e-WLD begrippen 
e-WLD

 
 
Filteren...

Overzicht

Gevonden: 17121

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
handvat van de schop kruk: krøk (Meijel, ... ) Met de ''schop'' wordt hier vooral de "bonkschop" bedoeld. [I, 29e] II-4
handvat van de sikkel greep: gref (Eygelshoven), grēp (Melick, ... ), grīǝp (Hoensbroek), jref (Bocholtz), hand: hant (Beringen, ... ), handhaaf: hanjǝf (Oirsbeek), hanthei̯ǝf (Kwaadmechelen), hantǝf (Gelieren Bret, ... ), hāntǝf (Hoeselt), handhouder: hanthǫu̯ǝr (Berverlo), handsvat: hants˲vat (Milsbeek, ... ), handvast: hant˲vǝs (Rosmeer), handvat: ant˲vat (Hasselt), ant˲vaǝt (Hasselt), hanjt˲vat (Herten, ... ), hantjvat (Baexem, ... ), hant˲vat (Achel, ... ), hant˲vōu̯ǝt (Kermt, ... ), hant˲vǫǝt (Borgloon), hant˲vǭt (Ketsingen, ... ), haŋk˲vat (Baarlo, ... ), hāmfǝt (Zichen-Zussen-Bolder), hānt˲vat (Gennep, ... ), hecht: hęi̯x (Zepperen), hout: hōlt (Gennep, ... ), kromme hecht: krǫmǝ hex (Swalmen), kromme steel: krǫmǝ štēl (Herkenbosch), kruk: krø̄k (Hoeselt), steel: stii̯ǝl (Opheers), stiǝl (Waterloos), stēi̯ǝl (Diepenbeek), stēl (Boekt Heikant, ... ), stēǝl (Wellen), stęi̯ǝl (Lommel), stīl (Maaseik, ... ), stɛ̄l (Halen), štil (Oirsbeek), štēl (Bocholtz, ... ), štīǝl (Klimmen) Korte houten gedeelte waaraan het mes bevestigd is. Hiermee hield men de sikkel vast. [N 18, 79a; monogr.] I-5
handvat van de troffel greep: jref (Kerkrade), handhaaf: hantǝf (Genk, ... ), hāntǝf (Hoeselt), handvat: hantj˲vat (Ell, ... ), hantj˲vāt (Roosteren, ... ), hant˲vat (Boorsem, ... ), hant˲vāt (Alken, ... ), hant˲vǭt (Mal), haŋk˲vat (Belfeld, ... ), hānt˲vat (Achel, ... ), hānt˲vǭt (Sint-Truiden), hecht: hext (Venray), heft: hɛf (Kerkrade), hout: hǫwt (Maasbree), kruk: krø̜k (Herten), staart: štɛrt (Panningen), steel: stejǝl (Stokrooie), stiǝl (Bilzen), stē(j)ǝl (Zepperen), stē(ǝ)l (Meeuwen), stē.l (Tegelen, ... ), stējǝl (Lommel), stēl (Berverlo, ... ), stēǝl (Maaseik), stē̜l (Rekem), stęj(ǝ)l (Beverst), stęjl (Sint-Truiden), stęjǝl (Beverst, ... ), stīǝl (Gelieren Bret, ... ), štel (Waubach), štil (Eys), štiǝl (Brunssum, ... ), štēl (Beek, ... ), štęl (Bleijerheide), troffelsteel: [troffel]stīǝl (Noorbeek, ... ), [troffel]stēl (Kaulille, ... ), [troffel]štēl (Schimmert), truweelsteel: trawīlstęjl (Bevingen) Het handvat van de troffel kan in hout of kunststof zijn uitgevoerd. [N 30, 7c; monogr.] II-9
handvat van de zicht aanpak: ānpak (Herten), greep: griǝp (Schaesberg), grēp (Grathem, ... ), grīp (Eygelshoven), jrif (Bocholtz, ... ), hand: hant (Niel-Bij-Sint-Truiden, ... ), hantj (Montfort, ... ), handgreep: hant˲grēp (Blerick), haŋk˲gref (Eygelshoven), handhaaf: antǝf (Lanklaar, ... ), ha.nthǭf (Godschei), ha.ntǝf (As, ... ), ha.ntǫf (Houthalen), hantex (Beek), hanthǭf (Halen), hanthɛf (Geulle), hantjǝf (Geleen, ... ), hantǝf (Amstenrade, ... ), hānthɛ̄i̯ǝf (Kwaadmechelen), hāntǝf (Hoeselt), handhouw: hanhau̯ (Paal), handsvat: hants˲vat (Venray), hānts˲vat (Milsbeek, ... ), handvat: ant˲vat (Maaseik, ... ), ha.nt˲vǭ.t (Diepenbeek), hamfǝt (Val-Meer), hanjtj˲vat (Guttecoven, ... ), hanjt˲vat (Neerbeek, ... ), hanjt˲vāt (Melick), hantj˲vat (Baexem, ... ), hantj˲vāt (Holtum), hant˲vat (Amby, ... ), hant˲voǝt (Kortessem), hant˲vāt (Hoensbroek, ... ), hant˲vōǝt (Kermt, ... ), hant˲vǫǝt (Borgloon, ... ), hant˲vǭt (Gelinden, ... ), hanvat (Reppel), haŋkt˲vat (Panningen), haŋk˲vat (Baarlo, ... ), haŋt˲vat (Thorn), hāmfǝt (Zichen-Zussen-Bolder), hāntj˲vat (Boukoul, ... ), hānt˲vat (Gennep, ... ), hānt˲vǭt (Tongeren, ... ), hɛntj˲vat (Guttecoven, ... ), hɛntj˲vāt (Born, ... ), handvatsel: hānt˲vatsǝl (Mheer), handvest: hant˲vɛst (Alken, ... ), houvat: hǫu̯vat (Spekholzerheide), knop: knǫp (Achel), knots: knǫts (Kiewit), kop: kǫp (Waterloos), kruk: krøk (Koersel, ... ), krø̄k (Hoeselt), krø̜k (Neerharen, ... ), pan: pan (Obbicht  [(vroeger)]  , ... ), slager: slǭgǝr (Bocholt), sneb: snɛp (Arcen), werfgreep: wɛrǝf˲grēp (Lottum), werfkruk: wø̜rǝfkrøk (Velden), wervel: wervel (Mook), zichtegreep: zextǝgrēp (Valkenburg), zwong: zwuŋ (Beverst) De steel van de zicht bestaat uit één stuk hout. Het bovenste deel ervan is scherp gebogen. Dit deel dient als handvat waarmee men de zicht hanteert. Zie de algemene toelichting bij paragraaf 4.2 en afbeelding 5. Vergelijk de lemma''s over de handvatten aan de steel van de zeis (3.2.4 - 3.2.7) in aflevering I.3. In de volgende plaatsen werd hetzelfde antwoord gegeven als voor "steel" (zie het lemma ''steel van de zicht'', 4.3.2): K 278, L 164, 288a, 296, 314, 320, 327, 330, 378, 381, 381b, 422, 426, 429, 431, P 175, Q 14, 15, 33, 71, 90, 93, 96, 99, 121, 197, 198b, 201, 207.' [N 18, 70b; JG 1a, 1b; A 14, 9; L 45, 9; monogr.] I-4
handvat van het strosnijmes hand: hānt (Niel-Bij-Sint-Truiden, ... ), hǭ (Halen), handgreep: handgreep (Holtum), handhaaf: hantǝf (Gelieren Bret, ... ), handvast: hantfǝs (Rosmeer), handvat: hamfǝt (Val-Meer, ... ), handjdvat (Grathem, ... ), handvāt (Hoensbroek), handvǫu̯ǝt (Borgloon, ... ), hantfat (Bocholt, ... ), haŋkfat (Tegelen), hāndvat (Gennep, ... ), hāndvǭt (Gelinden, ... ), kruk: krøk (Ophoven, ... ), steel: stel (Rotem), stęl (Hasselt), stīl (Borgloon), štēl (Roermond), toppen: tøpǝ (Maasmechelen) Het houten gedeelte van het strosnijmes. Vergelijk ook het de lemma''s ''steel van de zeis'' (3.2.3) in aflevering I.3 en ''steel van de zicht'' (4.3.2)in deze aflevering). Zie afbeelding 18, c. [N 18, 103b] I-4
handvatring bandje: bãntjǝ (Siebengewald), bɛntjǝ (Herten), bɛ̄ntjǝ (Oostrum), buis: bāǝs (Jeuk), hechtbuis: hęxt˱bø̜̄s (Bevingen), hechtring: hēxtreŋ (Meerlo), heftenband: hɛftǝbaŋk (Simpelveld), hoedje: høtjǝ (Helden, ... ), klembandje: klɛmbɛntšǝ (Rothem), randband: raŋk˱baŋk (Spekholzerheide), ring: reŋ (Heijen), splijtring: šplīsreŋk (Kerkrade), steelband: stēlbantj (Neeritter), trekband: trɛk˱bãnt (Tessenderlo), versterkingsring: vǝrstęrkeŋsreŋk (Loksbergen) Kleine metalen band aan het einde van het handvat van een werktuig om het splijten van het hout te verhinderen. [N 33, 251] II-11
