e-WLD begrippen 

 
 
Filteren...

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
rosmolen bromberen: verzamelfiche, ook mat. van ZND01, u en ZND02, 4  broèmbeer (Hasselt), caroussel: ps. omgespeld volgens Frings. (vr.).  karasøͅl* (Bree), carrousel (fr.): karɛsø̜l (Bree), dorsmanège: dø̜smanēžǝ (Halen), gpel (du.): d’r jöbel (Bleijerheide), göbbel (Waubach), juudel (Bocholtz), gōpel (du.): jȳdǝl (Bocholtz), jø̜bǝl (Bleijerheide), qøbǝl (Waubach), manege: manege (Nunhem), manēži (Velden), manɛ̄š (Waubach), mānēžǝ (Haelen), mǝnezi (Lommel), mǝnēzǝ (Beverst), mange (fr.): de manége (Grevenbicht/Papenhoven), maanéézje (Baarlo), manaezje (Urmond), maneege (Heerlerheide, ... ), maneesje (Neeritter, ... ), maneezie (Boeket/Heisterstraat, ... ), maneezje (Baexem, ... ), manege (Baexem, ... ), manesie (Baarlo), manezie (Blitterswijck, ... ), manezje (Ospel), maneži (Velden), manēēzje (Swalmen), manège (Meijel), manèzje (Sittard), manége (Tegelen, ... ), manézje (Tegelen), manéésje (Weert), manééz (Noorbeek, ... ), manéézje (Buchten, ... ), manɛ̄š (Waubach), mānežə (Haelen), menaezie (Sevenum), meneesche (Susteren), meneesj (Guttecoven), meneesje (Blerick), meneezie (Bocholt, ... ), meneezje (Maasniel, ... ), menege (Bocholt, ... ), menejche (Grathem), menezie (Thorn), menéésje (Roosteren), menéézje (Horn, ... ), məneezjə (Holtum), mənezi (Lommel), mənezə (Beverst), Algemene opmerking bij deze vragenlijst: - ´´ = korte ee-klank - ö., ö: = lange ö-klank - È = lange i-klank Opm. deze lijst heb ik letterlijk overgenomen, zoals invuller het genoteerd heeft!  menee.zie (Panningen), Algemene opmerking bij deze vragenlijst: ai = Æ.  meneezie (Ell), Algemene opmerking bij deze vragenlijst: alle "scht" uitspreken als "sch" (in het ch van het Nederlandse woord "machine").  maneesch (Gulpen), Algemene opmerking bij deze vragenlijst: bij deze invulling is in de open lettergreep de dubbele "aa", "ee" etc. geschreven!  maaneezje (Leuken), Algemene opmerking bij deze vragenlijst: deze lijst is letterlijk overgenomen, zoals invuller het genoteerd heeft (dus niets(s) omgespeld!).  de maneezje (Klimmen), Algemene opmerking bij deze vragenlijst: deze lijst is letterlijk overgenomen, zoals invuller het genoteerd heeft!  maneeszje (Maastricht), Algemene opmerking bij deze vragenlijst: deze lijst is zeer slecht en soms zeer onduidelijk ingevuld/geschreven!  manaige (Schimmert), Algemene opmerking bij deze vragenlijst: invuller heeft hierbij geen spellingssysteem aangegeven. Heb deze lijst omgespeld volgens Frings!  mənēsi* (Rotem), Algemene opmerking bij deze vragenlijst: zie bijlagevellen met tekeningen!  de manège (Gennep, ... ), Algemene opmerking: deze lijst is letterlijk overgenomen, zoals invuller het genoteerd heeft (dus niet(s) omgespeld!).  de manee.zje (Boukoul, ... ), Algemene opmerking: deze lijst is zo letterlijk mogelijk overgenomen.  mənēzi* (Kinrooi), Algemene opmerking: deze vragenlijst is letterlijk overgenomen (dus niet(s) omgespeld!).  maneezje (Maasbracht), Algemene opmerking: deze vragenlijst is letterlijk overgenomen (dus niet(s) omgespeld!). De woorden die met potlood erachter zijn geschreven, zijn niet opgenomen/ingevoerd!  