),
hējə zet tər gut eən (P055p Kermt),
hēͅ zit gūt treͅn (Q077p Hoeselt),
tər gu enzetə (P048p Halen),
tər guət i̞n zetə (Q002p Hasselt),
er goed van weten:
ps. omgespeld volgens Frings.
tər gu va(n) wētə (P048p Halen),
er goed voor zitten:
ps. invuller heeft hierbij geen fonetische notering gegeven.
er goed voorzitten (P048p Halen),
ps. omgespeld volgens Frings.
dər gut vør zetən (K278p Lommel),
dər gut vørzətə (P050p Herk-de-Stad),
goi̯d tə v"r zetə (Q079a Wintershoven),
gyt tə vjer zetə (Q093p Rosmeer),
tər gōt fø͂ͅr zetə (L316p Kaulille),
ər gou̯t v"r zeͅtə (L369p Kinrooi),
ər gōt v"rzetə (Q009p Mechelen-aan-de-Maas),
ər gut vørzitə (Q003a Oud-Waterschei),
ərgōtf"rzetə (Q096d Smeermaas),
ps. omgespeld volgens IPA.
ə zetər gōt fūr (L420p Rotem),
er stijf voor zitten:
ps. omgespeld volgens Frings.
stīfərv"rzetə (L422p Lanklaar),
er warm bij zitten:
dae zit der werm bieë (L331p Swalmen),
déë zit er werm beej (Q113p Heerlen),
d⁄r werm bie zitte (L427p Obbicht),
werm derbie zitte (L432p Susteren),
zit er werm bee (L266p Sevenum),
er warm binnen zitten:
ps. omgespeld volgens Frings.
weͅrəm tə beͅnə zitə (Q178p Val-Meer),
er warm in zitten:
d⁄r werm inzitte (L299p Reuver),
hae zit werm d’rin (Q113p Heerlen),
werm trin zitte (L321p Neeritter),
⁄t er wêrrem înzitten (L353p Eksel),
ps. omgespeld volgens Frings.
dijə zit weͅrm treͅjn (Q071p Diepenbeek),
tər wēͅrəm ēͅn zeͅtə (Q002p Hasselt),
tər weͅrm eͅinzetə (Q078p Wellen),
tər weͅrəm ēͅi̯nzetə (P054p Spalbeek),
wēͅrm dreͅin zitə (P222p Opheers),
weͅrm trēͅi̯n zetə (Q079a Wintershoven),
weͅrm treͅn zitə (Q176a Ketsingen),
weͅrəm drən zətə (P174p Velm),
ər weͅrm enzetə (L368b Waterloos),
ər weͅrm eͅn zeͅtə (L369p Kinrooi),
ps. omgespeld volgens IPA.
ə zetər weͅrm en (L420p Rotem),
er warmpjes voor zitten:
di-j zitten es wermkes viêr (L360p Bree),
ermee zitten:
ps. omgespeld volgens Frings.
hə zitə meͅt (Q162p Tongeren),
flink wat aan de voeten hebben:
flink wat an de vuut hebbe (L216p Oirlo),
fortuin gemaakt hebben:
Algemene opmerking: invuller noteert als spellingssyteem Veldeke, maar het is gewoon in het Nederlands genoteerd en heb het daarom letterlijk overgenomen (dus niets omgespeld!).
zie fortuun gemakt höbbe (Q111p Klimmen),
fortuin hebben:
fertuun hebbe (L432p Susteren),
fertuun höbbe (L320a Ell),
fortuin hebben (P176p Sint-Truiden),
fortuun hebben (L318b Tungelroy),
fortuun höbbe (L329p Roermond),
ps. omgespeld volgens Frings.
foͅrtin heͅbə (L368b Waterloos),
foͅrtyn əbə (Q009p Mechelen-aan-de-Maas),
fərtyn heͅmə (L317p Bocholt),
ə fərty(3)̄nøbə (P213p Niel-bij-St.-Truiden),
ps. stoottoon!
fort‧uun hebbe (L290p Panningen),
fortuintje hebben:
ps. omgespeld volgens Frings.
ə fortøi̯ŋkə høbə (Q156p Borgloon),
geen oortje op de ribben hebben:
gein äörke op de ribbe höbbe (Q187a Heugem),
gefortuneerd zijn:
gefortuneerd zin (Q098p Schimmert),
gefortuuneerd (Q095p Maastricht),
gefortuuneerd zieën (Q111p Klimmen),
geld aan de voeten hebben:
heat gēl aan de veut (L429p Guttecoven),
geld als water hebben:
geld es water han (Q113p Heerlen),
geld hebben:
geld hebbe (Q198b Oost-Maarland),
geld wie drek en luizen als dobbelstenen hebben:
Algemene opmerking: invuller noteert als spellingssyteem Veldeke, maar het is gewoon in het Nederlands genoteerd en heb het daarom letterlijk overgenomen (dus niets omgespeld!).
geld wie drek en luus wie dobbelsjtein (Q111p Klimmen),
geld wie drek hebben:
geld wie drek (Q187a Heugem),
geld wie drek hebbe (Q039p Hoensbroek),
geld wie water hebben:
geld wie water (Q187a Heugem, ...
Q095p Maastricht),
geld wie water hebbe (L270p Tegelen),
géldj wie water (Q032a Puth),
ps. omgespeld volgens Frings.
geͅlt wēj wātər həbə (L423p Stokkem),
geld zat hebben:
gaeld zat hebbe (L216p Oirlo),
geldj zat hebbe (L289p Weert),
geldwolf (zn.):
eine geldwolf (L295p Baarlo),
get aan de voeten hebben:
hae haet get aan de vuit (Q020p Sittard),
Algemene opmerking: invuller noteert als spellingssyteem Veldeke, maar het is gewoon in het Nederlands genoteerd en heb het daarom letterlijk overgenomen (dus niets omgespeld!).
get aa gen veut höbbe (Q111p Klimmen),
get achter de hand hebben:
déé heet get òòchter de hankt (L290p Panningen),
get achterlaten als ze opvliegen:
die laote get achter es ze opvleige (Q020p Sittard),
get in de kas hebben:
get in de kas höbbe (L428p Born),
get in het vet hebben:
gèt in ’t vét höbbe (Q111p Klimmen),
get laten liggen:
(bedoeld wordt: akkerland).
die laote get ligge (Q020p Sittard),
goed beslagen zijn:
good besjlaage zieën (Q111p Klimmen),
ps. omgespeld volgens Frings.
deͅ es xōd bəslāgə (L422p Lanklaar),
gōd bəsləgə zēn (L368b Waterloos),
hēͅ es gōt bəslāgə (L416p Opglabbeek),
⁄gud⁄bə⁄slāgə zēͅn (K361a Boekt/Heikant),
ps. omgespeld volgens IPA.
gōdbəslāgə (L420p Rotem),
goed bezet zijn:
hèè is good bezatj (L322p Haelen),
goed bij kas zijn:
good bie kas zeen (L428p Born),
goed gefortuneerd zijn:
good gefortuneerd zin (Q098p Schimmert),
(good = goed).
déë is good gefortuneerd (Q113p Heerlen),
goed get aan de voeten hebben:
ps. stoottoon!
good get aan-e-v‧eut hebbe (L290p Panningen),
goed get op de ribben hebben:
ps. letterlijk overgenomen.
good get op-e-rubben hebbe (L290p Panningen),
goed in de knabben zitten:
good in-e-knabbe zitte (L290p Panningen),
goed in de olie zitten:
ps. omgespeld volgens Frings.
gut en dən ōli zeͅttə (L355p Peer),
goed in het geld zitten:
ps. omgespeld volgens Frings.
guət ēͅn ət geͅlt zeͅtə (Q002p Hasselt),
goed in zijn slappe was zitten:
dae zit good in siene sjlappe was (L329p Roermond),
good ien z’ne sjlappe was zitte (Q193p Gronsveld),
goed in zijn vet zitten:
zit gaod in ze vet (Q204a Mechelen),
goed ingedraaid zijn:
dae is goud ingedreed (Q020p Sittard),
goed katholiek zijn:
good katteliek zieën (Q111p Klimmen),
groot fortuin hebben:
ei groot fertuun höbbe (L329p Roermond),
ei grōēt fortuun hebbe (L318b Tungelroy),
graot fortuun höbben (L373p Roosteren),
groat fərtuun höbbe (L426z Holtum),
hèet ei groat fortuun (L377p Maasbracht),
Opm. zgn. jippers.
groet fortuun (L268p Velden),
ps. letterlijk omgespeld volgens IPA.
ə grəut fərtyyn həbbə (P186p Gelinden, ...
P197p Heers),
ps. letterlijk overgenomen (dus niet omgespeld!).
’n grôôt fortūūn höbbe (Q111p Klimmen),
ps. omgespeld volgens Frings.
ən gruətə foͅrtyŋ hā... (Q209p Teuven),
ps. omgespeld volgens Frings. Boven de # staat nog een ´; dit tekentje heb ik niet meegenomen in de omspelling!
ə grōt foͅrty(3)̄n høbə (Q176a Ketsingen),
het einde van zijn goed niet weten:
⁄t ènd van ze goed nie witten (L353p Eksel),
het einde van zijn rijkdom niet kennen:
ps. omgespeld volgens Frings.
heͅ keͅnt hət en ni van zēͅin rēͅigdoͅm (Q004p Gelieren/Bret),
het goed breed hebben:
⁄t good breid höbbe (L428p Born),
het goed hebben:
⁄t goot hebben (L266p Sevenum),
het goed laten hangen:
⁄t good laote hange (L428p Born),
het groot lot gewonnen hebben:
(laot = lot).
zie höbbe ’t groot laot gewonne (Q020p Sittard),
hinkepinken hebben:
Van Dale: hinkepink, kreupele...
hinkepinke hebbe (L432p Susteren),
hopen hebben:
huip hebbe (L289p Weert),
in de centen zwemmen:
zwumme inne cente (L289p Weert),
Algemene opmerking: invuller noteert als spellingssyteem Veldeke, maar het is gewoon in het Nederlands genoteerd en heb het daarom letterlijk overgenomen (dus niets omgespeld!).
dae sjwumpt in de cente (Q113a Welten),
in de penningen zwemmen:
schwumt in de fenekke (Q121p Kerkrade),
in de wol geverfd zijn:
in de wol geverfd (L270p Tegelen),
in geld zwemmen:
zjwumme in geldj (L329p Roermond),
in goede doen zijn:
dae is in gooje doon (L329p Roermond),
in het geld barsten:
baaje in ’t gèldj (Q014p Urmond),
in het geld steken:
ps. omgespeld volgens Frings.
en ’t xeͅlt stēkə (Q156p Borgloon),
in het geld verdrinken:
verdrinken in ⁄t geld (L314p Overpelt),
in het geld verstikken:
ps. omgespeld volgens Frings.
hə vərstig ent xeͅlt (Q162p Tongeren),
in het geld zwemmen:
dae zjwumt in ⁄t geld (L270p Tegelen),
dee zwump in ut geld (Q095p Maastricht),
di zwumt ien ’t gelt (Q198a Mesch),
héë schwumt in ’t geld (Q113p Heerlen),
in het geld zwemmen (P176p Sint-Truiden),
in ’t geld sjwumme (Q187a Heugem),
in ’t geld zjwumme (Q100p Houthem),
in ’t geld zwùmme (Q098p Schimmert),
in ’t gèld zjwumme (Q111p Klimmen),
in ⁄t geld zjwumme (L270p Tegelen),
in ⁄t geld zwemmen (K361p Zolder),
schwömme in ’t geld (Q036p Nuth/Aalbeek),
sjwummen in ⁄t geldj (L329p Roermond),
sjwömme in ⁄t geldj (L434p Limbricht),
zie sjwömme in ’t geldj (Q020p Sittard),
zwemmen in ⁄t gaeld (L216p Oirlo),
zwumjt in het geld (L377p Maasbracht),
zwumme in ⁄t geldj (L294p Neer),
zwumme inne geldj (L320a Ell),
zwummen in het geld (Q104p Wijk),
zwummen in ⁄t geld (L373p Roosteren),
zwömme in t gèldj (Q014p Urmond),
ps. deels omgespeld volgens Frings.
zwømə} in ⁄t geld (P048p Halen),
ps. invuller heeft geen spellingssyteem genoteerd, dus letterlijk overgenomen (niet(s) omgespeld!).
