e-WLD begrippen 

 
 
Filteren...

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
waarschuwingsteken dodenkop: duǝdǝkop (Kelmis), kruis: kryts (Kelmis) Voor de mijngang die wegens stikluchtgevaar afgesloten werd, plaatste men wel een kruis als teken van gevaar of een doodskop als teken van het hoogste gevaar. [monogr.] II-4
wacht kazernewacht: kazernewach (Klimmen), schilderen: Van Dale: II. schilderen, 1. op schildwacht staan; -2. de wacht houden, wachten op en neer lopen.  sjildere (Doenrade, ... ), sentinelle (fr.): Van Dale (FN): sentinelle, (schild)wacht.  sàntenèl (As), wacht: waach (Diepenbeek, ... ), wach (Amby, ... ), wacht (Born, ... ), wag (Geulle, ... ), wagh (Loksbergen), wagt (Meijel, ... ), wak (Montzen), wax (Ellikom, ... ), waxt (As, ... ), wàch (Epen, ... ), wàcht (As), wàg (Roermond, ... ), wácht (Loksbergen, ... ), wágt (Gennep, ... ), wâch (Hoeselt), (v.).  wa.x (Eys), Algemene opmerking bij deze vragenlijst: invuller noteert bij spellingssysteem: WBD-WLD, behalve je = dj.  wágt (Opglabbeek), Algemene opmerking v.d. invuller: in het Meerlos dialect bestaat geen uitgangs "n"!  wacht (Meerlo), Algemene opmerking: heb deze vragenlijst letterlijk overgenomen, dus zoals invuller het genoteerd heeft!  wág (Nieuwenhagen), ps. omgespeld volgens Frings!  waxt (Houthalen), ps. omgespeld volgens RND!  waxt (Meeuwen), wacht houden: wachhawwe (Maastricht), wag hawwə (Maastricht), wacht kloppen: wag kloppə (Maastricht), wàchtkloppe (Sevenum), ps. bedoelt invuller dit als één antwoord? (is niet goed op te maken/ken dit woord niet).  wàcht-kloppe (Sevenum), wacht lopen: wachloupe (Blerick), wacht loëpe (Oirlo) (op) wacht [ZND m], [ZND m], [ZND m], [ZND m], [ZND m] || de taak om de kazerne te bewaken [vigilantie, wacht, faction] [N 90 (1982)] III-3-1
wachtbak wachtbak: waxbak (Maastricht) Bak waarin het bier wordt bewaard, voordat het wordt getond. [monogr.] II-2
wachten op de geloste duiven afwachten: aafwachte (Echt/Gebroek), heimkomst: heimkoms (Vlodrop), kijken: doeve kieke (Swalmen), kiehke (Herten (bij Roermond)), kieken (Rijkhoven), kīkə (Meijel), sjtaon tə kiekə (Beesel), zittə tə kiekə (Beesel), Algemene opmerking: deze vragenlijst is nogal slecht (= weinig antwoorden) ingevuld!  kieken (Gruitrode), letten: doeven lètten (Eisden), lette (Jeuk, ... ), letten (Mielen-boven-Aalst), op de doeve lette (Venray), Kil. letten: krengen, verwonden.  lètə (Niel-bij-St.-Truiden), loeren: duiven loeren (Koersel), loere (Herten (bij Roermond)), loeren (Jesseren, ... ), loore (As), obbe dauve loere (Houthalen), op de douve loere (Kortessem), Algemene opmerking bij deze vragenlijst: invuller heeft hierbij twee bijlagevellen bijgevoegd, t.w.  loēre (Bilzen), Algemene opmerking bij deze vragenlijst: zie ook "klanktabel v.h. Zolders (uitspraak)", aan de achterkant van de laatste pagina!  lōēre (Zolder), Algemene opmerking: deze vragenlijst is nogal slecht (= weinig antwoorden) ingevuld!  