manéézje (Puth), Opm. v.d. invuller (zie bijlagevel): naderhand vernam ik nog, dat de alleroudste dorsmachines van no. 7 niet door een paard werden voortbewogen, doch door mankrachten; die moeten met een zwengel het draaiende wiel in beweging brengen. Een 60 jaren geleden waren er zo in ons dorp, dat waren de allereersten.  manâêzje (Oirsbeek), ps. (bij benadering) omgespeld volgens Eykman (meer omgespeld volgens RND).  mənēͅzi* (America), ps. boven de "è" staat nog een lengteteken; deze combinatieletter is niet te maken/om te spellen.  manèjge (Mechelen), ps. deels omgespeld volgens Frings.  mənêžə* (Geistingen), ps. omgespeld volgens Frings (en alle bijkomstige tekens letterlijk overgenomen, zoals invuller het genoteerd heeft!).  man’ēͅžə* (Val-Meer), ps. omgespeld volgens Frings!  manēzi* (Koersel), manēəzi* (Beverlo), ps. omgespeld volgens Frings! (= de menègie van de dorsmeulen).  mənēͅji* (Beringen), ps. omgespeld volgens Frings! (= koppel die versnelling geeft - 3 kampwielen).  mənezi* (Lommel), ps. omgespeld volgens Frings! (m.).  mø̄nēzi* (Neerpelt), mənēzi* (Peer), mənēži* (Overpelt), ps. omgespeld volgens Frings! (vr.).  mənēzi* (Bocholt), ps. omgespeld volgens Frings! (vr., m.).  mənēzi* (Linde), ps. omgespeld volgens Frings.  də mənēͅžə* (Kiewit), manēͅžə* (Maaseik), mānēͅš* (Hasselt), mənēi̯žə* (Borgloon), mənēsi* (Heppen), mənēzi* (Achel, ... ), mənēži* (Hamont), mənēžə* (Beverst, ... ), mənēͅš* (Tongeren), mənēͅžə* (Gingelom, ... ), məneͅižə* (Melveren), məneͅi̯žə* (Niel-bij-St.-Truiden), məneͅx* (Kessenich), mənizi* (Gelieren/Bret), mənəži* (Opheers), ps. omgespeld volgens Frings. (m.).  mənēdə* (Diepenbeek), mənēzi* (Achel), mənēži* (Hamont), mənēͅi̯zə* (Halen), ps. omgespeld volgens Frings. (v.).  mənēzə* (Zelem), mənēži* (Helchteren), ps. omgespeld volgens Frings. (vr.).  manēzi* (Gruitrode), mənēzi* (Bree, ... ), ps. omgespeld volgens IPA (RND).  mánēͅsi* (Kwaadmechelen), ps. omgespeld volgens IPA.  manēͅzi* (Overpelt), ps. omgespeld volgens RND (IPA).  məzēͅzi* (Paal), ps. zoveel en zo letterlijk mogelijk omgespeld volgens Frings.  manēzə* (Borgloon), mane͂ͅzə* (Borgloon), Zie algemene opmerking van de invuller: eigen fonetische notering; (\\) = stomme e. (heb deze lijst dus letterlijk overgenomen, zoals invuller het genoteerd heeft, dus niet(s) omgespeld!).  mənéézjə (Valkenburg), mangeboom: manèèzjeboum (Houthem), manège (dim.): mǝnēžǝkǝ (Grathem), manège (fr.): ma`nei̯zǝ (Montenaken), ma`nję.ñžǝ (Riemst), ma`nęi̯džǝ (Aalst, ... ), ma`nīǝ.žǝ (Kanne, ... ), manēzi (America, ... ), manē̜žǝ (Baarlo, ... ), mǝnizi (Gelieren Bret), mǝniɛ.žǝ (Hees, ... ), mǝnē.djǝ (Heks), mǝnē.džǝ (Diepenbeek, ... ), mǝnē.dǝ (Diepenbeek, ... ), mǝnē.zi (Achel, ... ), mǝnē.zǝ (Godschei, ... ), mǝnē.ži (Beringen), mǝnē.žǝ (Berg, ... ), mǝnēzi (Dilsen, ... ), mǝnēzǝ (Meldert, ... ), mǝnēži (Helchteren, ... ), mǝnēžǝ (Baexem, ... ), mǝnēǝ.zǝ (Berbroek, ... ), mǝnē̜zi (Sevenum), mǝnęi̯.dǝ (Alken, ... ), mǝnęi̯.žǝ (Beverst, ... ), mǝnęi̯dži (Boekhout), mǝnęi̯zǝ (Donk, ... ), mǝnīžǝ (Munsterbilzen), mǝnīǝzi (Genk, ... ), mǝnīǝžǝ (Gellik, ... ), manègeboom: manē̜žǝbǫu̯m (Houthem), paardmolen: peͅrtmolen (Grathem), pęrt[molen] (Grathem), paardskwerm: pēͅrskweͅrəm (Mechelen-aan-de-Maas), paardskwern: pę̄rskwęrǝm (Maasmechelen), paardsmolen: pēͅrsmolen (Holtum, ... ), peͅrsmolen (Susteren), pęrs[molen] (Susteren), pę̄rs[molen] (Holtum, ... ), rosmolen: rosmuule (Waubach), roͅsmolen (Achel, ... ), rǫs[molen] (Achel, ... ), rǫsmylǝ (Waubach), roswerk: roswerk (Heerlen, ... ), slagmolen: slōͅxmø̄ln (Diepenbeek), slǭxmø̄ln (Diepenbeek), trekmolen: trɛk[molen] (Weert), trɛkmolen (Weert), voortrein: vørtręi̯n (Maasmechelen), ps. omgespeld volgens Frings.  