sjwemme in ’t gelt (Q117a Waubach),
ps. invuller heeft hierbij geen fonetische notering gegeven.
in ’t geld zwemmen (Q179p Zichen-Zussen-Bolder),
ps. omgespeld volgens Frings.
egə gēͅld žweͅmə (Q209p Teuven),
en ət geͅlt zweͅmə (Q093p Rosmeer),
en ’t xeͅlt zwəmə (Q078p Wellen),
ent gēͅlt zwemən (L286p Hamont),
ent xēͅlt sweͅmə (L316p Kaulille),
ent xeͅlt zwemə (P048p Halen),
ent xeͅlt zwəmə (Q096c Neerharen),
entgeͅld zwəmə (Q009p Mechelen-aan-de-Maas),
entxailt swømə (Q156p Borgloon),
ēͅn ət geͅlt zwēͅmə (Q002p Hasselt),
eͅntxeͅltswømə (P213p Niel-bij-St.-Truiden),
eͅə gēͅld žweͅmə (Q209p Teuven),
hə zwøjmp ent xeͅlt (Q162p Tongeren),
int xeͅlt zwemə (K278p Lommel),
zwymə eͅn ət geͅltʔ (L369p Kinrooi),
zwømə ent geͅlš (L317p Bocholt),
zwømə eͅnt geͅltš (L360p Bree),
zwø͂ͅmə intxēͅlt (P222p Opheers),
zwøͅmənent xeͅlš (L372p Maaseik),
zwəmə eͅnt geͅlt (P050p Herk-de-Stad),
ps. omgespeld volgens Frings. Boven de "@"(omgespeld: @) staat nog een ~; deze combinatieletter is niet te maken/om te spellen en heb alleen de "@"omgespeld.
en hət geͅ~lt zweͅmə (P055p Kermt),
ps. omgespeld volgens Frings. Boven de @ staat nog een dakje (^ deze combinatieletter is niet te maken/om te spellen en heb alleen de @ omgespeld.
(h)ēͅ zwøͅmbənətxeͅ^lš (L372p Maaseik),
ps. omgespeld volgens Frings. Het -tekentje heb ik letterlijk overgenomen.
ən ət geͅlt ⁄zweͅmən (L312p Neerpelt),
ps. omgespeld volgens IPA.
in hət gɛəld zwømmə (P186p Gelinden, ...
P197p Heers),
zwemən ent xeͅlt (L282p Achel),
in zijn centen zwemmen:
Algemene opmerking: deze vragenlijst/dit antwoord zo letterlijk mogelijk overgenomen (dus niet omgespeld!).
schwömme in zen sènt (Q095p Maastricht),
in zijn geld verzuipen:
dae verzuup in zien geldj (L331p Swalmen),
ps. omgespeld volgens Frings.
vərz"pə en zə gēͅi̯lt (P054p Spalbeek),
in zijn geld zwemmen:
dae zwumt in zien geld (L295p Baarlo),
hae zjwumt i zien geld (L295p Baarlo),
hae zwömp in zien geld (L269p Blerick),
hè zwumtj in zie geldj (L289p Weert),
in zie geld zjwömme (Q039p Hoensbroek),
zjwumme in ze geèld (Q193p Gronsveld),
zwumme in zie geldj (L289b Leuken),
Algemene opmerking: invuller noteert als spellingssysteem Veldeke, maar met een vraagteken erachter; de lijst is gewoon in het "Nederlands"ingevuld en heb het daarom maar letterlijk overgenomen (dus niet omgespeld!).
zjwumme in ze geld (Q097p Ulestraten),
ps. omgespeld volgens Frings.
zweͅmə eͅn zə geͅlt (Q002p Hasselt),
zwəmə en zə geͅld (P051p Lummen),
ps. omgespeld volgens Frings. Boven de [ staat nog een ´; dit tekentje heb ik niet meegenomen in de omspelling!
eͅn zə geͅlt zwøi̯mə (Q176a Ketsingen),
ps. omgespeld volgens Frings. Het -tekentje achter g@ld heb ik letterlijk overgenomen (of bedoelt invuller dit als een "glottishslag": ¿).
zwøͅmə en zə geͅld⁄ (L371p Ophoven),
ps. omgespeld, deels volgens Frings en deels volgens IPA.
zwømənenzəxɛlt (Q096d Smeermaas),
klamotten hebben:
Van Dale: klamot, klamodde, (gew.) 1. kluit, klont; - borrel; - 2. oorveeg; - 3. slons.
klamotte höbbe (L329p Roermond, ...
Q020p Sittard),
kluiten hebben:
Opm. kluut = land, akker, dus geld!
hae haet kluut (L330p Herten (bij Roermond)),
ps. omgespeld volgens Frings.
dōͅ zet kloͅt (Q002p Hasselt),
Van Dale: I. kluit, 8. (scherts.) geldstuk; in t mv.: geld.
klöt höbbe (L381p Echt/Gebroek),
knabben hebben:
dae haet knabbe (L330p Herten (bij Roermond), ...
Q020p Sittard),
knabbe hebbe (Q198b Oost-Maarland),
knabbe hubbe (Q101p Valkenburg),
knabbe hubben (Q104p Wijk),
knabbe höbbe (Q111p Klimmen),
knabben höbbe (L432p Susteren),
Algemene opmerking: invuller noteert als spellingssyteem Veldeke, maar het is gewoon in het Nederlands genoteerd en heb het daarom letterlijk overgenomen (dus niets omgespeld!).
knabbe höbbe (Q111p Klimmen),
Algemene opmerking: invuller twijfelt over het spellingssysteem (Veldeke). Aangezien de lijst normaal (dus in gewoon Nederlands) is ingevuld, heb ik de lijst letterlijk overgenomen, dus niet(s) omgespeld!
e haet knabbe (Q198p Eijsden),
ps. omgespeld volgens Frings.
deͅ eͅf knabə (L422p Lanklaar),
knauwen hebben:
kneue (Q039p Hoensbroek),
vgl. Sittard Wb. (pag. 186): knao, [knäö, knäötje], bonk; knoest of kwast in hout; verward kluwen touw e.d.; grote hoop of massa; bonkige kerel. Eine knao sente, luu enz., een hoop of massa geld, mensen enz.
hae haet knaö (Q020p Sittard),
hae haet knöö (Q020p Sittard),
knobbelen:
er had knoebelen (Q039p Hoensbroek),
knopen hebben:
zie höbbe knuip (Q020p Sittard),
ps. omgespeld volgens Frings.
kn"u̯p həbə (L423p Stokkem),
knoppen hebben:
dee heet knup (L287p Boeket/Heisterstraat),
mens met fortuin (zn.):
minsj mit fərtuun (L426z Holtum),
met knabben zitten:
ps. omgespeld volgens Frings.
dēͅ zet meͅt knabə (L416p Opglabbeek),
dijə zet me knabən (K278p Lommel),
met miljoenen smijten:
zie sjmiete mit miljone (Q020p Sittard),
met splinten zitten:
ps. omgespeld volgens Frings.
dijə zet me spleent (K278p Lommel),
met zijn geld geen weg weten:
ps. omgespeld volgens Frings.
meͅzə geͅlt genə weͅx weͅi̯tə (P048p Halen),
miljonair (zn.):
ps. omgespeld volgens Frings. Boven de "@"(omgespeld: @) staat nog een ~; deze combinatieletter is niet te maken/om te spellen en heb alleen de "@"omgespeld.
nə meljōneͅ~r (P055p Kermt),
miljonair zijn:
ps. omgespeld volgens Frings.
dɛ es nə meljoͅnɛr (K278p Lommel),
heͅ eͅs miljōnēͅr (Q004p Gelieren/Bret),
moppen hebben:
dae haet möp (L270p Tegelen),
moppen hebbe (L332p Maasniel),
naar gene hoeven te vragen:
nao genne haove te vraoge (Q111p Klimmen),
nergens geen mangel aan hebben:
haat nergens ginne mangel aan (L266p Sevenum),
niet weten wie rijk men is:
dat wit niet wie rièk datte is (L271p Venlo),
ps. letterlijk overgenomen (dus niet omgespeld!).
neet weite wie rīēk (Q111p Klimmen),
ps. omgespeld volgens Frings.
ne weͅitə weͅ rēͅk dā zēͅt (Q156p Borgloon),
noten hebben:
neut höbbe (L329p Roermond),
om welmoed leven:
in waalmood laeve (Q111p Klimmen),
oorden hebben:
ps. letterlijk overgenomen (dus niet omgespeld!).
öört höbbe (Q111p Klimmen),
pegels hebben:
de pegels höbbe (L329p Roermond),
platen hebben:
ps. omgespeld volgens Frings.
dijən he ploͅu̯ət (K278p Lommel),
poen hebben:
poen hubben (Q104p Wijk),
rijk volk (zn.mv.):
ps. letterlijk overgenomen (dus niet(s) omgespeld!).
rīek-vōūk (Q098p Schimmert),
rijk zijn:
die zeen riek (L294p Neer),
hae is rīēk (L269p Blerick),
hè is riek (L377p Maasbracht),
riech (Q121c Bleijerheide),
riek (L163a Milsbeek, ...
L294p Neer,
L321p Neeritter,
L163p Ottersum),
riek sien (Q112a Heerlerheide, ...
Q095p Maastricht,
Q104p Wijk),
riek zeen (L287p Boeket/Heisterstraat, ...
L381p Echt/Gebroek,
L425p Grevenbicht/Papenhoven,
L426z Holtum,
L434p Limbricht,
L427p Obbicht,
L329p Roermond,
L329p Roermond,
L373p Roosteren,
L318b Tungelroy,
Q014p Urmond,
L386p Vlodrop),
riek zie (Q112a Heerlerheide),
riek zien (Q198a Mesch, ...
L270p Tegelen,
L271p Venlo),
riek zin (Q100p Houthem, ...
L332p Maasniel,
L265p Meijel,
Q033p Oirsbeek,
Q098p Schimmert,
Q098p Schimmert),
rieëk zieë (Q113p Heerlen),
rie‧k zee‧n (L289p Weert),
rijk zij (K361p Zolder),
riëk zíën (Q036p Nuth/Aalbeek),
rīek zeen (L327p Beegden),
rīēk zeen (L428p Born),
rīēk zien (L269p Blerick, ...
L290a Egchel),
rīēk zin (L299p Reuver),
rīēk zīēn (L266p Sevenum),
Algemene opmerking: deze vragenlijst/dit antwoord zo letterlijk mogelijk overgenomen (dus niet omgespeld!).
rīēk zīēn (Q095p Maastricht),
Algemene opmerking: deze vragenlijst/dit antwoord zo letterlijk mogelijk overgenomen, dus niet omgespeld!
rīē:k zīē:n (Q095p Maastricht),
Algemene opmerking: invuller noteert als spellingssyteem Veldeke, maar het is gewoon in het Nederlands genoteerd en heb het daarom letterlijk overgenomen (dus niets omgespeld!).
dae is rieèk (Q113a Welten),
riek zieë (Q111p Klimmen),
Opm. de ie is langgerekt.
riek zeen (L289b Leuken),
ps. bij benadering omgespeld volgens IPA.
rīi̯k sīi̯n (L314p Overpelt),
ps. invuller heeft geen spellingssyteem genoteerd, dus letterlijk overgenomen (niet(s) omgespeld!).
rie:k (Q119p Eygelshoven),
ps. letterlijk omgespeld volgens IPA. De i geïnterpreteerd als een hoge i en dus omgespeld: ?.
i̯eͅts ra͂i̯k (Q162p Tongeren),
ps. letterlijk overgenomen (dus niet omgespeld!).
rīēk zieën (Q111p Klimmen),
ps. letterlijk overgenomen (dus niet omgespeld).
rīēk (Q028p Jabeek),
ps. letterlijk overgenomen (dus niet(s) omgespeld!).
rīēk zeen (Q020p Sittard),
rīēk zīēn (Q204a Mechelen, ...
