e-WLD begrippen 

 
 
Filteren...

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
rentenier rentenier: renjtjeneir (Einighausen), renteneer (Dieteren, ... ), renteneir (Guttecoven, ... ), rentenier (Merselo, ... ), rentjeneer (Genooi/Ohé, ... ), rēntenier (Heijen), rĕntjeneir (Bingelrade), rin-te-neer (Vijlen), rinjteneer (Munstergeleen, ... ), rinjtjeneer (Schinveld), rinkteneer (Schaesberg, ... ), rinteneer (Amby, ... ), rinteneere (Kessel), rinteneir (Doenrade), rintenier (Afferden, ... ), rintenīr (Panningen), rintenär (Heerlen), rintjeneer (Asenray/Maalbroek, ... ), rintjəneer (Swalmen), rīntjeneer (Nederweert), rèn-te-nier (Blitterswijck), rènjteneer (Lutterade), rènjteneir (Sittard), rènteneer (Valkenburg), rèntenier (Meerssen), rèntjeneer (Buchten, ... ), rêntenier (Well), Opm. de e (van rent) ligt tussen ´ en Ô.  renteneer (Sevenum), rentner (du.): rentner (Rimburg) leven van de inkomsten van je goederen of kapitaal [heren, rentenieren] [N 89 (1982)] || rentenier [SGV (1914)] III-3-1
rentenieren op de rente leven: op d⁄n rink leve (Maastricht), op zijn rente leven: op zieng rente léve (Gulpen), opteren: ôptaere (Oirlo), rentenieren: renteneer (Hoensbroek, ... ), renteneere (Blerick, ... ), renteneeren (Heerlerbaan/Kaumer, ... ), renteneerĕ (Echt/Gebroek), renteneerə (Doenrade, ... ), renteneiere (Sittard), renteneire (Nieuwstadt), rentenere (Eys, ... ), renteneren (Born, ... ), rentenēre (As), renteniere (Meerlo, ... ), rentenieren (Eksel, ... ), rentenīēr (Meijel), rentenére (Bree, ... ), rentevieren (Leopoldsburg), rentjeneerə (Oirsbeek), rentuneeru (Brunssum), rentənee.rə (Kelpen), rentəneerə (Grevenbicht/Papenhoven, ... ), rentənerən (Urmond), rentənēērə (Reuver), reͅ.ntən‧ēərə (Eys), ringtəneerə (Epen), rinjtəneerə (Beesel), rinteneere (Herten (bij Roermond)), rintenere (Amby, ... ), rintenieren (Eigenbilzen), rintenère (Wijlre), rintenére (Klimmen), rintjeneere (Ell), rintjəneere (Heel), rintəneerə (Heerlen, ... ), rèntəneerə (Heerlen, ... ), rèntənēērə (Maastricht), rèntənīērə (Gennep, ... ), réntəneerə (Maastricht), réntənēērə (Nieuwenhagen), rêntenére (Schimmert), van zijn geld leven: van zien geld laeve (Venlo) leven van de inkomsten van je goederen of kapitaal [heren, rentenieren] [N 89 (1982)] III-3-1
rentmeester rentmeester: reentmeister (Sint-Pieter), renkmeister (Geleen, ... ), rēēntmeister (Heijen, ... ), rĕnkmeister (Guttecoven), rĕntjmeister (Bingelrade), rĕntmeister (Susteren), rinjtmeister (Reuver), rinkmeester (Eys, ... ), rinkmeister (Baarlo, ... ), rinkmeèster (Gulpen), rinkmèster (Banholt), rint-mees-ter (Vijlen), rintjmee[i̯}stər (Swalmen), rintjmeister (Beegden, ... ), rintjmeist⁄r (Asenray/Maalbroek), rintjmèsjter (Panningen), rintmeester (Genooi/Ohé, ... ), rintmeister (Amby, ... ), rintmesjter (Helden/Everlo), rintmĕster (Maasbree), rintmèster (Rimburg), rintmèèster (Venray), rintmêster (Gennep), rintmêîster (Merselo), rīntmeister (Meerlo), rèndjmeister (Schinnen), rènkmeister (Buchten, ... ), rèntjmeister (Doenrade), rèntmeister (Meerssen), rêntmeister (Well), g v. Gast  ringmeester (Brunssum), met een lengteteken op de a  rintmäster (Leunen), Opm. de e (van rent) ligt tussen ´ en Ô.  rentmeister (Sevenum), zachte k  rinkmeester (Schinveld) rentmeester [SGV (1914)] III-3-1
reparatie reparatie: reparatie (Diepenbeek, ... ), repǝrāsi (As, ... ), repǝrǭsǝ (Eigenbilzen), rępǝrǭsǝ (Bilzen), schoenreparatie: šōnreparāsi (Schinnen) Het repareren van schoenen. Met kan met reparatie ook bedoelen schoenen die gerepareerd moeten worden. [N 60, 231c] II-10
repareren flikken: flekǝ (Montzen), flike (Lutterade), flikke (Gulpen, ... ), flikken (Gulpen, ... ), flikkə (Epen, ... ), flikkən (Urmond), (van schoenen).  flikke (Tienray), herstellen: herstellen (Lommel), lappen: lappe (Houthalen), lappen (Stein), lapǝ (As, ... ), lapǝn (Diepenbeek, ... ), làppə (Opglabbeek), (b.v. lap).  lappe (Maastricht), maken: maake (Geleen, ... ), maakə (Doenrade, ... ), make (Amby, ... ), maken (Lommel, ... ), maokən (Diepenbeek), māāke (Thorn), māke (As), máákə (Heerlen), mākǝ (As, ... ), mǭkǝ (Bilzen, ... ), nieuwers maken: neijeers make (Maastricht), opflikken: o.pfle.kə (Eys), opflikke (Maastricht, ... ), ópflikkə (Roermond), opkalefateren: opkalefatere (Maasbree), opkallefaatere (Venray), opkallefatere (Klimmen), opkallofaterə (Maastricht), opkaltefaatere (Vlodrop), opknappen: o.pkna.pə (Eys), opknappe (Geulle, ... ), opknappu (Brunssum), opknappə (Hulsberg, ... ), ŏpknáppə (Nieuwenhagen), (bijv. wiel op as).  ópknáppə (Roermond), oplappen: op lappe (Schimmert), oplappe (Amby, ... ), oplappen (Beesel, ... ), oplappə (Grathem, ... ), oplappən (Urmond), oplàppe (As, ... ), oplàppə (Guttecoven), ŏpláppə (Nieuwenhagen), oͅplapə (Houthalen, ... ), óplappə (Meijel), óplàppə (Gennep, ... ), ôplappe (Swalmen), opmaken: opmake (Meerlo), repareren: repareere (Mheer), repareijre (Jeuk), reparere (Echt/Gebroek, ... ), repareren (Eigenbilzen, ... ), repariere (Tienray), reparęrǝ (Eigenbilzen), reparę̄rǝ (Bleijerheide, ... ), repereere (Meijel), reperjèrre (Hoeselt), repperiere (Oirlo), repǝrę̄rǝ (As), rip.pəreerə (Maastricht), ripperere (Klimmen, ... ), rippəreerə (Heerlen, ... ), rippərēērə (Maastricht), ręparīrǝ (Bilzen), rǝpariǝrǝ (Venray), rǝpǝrę̄rǝ (Posterholt), rəpàréére (As), rəpááreerə (Maastricht), rəpəreerən (Urmond), rəpərɛ.rə (Meeuwen), schoenmaken: sxūnmākǝ (Milsbeek), šūnmākǝ (Meijel), šūnmǭkǝn (Eigenbilzen), stokkeren: sjtökkere (Posterholt), sjtökkərə (Kapel-in-t-Zand), stökkere (Maastricht), weer maken: weer máákə (Heel) Herstellen of repareren van schoenen. [N 60, 231b; N 60, 231c] || repareren, opknappen [oplappen, flikken, lameseren] [N 91 (1982)] II-10, III-4-4