vørtrēͅin* (Mechelen-aan-de-Maas) De oudste machine die voor het dorsen werd gebruikt. Een paard leverde hier de drijfkracht. Algemeen wordt onder manège een constructie verstaan bestaande uit een vertikale as die door een horizontale boom, waar een paard is voorgespannen, in beweging wordt gebracht. Door middel van een kardan-koppeling wordt die draaiende beweging doorgegeven aan een horizontale as die door de wand van de schuur naar een machine werd geleid en deze aandrijfkracht leverde. In dit geval wordt door de rosmolen een trommel aangedreven waarin de halmen gedorst werden. Vergelijk ook het lemma ''rosmolen'' in de aflevering over de molenaarsterminologie, wld II,3, blz. 163.' [N 14, 7; JG 1a, 1b; monogr.] || dorsmachine: draaiend wiel met boom dat door een trekpaard wordt voortgedreven om de dorsmachine te doen werken [N 14 (1962)] || Een molen die door een paard wordt aangedreven. Koning, spoorwiel en rondsel bevinden zich bij dit molentype onder het steenkoppel. De koning wordt aangedreven met behulp van een trekbalk. Zie voor de fonetische documentatie van het woorddeel -ømolenŋ het lemma ɛmolenɛ.' [N D, 3] || zwarte aalbes I-4, I-7, II-3
rossig (kleur) rood: ruət (Meeswijk), roodlig: rüed⁄lieg (Bleijerheide, ... ), ros: ròs (Tongeren), rossig: ros⁄sieg (Bleijerheide, ... ), vos: voes (Bleijerheide, ... ), vossig: voes⁄sieg (Bleijerheide, ... ) ros || ros (kleur) || rossig III-4-4
rot baal: baol (Valkenburg), bedorven: WBD/WLD  bedòrve (As), fauxcas: Pak daen appel oet de manj, hae is fokak  fo:kak (Roermond), melig: WLD  meilich (Itteren), murg: murg (Montfort), rot: rot (Amby, ... ), rot fruit (Blerick, ... ), roͅt (Meeuwen), ròt (Hoensbroek, ... ), rót (Epen), rôt (Swalmen), r‧oͅt (Ingber), #NAME?  ròt (Klimmen), eigen spellingsysteem  rot (Geleen, ... ), Endepols  rot (Maastricht, ... ), ideosyncr.  rot (Eijsden, ... ), Inne rótte appel  rót (Bleijerheide, ... ), IPA, omgesp.  roͅt (Kwaadmechelen), LDB  rot (Roermond, ... ), NCDN  ròt (Stevensweert), Nijmeegs (WBD)  rót (Meijel), oude spellingsysteem  rot (Meijel), Veldeke  rot (Echt / Gebroek, ... ), Veldeke / eventueel aangevuld met systeem Jones  rot (Gulpen), Veldeke 1979, nr. 1  rot (Venray), Veldeke aangepast  rot (Tienray), Veldens dialekt  rot (Velden), Venlo e.o.  rot (Maasbree), WBD / WLD  rot (Beesel, ... ), WBD-WLD  ròt (Roermond), WBD/WLD  rot (Caberg, ... ), ròt (Grevenbicht / Papenhoven, ... ), rót (Maastricht), WBD\\WLD  ròt (Amstenrade), WLD  ro (Sevenum), rot (Born, ... ), rotte (Vijlen), rottu (Brunssum), ròt (Doenrade, ... ), ròòt (Posterholt), WLD (De o is niet voldoende gedifferentiëerd; vandaar soms –)  ròt (Haelen), WLD kaafrot = totaal rot  rot (Tungelroy), ± WLD  rot (Vlijtingen, ... ), rottig: WLD  rôttig (Schimmert), verrot: wrot (Jeuk, ... ), WLD  ver-rót (Swalmen), vəerròt (Gennep), vuil: voe:l (Simpelveld), voel (Heerlerbaan / Kaumer / Bauts / Rukker, ... ), voel obst (Vaals), voul (Maasbracht), vōēl (Sittard), vū.l (Bleijerheide, ... ), vóel (Tegelen), eigen spellingsysteem  vôêl (Geleen), ideosyncr.  