21942 |
rondcirkelen |
boven het hok rondvliegen:
rònkvleege bove ’t hok (L266p Sevenum),
cirkelen:
sirkele (Q021p Geleen),
Algemene opmerkingen bij deze vragenlijst:
cirkele (L374p Thorn),
draaien:
draaien (P183p Mielen-boven-Aalst),
draan (Q168a Rijkhoven),
dreie (Q187p Sint-Pieter),
dreijen (Q007p Eisden),
drejje (L386p Vlodrop),
Algemene opmerking bij deze vragenlijst: invuller heeft hierbij twee bijlagevellen bijgevoegd, t.w.
draeë (Q083p Bilzen),
Algemene opmerking bij deze vragenlijst: zie ook "klanktabel v.h. Zolders (uitspraak)", aan de achterkant van de laatste pagina!
dréén (K361p Zolder),
Algemene opmerking: deze vragenlijst is nogal slecht (= weinig antwoorden) ingevuld!
drëien (L366p Gruitrode),
Opm. v.d. invuller: wanneer ze vervolgens nog enkele rondjes draait. "om de boet drieè"= rond het hok cirkelen wanneer ......???.... normaal de vrijheid gekregen hebben van de baas. (ps. een deel van deze tekst is weggevallen!).
drièe blieve (Q027p Doenrade),
een paar toeren ronddraaien:
Algemene opmerking bij deze vragenlijst: invuller heeft hierbij twee bijlagevellen bijgevoegd, t.w.
ze draeë nog ’n paor toēre rond (Q083p Bilzen),
gewennen:
gewenne (L426p Buchten),
molentje maken:
meuleke maoken (Q157p Jesseren),
om het hok vliegen:
om het hok vleege (Q021p Geleen),
òm ’t hok vlege (Q111p Klimmen),
rond de kooi vliegen:
rond de koej vleege (L417p As),
rond het kot draaien:
Algemene opmerking bij deze vragenlijst: invuller heeft hierbij twee bijlagevellen bijgevoegd, t.w.
rond ’t kot draeë (Q083p Bilzen),
rondcirkelen:
ro.ntse.rkələ (Q202p Eys),
ronddraaien:
rond dreën (Q074p Kortessem),
rondj dreije (L331p Swalmen),
rónddrè-jə (L417p As),
rondjes draaien:
r"ntjəs drɛ̄jə (L265p Meijel),
r‧øͅntjəs ˂dr‧iənə (Q202p Eys),
rondjes vliegen:
rundjes vleege (Q027p Doenrade),
rondtirvelen:
rôntj aan ’t tirvele (L330p Herten (bij Roermond)),
rondtoeren:
rondtoeren (K359p Koersel),
ronjttoerə (L300p Beesel),
rondtrekken:
ro‧ndtrekke (L289p Weert),
rondvliegen:
rond vliegen (Q162p Tongeren),
rondvlege (Q202p Eys),
rondvliege (L414p Houthalen),
roond vliege (Q171p Vlijtingen),
Algemene opmerking bij deze vragenlijst: invuller heeft hierbij twee bijlagevellen bijgevoegd, t.w.
rondvliēge vör ’t valle (Q083p Bilzen),
Algemene opmerking bij deze vragenlijst: zie ook aantekening van de invuller, op de laatste pagina!
róntjvlee.gə (L326p Grathem, ...
L320b Kelpen),
ps. invuller schrijft hier "vliege"met alleen boven de "e"een lengteteken!
roond vliēge (L210p Venray),
spelen in de lucht:
Algemene opmerking bij deze vragenlijst: invuller heeft hierbij twee bijlagevellen bijgevoegd, t.w.