Q198b Oost-Maarland),
ps. letterlijk overgenomen!
rīēk zĭĕe (Q039p Hoensbroek),
ps. omgespeld volgens Frings.
rai̯k sin (Q176a Ketsingen),
rējk zēən (L360p Bree),
rēͅik sēͅin (Q004p Gelieren/Bret),
rēͅi̯k zēͅi̯n (L355p Peer),
rēͅi̯k zən (P051p Lummen),
rēͅk (P044p Zelem),
rēͅk sən (P048p Halen),
rēͅk zeͅn (P107a Rummen),
rēͅkseͅn (Q156p Borgloon),
rēͅəkseͅn (P213p Niel-bij-St.-Truiden),
reͅik zeͅin (P174p Velm),
reͅi̯k zeͅn (K278p Lommel),
ri(ə)k ze(ə)n (L317p Bocholt),
rik sen (Q096c Neerharen),
rik zēn (L317p Bocholt),
rik zēən (L316p Kaulille),
rik zin (Q009p Mechelen-aan-de-Maas),
riksia (Q209p Teuven),
rīk sēn (L369p Kinrooi),
rīk sēən (L422p Lanklaar),
rīk sin (L423p Stokkem),
rīk zēn (L422p Lanklaar, ...
L416p Opglabbeek),
rīk zīn (L312p Neerpelt),
rīksīn (Q096d Smeermaas),
ps. omgespeld volgens IPA.
rēͅk zeͅin (P186p Gelinden, ...
P197p Heers),
rik sin (L282p Achel),
rijke stinkerd (zn.):
einen rieken stinkerd (L269p Blerick),
ene rieke stinkerd (Q095p Maastricht),
ene rieke stinkert (Q036p Nuth/Aalbeek),
is een eine rieke stinkerd (L377p Maasbracht),
rieke stinkerd (L163a Milsbeek, ...
L163p Ottersum),
rijke, een ~ (zn.):
eine riëke (L295p Baarlo),
schatrijk zijn:
hae is sjatriek (Q020p Sittard),
Algemene opmerking: deze vragenlijst/dit antwoord zo letterlijk mogelijk overgenomen (dus niet omgespeld!).
schàtrīēk (Q095p Maastricht),
ps. letterlijk overgenomen (dus niet omgespeld!).
sjat rīēk (Q111p Klimmen),
ps. omgespeld volgens Frings.
heͅ eͅs šatrēͅik (Q004p Gelieren/Bret),
sxatrēk seͅn (P048p Halen),
šat rēk (L416p Opglabbeek),
šatrei̯k (L420p Rotem),
šatrīk zēn (L371p Ophoven),
schijven hebben:
schieve höbbe (Q020p Sittard),
schrammen hebben:
sjrêûm höbbe (Q020p Sittard),
spanen hebben:
spoan hebbe (L318b Tungelroy),
spie hebben:
Van Dale: II. spie, 5. (Barg., volkst.) cent; -(coll.) geld, duiten.
spie e.d. hebbe (L289p Weert),
steenrijk zijn:
héë is schteeriek (Q113p Heerlen),
schteerièk (Q204a Mechelen),
sjteinriek (L330p Herten (bij Roermond)),
steeriech zië (Q121p Kerkrade),
steinriek (Q095p Maastricht, ...
Q101p Valkenburg),
steinriek zien (Q187a Heugem),
ps. invuller heeft geen spellingssyteem genoteerd, dus letterlijk overgenomen (niet(s) omgespeld!).
sjteerīē.k (Q117a Waubach),
ps. letterlijk overgenomen (dus niet omgespeld!).
sjtein rīēk (Q111p Klimmen),
sjtènrīēk (Q105p Heer),
ps. letterlijk overgenomen (dus niet omgespeld).
stēēnrīēk (Q028p Jabeek),
ps. omgespeld volgens Frings.
stīənrīk (L286p Hamont),
stikken van het geld:
héë schtikt van ’t geld (Q113p Heerlen),
van ’t geld sjtikke (Q111p Klimmen),
stikrijk zijn:
ps. omgespeld volgens IPA.
stikra͂i̯k (Q162p Tongeren),
stinken naar het geld:
ps. letterlijk omgespeld volgens Frings (het -tekentje heb ik letterlijk overgenomen).
steŋkə nwoͅ’txeͅlt (Q077p Hoeselt),
ps. omgespeld volgens Frings.
hēͅ stiŋk nwo ət xeͅlt (Q077p Hoeselt),
heͅ steŋkt noͅ ət xeͅlš (L372p Maaseik),
no t geͅlt sti̞nkə (Q003a Oud-Waterschei),
nə txeͅlt steŋkə (P048p Halen),
ps. omgespeld volgens Frings. Boven de @ staat nog een dakje (^ deze combinatieletter is niet te maken/om te spellen en heb alleen de @ omgespeld.
(h)ēͅ steŋknōͅətxeͅ^lš (L372p Maaseik),
stinken naar het geld wie een os naar melk:
ps. omgespeld volgens Frings. Boven de "#"(bij #s) moet nog een ~ staan; deze combinatieletter is niet te maken/om te spellen en heb alleen de "#"omgespeld.
noͅ ’xeͅlt steͅnkə weͅ ənə oͅ~s noͅ meͅlk (Q156p Borgloon),
stinken van de centen:
dae stjink van de sente (L329p Roermond),
stinken van de duiten:
zie sjtikken in de duite (Q020p Sittard),
stinken van het geld:
hae sjtinkt van ⁄t geld (L270p Tegelen),
hàj stinkt van ⁄t gèld (L159a Middelaar),
sjtink van ’t geldj (Q020p Sittard),
sjtinke van ⁄t geld (L299p Reuver),
stikke van ’t gèldj (Q014p Urmond),
stinken van het geld (Q095p Maastricht, ...
P176p Sint-Truiden),
stjinken van het geld (L290a Egchel),
zie sjtinke van ’t geldj (Q020p Sittard),
Algemene opmerking: invuller noteert als spellingssysteem Veldeke, maar met een vraagteken erachter; de lijst is gewoon in het "Nederlands"ingevuld en heb het daarom maar letterlijk overgenomen (dus niet omgespeld!).
sjtinke van ’t geld (Q097p Ulestraten),
ps. invuller heeft geen spellingssyteem genoteerd, dus letterlijk overgenomen (niet(s) omgespeld!).
sjtikke van ’t gelt (Q117a Waubach),
ps. omgespeld volgens Frings.
stēŋke van ət geͅlt (P107a Rummen),
stiŋkən vant geͅilt (Q071p Diepenbeek),
stinkend rijk zijn:
stinkend rîêk zîên (L353p Eksel),
stinkrijk zijn:
schtink riek (Q098p Schimmert),
stinkrĭĕk (L216p Oirlo),
tot over zijn oren in het geld steken:
ps. omgespeld volgens Frings.
toͅt øͅi̯vər zən uərə ent xeͅlt stēͅkə (P048p Halen),
uit een gouden wieg komen:
oet ein golde weeg komme (L271p Venlo),
van de centen barsten:
hè börst van ne cente (L289p Weert),
van de renten leven:
van de rinte laeve (Q111p Klimmen),
van het geld barsten:
barsjte van ’t geld (Q111p Klimmen),
barsjten van ⁄t geldj (L434p Limbricht),
barste vaan ’t geld (Q187a Heugem),
barsten van het geldj (L373p Roosteren),
barsten van ’t geltj (Q014p Urmond),
dae bars van et géltj (L332p Maasniel),
van ’t geld barsjte (Q111p Klimmen),
(= hij barst van t geld).
héë bascht van ’t geld (Q113p Heerlen),
ps. omgespeld volgens Frings.
hīə boͅs van txeͅlt (Q002p Hasselt),
ps. omgespeld volgens IPA.
bōͅrstə(n)} van het geld (L314p Overpelt),
van wanten weten:
(= wisten geld te maken).
die weite van wante (Q020p Sittard),
van zijn eigen voeten leven:
Algemene opmerking: invuller twijfelt over het spellingssysteem (Veldeke). Aangezien de lijst normaal (dus in gewoon Nederlands) is ingevuld, heb ik de lijst letterlijk overgenomen, dus niet(s) omgespeld!
e laeft vaan z’n eege vit (Q198p Eijsden),
veel adem hebben:
ps. letterlijk overgenomen (dus niet omgespeld!).
vööl aom höbbe (Q111p Klimmen),
veel centen hebben:
veul cente (L377p Maasbracht),
vēūl centen höbbe (L292p Heythuysen),
Opm. in de betekenis van geld.
déë had veuël centen (Q113p Heerlen),
ps. omgespeld volgens Frings.
v"l seͅntə høbə (Q176a Ketsingen),
vēəl seͅntə heͅbə (P055p Kermt),
vēͅl seͅntə heͅbə (L416p Opglabbeek),
veel duiten hebben:
dee heet veul duite (Q095p Maastricht),
veel duiven op het dak hebben:
ps. omgespeld volgens Frings.
vø͂ͅl duvənoͅp xən dākkā (Q209p Teuven),
veel fortuin hebben:
dee heet veul fortuin (Q095p Maastricht),
veel geld hebben:
hae hat völ geld (Q113p Heerlen),
vèùl geld höbbe (Q039p Hoensbroek),
vèùl geldj höbbe (L294p Neer),
vèùl géldj höbbe (Q032a Puth),
ps. omgespeld volgens Frings.
v"l geͅltʔ (h)ybə (L369p Kinrooi),
veel goddelijke hebben:
ps. letterlijk overgenomen (dus niet omgespeld!).
vööl goddellikke höbbe (Q111p Klimmen),
veel goud hebben:
Algemene opmerking: invuller noteert als spellingssysteem Veldeke, maar met een vraagteken erachter; de lijst is gewoon in het "Nederlands"ingevuld en heb het daarom maar letterlijk overgenomen (dus niet omgespeld!).
vööl good höbbe (Q097p Ulestraten),
veel klamotten hebben:
ps. letterlijk overgenomen (dus niet omgespeld!).
vööl klamotte höbbe (Q111p Klimmen),
veel kluiten hebben:
ps. omgespeld volgens Frings.
vēəl kloͅtə heͅbə (P055p Kermt),
veel knabben hebben:
dee heet veul knabbe (Q095p Maastricht),
veul knabbe hèbbe (Q098p Schimmert),
vēūl knabbe höbbe (L292p Heythuysen),
Opm. knabben: [knab\\] (ps. omgespeld volgens Frings).
veel knabben hebben (L369p Kinrooi),
veel knopen hebben:
ps. omgespeld volgens Frings.
vəl knøi̯pə həbə (Q096c Neerharen),
veel knotsen hebben:
ps. omgespeld volgens Frings.
vøi̯l knoͅtsə həbə (Q156p Borgloon),
veel onder de kiel hebben:
ps. omgespeld volgens Frings.
vēəl oͅnər də kīl heͅbə (P055p Kermt),
veel op de naad hebben:
hae hat völ op de nöjd (Q113p Heerlen),
veel platen hebben:
ps. deels omgespeld volgens Frings.
v"l plōͅjt heͅmə (P048p Halen),
veel poen hebben:
ps. deels omgespeld volgens Frings.
v"l pun heͅmə (P048p Halen),
ps. omgespeld volgens Frings.
heͅj het vøl pun (L312p Neerpelt),
v"l pun heͅmə (K278p Lommel),
vēl pun heͅbə (Q004p Gelieren/Bret),
vēəl pun heͅbə (P055p Kermt),
vøyl pūn həbə (Q078p Wellen),
vøyl pūən həbə (Q078p Wellen),
vø͂ͅi̯l pun (Q078p Wellen),
veel schrammen hebben:
dae haet vèùl sjrèùm (L332p Maasniel),
veel soezen hebben:
ps. omgespeld volgens Frings.
v"l sūzə høbə (Q176a Ketsingen),
veel sollen hebben:
ps. omgespeld volgens Frings.
v"l soͅlə høbə (Q176a Ketsingen),
veel solletjes hebben:
ps. omgespeld volgens Frings.
v"l soͅlə(kəs) høbə (Q176a Ketsingen),
veel spie hebben:
ps. letterlijk overgenomen (dus niet omgespeld!).
vööl sjpie höbbe (Q111p Klimmen),
verrekken van het geld:
ps. invuller heeft geen spellingssyteem genoteerd, dus letterlijk overgenomen (niet(s) omgespeld!).
vrekke van ’t gelt (Q117a Waubach),
ps. omgespeld volgens Frings.
hīə vəreͅk van txeͅlt (Q002p Hasselt),
warme, een ~ (zn.):
ene werme (L381p Echt/Gebroek),
ze binnen hebben:
ps. omgespeld volgens Frings.
dijə heͅt sə beͅnə (Q071p Diepenbeek),
ze hebben:
dae haet ze (Q033p Oirsbeek),
doe haet ze (L271p Venlo),
dè hèt ze (Q020p Sittard),
ze höbbe (Q033p Oirsbeek),
(= die heeft centen).
dae haet ze (Q020p Sittard),
Algemene opmerking: invuller noteert als spellingssyteem Veldeke, maar het is gewoon in het Nederlands genoteerd en heb het daarom letterlijk overgenomen (dus niets omgespeld!).
die höbbe ze (Q111p Klimmen),
ze zitten hebben:
ps. omgespeld volgens Frings.
dēͅ hātsəzitə (Q209p Teuven),
zich het heel goed kunnen leisten (du.):
zich ’t hieël good kinne leiste (Q111p Klimmen),
zich kunnen roeren:
(= bemiddeld).