voel (Kerkrade), voul (Oirsbeek), Veldeke  voeël (Waubach), WBD/WLD  voeël (Nieuwenhagen), vōēl (Grevenbicht / Papenhoven, ... ), WLD  voele (Vijlen), voul (Wijnandsrade), vōēl (Doenrade, ... ) bedorven, rot || rot || rot ( van vruchten, inz. appels en peren) || rot (bedorven) || Rot, gezegd van fruit (rotterig, rotsig, rot, meluw). [N 82 (1981)] || Rotten en verschrompelen van appels (slijten, uitdrogen, verrompelen, rotte, verfronselen, verslijten, verrimpelen). [N 82 (1981)] || voos bij groenten en fruit || wormstekig ve appel [DC 23 (1953)] III-2-3
rot, van fruit bedorven: WBD/WLD  bedòrve (As), befrunseld: befrunseld (Swalmen), berumpeld: bəreumpeld (Maastricht), WLD  berumpelt (Maastricht), berumpseld: be-rump-sjeld (Neerharen), berumseld: bereumsjeld (Gronsveld), foeka: fo:kak (Roermond), foka, foeka (Maastricht), fookaa (Sittard), fookak (Heerlen), gefrunseld: gefrunseldje appele (Herten (bij Roermond)), gemaaisteekt: gemaaisteekt (As, ... ), gerot: ideosyncr.  gerot (Sittard), gerumpeld: eigen spellingsysteem  gerumpeldj (Neer), geschrompeld: gesjrompelt (Wijlre), kaafrot: kaafrot (Castenray, ... ), melig: WLD  meilich (Itteren), moesrot: moesrot (Genk), morschoel: morsjooel (Mheer), murg: murg (Montfort), oudewijven: WBD/WLD  ouw wīēvər (Opglabbeek), rot: rot (Amby, ... ), rot fruit (Blerick, ... ), roͅt (Beek), ròt (Hoensbroek, ... ), rót (Epen), rôt (Swalmen), r‧oͅt (Ingber), + WLD  ròt (Klimmen), eigen spellingsysteem  rot (Geleen, ... ), Endepols  rot (Maastricht, ... ), ideosyncr.  rot (Eijsden, ... ), IPA, omgesp.  roͅt* (Kwaadmechelen), LDB  rot (Roermond, ... ), NCDN  ròt (Stevensweert), Nijmeegs (WBD)  rót (Meijel), oude spellingsysteem  rot (Meijel), Veldeke  rot (Echt/Gebroek, ... ), Veldeke / eventueel aangevuld met systeem Jones  rot (Gulpen), Veldeke 1979, nr. 1  rot (Venray), Veldeke aangepast  rot (Tienray), Veldens dialekt  rot (Velden), Venlo e.o.  rot (Maasbree), WBD / WLD  rot (Beesel, ... ), WBD-WLD  ròt (Roermond), WBD/WLD  rot (Caberg, ... ), ròt (Grevenbicht/Papenhoven, ... ), rót (Maastricht), WBD\\WLD  ròt (Amstenrade), WLD  ro (Sevenum), rot (Born, ... ), rotte (Vijlen), rottu (Brunssum), ròt (Doenrade, ... ), ròòt (Posterholt), WLD (De o is niet voldoende gedifferentiëerd; vandaar soms –)  ròt (Haelen), WLD kaafrot = totaal rot  rot (Tungelroy), ± WLD  rot (Vlijtingen, ... ), rotterig: WBD/WLD  rotterig (Stein), rottig: WLD  rôttig (Schimmert), rumpelig: WLD  rumpelig (Brunssum), snofrot: sjnófrot (Sittard), uitgedroogd: oetgedreugdj (Montfort), eigen spellingsysteem  oetgedruëgd (Merkelbeek), Endepols  oetgedruug (Maastricht), WLD  oetgedruug (Maastricht), verdroogd: verdreugd (Stein), verfroemeld: Veldeke / eventueel aangevuld met systeem Jones  verfroemeld (Gulpen), WLD  verfroemeld (Venray), verfronseld: WBD / WLD  verfrônsəlt (Reuver), verfrunseld: verfrunseld (Roermond, ... ), verfrunselt (Venlo), verfruntseld (Horst), oude spellingsysteem  verfreunselt (Meijel), verkraalseld: eigen spellingsysteem  verkraalseldj (Neer), verrimpeld: die appels zien verrimpeld (Oirlo), verrot: vroͅt* (Niel-bij-St.-Truiden), wrot (Jeuk, ... ), WLD  ver-rót (Swalmen), vəerròt (Gennep), verrumpeld: verrumpelde (Schimmert), WLD  verumpəld (Wijnandsrade), verschrompeld: verschrompeld (Eys, ... ), eigen spellingsysteem  versjroempeld (Merkelbeek), ideosyncr.  