handvatten armen: ęrm (Vrusschemig), armvast: armvast (Posterholt), bomen: būǝm (Wanssum), ellebogen: ellebogen (Beek), griffen: gref (Kerkrade), handen: hęŋ (Sint-Martens-Voeren), handgrepen: hant˲grēp (Blerick, ... ), handgriffen: haŋk˲gref (Eygelshoven), handhaven: hantif (Grote-Spouwen, ... ), hantufǝ (Valkenburg), hantǝf (Brunssum, ... ), hantǝvǝ (Beverst, ... ), hā.ntǝf (Genk), ā.ntǝf (Stokkem), handkrukken: handkrukken (Kessenich), handvasten: hant˲vast (Posterholt), hant˲vastǝ (Borgharen), hant˲vęstǝ (Alken), hant˲vǫst (Kortessem), handvatsel: hānt˲vátsǝl (Mheer), handvatten: a.nt˲vatǝ (Rekem), ha.nt˲vātǝr (Genoelselderen), hantj˲vat (Sittard), hant˲vat (Heerlen, ... ), hant˲vatǝn (Bunde, ... ), hant˲vāt (Niel-bij-As, ... ), hant˲vātǝ (Ulbeek), haŋkt˲vat (Thorn), haŋk˲vatǝr (Panningen), hā.nt˲vat (Heugem), hā.nt˲vǭ.ǝtǝ (Ordingen), hānt˲vǭt (Tongeren), hęntj˲vátǝ (Urmond), hęntj˲vāt (Born), hęntj˲vātǝ (Einighausen), houwer: hǫu̯ǝr (Nederweert), houwvast: houwvast (Niel-bij-As), houwvat: houwvat (Spekholzerheide), knabben: knabǝ (Achel, ... ), knabǝls (Haelen, ... ), knakken: knakǝ (Gennep, ... ), knevels: knēvǝls (Siebengewald), krukken: krek (Mopertingen, ... ), krøk (Berbroek, ... ), krøks (Sint-Truiden), krøkǝ (Dieteren, ... ), krøǝk (Maasbracht), krø̜k (Born, ... ), krø̜kǝ (Berg, ... ), kręk (Genk), krękǝ (Martenslinde), slagers: slǭgǝrs (Bocholt), sleeuwen: slīu̯ǝ (Tessenderlo), sluiven: slø̄f (Berbroek, ... ), slø̜̄f (Sint-Lambrechts-Herk), slø̜i̯f (Zolder), slǫu̯f (Herk-de-Stad), trekken: trękǝn (Bilzen), zeiseknabben: zęi̯sǝknabǝ (Gennep) Beide handvatten van de steel van de zeis te zamen genomen. Zie de algemene toelichting bij deze paragraaf en de toelichtingen bij de lemma''s ''steel van de zeis'', ''bovenste handvat'' en ''onderste handvat''. De opgaven moeten worden gelezen als meervouden of collectiva. [N 18, 67 b en c add.; JG 2c; A 14, 5; L 45, 5] I-3
handvatten van de trekzaag grepen: grepen (Eind), grīǝpǝ (Hoensbroek), handen: hęŋ (Teuven  [(enkelvoud: hant)]  ), %%enkelvoud%%  hãnt (Niel-Bij-Sint-Truiden), handgrepen: hant˲grēpǝ (As), handhaafs: hanthǭs (Halen), handhaven: hantø̜f (Oud-Waterschei), hantǝfǝ (Bree, ... ), hantǝvǝ (Gelieren Bret, ... ), hāntǝf (Hoeselt), hānt˱ōwvn (Diepenbeek), %%enkelvoud%%  hantǝf (Opglabbeek, ... ), handstekken: hantstɛkǝ (Maaseik), handvasten: hant˲vastǝ (Kiewit), handvatten: (h)ānt˲vǭt (Sint-Truiden), ant˲vatǝ (Hasselt), hantj˲vat (Baexem, ... ), hantj˲vatǝ (Herkenbosch, ... ), hantj˲vātǝ (Holtum), hantj˲vāt (Eind, ... ), hant˲vatǝ (Bocholt, ... ), hant˲vatǝn (Achel), hant˲vātǝ (Borgloon), hant˲vǫtǝ (Wellen), hant˲vǫwǝtǝ (Kermt, ... ), hant˲vǭt (Ketsingen), haŋkt˲vatǝ (Sevenum), haŋk˲vatǝ (Baarlo, ... ), hãnt˲vowǝtǝ (Rummen), hāmfǝtǝ (Zichen-Zussen-Bolder), hānt˲vat (Gronsveld, ... ), hānt˲vatǝ (Middelaar, ... ), hānt˲vatǝn (Hamont), hānt˲vǫwǝtǝ (Opheers), ánt˲vat (Rotem), %%enkelvoud%%  hant˲vat (Bocholt, ... ), handvatter: hant˲vē(j)tǝr (Borgloon), hãnt˲vatǝr (Lommel), hānt˲vatǝr (Gennep, ... ), kluppels: kløpǝls (Maasmechelen), klø̜pǝls (Swalmen), knuppeltjes: knøpǝlkǝs (Lummen), krukken: krøkǝ (Velden), schalmen: šalmǝ (Grathem), stekken: stɛkǝ (Diepenbeek), stelen: stēlǝ (Halen), štēl (Rothem), %%enkelvoud%%  stēl (Stokkem), trekkers: tręʔǝ(r)s (Kwaadmechelen), trekkluppelen: trękklø̜pǝlǝ (Sittard), zeegstekken: zē̜xštɛkǝ (Guttecoven) De twee in het verlengde van het zaagblad van de trekzaag bevestigde handvatten. [N 18, 128a; N 50, 17b] II-12
handveger, stoffer asvarken: as˃vɛ̄rkə (Gennep, ... ), asveger: as˃vēͅgər (Gennep, ... ), bezem: bessem (Hasselt, ... ), bessəm (Rijkel), besəm (Mielen-boven-Aalst), bēͅsəm (Bommershoven, ... ), beͅsəm (Genk, ... ), bɛsəm (Donk (bij Herk-de-Stad), ... ), bezempje: bessemke (Genk, ... ), borstel: beursjtel (Valkenburg), beurstel (Maastricht, ... ), beusjtel (Sittard), beustel (Born, ... ), bosəl (Aalst-bij-St.-Truiden), bōōsel (Lommel), bōsəl (Kermt), boͅəsəl (Oostham), buēūstel (Elen), burchtel (\'s-Gravenvoeren), buustel (Gronsveld), bäöstel (Echt/Gebroek, ... ), bøͅstəl (Loksbergen), (i.p.v. handjvaeger ook: \"fiëne baesem\"). (ë: sleeptoon). samen met DC 15, 7b  bossel (Hoepertingen), (veuwelblek = vuilblik).  bossel (Wellen), samen met DC 15, 7b  beustel (Kerkhoven, ... ), borsel (Eksel), borstel (Achel, ... ), borstəl (As), busjtel (Klimmen, ... ), börstəl (Maastricht), böstel (Stein), borsteltje: bestelken (Tessenderlo), bĕrstelken (Hechtel), bjöstelke (Val-Meer), börstelke (Grote-Brogel), böstelke (Sint-Truiden), (= blik en stoffer). paletje en borsteltje (altijd in deze volgorde genoemd!). samen met DC 15, 7b  bùssëlkë (Tongeren), (apart genoemd). samen met DC 15, 7b  bùstelke (Sint-Truiden), Het stafblek en \'t berstelken boe dat veje het stof mee bij jieën keren stiejet inne garage of hengt ane miejer = het stofblik en het borstelken waar dat wij het stof mee bijeen keren staat in de garage of hangt aan de muur. samen met DC 15, 7b  bestelken (Peer), ps. invuller twijfelt over het antwoord! samen met DC 15, 7b  bossëlkë (Hoeselt), samen met DC 15, 7b  beurstelke (Maastricht), boselke (Genk), börstelke (Eksel), haarkwispel: hoar kwispel (Schaesberg), hoarkwispəl (Bocholtz), handbezem: handbessem (Zolder), handbeͅsəm (Maastricht), handbèssem (Montzen), haëndbessem (Velm), handborstel: ha:ntbo:rstəl (Maastricht), haand beurstel (Borgharen), haand-bursjtel (Mheer, ... ), haandbeurstel (Borgharen), haandbeurstəl (Amby, ... ), haandbossel (Kozen), haandbuustel (Gronsveld), hand beursjtel (Meerssen), hand beurstel (Maastricht), hand-buusj-təl (Wijlre), handbeu(i)stel (\'s-Gravenvoeren), handbeurschtĕl (Meerssen, ... ), handbeursjtel (Meerssen), handbeursjtəl (Berg-en-Terblijt, ... ), handbeurstel (Amstenrade, ... ), handbeurstjel (Houthem), handbeusjtel (Hulsberg, ... ), handbeusjtəl (Berg-en-Terblijt, ... ), handbeustel (Geulle, ... ), handbeuwstel (Welkenraedt), handbjossel (Vlijtingen), handborstel (Achel, ... ), handbōrstel (Neerpelt), handboͅrstəl (Bocholt, ... ), handbuchtəl (Ransdaal, ... ), handbuesjtel (Ransdaal), handburstel (Meerssen, ... ), handbusjtel (Klimmen), handbusjtəl (Ransdaal), handbuursjtel (Nuth/Aalbeek), handbörstel (Valkenburg, ... ), handj-beusjtel (Merkelbeek, ... ), handjbeuschtel (Geleen, ... ), handjbeusjtel (Puth, ... ), hanjtbeusjtel (Sittard, ... ), hanjtbeustel (Susteren), hantboͅrstəl (Bocholt), hantböschtel (Sippenaken), hantbø&#x0304rštəl (Amby), hantjbeuštĕl (Oirsbeek, ... ), hant˂boͅrstəl (Lummen), hant˂boͅsəl (Voort), hant˂bø&#x0304rstəl (Maastricht), hant˂bø&#x0304rštəl (Sibbe/IJzeren), hant˂bø&#x0304stəl (Smeermaas), haàndbeurstel (Heugem), hāndbeurstel (Maastricht), hānt˂bi̯øͅstəl (Zichen-Zussen-Bolder), hānt˂bo͂səl (Kermt), ha͂ntboͅrstəl (Kaulille), ha’əntbortəl (Zonhoven), hendjbeusjtel (Guttecoven), hendjbeustel (Obbicht, ... ), hendjbeušchjtel (Einighausen, ... ), hendjböstel (Born, ... ), hentjbeustel (Urmond, ... ), hèndjbeustel (Urmond), # is omgespeld volgens RND  hāntbøsəl (Kwaadmechelen), (geen naam voor \'t stel).  handbeursjtel (Valkenburg), (oogwaal: dreksplaetje en handjbeusjtel). samen met DC 15, 7b  handjbeusjtel (Doenrade), eine zachte  handjbeusjtel (Puth), geen aparte benaming  handbeusjtel (Beek, ... ), handveger  handburstel (Brunssum), heeft een steel  handj-beusjtel (Oirsbeek), kèrbeurstjel met lange steel  handbeurstjel (Houthem), letterlijk overgenomen  handbö:stel (Roosteren), m. mv. b\\st\\ls het is ofwel rechthoekig ofwel ellipsvormig Erkan ook een steel aan zijn  hant˂bøstəl (Halen), ps. invuller twijfelt over het antwoord!  handbeurstel (Maastricht), samen met DC 15, 7b  haandbuursjtel (\'s-Gravenvoeren), sj als in Dui sch  handbusjtəl (Ransdaal), handborsteltje: a͂nt˂bøͅstəlkə (Sint-Truiden), handborstelke (Beringen), handbosselke (Bilzen), handbosəlkə (Zonhoven), handboͅrstəlkə (Rekem), handburstelke (Kleine-Brogel), handbörstelke (Eksel), handbøsəlkə (Wellen), hantbeuselke (Vechmaal), hantbusselke (\'s-Herenelderen), hant˂bøstəlkə (Mechelen-aan-de-Maas), hāntbøsəlkə (Riksingen), hānt˂boͅsəlkə (Tongeren), samen met DC 15, 7b  hanböstelke (Lanklaar), handbeustelke (Ophoven), handkwispel: hantkwispəl (Welkenraedt), haŋkkwespəl (Bleijerheide, ... ), handkwispeltje: handkwéspeltje (Baelen), handveger: han.djvèger (Hunsel, ... ), handjvaeger (Dieteren, ... ), handjvaiger (Neeritter), handjvaigər (Pey, ... ), handjveeger (Neeritter), handjvēgər (Wessem, ... ), handjvĕger (Heel, ... ), handjvèger (Echt/Gebroek, ... ), handjvêger (Roermond, ... ), handvaeger (Baarlo, ... ), handvaiger (Weert), handveeger (Sint-Pieter), handveger (Achel, ... ), handvēger (Valkenburg), handvijger (Velden, ... ), handváiger (Sint-Huibrechts-Lille), handväeger (Venlo), handvèger (Boshoven, ... ), handvèiëger (Heerlerheide, ... ), handvèèger (Amstenrade), handvéger (Hamont), handvêger (Roosteren), hanjdvaeger (Roermond), hanjdvaiger (Roermond), hanjdvèger (Maasbracht, ... ), hanjtjvaiger (Maasniel, ... ), hanjtjvēͅgər (Roggel), hankvaeger (Blerick, ... ), hankvēgər (Hout-Blerick), hankväger (Maasbree, ... ), hankvêger (Helden/Everlo, ... ), hantfɛgər (Bree), hantjvaeger (Nieuwstadt, ... ), hantjvaegtər (Geleen, ... ), hantjvèger (Stevensweert, ... ), hantj˃vēͅgər (Putbroek), hant˃vēͅgər (Venray, ... ), hāndvaeger (Lottum, ... ), hānt˃vēͅgər (Blitterswijck, ... ), ha͂ndjfaeger (Heythuysen), ha͂ndjfaegər (Heythuysen), ha͂ntvēgur (America, ... ), hendjvaiger (Guttecoven), hândvaeger (Castenray, ... ), (korte steel)  handjvaeger (Reuver), * wordt niet samen genoemd; wel apart!!  handvèger (Achel), afzonderlijk is het: a: hândvaeger b: kaerblek - of ook wel - dreksblék samen met DC 15, 7b  hândvaeger (Venray), Dit voorwerp was hier vroeger niet bekend, daar hier in de woningen geen vloerkleden of tapijten voorkwamen  handjvèger (Tungelroy, ... ), eine stieven ~  handväeger (Venlo), einen herde ~  handvaeger (Blerick), einen zachten ~  handvaeger (Blerick), en \'t bleek; \'t klein maedje had ouch al e bleekske om mit te spele  handvaeger (Roermond), geen afz. naam  hankvèger (Steyl), geen typische benaming  handjvèger (Neer, ... ), haarde ~  handjveiger (Ospel), handveger  handvééger (Nuth/Aalbeek), handveger en blik (drekblèèdje)  hantjvèèger (Haelen), harde borstel niet bekend  hankvèger (Tegelen), harde ~  handvaeger (Venlo), harden ~  handvaeger (Venlo), helle ~  hankvèger (Steyl), herd\\ ~  hankvēgər (Hout-Blerick), herde ~  handväger (Blerick), hoare ~  hankvèger (Tegelen), letterlijk overgenomen stoffer  hantjvae.ger (Maasniel), ps. is alleen de stoffer!  haandvéger (Noorbeek, ... ), samen met DC 15, 7b  ha.ndjv‧aeger (Montfort), handjvaeger (Echt/Gebroek, ... ), handjväëger (Boukoul), handjvéger (Roggel), handvaeger (Blerick, ... ), handveeger (Venlo), handveëger (Koningsbosch), handvèger (Baarlo), hankvaeger (Boekend), hankvāēger (Sevenum), hankvēēëgər (Nieuwenhagen), hàdvèer (Horst), hândvaeger (Weert), hântvaeger (Weert), unne zachte ~  handveager (Blerick), unnen herden ~  handveager (Blerick), veger niet gebruikelijk  hanjvaeger (Roermond), Verklw. hankveëgerke  hankveëger (Heerlen), vur matten te poetsen  handvèger (Helden/Everlo), zaachte ~  handvaeger (Venlo), zaachten ~  handvaeger (Venlo), zachte borstel niet bekend  hankvèger (Tegelen), zachte ~  handväger (Blerick), zie tekening  handjvééger (Neer), zouchte ~  handjveiger (Ospel), ßt‰ve ~  hankvèger (Tegelen), ê als Fr. même  