(hae) kan zich ruire (Q020p Sittard),
zijn broodje is gebakken:
ps. omgespeld volgens Frings.
zə bry(3)̄tšə əs gəbakə (P174p Velm),
zijn schaapjes op het droge hebben:
ps. omgespeld volgens Frings.
zēͅn žəpkəs oͅp drəgə heͅbə (Q079a Wintershoven),
zo rijk zijn als de zee:
zo rijk zijn als de zee diep is (P107a Rummen),
zo rijk zijn als het water diep is:
zo riek as ⁄t water deep (L270p Tegelen),
zoe rîêk es ⁄t waáter diep is (L353p Eksel),
zôô riek es ’t waater deep is (Q014p Urmond),
Algemene opmerking: invuller twijfelt over het spellingssysteem (Veldeke). Aangezien de lijst normaal (dus in gewoon Nederlands) is ingevuld, heb ik de lijst letterlijk overgenomen, dus niet(s) omgespeld!
e is zoe riek es ’t waoëter deep is (Q198p Eijsden),
ps. omgespeld volgens Frings.
hēͅ es zū rēk eͅs twātər dēp es (L416p Opglabbeek),
su rēͅk seͅn ast weͅtər deͅip es (Q156p Borgloon),
zu rēͅi̯k zēͅi̯n as ət watər dip is (L355p Peer),
zuə rēͅkas twai̯tər dip eͅs (P048p Halen),
zū rēͅək ast weͅtər dip eͅs zēͅn (P213p Niel-bij-St.-Truiden),
zo rijk zijn als water diep is:
hae is zoe riek es water deep is (Q113p Heerlen),
hèë is zoeë riek es water deep (Q039p Hoensbroek),
zo riek es waterdeip (L434p Limbricht),
zò riek es water deep (Q101p Valkenburg),
zôê stek as water deep (L322p Haelen),
Algemene opmerking: invuller noteert als spellingssyteem Veldeke, maar het is gewoon in het Nederlands genoteerd en heb het daarom letterlijk overgenomen (dus niets omgespeld!).
zoeë riek es water deep (Q111p Klimmen),
Opm. v.d. invuller (zie bijlage):
zŏŏ riek as water deep is (L322a Nunhem),
ps. letterlijk overgenomen (dus niet omgespeld!).
zôô rīēk ès waater deep (Q111p Klimmen),
ps. letterlijk overgenomen (dus niet(s) omgespeld!).
rīēk es waoter deep! (Q198b Oost-Maarland),
ps. omgespeld volgens Frings.
zu rēͅk as weͅtər dip (Q071p Diepenbeek),
ps. omgespeld volgens Frings. Tussen de "a met een rondje en een punt erboven"staat nog een ~; deze combinatieletter is niet te maken/om te spellen en heb alleen de "a met een rondje en een punt erboven"omgespeld: å.
heͅ eͅs zu rēͅik as wa͂tər dip (Q004p Gelieren/Bret),
zo rijk zijn dat men niet weet wat doen met zijn geld:
zo rijk zijn dat men niet weet wat doen met zijn geld (P107a Rummen),
zo rijk zijn wie een koning:
ps. letterlijk overgenomen (dus niet(s) omgespeld!).
hae is zoe riek wie inne küning (Q113p Heerlen),
zo rijk zijn wie het water diep is:
Opm. de ie (van "riek") gerekt uitspreken.
zoë riek wie ⁄t water deep is (L270p Tegelen),
zo rijk zijn wie water diep is:
soe rich wie wasserdeep (Q121p Kerkrade),
zo riek wie waterdeep (L295p Baarlo),
ps. omgespeld volgens Frings.
zøͅ rīksiə wi watər dēp (Q209p Teuven)
|
Inventarisatie uitdrukkingen voor: rijk zijn [rijk zijn, zwemmen in zijn geld, een groot fortuin hebben enz. enz.] [N 21 (1963)] || schatrijk
III-3-1
|
21269 |
rijkdom |
eigendom:
iigəndom (P119p Sint-Lambrechts-Herk),
fortuin:
forty(3)̄n (Q177p Millen),
fortyin (P219p Jeuk),
fortyn (Q247a Sint-Pieters-Voeren, ...
Q166p Vechmaal),
fortyyn (P218p Borlo),
fortøͅyn (Q088p Lanaken, ...
Q171p Vlijtingen),
foͅrty(3)̄n (Q180p Mal, ...
Q181p Sluizen,
P174p Velm),
foͅrtyn (P113p Binderveld, ...
P175p Gingelom,
P176p Sint-Truiden),
furtin (P052p Schulen),
furtyin (P188p Hoepertingen, ...
P058p Stevoort),
fərti.n (Q003p Genk),
fərtøͅin (Q172p Vroenhoven),
geld:
gɛlt (P197p Heers),
xɛld (Q036p Nuth/Aalbeek),
xɛlt (L164p Gennep, ...
Q203p Gulpen,
L268p Velden),
goed:
go.t (L420p Rotem),
got (Q033p Oirsbeek),
gōt (L249p Grubbenvorst, ...
Q105p Heer,
L267p Maasbree),
gut (Q163p Berg, ...
Q176a Ketsingen,
K317p Leopoldsburg,
K315p Oostham),
gû.et (K359p Koersel),
gû.t (L317p Bocholt),
xot (Q098p Schimmert),
rijk:
vgl. Sittard Wb. (pag. 342): riekdóm, rijkdom.
om rīk tə wɛrdə (Q020p Sittard),
rijkdom:
raəgdum (Q183p Vreren),
raəkdum (Q162p Tongeren),
regdom (Q171p Vlijtingen),
rekdum (P184p Groot-Gelmen),
rēgdom (Q086p Eigenbilzen, ...
Q168a Rijkhoven,
Q179p Zichen-Zussen-Bolder),
ri.gdom (Q249p Aubel),
ri.gdu.m (Q254p Henri-Chapelle, ...
Q253p Montzen),
ri.gdum (L282p Achel, ...
L300p Beesel,
L297p Belfeld,
L381p Echt/Gebroek,
L353p Eksel,
L425p Grevenbicht/Papenhoven,
L286p Hamont,
L291p Helden/Everlo,
L292p Heythuysen,
L325p Horn,
L320p Hunsel,
L316p Kaulille,
L298p Kessel,
L434p Limbricht,
L376p Linne,
L377p Maasbracht,
L319p Molenbeersel,
L288p Nederweert,
L294p Neer,
L368p Neeroeteren,
L312p Neerpelt,
L371p Ophoven,
L288a Ospel,
L314p Overpelt,
L293p Roggel,
L432p Susteren,
L331p Swalmen,
L386p Vlodrop,
L289p Weert,
L375p Wessem),
ri.kdum (L387p Posterholt),
ri:gdo:m (Q255p Kelmis),
ri:gdom (L415p Opoeteren, ...
Q014p Urmond,
Q005p Zutendaal),
ri:gdu:m (Q260p Walhorn),
ri:kdum (P051p Lummen),
ri:šdo:m (Q263p Raeren),
rigdo:m (Q284p Eupen, ...
Q278p Welkenraedt),
rigdom (Q198p Eijsden, ...
Q193p Gronsveld,
Q113p Heerlen,
Q039p Hoensbroek,
Q121p Kerkrade,
Q192p Margraten,
Q196p Mheer,
Q082p Munsterbilzen,
L416p Opglabbeek,
Q116p Simpelveld,
Q015p Stein,
Q101p Valkenburg,
Q091p Veldwezelt,
Q117a Waubach,
Q204p Wittem/Partei),
rigdum (Q074p Kortessem, ...
Q095p Maastricht,
L318p Stramproy),
rikdo:m (Q251p Gemmenich),
rikdom (L244c America, ...
L250p Arcen,
L192p Bergen,
L269p Blerick,
L215p Blitterswijck,
L247p Broekhuizen,
L214a Geysteren,
P195p Gutshoven,
L246p Horst,
L246p Horst,
L217p Meerlo,
L265p Meijel,
L246b Melderslo,
L245p Meterik,
L115p Mook,
L216p Oirlo,
L163p Ottersum,
L266p Sevenum,
L192a Siebengewald,
L246a Swolgen,
L270p Tegelen,
L271p Venlo,
L210p Venray,
L215a Wellerlooi),
rikdum (L159p Cuijk, ...
L246c Hegelsom,
L159a Middelaar,
L313p Sint-Huibrechts-Lille,
L213p Well),
rimdom (L265c Beringe),
rištom (Q222p Vaals),
rīgdom (Q102p Amby, ...
Q038p Amstenrade,
Q019p Beek,
Q103p Berg-en-Terblijt,
Q035p Brunssum,
Q119p Eygelshoven,
Q021p Geleen,
Q188p Kanne,
Q111p Klimmen,
Q088p Lanaken,
Q099p Meerssen,
Q199p Moelingen,
Q117p Nieuwenhagen,
Q118p Schaesberg,
Q032p Schinnen,
Q030p Schinveld,
Q206p Slenaken,
Q112p Voerendaal,
Q205p Wahlwiller,
Q201p Wijlre),
rīgdum (Q071p Diepenbeek, ...
P222p Opheers,
Q200p s-Gravenvoeren,
Q078p Wellen),
rīxtum (Q211p Bocholtz),
rê.igdum (L421p Dilsen, ...
L356p Grote-Brogel),
rî.gdum (L417p As, ...
L324p Baexem,
L428p Born,
L369p Kinrooi,
L329p Roermond,
L423p Stokkem,
L374p Thorn),
rɛ.gdom (L413p Helchteren),
rɛ.gdum (L360p Bree, ...
L414p Houthalen,
Q001p Zonhoven),
rɛ.igdum (L355p Peer),
rɛ.kdum (K358p Beringen, ...
L352p Hechtel,
K360p Heusden,
K357p Paal,
K361p Zolder),
rɛ:gdum (P057p Kuringen, ...
P058p Stevoort),
rɛgdum (P218p Borlo, ...
Q240p Lauw,
P223p Rukkelingen-Loon,
Q241p Rutten),
rɛigdum (Q072p Beverst, ...
Q077p Hoeselt),
rɛikdum (K316p Heppen, ...
K317a Kerkhoven,
K278p Lommel),
rɛkdom (K318p Beverlo, ...
P214p Montenaken,
K278a Stevensvennen),
rɛkdoͅm (P046p Linkhout, ...
P045p Meldert),
rɛkdum (P113p Binderveld, ...
P178p Brustem,
P115p Duras,
P048p Halen,
P050p Herk-de-Stad,
K314p Kwaadmechelen,
Q161p Piringen,
K353p Tessenderlo,
P172p Wilderen,
P044p Zelem),
rɛəgdum (Q083p Bilzen),
rɛəkdum (P047p Loksbergen),
rɛ̄gdom (P182p Buvingen, ...
P181p Muizen),
rɛ̄gdum (P120p Alken, ...
P117p Nieuwerkerken,
Q075p Vliermaalroot,
P227p Vorsen),
rɛ̄kdom (Q154p Sint-Huibrechts-Hern),
rɛ̄kdum (Q156p Borgloon),
vertaald
rīkdom (L267p Maasbree),
zeldzaam
rɛ̄gdom (P219p Jeuk),
veel middelen:
voe:l medələ (Q279p Baelen),
vermogen:
vərmoe.gə (Q259p Lontzen),
verrekte waarde:
firɛ.ktə wja:də (P055p Kermt)
|
rijkdom [RND]
III-3-1
|
21597 |
rijke lieden |
<uitdr.> niets te kort hebben:
niets te kort hebben (P056p Stokrooie),
fel lui:
feel lij (Q168a Rijkhoven),
groot volk:
grouët volk (Q101p Valkenburg),
hoog volk:
haog volk (P197p Heers),
kapitalisten:
t wordt maar eventjes gehoord
kapitalisten (K278p Lommel),
kasteelheren:
kasteelheren (P176p Sint-Truiden),
rijk volk:
raik volk (K358p Beringen),
reejk volk (P186p Gelinden),
reͅk voͅlk (Q071p Diepenbeek),
riek voûk (L362p Opitter),
riek vuik (L360p Bree),
rijk volk (K360p Heusden, ...