verschreompeld (Eijsden, ... ), verschrömpeld (Sittard), WBD/WLD  vərsjrômpəld (Maastricht), WLD  vərsjrōōmpəlt (Maastricht), verschrumpeld: verschrömpelt (Gulpen), Veldeke / eventueel aangevuld met systeem Jones  versjrumpeld (Gulpen), WLD  verschrumpeld (Venlo), verspierd: verpierd (Blitterswijck), vervuurd: vervuurd (Gronsveld), voos: voeës (Oirlo), vūəs* (Hamont), vuil: voe:l (Simpelveld), voel (Heerlerbaan/Kaumer, ... ), voel (sleept.) (Echt/Gebroek), voel obst (Vaals), vōēl (Sittard), vū.l (Eys, ... ), vóel (Tegelen), eigen spellingsysteem  vôêl (Geleen), ideosyncr.  voel (Kerkrade), voul (Oirsbeek, ... ), vōel (Eijsden, ... ), Veldeke  voeël (Waubach), WBD/WLD  voeël (Nieuwenhagen), vōēl (Grevenbicht/Papenhoven, ... ), WLD  voele (Vijlen), voul (Wijnandsrade), vōēl (Doenrade, ... ), vuilsig: vóel’sig (Tegelen) [SGV (1914)]aan de boom gerot || aangestoken, door rotting ontstioekn fruit || beurs, rot van binnen || in staat van bederf, rotte staat || rot || rot (bijna), bedorven van fruit ed || rot bijv. ve appel || rot v fruit etc. || rot v houit || rot v vruchtren || rot, bedorven || Rot, gezegd van fruit (rotterig, rotsig, rot, meluw). [N 82 (1981)] || rot, helemaal — || rot, v vruchten e.d. || rot, voos || Rotten en verschrompelen van appels (slijten, uitdrogen, verrompelen, rotte, verfronselen, verslijten, verrimpelen). [N 82 (1981)] || rottend || verrot, helemaal — || verschrompeld ve appel I-7
roterende staalborstel ronde staalborstel: roŋǝ štǫalbøštǝl (Kerkrade) Ronde staalborstel die in de boorhouder van een boormachine kan worden geplaatst. De roterende staalborstel werd volgens de invuller uit Q 121 gebruikt voor het ontroesten en schoonmaken van metalen. [N 33, 216] II-11
rotsduif rotsduif: Algemene opmerkingen bij deze vragenlijst:  rots doef (Thorn) Kent U daarin diverse variëteiten of rassen? Welke? Geef naam en eigenschappen. [N 93 (1983)] III-3-2
rotstraal kwade straal: kǫi̯ struǫl (Tongeren), kǫi̯ strōǝl (Bilzen), natte straal: nātǝ struǫl (Zolder), nātǝ strǭl (Meeswijk), nǭtǝ struǫl (Val-Meer), nǭtǝ strǭl (Hees), natte voeten: nātǝ vø̄t (Sevenum), rot: rǫt (Geulle), rotstraal: rutstrǭl (Kwaadmechelen), rǫtstruǝl (Opheers), rǫtstruǫl (Tongeren), rǫtstrē̜l (Stein), rǫtstrō.l (Beverst, ... ), rǫtstrōl (Berverlo, ... ), rǫtstrǫu̯ǝl (Lommel, ... ), rǫtstrǭ.l (Opglabbeek), rǫtstrǭl (Achel, ... ), rǫtstrǭǝl (Koersel, ... ), rǫtštrǭl (Baexem, ... ), rotte poot: rǫtǝ puǝt (Maasmechelen), (mv)  rǫtǝ putǝ (Zolder), rotte straal: rǫtǝ struǫl (Val-Meer), rǫtǝ strōǝ.l (Diepenbeek), rotte voeten: roʔǝ vūʔǝ (Kwaadmechelen), rǫtǝ vūtǝ (Gingelom), rotvoet: rǫtvut (Rummen), rotzool: rǫtzǫu̯l (Herk-de-Stad), verrotte straal: vrǫtǝ strǭǝl (Niel-Bij-Sint-Truiden), vuile straal: vulǝ štrǭl (Moresnet) Ziekte bestaande in een rotting van de hoornstraal van de hoef, vooral tengevolge van het onhygiënische omstandigheden op stal zoals het langdurig staan in vochtige mest en urine, waardoor de hoeven verweken. Uit de straalgroeve loopt een wit, stinkend vocht. Als de straallederhuid eveneens wordt aangetast, kan kreupelheid optreden. Zie ook het lemma ''straalkanker'' (7.31). Zie afbeelding 15.' [A 48A, 18; N 8, 90l; N 52, 32c; monogr.] I-9