loore (Gruitrode), lokker in de lucht kijken: laoker in de lóch kieke (Geleen), opletten: oplette (Sint-Pieter), oppassen: oppasse (Geleen), passen: pa.sə goͅ.a (Eys), passe (Doenrade, ... ), vervelen: Algemene opmerking bij deze vragenlijst: zie ook bijlagevellen met (eventuele) aanvullingen en diverse toelichtingen.  ons vérvêle (Wanssum), wachten: waade (Eys), wàchte (Sevenum), wàchtə (As), Algemene opmerking bij deze vragenlijst: zie ook aantekening van de invuller, op de laatste pagina!  wachtə (Grathem, ... ) Hoe zegt men: wachten op de geloste duiven? [N 93 (1983)] || Letten: 3. Op de duiven letten; wachten op de thuiskomst van de reisduiven. III-3-2
wachthouden bij een dode bidden: bèèe (Houthalen), dodenwaak houden: dōēëdəwaak hāōtə (Nieuwenhagen), dodenwacht houden: doeje wach hawwe (Maastricht), doodbidden: doeëtbaeje (Altweert, ... ), lijkbidden: lijkbidden (Lanklaar), līēk bèəjə (Reuver), léékbiddə (Loksbergen), het bidden bij een lijk vóór de begrafenis  liekbidde (Castenray, ... ), waak houden: de waak hauwen (Stein), de waak hawe (Neeroeteren), wacht houden: wach hawwe bij den doeje (Maastricht), waken: wa.kə (Kelpen), waa.ke (Zolder), waa:ke (Kaulille), waake (Amby, ... ), waaken (Eksel, ... ), waakkə (Grevenbicht/Papenhoven), waakn (Brunssum), waakə (Doenrade, ... ), wage (Kerkrade), wake (Beek, ... ), wake bie `nen doeë (Klimmen, ... ), wake bie de doa (Schinnen), wake bie den dooie (Haler), wake biej ne doë (Klimmen, ... ), waken (Achel, ... ), waker (Zolder), wakə (Maastricht, ... ), wakən (Urmond), waoke (Jeuk, ... ), waoken (Zonhoven, ... ), wā.kə (Eys), wāāke (Schimmert, ... ), wāākə (Beesel, ... ), wāke (As, ... ), weake (Weert), weke (Haelen), woake (Eigenbilzen, ... ), wooke (Vorsen), wōāke (Hoeselt), wààkə (Amstenrade, ... ), wááke (Horst), wáákə (Epen, ... ), wäoke (Gronsveld), wóákə (Maastricht), wôkë (Hoeselt), (dat dun de jong megjes uut de buurt).  waken (Oirlo), (lang verdwenen).  wake (Tienray), slecht leesbaar: eerder oo dan oa  wôôkë (Tongeren), waken  woake (Eigenbilzen) de dodewake [doeëdewach] [N 96D (1989)] || doodbidden || het plein vóór de kerk [kerkplaats, kerkplein, plei] [N 96D (1989)] || lijkbidden || wachthouden bij een dode [waken] [N 115 (2003)], [N 87 (1981)] III-2-2
waden baden: ba:jə (Neeroeteren), baa (Sittard), baade (Heerlen, ... ), baaie (Holtum, ... ), baaien (Rekem, ... ), baaje (Baarlo, ... ), baaje ? (Roosteren), baajen (Baarlo), baajere (Ulestraten), bade (Hoensbroek, ... ), baden (Alken, ... ), baje (Bree, ... ), bajə (Bree, ... ), baoje (Eigenbilzen, ... ), baojə (Gingelom, ... ), bauje (Jeuk), bauje in de beek (Jeuk), bājə (Bocholt, ... ), bājən (Houthalen), beͅjə (Maaseik), beͅəjə (Hamont), bo-jen (Hoepertingen), boaje (Eksel, ... ), boijə (Tongeren, ... ), boje (Wellen), booiën (Eksel, ... ), boəjə (Gingelom), bōjə (Kanne, ... ), bōwṇ (Kwaadmechelen), bōͅjə (Beverlo, ... ), bōͅjən (Achel), bōͅuwə (Tessenderlo, ... ), bōͅwə (Halen), bōͅəjən (Hamont), boͅjə (Neerpelt), boͅwə (Tessenderlo), boͅwəjə (Lommel), boͅwəjən (Lommel, ... ), boͅəjə (Hamont), boͅəjən (Achel, ... ), báje (Roosteren), bä:jən (Hamont), bôje(n) (Sint-Truiden), doer et waoter baoje (Oost-Maarland), inne beek baaje (Hechtel), vuutje baje (Belfeld), B.v. door `t water baaien is inne zomer plezierig.  