K314p Kwaadmechelen,
L355p Peer),
rijk vollek (P058p Stevoort),
rijək vollək (P058p Stevoort),
rik volək (P197p Heers),
riək voͅlk (L313p Sint-Huibrechts-Lille),
rīk volk (L368p Neeroeteren),
rèk volk (P172p Wilderen),
rîeek vuìek (L414p Houthalen),
rɛək volək (P177p Zepperen),
rijke lieden:
rijke lieden (K318p Beverlo),
rīēke kliĕ (L415p Opoeteren),
rijke lui:
raaike laai (Q177p Millen, ...
Q162p Tongeren),
reeke lui (Q175p Riemst),
reeke luij (Q179p Zichen-Zussen-Bolder),
reekə lei (Q086p Eigenbilzen),
reijke lui (L360p Bree),
reièke lij (Q168a Rijkhoven),
rēkə luî (Q179p Zichen-Zussen-Bolder),
rieke lie (L368p Neeroeteren),
rieke lui (L286p Hamont, ...
L415p Opoeteren,
L314p Overpelt,
L420p Rotem),
rieke luj (Q007p Eisden, ...
Q248p Remersdaal,
Q247p Sint-Martens-Voeren),
rieke lūi (Q088p Lanaken),
riekĕ lŭi (Q172p Vroenhoven),
rijke laaie (Q083p Bilzen),
rijke lei (Q072p Beverst, ...
L355p Peer,
Q001p Zonhoven),
rijke liën (K353p Tessenderlo),
rijke lui (Q071p Diepenbeek, ...
K316p Heppen),
rike lyë (Q248p Remersdaal),
rike lü (Q259p Lontzen),
rikə loj (Q012p Rekem),
rikə lui (L313p Sint-Huibrechts-Lille),
rīēke lu-j (L289p Weert),
rīkə loj (Q010p Opgrimbie),
rīkə lui (Q088p Lanaken),
rīkə luj (L368p Neeroeteren),
rīkə ly (L319p Molenbeersel),
rīkə lyj (Q097p Ulestraten),
rīkə lø-j (Q009p Mechelen-aan-de-Maas),
rīkə ləij (Q172p Vroenhoven),
rīəkə līə (L366p Gruitrode),
rïkke luï (L372p Maaseik),
Duitsche ui
rēkə löy (Q156p Borgloon),
kort
rieke lei (Q094p Hees),
rieke lui (L312p Neerpelt),
lei kort
reeke lei (Q093p Rosmeer),
ui kort
rikə luij (Q088p Lanaken),
rijke mannen:
rijke manne (Q156p Borgloon),
rijke mensen:
raaike minse (Q162p Tongeren),
reike menze (K316p Heppen),
reike minschen (K358p Beringen),
reike mīensche (P187a Kuttekoven),
reəke manne (P188p Hoepertingen),
reəkeə minsə (P051p Lummen),
rēkə mensn (Q001p Zonhoven),
rēͅkə meͅnnsən (Q071p Diepenbeek),
rēͅkə minsə (L420p Rotem),
rieke men (L366p Gruitrode),
rieke minschen (L368p Neeroeteren),
rieke minse (L316p Kaulille, ...
L372p Maaseik,
L368p Neeroeteren),
rieke minsen (L360p Bree, ...
L414p Houthalen),
rieke minsə (L362p Opitter),
rij(k)e menschen (K278p Lommel),
rijke menschen (K318p Beverlo),
rijke mense (Q166p Vechmaal),
rijke mienschen (K278p Lommel),
rijke minsche (L413p Helchteren, ...
P171p Landen),
rijke minschen (P219p Jeuk, ...
L415p Opoeteren,
P176p Sint-Truiden),
rijke minse (P053p Berbroek, ...
P058p Stevoort,
P121p Ulbeek,
P192p Voort,
P177p Zepperen),
rijke minseke (P058p Stevoort),
rijke minsen (L372p Maaseik, ...
P121p Ulbeek,
Q001p Zonhoven),
rijke minsə (K317p Leopoldsburg),
rijkə minsə (P176p Sint-Truiden),
rijəke minsche (P176p Sint-Truiden),
rikə mēnsən (L286p Hamont),
rikə meͅnsə (L415p Opoeteren),
rè-ke minse (Q078p Wellen),
rèke menschen (K318p Beverlo),
rèke mense (K315p Oostham),
rèke miensen (K353p Tessenderlo),
rèke minsen (L352p Hechtel),
rèkeͅ minseͅ (P193p Mettekoven),
rɛjkə mənse (K316p Heppen),
ei als een klank
rɛikə minschən (K361p Zolder),
geen k bij rijke
rij-ə minschen (K314p Kwaadmechelen),
ie rekken
rieke mienschen (L314p Overpelt),
rij-e: niet verbinden
rij-e mienschen (K278p Lommel),
rijke minsen
rijke minsche (P188p Hoepertingen),
rijke typen:
rieke tiepen (L316p Kaulille),
rijke tieppe (P115p Duras),
rijke tippe (L372p Maaseik),
rijke typen (P176p Sint-Truiden),
rèke tippe (P176p Sint-Truiden),
lieden niet gebruikt
rieke tippen (L368p Neeroeteren),
rijken:
raaiken (Q240p Lauw),
reeke (P188p Hoepertingen),
rijəke (K359p Koersel)
|
Rijke lieden [ZND 30 (1939)]
III-3-1
|
21609 |
rijksdaalder |
achterrad:
achterraad (Q095p Maastricht),
achterwiel:
achterwiel (L159a Middelaar),
daalder:
daalder (L295p Baarlo, ...
L322p Haelen,
Q113p Heerlen,
Q039p Hoensbroek,
Q121p Kerkrade,
Q204a Mechelen,
L321p Neeritter),
enne daalder (Q204a Mechelen),
inne daalder (Q039p Hoensbroek),
unne daalder (Q204a Mechelen),
ps. omgespeld volgens Frings.
dāldər (L422p Lanklaar),
god zij met ons:
eine God zij met ons (L320a Ell),
karrad:
kerraad (L318b Tungelroy),
karrenrad:
karreraad (Q111p Klimmen),
knaak:
⁄n knaak (L163a Milsbeek, ...
L163p Ottersum),
⁄ne knaak (L289p Weert),
ps. omgespeld volgens Frings.
knāk (L360p Bree),
nə knāk (Q002p Hasselt),
Van Dale: knaak, (volkst.) rijksdaalder.
eine knaak (L295p Baarlo, ...
L327p Beegden),
ene knaaik (L332p Maasniel),
enne knaak (L216p Oirlo),
enne knāāk (Q098p Schimmert),
knaak (L295p Baarlo, ...
L269p Blerick,
L381p Echt/Gebroek,
L290a Egchel,
L322p Haelen,
Q105p Heer,
Q039p Hoensbroek,
L332p Maasniel,
Q095p Maastricht,
Q198a Mesch,
L427p Obbicht,
L373p Roosteren,
L266p Sevenum,
Q020p Sittard,
L331p Swalmen,
L318b Tungelroy,
L289p Weert),
knoak (L326p Grathem),
knook (L159a Middelaar),
kop:
kop (Q121p Kerkrade),
oude willem:
ouwe willem (Q121p Kerkrade),
paardsoog:
ei paesjaug (Q020p Sittard),
pirsoig (Q198a Mesch),
péérds-oug (Q198b Oost-Maarland),
(= paarden-oog).
ei pèrds-aug (L381p Echt/Gebroek),
(St. Pieter).
peertsog (Q187a Heugem),
Algemene opmerking: invuller twijfelt over het spellingssysteem (Veldeke). Aangezien de lijst normaal (dus in gewoon Nederlands) is ingevuld, heb ik de lijst letterlijk overgenomen, dus niet(s) omgespeld!
’n paeërds ow (Q198p Eijsden),
rijks:
eine riks (L287p Boeket/Heisterstraat, ...
L377p Maasbracht),
ene riks (Q095p Maastricht),
riks (L322p Haelen, ...
L163a Milsbeek,
L163p Ottersum,
L329p Roermond,
L329p Roermond,
L266p Sevenum,
Q014p Urmond,
L268p Velden,
L271p Venlo,
L271p Venlo),
Algemene opmerking: invuller noteert als spellingssysteem Veldeke, maar met een vraagteken erachter; de lijst is gewoon in het "Nederlands"ingevuld en heb het daarom maar letterlijk overgenomen (dus niet omgespeld!).
riks (Q097p Ulestraten),
Opm. zo wordt het ook wel genoemd.
riks (L270p Tegelen),
rijksdaalder:
eine rieksdaalder (L270p Tegelen),
eine riksdaalder (L295p Baarlo, ...
L287p Boeket/Heisterstraat,
L381p Echt/Gebroek),
eine riksdaolder (L329p Roermond),
enne riksdaalder (L216p Oirlo),
enne riksdalder (L290p Panningen),
rieksdaalder (Q113p Heerlen, ...
Q112a Heerlerheide),
rieksdaaldər (L426z Holtum),
rijksdaalder (Q014p Urmond),
rikdaalder (L271p Venlo),
riksdaalder (L320a Ell, ...
L330p Herten (bij Roermond),
Q039p Hoensbroek,
L289b Leuken,
L329p Roermond,
L329p Roermond,
L373p Roosteren,
L266p Sevenum,
L318b Tungelroy,
L268p Velden,
L289p Weert,
Q104p Wijk),
riksdalder (L290a Egchel, ...
L265p Meijel),
riksdaler (Q117a Waubach),
rīēksdaalder (L299p Reuver),
⁄ne rieksdaalder (L434p Limbricht),
⁄ne riksdaalder (L270p Tegelen),
Opm. zo wordt het ook genoemd.
eine rieksdaalder (L381p Echt/Gebroek),
ps. omgespeld volgens Frings.
rei̯ksdāldər (L420p Rotem),
reksdāldər (L360p Bree),
rēͅi̯ksdāldər (L286p Hamont),
riksdāldər (Q009p Mechelen-aan-de-Maas),
rīksdāldər (L369p Kinrooi),
ənə riksdāldər (Q209p Teuven),
əvə rēi̯ksdāldər (L372p Maaseik),
əvə reͅi̯ksdāldər (L372p Maaseik),
ps. omgespeld volgens IPA.
reͅi̯gzda͂əldər (L420p Rotem),
reͅi̯kzda͂əldər (L420p Rotem),
rolkop:
inne rolkop (Q018p Geulle),
schijf:
ps. letterlijk overgenomen (dus niet omgespeld!).
sjīēf (Q111p Klimmen),
stuk:
e sjtuk (Q193p Gronsveld),
e stök (Q095p Maastricht),
stjök (L322a Nunhem),
stuk (Q198b Oost-Maarland),
stùk (Q095p Maastricht),
u stùk (Q104p Wijk),
Algemene opmerking: deze vragenlijst/dit antwoord zo letterlijk mogelijk overgenomen, dus niet omgespeld!
e stök (Q095p Maastricht),
Algemene opmerking: invuller noteert als spellingssyteem Veldeke, maar het is gewoon in het Nederlands genoteerd en heb het daarom letterlijk overgenomen (dus niets omgespeld!).
e sjtök (Q111p Klimmen),
Algemene opmerking: invuller twijfelt over het spellingssysteem (Veldeke). Aangezien de lijst normaal (dus in gewoon Nederlands) is ingevuld, heb ik de lijst letterlijk overgenomen, dus niet(s) omgespeld!
e sjtuk (Q198p Eijsden),
stuk van twee vijftig:
e sjtuk van twei fieftig (Q098p Schimmert),
ee (sjtök) van twie vieftig (Q033p Oirsbeek),
ein stök van twea fieftig (L429p Guttecoven),
stök vaan twie fieftig (Q094b Wolder/Oud-Vroenhoven),
stök van twie fieftig (Q095p Maastricht),
Algemene opmerking: invuller noteert als spellingssyteem Veldeke, maar het is gewoon in het Nederlands genoteerd en heb het daarom letterlijk overgenomen (dus niets omgespeld!).
e sjtök van twieë-fieftig (Q111p Klimmen),
twee vijftig:
twaai vōēftig (Q204a Mechelen),
twae vieftig (L426z Holtum),
twee fieftig (Q020p Sittard),
tweefieftig (L434p Limbricht),
tweevieftig (L373p Roosteren),
twie fieftig (Q095p Maastricht),
twie vieftig (Q112a Heerlerheide, ...