rotten befronselen: befrunseld (Swalmen), berunsselen (Houthalen), WLD  befrunsele (Thorn), berimpelen: bəreumpeld (Maastricht), bərumpələ (Maastricht), WLD  berumpelt (Maastricht), bərumpələ (Maastricht), berimpselen: be-rump-sjeld (Neerharen), ideosyncr.  bereumsjele (Gronsveld), fronselen: frunselen (Haler), frunselle (Pey), gefrunseldje appele (Herten (bij Roermond)), Veldeke  frunsele (Haelen), WBD-WLD  frunsələ (Roermond), WLD  freunsele (Tungelroy), frunsələ (Grathem, ... ), oude wijver: WBD/WLD  ouw wīēvər (Opglabbeek), rimpelen: eigen spellingsysteem  gerumpeldj (Neer), WLD  rimpələ (Venlo), römpele (Schinnen), rimpelig: WLD  rumpelig (Brunssum), rimpselen: Bree Wb.  rimpsele (Bree), WBD/WLD  rimpsele (As), rumselen (Ophoven), rotten: ro.tə (Eys), rotte (Doenrade, ... ), rotten (Amby, ... ), rottə (Schinnen), ròtte (Roermond, ... ), róttə (Epen), r‧oͅtə (Ingber), #NAME?  rotte (Klimmen), eigen spellingsysteem  rotte (Merkelbeek, ... ), Endepols = rotten  rotte (Maastricht, ... ), ideosyncr.  gerot (Sittard), IPA, omgesp.  roͅʔə (Kwaadmechelen), Veldeke  rotte (Echt / Gebroek), Veldeke 1979, nr. 1  rotte (Venray), Veldens dialekt  rotten (Velden), Venlo e.o.  rotte (Maasbree), WBD / WLD  rottə (Beesel), WBD/WLD  rotte (Caberg), rottə (Maastricht), ròttə (Grevenbicht / Papenhoven, ... ), WLD  rotte (Geverik / Kelmond, ... ), rotten (Zonhoven, ... ), rottə (Hulsberg, ... ), ròttə (Doenrade, ... ), rôtten (Schimmert), WLD (De o is niet voldoende gedifferentiëerd; vandaar soms –) = rotten  ròttə (Haelen), schrompelen: gesjrompelt (Wijlre), WLD  sjrompelen (Kesseleik), sjrómpelə (Ubachsberg), uitdrogen: oetdreūge (Valkenburg, ... ), oetgedreugdj (Montfort), eigen spellingsysteem  oetgedruëgd (Merkelbeek), Endepols  oetgedruug (Maastricht), ideosyncr.  oetdreuge (Vlodrop), Nijmeegs (WBD)  utjdrûugə (Meijel), WBD / WLD  oetdruu-əgə (Beesel), WLD  oetdreuge (Swalmen), oetgedruug (Maastricht), ōētdruge (Itteren), ōētdrūūge (Itteren), ōētdrūūgə (Venlo), ŭŭtdrēūge (Gennep), uitschrompelen: Nijmeegs (WBD)  utjsjrómpələ (Meijel), verdrogen: verdreugd (Stein), verfrommelen: verfroemele (Boekend, ... ), Veldeke / eventueel aangevuld met systeem Jones  verfroemeld (Gulpen), WLD  verfroemeld (Venray), verfronselen: verfrensele (Blerick), verfrunseld (Roermond, ... ), verfrunselt (Venlo), verfruntseld (Horst), oude spellingsysteem  verfreunselt (Meijel), Veldeke aangepast ook  verfrunsele (Tienray), Venlo e.o.  verfrunsele (Maasbree), WBD / WLD  verfrônsəlt (Reuver), WBD/WLD  verfrunsələ (Kapel in t Zand), WBD/WLD ó is even gesloten als oo  verfrónsele (As), WLD  verfrunsele (Sevenum, ... ), vərfrunsələ (Heel), ± WLD  verfronsele (Weert), verkraalselen: eigen spellingsysteem  verkraalseldj (Neer), verrimpelen: verrimpeld (Oirlo), verrimpelen (Eigenbilzen, ... ), verrumpelde (Schimmert), vərumpələ (Loksbergen, ... ), eigen spellingsysteem  verrumpelen (Geleen), Endepols  verrumpele (Maastricht), ideosyncr.  verrumpeldje (Thorn), IPA, omgesp.  vərumpələ (Kwaadmechelen), WBD/WLD  verrumpele (Caberg, ... ), WLD  verrumpele (Geleen, ... ), verrumpelə (Doenrade), verumpəld (Wijnandsrade), ± WLD  verrimpele (Vlijtingen), verrimpselen: verrumpsjêle (Geulle), verrumsjelen (Stein), verrömpschele (Amby), WLD  verreumsjelle (Itteren), verrotten: wrotte (Jeuk, ... ), WBD/WLD  vərottən (Urmond), WLD  verrottə (Guttecoven), verschrompelen: verschrompeld (Eys, ... ), verschrompele (Ospel), verschrömpelt (Gulpen), versjrumpele (Hoensbroek, ... ), versjrömpele (Nieuwstadt), eigen spellingsysteem  verschroompele (Meerlo), versjroempeld (Merkelbeek), Endepols = verrimpelen  verschrompele (Maastricht, ... ), ideosyncr.  