spiëlen èn de loch (Q083p Bilzen),
trainen:
traine (Q021p Geleen),
trainen (P219p Jeuk),
verkennen:
verkènne (L381p Echt/Gebroek),
zich verkènne (L265p Meijel)
|
Hoe benoemt U allerlei vormen van vliegen: het rondcirkelen rond het hok? [N 93 (1983)]
III-3-2
|
28700 |
ronde |
rand:
rant (L294p Neer),
reep:
ręjp (L318p Stramproy),
toer:
tūr (Q071p Diepenbeek),
wis:
wes (K353p Tessenderlo),
worm:
wø̜̄rǝm (L265p Meijel)
|
Eén cirkel van rondgebogen stro of buntgras. Het begin van de te vlechten korf of mand is een oog of de kleinste ronde. De volgende ronden worden al snel groter. De tweede ronde wordt met de eerste samengebonden door de vlechtband enkele malen door het oog te halen (Brekelmans, pag. 20). Aan het begin van de derde ronde wordt de vlechtband niet meer door het oog gestoken, maar onder de onderliggende wikkeling. Na deze drie rondes moet men wikkelingen bijmaken, stro of bunt bijsteken en moet men het einde van de oude en het begin van de nieuwe vlechtband vastzetten. [N 40, 131]
II-6
|
31164 |
ronde schaar |
krammenscheer:
kręmšę̄r (L382p Montfort),
kromme scheer:
krom sxīr (L271p Venlo),
krom šiǝr (Q111p Klimmen, ...
Q204p Wittem),
leerscheer:
lejǝršīr (Q113p Heerlen),
lę̄rsxīr (L289p Weert),
lę̄ršiǝr (Q111p Klimmen),
lę̄ršę̄r (L382p Montfort, ...
L432p Susteren),
lę̄ršīǝr (L321p Neeritter),
scheer:
skę̄r (P176p Sint-Truiden),
šīǝr (L290p Panningen)
|
Schaar met gekromde benen waarmee men een in het leer uitgezette cirkel kan uitknippen. [N 36, 29a]
II-10
|
31385 |
ronde vijl, rattenstaart |
gatenvijl:
gātǝvęjl (Q095p Maastricht),
rattenstaart:
ratǝstart (L421p Dilsen, ...
Q018p Geulle,
L165p Heijen,
Q095p Maastricht,
Q095p Maastricht
[(meervoud: ratǝstɛrt)]
,
L217p Meerlo,
L424p Meeswijk
[(meervoud: ratǝstɛrt - 15 cm lang)]
,
L159a Middelaar,
L192a Siebengewald,
L213p Well,
Q005p Zutendaal),
ratǝstat (Q083p Bilzen, ...
Q083p Bilzen,
Q086p Eigenbilzen,
P219p Jeuk),
ratǝstárt (L215p Blitterswijck, ...
L245a Castenray,
L214a Geysteren,
L211p Leunen,
L217p Meerlo,
L209p Merselo,
L216p Oirlo,
L216a Oostrum,
L212a Smakt,
L246a Swolgen,
L245b Tienray,
L210p Venray,
L244a Veulen,
L214p Wanssum),
ratǝstɛrt (L321p Neeritter, ...
L216a Oostrum,
L271p Venlo,
L289p Weert),
ratǝstɛt (K353p Tessenderlo),
ratǝštart (Q111p Klimmen
[(dun en rond)]
, ...
Q099q Rothem,
Q020p Sittard
[(ronde zoetvijl)]
,
Q020p Sittard,
Q108p Wijnandsrade),
ratǝštats (Q121c Bleijerheide
[(meervoud: ratǝštɛts)]
, ...
Q121a Chevremont
[(meervoud: ratǝštɛts)]
,
Q121d Haanrade
[(meervoud: ratǝštɛts)]
,
Q113p Heerlen,
Q121e Kaalheide
[(meervoud: ratǝštɛts)]
,
Q121p Kerkrade,
Q121p Kerkrade
[(meervoud: ratǝštɛts)]
,
Q116p Simpelveld,
Q121b Spekholzerheide,
Q121b Spekholzerheide
[(meervoud: ratǝštɛts)]
),
ratǝštārt (L432p Susteren),
ratǝštɛrt (Q193p Gronsveld, ...