Q104p Wijk),
twiefieftig (L295p Baarlo, ...
Q187a Heugem),
twieë fieftig (Q039p Hoensbroek, ...
Q036p Nuth/Aalbeek),
twiè vieftig (L427p Obbicht),
twiëvieftig (L269p Blerick, ...
L271p Venlo),
twè-vieftig (L425p Grevenbicht/Papenhoven),
twèi fieftig (Q101p Valkenburg),
twîêvīēftig (Q032a Puth),
Algemene opmerking: invuller noteert als spellingssysteem Veldeke, maar met een vraagteken erachter; de lijst is gewoon in het "Nederlands"ingevuld en heb het daarom maar letterlijk overgenomen (dus niet omgespeld!).
twieëvieftig (Q097p Ulestraten),
Algemene opmerking: invuller noteert als spellingssyteem Veldeke, maar het is gewoon in het Nederlands genoteerd en heb het daarom letterlijk overgenomen (dus niets omgespeld!).
twieè fieftig (Q113a Welten),
Opm. de eerste ie is kort, de tweede lang.
twiefieftəg (Q105p Heer),
ps. letterlijk overgenomen (dus niet omgespeld!).
tweĕfieftig (Q112a Heerlerheide),
twieë-vĭĕftig (Q111p Klimmen),
twee vijftiger:
eine twiae vieftiger (L428p Born),
eine twiaej vieftiger (L428p Born),
ene twê fieftiger (L432p Susteren),
twiëvieftiger (Q119p Eygelshoven),
ps. letterlijk overgenomen (dus niet omgespeld!).
ene twiea-vīēftiger (Q028p Jabeek),
willem:
Opm. verklaring: "Wulm"is dialektnaam van Willem. Op een kwartje stond een kleine afbeelding van koning Willem; op een rijksdaalder een grote, vandaar "wulmke", ene wullem.
ene wulm (Q033p Oirsbeek)
|
rijksdaalder, een ~ [vijftiger, knaak, ploegrol?] [N 21 (1963)]
III-3-1
|
21476 |
rijksveldwachter |
blauwe, een ~:
blauwe (L331p Swalmen),
bode:
bao (Q032p Schinnen, ...
Q020p Sittard),
baoij (L368p Neeroeteren),
baoj (Q015p Stein),
boa (Q202p Eys, ...
Q032p Schinnen,
Q116p Simpelveld,
Q112z Ten-Esschen/Weustenrade),
boaj (L368p Neeroeteren, ...
Q197p Noorbeek),
boaë (Q117a Waubach),
boa͂i (L368p Neeroeteren),
boei (L352p Hechtel),
boi (Q088p Lanaken, ...
Q177p Millen,
Q158p Riksingen,
Q241p Rutten,
P176p Sint-Truiden),
boi(jə) (P195p Gutshoven),
boij (L360p Bree, ...
L364p Meeuwen),
boj (Q083p Bilzen, ...
Q077p Hoeselt,
L371p Ophoven),
bojə (L360p Bree),
booi (L363p Ellikom, ...
L366p Gruitrode,
L352p Hechtel,
L352p Hechtel,
L355a Linde,
L288a Ospel,
Q168a Rijkhoven,
P054p Spalbeek,
Q001p Zonhoven),
booj (L317p Bocholt, ...
L353p Eksel,
L319p Molenbeersel,
K361p Zolder),
boue (Q078p Wellen),
bowj (Q178p Val-Meer),
boy (L317p Bocholt, ...
L317p Bocholt,
Q071p Diepenbeek,
Q071p Diepenbeek,
P184p Groot-Gelmen,
Q152p Kerniel,
P057p Kuringen,
L364p Meeuwen,
Q162p Tongeren,
Q162p Tongeren,
Q162p Tongeren,
Q162p Tongeren,
Q001p Zonhoven),
boyə (P188p Hoepertingen),
bōi (Q199p Moelingen),
bōj (L360p Bree, ...
Q012p Rekem,
Q001p Zonhoven),
bōōï (Q171p Vlijtingen),
bōͅj (L316a Lozen),
boͅj (L360p Bree, ...
Q071p Diepenbeek,
L414p Houthalen),
bòà (Q027p Doenrade),
bòə (Q113p Heerlen),
bói (Q083p Bilzen),
bööij (L428p Born),
ene baoj (Q009p Mechelen-aan-de-Maas),
inə bōj (L353p Eksel),
nə boi (L314p Overpelt),
nə bōj (L414p Houthalen),
ənə boi (P197p Heers, ...
Q162p Tongeren),
ənə boj (Q012p Rekem),
ənə bōj (L312p Neerpelt),
(m.).
b‧oͅa (Q202p Eys),
Algemene opmerking bij deze vragenlijst: invuller noteert bij spellingssysteem: WBD-WLD, behalve je = dj.
bój (L416p Opglabbeek),
Algemene opmerking: heb deze vragenlijst letterlijk overgenomen, dus zoals invuller het genoteerd heeft!
bāoë (Q117p Nieuwenhagen),
De boaj maakt dich e preces. Wordt niet meer gebruikt. [i.e. boaj / e preces maake?, rk]
boaj (Q009p Mechelen-aan-de-Maas),
Plat.
boy (P121p Ulbeek),
ps. boven de "a"staat nog een ?; deze combinatieletter is niet te maken (omgespeld volgens Frings is het inderdaad een a).
baŏ (Q098p Schimmert),
ps. omgespeld volgens Frings (de "i"heb ik als een gewone i geïnterpreteerd en niet als een diftong, omdat het niet superscript geschreven staat!).
bōi (L414p Houthalen),
ps. omgespeld volgens RND!
bōͅi̯ (L364p Meeuwen),
veldwachter
booi (Q083p Bilzen),
bōͅij (Q010p Opgrimbie),
bò:j (L360p Bree),
vooral gezegd door kinderen
ənə boͅj (Q002p Hasselt),
champet (<fr.):
champit (Q208p Vijlen),
sampét (Q253p Montzen),
šampét (Q284p Eupen),
champetter (<fr.):
champetter (L360p Bree, ...
Q202p Eys,
Q203p Gulpen,
K317p Leopoldsburg),
champettər (Q095p Maastricht),
champieter (L267p Maasbree, ...
L216p Oirlo),
sjampetter (K278p Lommel),
sjampêtter (K278p Lommel),
sjàmpètter (L417p As),
šampeͅttər (K318p Beverlo),
Fr. champêtre.
schampieter (L217p Meerlo, ...
L214p Wanssum),
Opm. is vroegere benaming.
sjampieter (L268p Velden),
Opm. v.d. invuller: zo heet elke veldwachter.
schampieter (L245b Tienray),
commies (<fr.):
kommies (Q015p Stein),
garde (<fr.):
gard (P197p Heers, ...
Q243p Herstappe,
Q074p Kortessem,
Q095p Maastricht,
Q196p Mheer,
P119p Sint-Lambrechts-Herk,
P054p Spalbeek),
garde (K318p Beverlo, ...
L360p Bree,
P050p Herk-de-Stad,
P188p Hoepertingen,
P219p Jeuk,
P046p Linkhout,
P051p Lummen,
K357p Paal,
K353p Tessenderlo,
K353p Tessenderlo,
K353p Tessenderlo,
P211p Waasmont),
gardə (P176p Sint-Truiden),
gart (P197p Heers, ...
L316a Lozen,
P214p Montenaken,
P117p Nieuwerkerken,
Q033p Oirsbeek,
P176p Sint-Truiden),
gárdə (P047p Loksbergen),
nə gardə (K358p Beringen, ...
K318p Beverlo),
nə gart (Q074p Kortessem, ...
P196p Veulen),
nə garə (K357p Paal),
De garren het m gepakt.
garren (K314p Kwaadmechelen),
Opm. v.d. invuller: is onbezoldigd.
gard (Q034p Merkelbeek),
Sub I. gard. Gard < fr. garde-chasse of garde-champêtre.
gard (Q095p Maastricht),
garde-champetter (<fr.):
Sub garde-champêtre; de - van de Merode.
gardsjampieter (Q095p Maastricht),
vgl. Maastricht Wb.
gardsjampieter (Q095p Maastricht),
gendarme (fr.):
sjinderm (L318b Tungelroy),
Opm. v.d. invuller: "g"van het Fr. woord "gendarme".
genderm (Q086p Eigenbilzen),
koddebeier:
[beïnvloeding door de suggestie bij de vraagstelling?, RK]
koddebeier (Q020p Sittard),
petter (<fr.):
nə petər (K358p Beringen),
police (fr.):
plies (L326p Grathem, ...
L320b Kelpen),
polis (P176p Sint-Truiden),
ənə pōlīs (Q222p Vaals),
alsvoren [= pelies]
pelies (L387p Posterholt),
rijks:
de rijks (L269p Blerick, ...
L266p Sevenum),
rieks (Q021p Geleen, ...
Q016p Lutterade),
Rieks (L433p Nieuwstadt),
rieks (L432p Susteren, ...
L374p Thorn),
rijks (L266p Sevenum),
rīēks (Q027p Doenrade, ...
Q033p Oirsbeek),
(= rijkspolitie).
rijks (L217p Meerlo),
rijkspolitie:
riekspolisie (Q014p Urmond),
riekspolitie (Q098p Schimmert),
rīēkspelise (Q102p Amby),
rijksveldwacht:
rieksveldwacht (Q039p Hoensbroek),
rijksveldwachter:
riehksveltjwachter (L330p Herten (bij Roermond)),
rieksveldjwachter (L321a Ittervoort, ...
L331p Swalmen),
rieksveldwachter (L299p Reuver),
Rijksveldwagter (L265p Meijel),
rīēksveldwachter (Q102p Amby, ...
Q111p Klimmen),
schut:
Uitgestorven. Het woord lijkt mij verwant aan het Duitse: Schutz.
sjöt (L330p Herten (bij Roermond)),
Van Dale: II. schut, (gew.) koddebeier, boswachter.
sjut (L386p Vlodrop),
sjöt (L329a Kapel-in-t-Zand),
veldbode:
nə veͅldboͅi (P176p Sint-Truiden),
véldbaoj (Q095p Maastricht, ...
Q095p Maastricht),
veldschut:
veͅiltšø͂ͅt (Q284p Eupen),
veldwachter:
(rijks)vèldwàgter (L164p Gennep),
de veldwáchter (L210p Venray),
de veltjwachter (Q027p Doenrade),
nə veltwaxtər (L314p Overpelt, ...
K357p Paal),
v(tm)ldwāxtər (L286p Hamont),
veildwaachter (Q071p Diepenbeek),
veldj wachter (L332p Maasniel),
veldjwachter (L317p Bocholt, ...
L428p Born,
L381p Echt/Gebroek,
L320a Ell,
Q016p Lutterade,
L383p Melick,
Q034p Merkelbeek,
L368p Neeroeteren,
L433p Nieuwstadt,
L381b Pey,
L329p Roermond,
L318b Tungelroy),
veldjwachtur (Q035p Brunssum),
veldjwagter (L329p Roermond, ...
L374p Thorn),
veldschwachter (L317p Bocholt),
veldwaachter (L282p Achel, ...
L286p Hamont,
P054p Spalbeek),
veldwachter (K358p Beringen, ...
K358p Beringen,
L269p Blerick,
L269p Blerick,
Q203p Gulpen,
Q002p Hasselt,
Q120p Heerlerbaan/Kaumer,
L413p Helchteren,
L316p Kaulille,
Q111p Klimmen,
P057p Kuringen,
K278p Lommel,
L267p Maasbree,
L267p Maasbree,
L372p Maaseik,
Q095p Maastricht,
L216p Oirlo,
L415p Opoeteren,
Q118p Schaesberg,
P176p Sint-Truiden,
P056p Stokrooie,
K353p Tessenderlo,
P121p Ulbeek,
P164p Ulbeek,
L268p Velden,
L271p Venlo,
Q117a Waubach,
Q201p Wijlre,
Q094b Wolder/Oud-Vroenhoven),
veldwagter (Q095p Maastricht),
veldwagtər (Q095p Maastricht),
veldwāchter (L210p Venray),
veljdwachter (Q021p Geleen, ...