verschreompeld (Eijsden, ... ), verschrômpelen (Hoensbroek), verschrömpeld (Sittard), iets anders dan rotten!  vəršrø.mpələ (Ingber), NCDN  versjoampölö (Stevensweert), Veldeke  versjrompele (Waubach), Veldeke / eventueel aangevuld met systeem Jones  versjrumpeld (Gulpen), Veldeke aangepast  verschrumpele (Tienray), WBD/WLD  vərsjrŏĕmpələ (Nieuwenhagen), vərsjrumpələ (Susteren), vərsjròmpələn (Urmond), vərsjrômpəld (Maastricht), WBD\\WLD  vərsjrumpələ (Amstenrade), WLD  verschrompele (Maasbree), verschrumpeld (Venlo), verschrumpelen (Born), verschrômpele (Schimmert), vershreupele (Vijlen), versjreumpele (Tungelroy), versjroompele (Posterholt), versjrŏ ompele (Tungelroy), versjrumpele (Geverik / Kelmond), vərsjroempələ (Sweikhuizen), vərsjrōōmpəlt (Maastricht), WLD (De o is niet voldoende gedifferentiëerd; vandaar soms o met nasaleringsteken) = verschrompelen  vərschrómpələ (Haelen), ± WLD  verschrumpele (L 289), verschrompselen: verschrumpselen (Eksel), vuilen: voele (Sittard, ... ), voelə (Simpelveld), voel’le (Bleijerheide, ... ), vōēle (Voerendaal), v‧ulə (Eys), ideosyncr.  voelle (Kerkrade), voule (Oirsbeek), vōele (Eijsden, ... ), WBD/WLD  vōēlə (Grevenbicht / Papenhoven, ... ), WLD  voele (Vijlen), vōēlə (Doenrade), WLD lange ou  voulə (Wijnandsrade) rotten || Rotten en verschrompelen van appels (slijten, uitdrogen, verrompelen, rotte, verfronselen, verslijten, verrimpelen). [N 82 (1981)] || rotten van vruchten e.d. III-2-3
rotten, van fruit bederven: bederve (Gronsveld), bedèrve (Genk), befrunselen: WLD  befrunsele (Thorn), berumpelen: bərumpələ (Maastricht), WLD  bərumpələ (Maastricht), berunselen: berunsselen (Houthalen), ideosyncr.  bereumsjele (Gronsveld), frunselen: frunselen (Haler), frunselle (Pey), Veldeke  frunsele (Haelen), WBD-WLD  frunsələ (Roermond), WLD  freunsele (Tungelroy), frunsələ (Grathem, ... ), rimpelen: WLD  rimpələ (Venlo), rimpselen: Bree Wb.  rimpsele (Bree), WBD/WLD  rimpsele (As), rotten: ro.tə (Eys), rotte (Doenrade, ... ), rotten (Amby, ... ), rottə (Schinnen), ròtte (Roermond, ... ), róttə (Epen), r‧oͅtə (Ingber), + WLD  rotte (Klimmen), eigen spellingsysteem  rotte (Merkelbeek, ... ), Endepols = rotten  rotte (Maastricht, ... ), IPA, omgesp.  roͅʔə* (Kwaadmechelen), Veldeke  rotte (Echt/Gebroek), Veldeke 1979, nr. 1  rotte (Venray), Veldens dialekt  rotten (Velden), Venlo e.o.  rotte (Maasbree), WBD / WLD  rottə (Beesel), WBD/WLD  rotte (Caberg), rottə (Maastricht), ròttə (Grevenbicht/Papenhoven, ... ), WLD  rotte (Geverik/Kelmond, ... ), rotten (Zonhoven, ... ), rottə (Hulsberg, ... ), ròttə (Doenrade, ... ), rôtten (Schimmert), WLD (De o is niet voldoende gedifferentiëerd; vandaar soms –) = rotten  ròttə (Haelen), rumpelen: WLD  römpele (Schinnen), rumselen: WBD/WLD  rumselen (Ophoven), rumsjelen (Stein), schrimpen: sjrimpe (As, ... ), schrompelen: WLD  sjrompelen (Kesseleik), sjrómpelə (Ubachsberg), uitdrogen: oetdreūge (Valkenburg, ... ), ideosyncr.  