L291p Helden,
L330p Herten,
L330p Herten,
L290p Panningen,
L387p Posterholt,
L329p Roermond,
L385p Sint Odilienberg,
L331p Swalmen),
rond vijltje:
rǫnt ˲vęjlkǝ (P176b Bevingen),
ronde rasp:
ronj rasp (L299p Reuver),
ronde vijl:
ron vīl (Q111p Klimmen),
ronj vīl (L299p Reuver),
rǫn vęjl (L414p Houthalen),
rǫndǝ vīl (L217p Meerlo)
|
Kleine, ronde, spits toelopende vijl die wordt gebruikt voor het afwerken en bijwerken van gaten en sterk gekromde uithollingen. Zie ook afb. 59 en het lemma ɛronde vijl, rattenstaartɛ in wld II.11, pag. 73.' [N 53, 145; monogr.] || Kleine, ronde, spits toelopende vijl. De ronde vijl wordt gebruikt voor het vijlen van gaten en gebogen oppervlakten. Zie ook afb. 102. [N 33, 94; N 64, 53e; monogr.]
II-11, II-12
|
32801 |
rondeggen |
in de ronde [eggen]:
in dǝ rø̜ndǝ [eggen] (Q193p Gronsveld, ...
Q194p Rijckholt),
rond[eggen]:
ro.ŋk[eggen] (Q116p Simpelveld),
ro.ŋt˱[eggen] (L265b Kronenberg, ...
L266p Sevenum),
rond[eggen] (L421p Dilsen, ...
Q008p Vucht),
ront˱[eggen] (K316p Heppen, ...
K357p Paal),
rõnt˱[eggen] (L192b Aijen, ...
L163p Ottersum),
rǫ.nt[eggen] (L352p Hechtel, ...
L312p Neerpelt,
L313p Sint Huibrechts Lille),
rǫ.nt˱[eggen] (L353p Eksel, ...
L286p Hamont,
P055p Kermt,
K359p Koersel,
P051p Lummen,
L355p Peer,
P058p Stevoort,
L354p Wijchmaal),
rǫnt[eggen] (P044p Zelem),
rondom [eggen]:
ro.njt˱om [eggen] (L319p Molenbeersel),
rǫ.nt˱øm [eggen] (L414p Houthalen),
rondrijden:
rǫ.ntrē̜ǝ (P055p Kermt),
rǫntrē̜ǝ (P044p Zelem),
rondvaren:
rõ̜.nt ˲vǭrǝ (Q078p Wellen)
|
Manier van eggen, waarbij de akker vanuit het midden of vanaf de kanten bewerkt wordt in ronden die steeds groter resp. kleiner worden. Zie verder de toelichting bij het lemma ''eggen''. [JG 1a + 1b add.; N 11A, 177a]
I-2
|
31167 |
rondel |
huif:
(mv)
hūvǝ (Q111p Klimmen, ...
L321p Neeritter),
manchet:
manžɛt (Q203p Gulpen, ...
Q204p Wittem),
rond stuk:
rōnt štøk (Q204p Wittem),
rondel:
rondel (P176p Sint-Truiden),
rozet:
rosɛt (L432p Susteren),
schijf:
schijf (L292p Heythuysen),
sxęjf (Q095p Maastricht),
(mv)
sxīvǝ (L271p Venlo, ...
L289p Weert),
šīvǝ (Q113p Heerlen, ...