Q009p Mechelen-aan-de-Maas),
veljtwachter (Q021p Geleen),
velschwachter (Q008p Vucht),
veltjwachtər (Q007p Eisden),
veltjwagter (Q033p Oirsbeek),
veltšwaxtər (L316a Lozen),
veltwachtər (Q109p Hulsberg, ...
L299p Reuver),
veltwaxtər (Q088p Lanaken),
veltwāgter (Q071p Diepenbeek),
vēltwachter (L316p Kaulille),
vĕljdwachter (L422p Lanklaar),
veͅldwaxtər (P050p Herk-de-Stad),
veͅltwaxtər (Q006p Leut),
vè.ltwàchtər (Q095p Maastricht),
vèldjwàgtər (L328p Heel),
vèldwaachter (L286p Hamont),
vèldwagter (L382p Montfort),
vèldwàchter (L417p As),
vèljtwàchtər (L432p Susteren),
vèltwachtər (L265p Meijel),
vèèltwachtər (Q113p Heerlen),
véldjwachter (Q020p Sittard),
véltwachtər (Q207p Epen),
véltwágtər (L271p Venlo),
vɛ.ltwā.xtər (Q156p Borgloon),
vɛltwagtər (K361p Zolder),
ənə veltwaxtər (L316a Lozen),
ənə veͅldwaxtər (L422p Lanklaar),
(= gemeentepolitie).
veldwachser (L217p Meerlo),
(m.).
veͅ.ltwa.xtər (Q202p Eys),
[sic: mouillering, rk]
velchwachter (L360p Bree),
Algemene opmerking bij deze vragenlijst: invuller noteert bij spellingssysteem: WBD-WLD, behalve je = dj.
véltwágtər (L416p Opglabbeek),
Algemene opmerking: heb deze vragenlijst letterlijk overgenomen, dus zoals invuller het genoteerd heeft!
véltwágtər (Q117p Nieuwenhagen),
ouderen
ənə veͅltwaxtər (Q002p Hasselt),
ps. boven de "è"staat nog een lengteteken; deze combinatieletter is niet te maken/om te spellen.
vèltwàchtər (Q095p Maastricht),
vorster:
WNT: vorster.
vürster (L382p Montfort)
|
bode [ZND 01 (1922)] || een agent van de rijksveldwacht [die zorgt voor de handhaving van de orde op het platteland] [rijks, schabeletter, champetter, pandoer, garde, vörster] [N 90 (1982)] || een veldwachter [ZND B1 (1940sq)] || Feldschütz, veldwachter [ZND m] || Hoe zegt men dat iemand door den veldwachter in boete wordt geslagen? Vertaal: "De veldwachter zal hem ... [ZND 36 (1941)] || Veld-, boswachter. || veldwachter [ZND m], [ZND m], [ZND m], [ZND m] || Veldwachter (fr. champêtre). [N 90 (1982)]
III-3-1
|
21474 |
rijkswachter |
bonte jongens (mv.):
gemeenzaam
de bonte jongens (L362p Opitter),
garde (<fr.):
garde (P219p Jeuk),
gendarme (fr.):
chenderm (L371p Ophoven),
cho͂ͅnderm (P193p Mettekoven),
chunderm (Q035p Brunssum),
e nə zjənderm (Q007p Eisden),
een genderm (K278p Lommel, ...
P211p Waasmont),
een sjenderm (P058p Stevoort),
eene gendarm (P181p Muizen),
eene genderm (L314p Overpelt),
eene senderm (P188p Hoepertingen),
eene sjenderm (Q180p Mal),
eine chenderm (L415p Opoeteren),
eine genderm (L317p Bocholt, ...
L360p Bree,
L366p Gruitrode,
L422p Lanklaar,
L372p Maaseik,
L368p Neeroeteren,
L415p Opoeteren,
Q158p Riksingen),
eine jenderm (L368p Neeroeteren),
ejnə žəndeͅrm (L416p Opglabbeek),
en genderm (K315p Oostham),
ene djanderm (P171p Landen),
ene djenderm (P219p Jeuk),
ene genderm (L414p Houthalen, ...
Q009p Mechelen-aan-de-Maas),
ene gendērm (L363p Ellikom),
ene gendêrm (L355p Peer),
ene janderm (P176p Sint-Truiden),
ene jenderm (P218p Borlo),
ene jəndɛrm (P186p Gelinden),
ene schandem (Q179p Zichen-Zussen-Bolder),
enie gendarm (L360p Bree),
enne djenderm (Q078p Wellen),
enne genderm (P169p Attenhoven, ...
L368p Neeroeteren),
enne gendērm (Q005p Zutendaal),
enne jeanderm (P192p Voort),
enne sjenderm (P164p Neerhespen),
enne žanderm (Q071p Diepenbeek),
enə jəndɛrm (P195p Gutshoven),
enə zjəndɛrəm (Q156p Borgloon),
enə ženderm (L355p Peer),
eͅnə žəndärm (Q071p Diepenbeek),
ganderm (L352p Hechtel),
gederm (L352p Hechtel),
gendarm (L428p Born, ...
Q027p Doenrade,
Q202p Eys,
Q203p Gulpen,
Q203p Gulpen,
P057p Kuringen,
K317p Leopoldsburg,
Q020p Sittard,
Q015p Stein,
Q117a Waubach,
Q001p Zonhoven),
genderm (Q083p Bilzen, ...
P115p Duras,
L286p Hamont,
L413p Helchteren,
P188p Hoepertingen,
P171p Landen,
Q016p Lutterade,
L372p Maaseik,
L372p Maaseik,
Q095p Maastricht,
L383p Melick,
Q096c Neerharen,
L371p Ophoven,
L299p Reuver,
L329p Roermond,
L432p Susteren,
L374p Thorn,
Q162p Tongeren),
genderme (L382p Montfort),
gendērem (Q088p Lanaken),
gendèrm (Q021p Geleen, ...
Q098p Schimmert),
gendérm (Q021p Geleen),
gendêrm (Q098p Schimmert),
gènderm (Q095p Maastricht),
gəndárm (L329p Roermond),
iene djendarm (P214p Montenaken),
iene jenderm (Q002p Hasselt),
ine djanderm (P177p Zepperen),
ine jenderm (P119p Sint-Lambrechts-Herk),
inn senderm (P117p Nieuwerkerken),
inne chanderm (Q002p Hasselt),
inne genderm (P054p Spalbeek),
inne gəndern (P117p Nieuwerkerken),
inne jenderm (P121p Ulbeek, ...
P121p Ulbeek),
n genderm (Q083p Bilzen),
ne djenderrem (Q002p Hasselt),
ne ganderm (P057p Kuringen),
ne genderem (L355p Peer),
ne genderm (L282p Achel, ...
P046p Linkhout,
P045p Meldert,
P045p Meldert,
P052p Schulen,
K353p Tessenderlo,
Q001p Zonhoven),
ne genderrem (K359p Koersel),
ne sjenderm (L358p Reppel),
ne zgenderm (K360p Heusden),
ne zjanderrem (L352p Hechtel),
ne zjederm (K357p Paal),
ne zjenderm (K318p Beverlo),
nə gəndɛrm (K357p Paal),
nə janderm (P176p Sint-Truiden),
nə jenderm (P119p Sint-Lambrechts-Herk),
nə schendeͅrm (L414p Houthalen),
nə schəndeͅrəm (Q001p Zonhoven),
nə šendēͅrm (Q003p Genk),
nə zjandeͅrm (K318p Beverlo),
nɛ zjanderrɛm (K278p Lommel),
n⁄ genderm (Q002p Hasselt),
schandērm (L245b Tienray),
schenderme (L267p Maasbree),
sjandarm (Q120p Heerlerbaan/Kaumer, ...
Q208p Vijlen),
sjanderm (L271p Venlo),
sjendarm (K316p Heppen, ...
Q121p Kerkrade,
Q116p Simpelveld),
sjenderm (Q096p Bunde, ...
Q027p Doenrade,
L320a Ell,
Q077p Hoeselt,
L321a Ittervoort,
Q034p Merkelbeek,
Q196p Mheer,
Q197p Noorbeek,
L387p Posterholt,
Q032p Schinnen,
Q112z Ten-Esschen/Weustenrade,
L386p Vlodrop,
Q201p Wijlre),
sjenderrem (Q095p Maastricht, ...
Q095p Maastricht,
Q094b Wolder/Oud-Vroenhoven),
sjendèrm (L433p Nieuwstadt),
sjondɛrm (Q071p Diepenbeek),
sjunderm (L268p Velden),
sjèndérm (Q027p Doenrade),
sjéndèrm (Q118p Schaesberg),
sjənderrəm (Q095p Maastricht),
sjəndèrm (Q071p Diepenbeek, ...
Q095p Maastricht,
L382p Montfort),
sjəndèèrm (Q113p Heerlen),
sjəndérm (L299p Reuver),
sjəndérrəmə (Q095p Maastricht),
zjanderm (P120p Alken),
zjeandaerm (L216p Oirlo),
zjendarm (L326p Grathem, ...
L320b Kelpen),
zjenderm (L360p Bree, ...
L381p Echt/Gebroek,
L356p Grote-Brogel,
Q111p Klimmen,
Q033p Oirsbeek,
L374p Thorn),
zjenderrem (Q095p Maastricht, ...
Q095p Maastricht),
zjàndèrm (P047p Loksbergen),
zjéndérrem (Q111p Klimmen),
zjənderrəm (Q095p Maastricht),
zjəndèrm (L417p As, ...
Q014p Urmond),
žəndeͅrm (Q009p Mechelen-aan-de-Maas),
žəndeͅrəm (L360p Bree),
əne djanderm (P176p Sint-Truiden),
ənne janderrem (P212p Walshoutem),
ənə d⁄andeͅrm (P050p Herk-de-Stad),
ənə geənderm (Q086p Eigenbilzen),
ənə gəndeͅrm (Q088p Lanaken),
ənə gəndərəm (P197p Heers),
ənə jəndörm (L415p Opoeteren),
ənə sjəndɛrm (P121p Ulbeek),
ənə zjəndêrəm (L286p Hamont),
ənə zjəndɛrm (P197p Heers),
ənən džəndeͅrm (P171p Landen),
ɛnə jɛndarm (P171p Landen),
⁄n chenderm (L364p Meeuwen),
⁄n gederm (Q012p Rekem),
⁄n gendarm (K316p Heppen),
⁄n genderm (K358p Beringen, ...
L312p Neerpelt),
⁄n genderme (P176p Sint-Truiden),
⁄n janderm (K357p Paal),
⁄n jenderrem (Q002p Hasselt),
⁄n jendèrm (L316p Kaulille),
⁄n schenderm (K360p Heusden),
⁄n schonderm (P056p Stokrooie),
⁄n zjenderm (L316p Kaulille),
⁄ne genderm (P116p Gorsem, ...
P214p Montenaken,
L362p Opitter),
⁄ne gəndɛrm (Q083p Bilzen),
⁄ne sjandarm (Q168a Rijkhoven),
⁄nə chənderm (Q089p Martenslinde),
*: verouderd.
sjəndaerm (L387p Posterholt),
Algemene opmerking bij deze vragenlijst: invuller noteert bij spellingssysteem: WBD-WLD, behalve je = dj.
gəndərm (L416p Opglabbeek),
Algemene opmerking: heb deze vragenlijst letterlijk overgenomen, dus zoals invuller het genoteerd heeft!
zjəndárrəm (Q117p Nieuwenhagen),
ch = sj
eine chenderm (L317p Bocholt),
Dor kómme de schandé.rms mit t gewèèr.
schandé.rm (L164p Gennep),
e twee keer als in Gent
eine genderm (L420p Rotem),
e van net
gəndērm (Q088p Lanaken),
Frans
inne genderrem (P058p Stevoort),
g als in Frans gendarmerie
ənə gəndeͅrəm (Q088p Lanaken),
g als in jaune Fr.
ne genderm (L420p Rotem),
g als in manger
ijne genderm (L368p Neeroeteren),
nieuw
genderm (Q156a Groot-Loon),
Opm. v.d. invuller: "g"van het Fr. woord "gendarme".
genderm (Q086p Eigenbilzen),
pain
⁄n chander (Q179p Zichen-Zussen-Bolder),
ps. omgespeld volgens Frings!
zjəndeͅrəm (L414p Houthalen),
ps. omgespeld volgens RND!