hanjtj˃vēͅgər (Thorn), handvleugel: hantvlø&#x0304gəl (Halen), hāntvlø&#x0304gəl (Tessenderlo), haren borstel: haorebeursjtel (Valkenburg), haorebeurstel (Maastricht), haoren beurstel (Maastricht), karpettenborstel: carpèttebjustel (Gulpen), karpette beurstel (Maastricht), kokoskwispel: cocos-kwispel (Schaesberg), kwispel: kweespel (Montzen, ... ), kwespəl (Bleijerheide, ... ), kwis-pel (Wijlre), kwispel (Born, ... ), kwispəl (Bocholtz, ... ), handveger  kwispel (Born, ... ), kwast of borstel  kwispel (Valkenburg), samen met DC 15, 7b  kweespel (Nieuwenhagen), kwispel (Bocholtz, ... ), stoffer = kwispel  kwispel (Heerlen), Verklw. kwispelke  kwispel (Heerlen), kwispeltje: kwispelke (Mechelen), kwispelsche (Montzen), mattenborstel: matəbø&#x0304rstəl (Maastricht), mattenkwispel: mate kwispel (Vijlen), meelbreker: mēͅəlbrēͅkər (Peer), schooier: šoeiər (Heythuysen, ... ), stofborstel: stofborstel (Achel), stoofborstel (Sint-Huibrechts-Lille), stofborsteltje: stoofböstelke (Sint-Truiden), stoffer: steuver (Vlodrop, ... ), stoffer (Gennep, ... ), stuffer (Geysteren, ... ), stöffer (Gennep), støͅfər (Gennep, ... ), stùffer (Siebengewald, ... ), (is bezem met korte steel)  stöffer (Milsbeek, ... ), blek = blik; over het woord stoffer twijfelt de invuller!  stoffer (Eigenbilzen), samen met DC 15, 7b  sjtoffer (Eijsden), stoͅfər (Meijel), stofvarken: stofvéérke (Milsbeek, ... ), stoͅf˃vɛ̄rkə (Gennep, ... ), stofveger: stofvaeger (Castenray, ... ), stooəfvêger (Lanklaar), samen met DC 15, 7b  stoeafvaeger (Thorn), stoofvèger (Kinrooi), stubborstel: støͅbboͅsəl (Voort), veger: vaeger (Blerick, ... ), veiger (Eygelshoven), veëger (Eygelshoven), vēger (Valkenburg, ... ), vèger (As, ... ), vègər (Heerlen, ... ), vêger (Elen), dit is een zachte borstel voor de meubels  vaeger (Roermond), samen met DC 15, 7b  veäger (Doenrade), vēͅgər (Meijel), vèger (Schimmert) andere soorten borstels [DC 15 (1947)] || bezem (met lange steel); inventarisatie benamingen; betekenis/uitspraak [N 20 (zj)] || bezem, zachtharig, waarmee men binnenshuis stof bijeenveegt (veger) [N 20 (zj)] || borstel; inventarisatie benamingen; betekenis/uitspraak [N 20 (zj)] || een toestel of voorwerp om o.a. stof af of weg te vegen || handveger [ZND 02 (1923)] || handveger en blik || het voorwerp waarmee vloeren en vloerkleden stofvrij worden gemaakt met stugge haren [DC 15 (1947)] || het voorwerp waarmee vloeren en vloerkleden stofvrij worden gemaakt met zachte haren [DC 15 (1947)] || Hoe noemt u het stoffer en blik samen? [N105 (2000)] || stoffer || stoffer (van ~ en blik) || veger III-2-1
handvijl, blokvijl blokvijl: blǫk˲vil (Kerkrade, ... ), blǫk˲vīl (Reuver, ... ) Platte, stalen vijl, rechthoekig van doorsnede en zonder punt. Soms is één kant van het blad enkel en één kant dubbel gekapt. De vijl kan voor diverse werkzaamheden gebruikt worden. Zie ook afb. 100. [N 33, 95 add; monogr.] II-11