oetdreuge (Vlodrop), Nijmeegs (WBD)  utjdrûugə (Meijel), WBD / WLD  oetdruu-əgə (Beesel), WLD  oetdreuge (Swalmen), ōētdruge (Itteren), ōētdrūūge (Itteren), ōētdrūūgə (Venlo), ŭŭtdrēūge (Gennep), uitschrompelen: Nijmeegs (WBD)  utjsjrómpələ (Meijel), verfroemelen: verfroemele (Boekend, ... ), verfrunselen: verfrensele (Blerick), Veldeke aangepast ook  verfrunsele (Tienray), Venlo e.o.  verfrunsele (Maasbree), WBD/WLD  verfrunsələ (Kapel-in-t-Zand), WBD/WLD ó is even gesloten als oo  verfrónsele (As), WLD  verfrunsele (Sevenum, ... ), vərfrunsələ (Heel), ± WLD  verfronsele (Weert), verkrotsen: verkroatse (Beverlo, ... ), verrimpelen: verrimpelen (Eigenbilzen, ... ), ± WLD  verrimpele (Vlijtingen), verrotten: wrotte (Jeuk, ... ), WBD/WLD  vərottən (Urmond), WLD  verrottə (Guttecoven), verrumpelen: vərumpələ (Loksbergen, ... ), eigen spellingsysteem  verrumpelen (Geleen), Endepols  verrumpele (Maastricht), ideosyncr.  verrumpeldje (Thorn), IPA, omgesp.  vərumpələ* (Kwaadmechelen), WBD/WLD  verrumpele (Caberg, ... ), WLD  verrumpele (Geleen, ... ), verrumpelə (Doenrade), verrumpselen: verrumpsjêle (Geulle), verrumsjelen (Stein), verrömpschele (Amby), verrumselen: WLD  verreumsjelle (Itteren), verschompelen: NCDN  versjoampölö* (Stevensweert), verschreupelen: WLD  vershreupele (Vijlen), verschrompelen: verschrompele (Ospel), eigen spellingsysteem  verschroompele (Meerlo), Endepols = verrimpelen  verschrompele (Maastricht, ... ), ideosyncr.  verschrômpelen (Hoensbroek), Veldeke  versjrompele (Waubach), WBD/WLD  vərsjrŏĕmpələ (Nieuwenhagen), vərsjròmpələn (Urmond), WLD  verschrompele (Maasbree), verschrômpele (Schimmert), versjroompele (Posterholt), versjrŏ ompele (Tungelroy), vərsjroempələ (Sweikhuizen), WLD (De o is niet voldoende gedifferentiëerd; vandaar soms o met nasaleringsteken) = verschrompelen  vərschrómpələ (Haelen), verschrumpelen: verschrùmpele (Beverlo), verschrûmpele (Altweert, ... ), versjrumpele (Hoensbroek, ... ), versjrömpele (Nieuwstadt), + WLD  versjrumpele (Klimmen), iets anders dan rotten!  vəršrø.mpələ (Ingber), Veldeke aangepast  verschrumpele (Tienray), WBD/WLD  vərsjrumpələ (Susteren), WBD\\WLD  vərsjrumpələ (Amstenrade), WLD  verschrumpelen (Born), versjreumpele (Tungelroy), versjrumpele (Geverik/Kelmond), ± WLD  verschrumpele (Ospel), verschrumpselen: verschrumpselen (Eksel), vuilen: voele (Margraten, ... ), voele (sleept.) (Echt/Gebroek), voelə (Simpelveld), vu.lə (Eupen, ... ), v‧ulə (Eys), ideosyncr.  voelle (Kerkrade), WBD/WLD  vōēlə (Grevenbicht/Papenhoven, ... ), WLD  voele (Vijlen), vōēlə (Doenrade), WLD lange ou  voulə (Wijnandsrade) bederven, tot bederf overgaan || rot worden || rotten || Rotten en verschrompelen van appels (slijten, uitdrogen, verrompelen, rotte, verfronselen, verslijten, verrimpelen). [N 82 (1981)] || rotten v vruchten || rotten v vruchten ed || verschrompelen || verschrompelen, v vruchten I-7
roulette kantenmolentje: kaŋktǝmø̜lkǝ (Maasbree), molentje: mø̜lǝkǝ (Montzen), raadje: raadje (Posterholt), rolprik: rolprik (Lommel), roulette: rolɛt (Milsbeek, ... ), roulette (Meijel, ... ), rulęt (Bilzen), rulɛtǝ (Bleijerheide), tandwieltje: tanjtjwilkǝ (Roggel) Instrument, bestaande uit een al of niet afgeschuind tandwieltje op een asje gemonteerd, waarmee men een sierkarteltje maakt op de zijkant van de hak of de zool. Zie afb. 59. [N 60, 125] II-10