L382p Montfort,
L290p Panningen),
sierschijf:
(mv)
sę̄ršīvǝ (L291p Helden)
|
Het met de ronde schaar of schijvensnijder gesneden rond stuk leer of ronde koperen schijf, gebruikt ter versiering. [N 36, 29b]
II-10
|
27918 |
rondhout van een platte kant voorzien |
aanplatten:
ānplatǝ (Q016p Lutterade
[(Maurits)]
[Emma]),
āplatǝ (Q121c Bleijerheide
[(Domaniale)]
, ... [Emma, Hendrik, Wilhelmina]
Q113p Heerlen
[(Emma)]
, [Laura, Julia]
Q121p Kerkrade
[(Domaniale)]
, [Domaniale]
Q117a Waubach
[(Laura / Julia)]
[Domaniale]),
aanpletten:
ānplętǝ (Q035p Brunssum
[(Emma / Hendrik / Wilhelmina)]
[Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau II, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV]),
āplɛtǝ (Q113p Heerlen
[(Oranje-Nassau I-IV)]
, ... [Wilhelmina]
Q121p Kerkrade
[(Wilhelmina)]
[Julia]),
een kap met blad maken:
eŋ kap met blat mākǝ (Q112a Heerlerheide
[(Oranje-Nassau I-IV)]
[Maurits]),
een kop aankappen:
nǝ kǫp ā.kapǝ (K361p Zolder
[(Zolder)]
[Domaniale, Laura, Willem-Sophia, Oranje-Nassau II, Oranje-Nassau III, Emma, Maurits]),
een plat maken:
ǝn plat mākǝ (L433p Nieuwstadt
[(Maurits)]
[Winterslag, Waterschei]),
een platte kant aankappen:
een platte kant aankappen (Q003p Genk
[(Winterslag / Waterschei)]
[Zolder]),
platten:
platǝ (Q121a Chevremont
[(Julia)]
[Maurits])
|
Een rondhout geheel of gedeeltelijk van een platte zijde voorzien. Volgens de invuller uit Q 33 werd dit werk op de mijn Emma vooraf in de zagerij gedaan. [N 95, 308; monogr.]
II-5
|
27525 |
rondleiding |
bezoek:
bezoek (L422p Lanklaar
[(Eisden)]
[Domaniale]),
bǝzøk (Q121a Chevremont
[(Julia)]
, ... [Domaniale]
Q121p Kerkrade
[(Domaniale)]
[Julia]),
de kuil laten zien:
dǝ kul Iǫsǝ ziǝ (Q121c Bleijerheide
[(Domaniale)]
[Oranje-Nassau II, Emma, Hendrik]),
groot bezoek:
gruǝt bdzyk (L286p Hamont
[(Eisden)]
[Eisden]),
het bezoek rondleiden:
ǝt bǝzø̄k roŋklęjǝ (Q117a Waubach
[(Laura / Julia)]
[Domaniale]),
het visite rondleiden:
het visite rondleiden (Q003p Genk
[(Winterslag / Waterschei)]
[Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau II, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV]),
hoog bezoek:
hoax bǝzø̄k (Q015p Stein
[(Maurits)]
[Eisden]),
huǝx bǝzøk (Q121c Bleijerheide
[(Domaniale)]
[Maurits]),
hōx bǝzø̄k (L374p Thorn
[(Maurits)]
[Maurits]),
hoog bezoek rondleiden:
hūǝx bǝzø̄k roŋklęjǝ (Q117p Nieuwenhagen
[(Oranje-Nassau II / Emma / Hendrik)]
[Winterslag, Waterschei]),
rondgang:
ro.ŋkja.ŋk (Q121p Kerkrade
[(Wilhelmina)]
[Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau II, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV]),
roŋkjaŋk (Q121c Bleijerheide
[(Domaniale)]
, ... [Wilhelmina]
Q121p Kerkrade
[(Domaniale)]
[Domaniale]),
rondleiding:
rondleiding (Q111p Klimmen
[(Oranje-Nassau I / III / IV)]
, ... [Maurits]
Q033p Oirsbeek
[(Emma)]
[Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV]),
ronjtjlęjdeŋ (L426p Buchten
[(Maurits)]
[Maurits]),
ronjtjlęjeŋ (L433p Nieuwstadt
[(Maurits)]
[Emma]),
rontlęjeŋ (L374p Thorn
[(Maurits)]
[Maurits]),
roŋklɛjdeŋ (Q113p Heerlen
[(Emma)]
[Laura, Julia]),
vip-safari:
vep safāri (Q113p Heerlen
[(Oranje-Nassau I-IV)]
[Emma])
|
Rondleiding van met name hoogwaardigheidsbekleders door het boven- en ondergrondse gedeelte van de mijn. [N 95, 997; monogr.]
II-5
|
33012 |
rondom zaaien, rondom het stuk zaaien |
enkel (zaaien):
ę.ŋkǝl (Q002a Godschei, ...