door `t water baaien (Peer), baden  bēͅje (Tongeren), i.e. baden voor het zwemmen in een rivier.  baaje (Berg-aan-de-Maas), i.e. in een bad of waskom de voeten baden (wassen).  beeèje (Berg-aan-de-Maas), baggeren: baggere (Nieuwenhagen, ... ), door t water baggere (Blerick), dabben: doer het water ant dappe (Rimburg), door het schouw gaan: [Diepenbeek Wb., p.200: sjaa - ondiep (b.v. Hè akkerde mer sjaa), rk]  dur het sja goan (Diepenbeek), door het water lopen: door t waater loupe (Tegelen), door het water plassen: durch t water plassche (Schaesberg), door het water platsen: durch t water platsche (Nieuwenhagen), in de poelen lopen: in de peul loafe (Kerkrade), pateren: patere (Haelen), planzen: plansje (Hoensbroek), plassen: plasə (Sint-Truiden), platsen: platsche (Gemmenich), platsen (Lauw), platsje (Kelmis), platsə (Sint-Truiden), pletseren: pletsjere (Sittard), slodderen: sjloddere (Swalmen), waden: door het water waaije (Thorn), in t water waaje (Venlo), wa:jə (Neeroeteren), waaie (Heel, ... ), waaien (Geistingen, ... ), waaije (Boekend, ... ), waaje (Afferden, ... ), waden door het water (Valkenburg), waje (Ell, ... ), wajen (Ophoven), waoje (Gennep, ... ), wāā-je (Schimmert), wājə (Kinrooi, ... ), weͅjə (Maaseik), wowṇ (Kwaadmechelen), zobben: zóbbe (Panningen) Door het water baden (waden). [N 109 (2001)] || lopen: met blote voeten door plassen lopen [polse, dokkele, baden] [N 10 (1961)] || Met blote voeten door plassen lopen (platsen, plensen, kneipen). [N 109 (2001)] || waden: door het water baden [waoje, baoje, baaje] [N 10 (1961)] III-1-2
wafel geklopte wafel: waarvan het deeg een geklopt mengsel is van room, suiker, eieren en meel  gəkloͅbdə wáfəl (s-Gravenvoeren), koek: kook (Nederweert), lochte wafel: Lochte waffel = grote wafel  lochte waffel (Ubachsberg), waarvan het deeg een geklopt mengsel is van room, suiker, eieren en meel  loͅxtə wáfəl (Sint-Martens-Voeren, ... ), suikerwafel: sòkkerwáffel (Zonhoven), sókkerwaffel (Maastricht), vaste wafel: Vaste waffel = kleinere, hardere wafel.  vaste waffel (Ubachsberg), wafel: waafel (Venlo, ... ), waafels (Venlo), wafel (Gennep, ... ), wafels (Gennep, ... ), waffel (Amby, ... ), waffele (Amby, ... ), waffele(n) (Obbicht, ... ), waffeler (Urmond), waffelle (Oost-Maarland), waffels (Horst), waffël (Lanklaar, ... ), waffəl (Hoepertingen, ... ), wafəl (Martenslinde, ... ), waofel (Altweert, ... ), waofele (Belfeld, ... ), waofels (Reuver), waōføl (Oostham), waōføls (Oostham), wāfel (Koninksem), wāfəl (Borgloon, ... ), wa͂ffel (Limmel), wa͂ffele (Limmel), wa͂fəl (Borgloon), wa’fel (Kuringen), wenfel (Rotem), woafel (As, ... ), woafele (Asenray/Maalbroek, ... ), woafels (Belfeld, ... ), woaffel (Oirlo), woaffelen (Heijen), woaffels (Oirlo), woafəl (Swalmen), woafələ (Swalmen), woaf’l (Asenray/Maalbroek), woagels (Kessel), woffel (Afferden, ... ), woffele (Venray), woffels (Afferden, ... ), woâfel (Tungelroy), wōfel (Bree), wōfəl (Rotem), wōͅfəl (Blitterswijck, ... ), wŏafel (Blitterswijck, ... ), wŏafels (Blitterswijck, ... ), wŏfel (Well), wŏfels (Well), woͅ.fəl (Meeuwen), woͅfel (Beringen), woͅfəl (Hamont, ... ), wàfəl (Hasselt), wáfel (s-Gravenvoeren, ... ), wáfəl (Houthalen, ... ), wâofel (Genooi/Ohé, ... ), wâofele (Genooi/Ohé, ... ), wø͂ͅfəl (Peer), wəffəl (Hamont), #NAME?  waofel (Susteren), (v.).  