reseda balsembladeren: Komt voor in WLD III, Flora; daar ontbreekt het ZND materiaal  balsemblijer (Heers), bloempje van egypte: Komt voor in WLD III, Flora; daar ontbreekt het ZND materiaal  blumke van Egypte (Sint-Truiden), gypte-douw: Fr. Rose d?Egypte  gipsjendouw (Heerlen, ... ), Komt voor in WLD III, Flora; daar ontbreekt het ZND materiaal  giepschendouw (Heerlen), gipsedow (Montzen), hondsviool: Veldeke  hóndsfioeël (Klimmen, ... ), kernoffel: Komt voor in WLD III, Flora; daar ontbreekt het ZND materiaal  kernoeffel (Hoepertingen), levia: Komt voor in WLD III, Flora; daar ontbreekt het ZND materiaal  levia (Houthalen), reseda: reseda (Jeuk, ... ), rezeda (Herten (bij Roermond), ... ), rezie:da (Roermond, ... ), ’reseda (Gronsveld, ... ), #NAME?  reseda (Berg-en-Terblijt, ... ), -  reseda (Maasbree, ... ), =wilde. geen aparte naam  reseda (Berg-en-Terblijt, ... ), =wilde. zelfde uitspraak  reseda (Echt/Gebroek, ... ), eigen spelling  rezida (Vlodrop, ... ), rézedaa (Montfort, ... ), idiosyncr.  reseda (Blerick, ... ), idiosyncr. Additie bij vraag 139: woord wordt ook gebruikt i.p.v. menselijk achterwerk: diene reseda  reseda (Blerick, ... ), Komt voor in WLD III, Flora; daar ontbreekt het ZND materiaal  reseda (Achel, ... ), nieuw  reze‧da (Maastricht, ... ), Veldeke  reesĕda (Echt/Gebroek, ... ), WBD  rezeda (Sevenum, ... ), WLD  reezeda (Sevenum, ... ), reseda (Maasniel, ... ), WLD = reseda  rezied (Posterholt, ... ), ± Veldeke uit Ned?  reseda (Tienray, ... ), rezendaal: Komt voor in WLD III, Flora; daar ontbreekt het ZND materiaal  resendaals (Sint-Truiden), roos-van-egypte: naar Pâque  roze-van-egipte (Genoelselderen, ... ), roosje van egypte: reuskes-van-egipte (Rijkel), Komt voor in WLD III, Flora; daar ontbreekt het ZND materiaal  reske van Egypte (Ulbeek), reuske van Egypte (Mettekoven), rose dgypte (fr.): resiep’ (Tegelen), reziep (Altweert, ... ), roezjezjip (Maastricht, ... ), roeëzegips (Altweert, ... ), roozeschip (Valkenburg, ... ), rozezjiep (Hechtel), rozezjip (Rosmeer), rwaozeziep (sleept.) (Echt), rôzjezjip (Gronsveld, ... ), "Lillo" in de nabijheid van Houthalen  reuzenzjeup (Houthalen), #NAME?  ɛruzəndɛzip (Diepenbeek), (sleept.)  rwaozeziep (Echt/Gebroek), = rose dEgypte = geurige reseda  ɛruzəndɛzip* (Diepenbeek), etym &lt; rose dÉgypte  reziep (Tungelroy), etym < rose dÉgypte  reziep (Tungelroy), Komt voor in WLD III, Flora; daar ontbreekt het ZND materiaal  razežiep (Mechelen-aan-de-Maas), rezit (Beverlo), roezenžiep (Hasselt), roezezjiep (Herk-de-Stad, ... ), roezezjoep (Opoeteren), roozjezjiep (Heer, ... ), rozedzjiep (Voort), rozendjip (Heusden), rozendjipt (Wellen), rozendzjip (Heers), rozenjib (Borgloon, ... ), rozenzjiep (Neeroeteren), rozesjib (Sittard), rozezjib (Borgloon), rozezjiep (Ellikom, ... ), rozezjip (Zichen-Zussen-Bolder), rozip (Grathem), ruzenžiep (Zutendaal), ruəzəžēp (Opgrimbie), ruəzəžip (Diepenbeek), rəžēp (Opgrimbie), naar Pâque  rozezjip (Tongeren), naar Pâque; Oostham heet "Ham" bij L.Janssen  roeëzjip (Oostham), niet de wilde!  