žəndɛrəm (L364p Meeuwen),
Schanderm, schanderm
schandērm (L217p Meerlo, ...
L214p Wanssum),
tweede e gerekt
⁄n chenderm (Q091p Veldwezelt),
z vaak s
ənə žəndɛerm (Q010p Opgrimbie, ...
Q010p Opgrimbie),
groene, een ~:
ene gruone (L210p Venray),
marechaussee (<fr.):
de maresjosee (L210p Venray),
marchesjee (L332p Maasniel),
marechaussee (L269p Blerick, ...
Q202p Eys,
Q018p Geulle,
Q203p Gulpen,
Q039p Hoensbroek),
maresjosee (L216p Oirlo),
maresjosséé (L265p Meijel),
maresjösee (L267p Maasbree),
marrechaussee (L269p Blerick),
marrechaussée (Q095p Maastricht),
marrechochee (L331p Swalmen),
marresjesee (L329p Roermond),
marresjoosjee (L382p Montfort),
marrəchauschee (L429p Guttecoven),
marrəsjoosee (Q095p Maastricht, ...
L329p Roermond),
marrəsjosee (Q095p Maastricht),
marrəsjósee (L265p Meijel),
marrəsjəzee (Q109p Hulsberg),
marschessee (Q102p Amby),
marsese (L288a Ospel),
marsjesee (Q111p Klimmen),
marsjəsjee (L329a Kapel-in-t-Zand),
masjesee (L266p Sevenum),
masjesjee (L330p Herten (bij Roermond)),
massesjee (L269p Blerick),
massjechée (L266p Sevenum),
màrsjəsee (Q113p Heerlen),
màrsjəsjee (L271p Venlo),
máresjesjee (Q015p Stein),
márrəsjoosee (L164p Gennep),
(m.).
ma.rəšo.s‧ē (Q202p Eys),
Algemene opmerking v.d. invuller: in het Meerlos dialect bestaat geen uitgangs "n"!
marechausee (L217p Meerlo),
Opm. is huidige benaming.
marechaussee (L245b Tienray),
Van af de elfde eeuw werd in Frankrijk de zorg voor de inwendige rust toevertrouwd aan eene afdeeling der ruiterij onder bevel van een maréchal. Naar hun hoofdman werd deze ruiterij maréchaussée genoemd.
marchesee (Q101p Valkenburg),
militaire politie:
Opm. v.d. invuller: groene uniform met witte tresse.
Militaire politie (L265p Meijel),
mp:
mp. (L267p Maasbree),
ps. letterlijk overgenomen, zoals invuller het genoteerd heeft!
M. Pie (L353p Eksel),
pakkemannetje:
pakkemɛnneke (K357p Paal),
piottenpakker:
ps. letterlijk overgenomen, zoals invuller het genoteerd heeft (dus tussen rechte haken!).
pĭĕjòttepàkker (L417p As),
scheldarm:
sjelderm (L381b Pey, ...
L331p Swalmen,
L270p Tegelen,
L318b Tungelroy),
sjëlderm (L330p Herten (bij Roermond)),
sjəldèrm (L328p Heel, ...
L432p Susteren),
*: verouderd.
sjəldaerm (L387p Posterholt)
|
een lid van het militaire politiekorps [gendarm, harenmutsel, pakkeman, marechaus-see, massee] [N 90 (1982)] || Gendarm, rijkswachter. [ZND 35 (1941)] || Gendarme. || marechaussee || Maréchaussée. || Politie, gendarme. || Schanderm: marechaussee.
III-3-1
|
26478 |
rijn |
anker:
aŋkǝr (L355p Peer, ...
Q181p Sluizen),
áŋkǝr (Q164p Heks),
blokje ijzer:
blø̜kskǝ ęǝzǝr (Q078p Wellen),
boog:
bǫǝx (P188p Hoepertingen),
bǭx (Q020p Sittard),
dessel:
dɛsǝl (L417p As, ...
L362p Opitter),
desser:
desǝr (Q211p Bocholtz),
dęsǝr (Q072p Beverst, ...
Q113p Heerlen,
Q039p Hoensbroek,
Q111p Klimmen,
Q095p Maastricht,
Q204a Mechelen,
Q022p Munstergeleen),
dɛsǝr (Q077a Alt-Hoeselt, ...
Q083p Bilzen,
P195p Gutschoven,
Q160a Haren,
Q077p Hoeselt,
Q180p Mal,
Q162p Tongeren),
destel:
dastǝlt (Q088p Lanaken),
dɛstǝl (Q188p Kanne),
dester:
dęstǝr (Q083p Bilzen),
dę̄ǝstǝr (P057p Kuringen),
dɛstǝr (Q075p Vliermaalroot),
gebogen ijzer:
gǝbōgǝn ęǝzǝr (P055p Kermt),
helm:
hɛlǝm (P187p Berlingen),
hoed:
hoed (L326p Grathem, ...
P046p Linkhout),
hut (K278p Lommel),
huǝt (P187p Berlingen, ...
P188p Hoepertingen,
Q077p Hoeselt),
hok van de steen:
hǫk van ǝ stęj.n (L415p Opoeteren),
ijzer:
ęzǝr (P176p Sint-Truiden),
ęǝzǝr (Q160p Bommershoven, ...
P195p Gutschoven,
Q074p Kortessem,
Q079a Wintershoven),
ijzertje:
ęǝzǝrkǝ (P184p Groot-Gelmen),
koning:
kī.ǝneŋ (L368p Neeroeteren, ...
L415p Opoeteren),
kromijzer:
krǭmpęǝzǝr (P058p Stevoort),
kroonijzer:
krunęǝzǝr (P051p Lummen),
kruis:
krȳts (L331p Swalmen),
molenijzer:
molenijzer (Q113p Heerlen),
mø̄lǝnęǝzǝr (Q071p Diepenbeek),
molenkruis:
mø̄lǝkrȳ.s (Q188p Kanne),
pot:
pǫt (L362p Opitter),
rijn:
rajn (K357p Paal),
renj (L265p Meijel),
ri.n (L295p Baarlo, ...
L265c Beringe,
L288a Ospel,
L318b Tungelroy,
L289p Weert),
rijn (L250p Arcen, ...
L192p Bergen,
L430p Einighausen,
L353p Eksel,
L320a Ell,
L425p Grevenbicht / Papenhoven,
Q193p Gronsveld,
Q113p Heerlen,
L165p Heijen,
L291p Helden,
L292p Heythuysen,
L246p Horst,
L318a Keent,
L369p Kinrooi,
P057p Kuringen,
L288b Laar,
P046p Linkhout,
L267p Maasbree,
L292a Maxet,
L209p Merselo,
L245p Meterik,
L288p Nederweert,
Q036p Nuth,
L381b Peij,
L246a Swolgen,
L210p Venray,
Q112p Voerendaal,
L213p Well),
rējn (L421p Dilsen),
ręj.n (L372p Maaseik),
ręjn (L316p Kaulille, ...
Q240p Lauw,
Q241p Rutten,
P058p Stevoort),
ręǝn (P120p Alken, ...
Q071p Diepenbeek,
P050p Herk-de-Stad,
P057p Kuringen,
P177a Ordingen,
P119p Sint-Lambrechts-Herk,
P056p Stokrooie),
rę̄jn (L313p Sint Huibrechts Lille),
rę̄n (P051p Lummen, ...
K353p Tessenderlo),
rę̄ǝn (Q071p Diepenbeek),
rī ̞jn (L324p Baexem, ...
Q011p Boorsem,
L419p Elen,
L369p Kinrooi,
L371p Ophoven,
L420p Rotem,
L378p Stevensweert,
L423p Stokkem),
rī.n (L360p Bree, ...
L330p Herten,
L211p Leunen,
L372p Maaseik,
Q095p Maastricht,
L163a Milsbeek,
L368p Neeroeteren,
L322a Nunhem,
L362p Opitter,
L163p Ottersum,
Q032a Puth,
L331p Swalmen,
L361p Tongerlo,
L268p Velden),
rīn (L327p Beegden, ...
Q019p Beek,
L300p Beesel,
L164p Gennep,
L326p Grathem,
L286p Hamont,
L426z Holtum,
L325p Horn,
L370p Kessenich,
L377p Maasbracht,
Q009p Maasmechelen,
L332p Maasniel,
L383p Melick,
L319p Molenbeersel,
L382p Montfort,
L321p Neeritter,
L355p Peer,
Q099q Rothem,
L385p Sint Odilienberg,
L318p Stramproy,
L432p Susteren),
rīnǝ (L374p Thorn),
rɛjn (L282p Achel),
rɛ̄.n (Q162p Tongeren),
rɛ̄n (P053p Berbroek),
rijnijzer:
ręjnī.zǝr (Q095p Maastricht),
rīnīzǝr (Q009p Maasmechelen),
ring:
reŋ (L159a Middelaar),
rēŋk (L373p Roosteren),
rɛjŋk (P176p Sint-Truiden),
standerik:
stɛnjǝrek (L370p Kessenich)
|
Algemene benaming voor het van vier klauwen voorziene ijzeren kruis in het middengat van de draaiende molensteen dat dient om de draaiïng van het staakijzer op de steen over te brengen. Zie voor de benamingen voor speciale rijntypen de lemmata ɛtweetakrijnɛ, ɛdrietakrijnɛ en ɛbalanceerrijnɛ.' [N O, 15a; A 42A, 20; N D, 18; Sche 45; Vds 84; Jan 122; Coe 100; Grof 120]
II-3
|
30531 |
rijndak |
duitse:
dytšǝ (Q117p Nieuwenhagen, ...
Q118p Schaesberg),
duitse dekking:
dø̜jtsǝ dękeŋ (L266p Sevenum),
duitse schoepleiendekkung:
dytšǝ šuplajǝdękuŋ (Q121c Bleijerheide),
halfronde:
hǭfroŋǝ (Q117p Nieuwenhagen, ...
Q118p Schaesberg)
|
Dakbedekking bestaande uit schelpvormige leien die, in tegenstelling tot het Maasdak, overlappend over elkaar heen zijn gelegd en dus geen naad vormen. De leien van een Rijndak worden onder een hoek met de voet van het dak bevestigd. Deze wijze van leidekken is gebruikelijk in het Rijnland en in bepaalde streken van Belgisch Luxemburg. [N 64, 160a]
II-9
|
26489 |
rijngat |
desselgat:
dɛsǝlgā.t (L417p As),
dil:
del (Q180p Mal),
huis:
hu.s (L289p Weert),
kot van de anker:
ku.t ˲van dǝn aŋkǝr (Q181p Sluizen),
kotje:
ky.tšǝ (Q188p Kanne, ...
Q088p Lanaken,
Q162p Tongeren),
rijngat:
rī.ngā.t (L330p Herten, ...
Q095p Maastricht,
L368p Neeroeteren),
spilgat:
spelgāt (L316p Kaulille),
taatsgat:
tāts˲gat (L211p Leunen)
|
Het vierkante gat in het midden van de viertakrijn waar de kop van het staakijzer (bij watermolens) of de kleine spil (bij windmolens) in past. Zie ook afb. 80. [N O, 15f; Jan 124; Coe 102]
II-3
|
26426 |
rijnholte |
gat:
gǫǝt (P176p Sint-Truiden),
holletje:
hojløǝkǝ (Q074p Kortessem),
hǫlǝkǝ (P057p Kuringen, ...
P056p Stokrooie),
kot:
kuǝt (P187p Berlingen, ...
P050p Herk-de-Stad),
kotje:
kytšǝ (Q077p Hoeselt, ...
P058p Stevoort,
Q079a Wintershoven),
kȳtšǝ (Q184p Roclenge-Sur-Geer),
kuiltje:
kawlkǝ (Q083p Bilzen),
kø̜jlkǝ (Q083p Bilzen),
rijnkot:
ręǝnkuǝt (P120p Alken, ...
P177a Ordingen)
|
De uitholling aan de onderzijde van de (tweetaks)rijn waarin (bij balanceerwerk) de punt in de kop van het staakijzer past. [Vds 141; Grof 123]
II-3
|