wafəl (Helchteren), (vr.).  wafəl (Stokkem), (vr.). mv.: {waf\\l\\}.  wafəl (Lanklaar), (Waffeleier).  waffel (Heerlen), waffele (Heerlen), De rug án t vuËr, dn boek tigge de toffel en ien de hând n woffel  woffel (Castenray, ... ), Eigen phonetische  waffĕĕl (Valkenburg), Eigen spellingssyst. Zie vragenlijst p.6  waffel (Berg-aan-de-Maas), Eigen syst.  waffel (Heerlen), met toelichting van de bereidingswijze  woffels (Hamont), Nieuwe [spelling]  waofel (Reuver), schj=ch van chocolade  waffel (Heerlerheide), Syst. Eykman  wāfəl (America), Syst. Frings  wafəl (Beverlo, ... ), wāfəl (Beringen), wa͂fəl (Bocholt), woəfəl (Kessenich), wōəfəl (Beringen), wōͅfəl (Halen, ... ), woͅfəl (Achel, ... ), wáfəl (Melveren), wøfəl (Koersel), w‧øͅfəl (Linde), Syst. Frings (?)  wōͅfəl (Kinrooi), Syst. Frings V.  wø͂ͅfəl (Peer), Syst. Frings vrl.  wōͅfəl (Gruitrode), wo͂ͅfəl (Bree), Syst. Grootaers  woͅfəl (Lommel), Syst. IPA  wa͂fəl (Paal), wōͅfəl (Kwaadmechelen), Syst. Veldeke  waffel (Bocholtz), waofel (Kinrooi, ... ), waofels (Tegelen), Syst. WBD  waffel (Buchten, ... ), wao.fel (Maasniel), waofel (Baarlo, ... ), woaffel (Venlo), woffel (Meijel, ... ), wàffel (Velden), wòffel (Wanssum), wòòfel (Panningen), wò‧fel (Tegelen), wóffel (Broekhuizen), Syst. WBD Een bij uitstek Limburgs nieuwjaarsgebak zijn de z.g. "natte waofels"en de "druëge waofels"(natte en droge wafels). De natte wafels hebben de vorm van een hart, en worden in speciale gegoten ijzeren wafelpannen gebakken, telkens in "ringen van 5 stuks tegelijk. Het bakken vereist een zekere handigheid en routine, omdat de wafels aan 2 zijden moeten worden gebakken waartoe de pan op het juiste moment telkens boven het open vuur gekanteld moet worden. Vlak voor het consumeren worden ze rijkelijk met suiker bestrooid. De droge wafels beginnen stilaan de natte wafels te verdringen, hoewel de echte Limb.families niet gemakkelijk de natte wafels zullen loslaten. De droge wafels worden in velerlei vorm, afhankelijk van de grootte van het wafelijzer, gebakken; rond en vierkant en rechthoekig, terwijl ook de dikte varieert van zeer dun tot ± 1 cm dikte.  waofel (Tegelen), Syst. Wbk. van Bree  woafel (Bree), Vanaovend gaon-ver wäöfelkes bakke  wao:fel (Roermond), Verklw. weffelke  waffel (Heerlen), Verklw. weffelsje  waf’fel (Bleijerheide, ... ), Verklw. wäöfelke  waofel (Venlo), Verklw. wéffelke  wáffel (Zonhoven), wafelkoek: waofelkeuk (Nederweert), woafelkeuk (Buggenum, ... ), woafelkook (Buggenum, ... ), woafelkoëk (Panningen), woâfelkook (Tungelroy), Nieuwjaar  waofelkook (Nunhem), Syst. WBD  waofelkook (Leuken, ... ), Verklw. wäöfelke Waofels woeërte gebakke met ¯n waofeliêzer  waofelkoôk (Altweert, ... ), wafeltje: weffelkes (Geleen) fijn gebak dat de huismoeders vooral ter gelegenheid van de kermis klaarmaken [ZND 48 (1954)] || sterk gesuikerde wafel || suikerwafel || wafel || Wafel [N 16 (1962)] || wafel [SGV (1914)], [ZND 08 (1925)] || wafel (koek) || wafels [SGV (1914)] || wafels die warm gegeten worden || wafeltjes III-2-3