resiep (Tegelen), reziep (Posterholt, ... ), rozegiep (Tegelen, ... ), Paque spelt: rozejip, [Reseda odorata]  rózëzjïp (Tongeren, ... ), reseda lutea; fr. rose dégypte  reezezjip (Sittard), rose (d)Egypte  reuəzenzjíp (Hasselt, ... ), rose degypte  rozə’žep (Meeswijk, ... ), S. rozejip, R. roosezjip, C.V. rooze(j)ip: van Waals rose dédjipe rose dEgypte  rōē.ëzendjip (Zonhoven, ... ), vero (verouderd)  roezjezjip (Maastricht, ... ), WLD  reziep (Posterholt, ... ), rozezjiep (Mheer, ... ), WLD = reseda  reziep (Posterholt), WLD kan me vaag iets als rozjip herinneren  rozjip (Reuver, ... ), stinkbloem: ook ZND 1 (a-m) en ZND 1u, 007  stinkbloem (Lommel), stinkertjes: Komt voor in WLD III, Flora; daar ontbreekt het ZND materiaal  stinʔərʔes (Lommel), theebloem: WLD  thee bloom (Montfort, ... ), theebloemetje: Bree Wb.  theebleemke (Bree, ... ), idiosyncr.  thiəbleumpke (Thorn), WLD  theebloempje (Stein), theebloempje: idiosyncr.  thiəbleumpke (Thorn), WLD  theebloempje (Stein), vingerhoedjes: Komt voor in WLD III, Flora; daar ontbreekt het ZND materiaal  vingerhoedjes (Grote-Brogel) [DC 60A (1985)] [N 92 (1982)] [N 92 (1982)] [N 92 (1982)] [SGV (1914)] [SGV (1914)] [ZND 35 (1941)](Egyptische dauw), reseda || resada [N 92 (1982)] || reseda [DC 60a (1985)], [N 92 (1982)] || reseda (bekende bloem) || Reseda (reseda odorato). Een 20 tot 60 cm grote plant. De stengels groeien rechtop en zijn sterk vertakt; de bladeren zijn dubbel veerspletig; de bloemen groeien in trossen, met 6 gespleten kroonbladeren, lichtgeel van kleur en reukloos. De vruchten zijn [N 92 (1982)], [N 92 (1982)] || roosje van Egypte, de vrucht || réséda I-7, III-4-3
reservevolkje afliggers: āflegǝrs (Herkenbosch), darrenzwerm: darǝšwɛrm (Heerlen), hommelennest: hōmǝlǝnes (Geulle), hommelnest: hommelnest (Opglabbeek), homǝlnēst (Venray), homǝlnɛst (Asenray / Maalbroek), mager volkje: māgǝr vø̜lkskǝ (Asenray / Maalbroek), reservebijen: rǝsɛrvǝbɛjǝ (Hasselt), reserveprullen: rǝsɛrvǝprølǝ (Wellerlooi), reservevolk: rǝsɛrvǝvǫwk (Dilsen), reservevolkje: reservevolkje (Born, ... ), rǝsɛrvǝvø̜lkskǝ (Geistingen, ... ), slechte stok: šlɛxtǝ štǫk (Asenray / Maalbroek) Klein volkje met koningin. Het is opgezet met het doel een eventueel moerloos volk aan een jonge koningin te helpen. Dit verkrijgt men door het (te) vele nazwermen. [N 63, 40b] II-6
rest in een glas ketsje: e kêtske (Bilzen) kleine hoeveelheid bier onder in een glas (kletske) [N 80 (1980)] III-2-3