L414p Houthalen),
op het stuk aanzaaien:
op ǝt štøk ānzīi̯ǝ (Q192p Margraten),
rechts (zaaien):
rɛ.xs (Q072p Beverst, ...
Q081a Heesveld-Eik),
rondom (zaaien):
rǫ.nd`om (L417p As, ...
L418p Niel-bij-As),
rondom het stuk (zaaien):
rǫ.ndǝm t stęk (Q003p Genk, ...
Q082p Munsterbilzen,
Q005p Zutendaal),
rondzaaien:
rǫ.nt[zaaien] (Q072p Beverst, ...
Q071p Diepenbeek,
Q081a Heesveld-Eik,
L414p Houthalen,
L416p Opglabbeek,
Q001p Zonhoven)
|
Er zijn boeren die maar met één hand zaaien. Zij hebben ofwel de vaardigheid van het zwaaien niet in beide handen, ofwel willen liever niet na elke baan de arm waarmee ze het zaaikleed ophouden, wisselen. Zij kunnen niet langs dezelfde strook terugkeren, maar moeten bij het zaaien rondom de akker gaan, in steeds kleinere kringen. Deze handeling is hier bedoeld. [JG 1a; monogr.]
I-4
|
32710 |
rondploegen |
bouwen met een brabander:
bǫu̯ǝ met˱ ǝnǝn˱ brǭbɛ ̝ndǝr (L248p Lottum),
in de ronde varen:
in dǝ rø̜ndǝ vǭǝrǝ (Q194p Rijckholt),
met de rondgaande ploeg bouwen:
met ˲dǝ rõnt˲gandǝ plōx˱ bǫu̯ǝ (L246p Horst),
met een omganger bouwen:
met˱ ęnǝn ømgɛ ̝ŋǝr bǫu̯ǝ (L192b Aijen),
omgaand bouwen:
ømgó̜nt˱ bǫu̯ǝ (L209p Merselo),
rondakkeren:
rõ̜.nt˱ákǝrǝ (P186p Gelinden),
rondbouwen:
ro.nt˱bǫu̯ǝ (L246p Horst),
ro.ŋk(t)˱bǫu̯ǝ (L265b Kronenberg),
rõnt˱bǫu̯ǝ (L165p Heijen, ...
L115p Mook,
L216p Oirlo,
L192a Siebengewald),
rondploegen:
ront[ploegen] (L289p Weert),
roŋk[ploegen] (Q211p Bocholtz),
rõ.nt[ploegen] (Q191p Cadier, ...
Q195p Sint Geertruid,
Q187p Sint Pieter),
rondrijden:
rǫ.ntrę̄ǝ (P052p Schulen),
rǫntrę̄ǝ (P044p Zelem),
rondvaren:
ro.nt˲vǭ.rǝ (Q242p Diets-Heur, ...
Q174p Herderen,
Q177p Millen,
Q175p Riemst),
ro.ŋk˲vãrǝ (Q116p Simpelveld
[(met brabander)]
),
ronjtj˲vãrǝ (L292p Heythuysen, ...
L331p Swalmen),
rõ.nt˲vã.rǝ (L361p Tongerlo),
rōnt˲vǭǝrǝ (Q194p Rijckholt),
rǫ.nt˲vǭ.rǝ (Q163p Berg, ...
Q094p Hees,
Q081a Heesveld-Eik)
|
Met rondploegen, dat met een enkele, dus niet-wentelbare ploeg gedaan werd, kan vooreerst alleen de ploegwijze worden bedoeld, waarbij men zonder keerstrook het ene jaar midden op de akker begint en in de rondte gaat tot men de zijden van de akker bereikt heeft, en het andere jaar weer in de rondte andersom ploegt. Maar verder kan men onder rondploegen ook het bijeen- en het uiteenploegen tezamen verstaan; hierbij wordt de rondte gevormd door de beide voren die men telkens (op- of af-)ploegt en de sleepgang van de ploeg over de beide keerstroken. Voor de specifieke termen zie men de beide voorafgaande lemmata. [N 11, 48add.;N 11A, 118; JG 1a + 1b add.; A 33, 1 add.]
I-1
|