wafelijzer wafelenijzer: waffeleniezer (Sittard), wafelijzer: wafəlīzər (Bleijerheide, ... ), waofeliezer (Roermond), woafeliezer (Roermond), woffeliēzer (Castenray, ... ), wōͅ.fəlī.sdər (Tungelroy), wōͅfəlīzər (Blitterswijck, ... ), wáffelèè.ëzer (Zonhoven, ... ), w‧afəlīzər (Rekem), Eus naoberse heet ¯t waffeliezer kómme liene als scheldwoord: aajd waffeliezer  waffeliezer (Maastricht) wafelijzer [ZND m] III-2-1
wagen vierwieler: virwildǝr (Hamont, ... ), vērwilǝr (Beek  [(wagen met luchtbanden)]  , ... ), vī.rwelǝr (Neerpelt), wagel: wãgǝl (Bocholtz), wā.gǝl (Berbroek, ... ), wāgǝl (Aubel, ... ), wǭ.gǝl (Aalst, ... ), wǭgel (Binderveld, ... ), wǭǝgǝl (Herten, ... ), w˙āgǝl (Eupen, ... ), (mv)  wø̜̄.gǝl (Berg, ... ), wāgǝlǝ (Maastricht), wǭ.gǝls (Bommershoven, ... ), wagen: wā.gǝ (Beek, ... ), wāgǝ (Baelen, ... ), wāgǝn (Achel, ... ), wǭ.gǝ (Zonhoven), wǭgǝ (Beverst, ... ), wǭgǝn (Duras, ... ), w˙ãgǝ (Eygelshoven), w˙ān (Bocholtz, ... ), (mv)  wāgǝs (Klimmen, ... ), wagentje: wē̜gǝntše (Ell) Algemene benaming voor een voertuig op vier wielen met een dissel, waarmee men over het algemeen grote lasten vervoerde. Soms werd de wagen ook voor personenvervoer gebruikt. Meestal werden er twee of vier paarden voor gespannen. In de jaren na de tweede wereldoorlog werden de houten wielen geleidelijk aan vervangen door exemplaren met luchtbanden. Wagens komen over het algemeen minder vaak voor dan karren. In Haspengouw neemt de frequentie van de wagen als landbouwvoertuig af van zuid naar noord. Dit heeft te maken met het feit dat in de streek waar de landbouwgrond zwaarder is, de wagen meer in gebruik is. In de Kempen en de Maasvallei komt de wagen niet voor als landbouwvoertuig, maar kent men ze wel als bijvoorbeeld voertuig van de brouwer. In de streken waar de wagens pas in het midden van deze eeuw opgang maakten, kende men ze slechts met luchtbanden. [N 17, 4; N G, 51; JG 1a; JG 1b; JG 1d; Wi 4; L 27, 65; monogr.] I-13
wagenduwer bokser: bǫksǝr (Heerlen  [(Emma)]  , ... [Domaniale, Laura, Willem-Sophia, Oranje-Nassau II, Oranje-Nassau III] [Maurits]), bokswagen: bokswāgǝ (Buchten  [(Maurits)]   [Domaniale]), hutser: hytsǝr (Bleijerheide  [(Domaniale)]  , ... [Winterslag, Waterschei]  [Domaniale]), inboeter: inboeter (Genk  [(Winterslag / Waterschei)]   [Maurits]), wagenduwer: wāgǝdywǝr (Geleen  [(Maurits)]   [Emma]) Hydraulisch of door perslucht aangedreven installatie die dient om mijnwagens over korte afstand te verplaatsen. Een wagenduwer bestaat uit een of twee cilinders, die tussen de rails zijn bevestigd. De heen- en weergaande beweging van de zuiger wordt via de zuigerstang overgebracht op een karretje waaraan een pal is bevestigd. Bij de teruggaande beweging scharniert de pal onder de wagenassen door, in de transportrichting worden de wagens door de pal vooruitgeduwd. [N 95, 692; monogr.; N 95A, 6; div.] II-5