rest in het glas beetje, een -: bietje (Jeuk), bietske (Hechtel), bitske (Lummen), een bitje  bitjə (Meijel), bezinksel: bəzai̯n’seͅl (Mettekoven), bodempje: böamke beer (Heerlerbaan/Kaumer), dras: dras (Gruitrode), fond (fr.): fond (Sint-Truiden), klats: kla-ids (Neeroeteren), kladzen (Vucht), klas (Hoepertingen), klats (Blitterswijck, ... ), klatsch (Vlodrop), klatsj (Born, ... ), klatz (Neeroeteren), klàts (Grevenbicht/Papenhoven, ... ), klàtsj (Amstenrade, ... ), kláts (Asselt), klátsj (Guttecoven), (= meer)  klats (Eisden), meervoud  klatze (Herten (bij Roermond), ... ), klatsje: keletske (Wijlre), klatske (Lommel), klekske (Hamont), klestken (Hechtel), klet-ske (Neerharen), klets-jke (Schinveld), kletschke (Gulpen, ... ), kletschə (Simpelveld), kletsjke (Geleen, ... ), kletsjken (Brunssum), kletsjkə (Hulsberg, ... ), kletska (Tongeren), kletske (Achel, ... ), kletske bear (Blerick), kletske beer (Blerick, ... ), kletsken (Bocholt, ... ), kletskens (Kuringen), kletskes (Gronsveld, ... ), kletskə (Asselt, ... ), kletskən (Lommel), klets’en (Lommel), klets’ke (Tegelen), klētske (Itteren), klētskə (Maastricht), kleͅtskə (Beverlo, ... ), kleͅtskən (Hamont), klätske (Stokkem), klätskə (Diepenbeek, ... ), klètschə (Simpelveld), klètsjke (Beek, ... ), klètsjkə (Geleen, ... ), klètske (As, ... ), klètsku (Itteren), klètskö (Stevensweert), klètskə (Gennep, ... ), klèt⁄sjkə (Brunssum), klétschke (Heerlen), klétsjke (Nieuwenhagen, ... ), klétsjkə (Jabeek), klétske (Amby, ... ), klétskə (Heel, ... ), klətske (Alken), klɛtskə (Borgloon, ... ), klɛtskəs (Genk), klɛtsk’ə (Overpelt), kl‧ɛtskə (Neeroeteren), een kletske  kletskə (Meijel), klesje: kleske (Jeuk, ... ), klesken (Lommel), klets: klets (Sint-Lambrechts-Herk), Dat b.v. in een glas is achtergebleven  klits (As, ... ), klots: kloetsch (Gulpen, ... ), klotsje: klutchke (Vijlen), klutske (Eys), klŭŭtsjkə (Heerlen), onderste, het -: onderste (Spalbeek), overschot: overschot (Kuringen), plietsje: plĭĕtsjkə (Epen), poeltje: peulke (Nieuwenhagen), pritsje: pritske (Bree), pritsken (Diepenbeek), rest: rest (Spalbeek), reͅst (Opglabbeek), schnauzen-bier: snouts is de snor  šnoͅ.u̯tsəb‧ēr (Eys), slok: sjloek (Simpelveld), sloek (Jeuk), šluk (Teuven), slokje: sjlukske (Rimburg), sjlŭŭksjkə (Heerlen), sjlüks-je (Kerkrade), slukske (Beringen, ... ), treepje: trēpkes (Meeuwen) bier ( restjes - in de glazen) || hoeveelheid (kleine - van een vloeistof) || hoeveelheid vloeistof die overblijft || kleine hoeveelheid drank die onder in een glas overblijft [ZND 36 (1941)] || kleine rest, vnl. van drank in glas of fles || restje; Hoe noemt U: Kleine hoeveelheid bier onder in een glas (kletske) [N 80 (1980)] || restjes (- drank) || verschaald bier || vochtresten, drankresten, b.v. van bier in de glazen III-2-3
rest van hennepvezels overschot: ø̜jvǝrsxot (Loksbergen) Rest van hennepvezels die na een bepaalde afstand overblijven. [N 48, 48] II-7