e-WLD begrippen 

 
 
Filteren...

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
halve frank half frankje: ein hauf frengske (Bree), half frenkske (Neeritter), half frenskske (Neeritter), half frèngsken (Eksel), half fréngske (Echt/Gebroek), ⁄n half frenkske (Weert), (= ± 25 cent).  half frengske (Heythuysen), ps. invuller heeft hierbij geen fonetische notering gegeven.  half freͅŋskə (Halen), ps. letterlijk overgenomen (dus niet omgespeld!).  e hāuf fraenske (Urmond, ... ), ps. letterlijk overgenomen (dus niet(s) omgespeld, omdat er geen spellingssysteem vermeld staat). Boven de n moet nog een ~ staan; deze combinatieletter is niet te maken (om te spellen).  ’n hŏf frän`gske (Heerlen), ps. omgespeld volgens Frings.  (h)aləffreͅŋskə (Sint-Truiden), alf freͅŋskə (Kinrooi), au̯f freͅŋskə (Rotem), au̯freͅŋskə (Lanklaar), hafreͅŋskə (Bocholt), half freͅŋkskə (Gelieren/Bret, ... ), half freͅŋskə (Halen, ... ), haləf freͅŋskə (Spalbeek), haləfreͅŋskə (Zelem), haufreͅŋskə (Maaseik), hauwfreͅŋskə (Maaseik), hau̯freͅŋskə (Maaseik), hawfreͅŋskə (Waterloos), hāf freŋskə (Hoeselt), wet (h)aləfreͅŋskə (Sint-Truiden), ən au̯freͅŋskə (Maaseik), ən half frēͅŋskə (Wintershoven), ən haləf freͅŋskə (Hasselt), ən hau̯f freͅŋskə (Stokkem), ənhaufreͅŋskə (Maaseik), ənhauwfreͅŋskə (Maaseik), ps. omgespeld volgens Frings. Boven de "n"staat nog een ~; deze combinatieletter is niet te maken/om te spellen.  haləf freͅn~skə (Oud-Waterschei, ... ), ps. omgespeld volgens Frings. Het -tekentje heb ik letterlijk overgenomen.  ə⁄haləf ⁄freͅŋkskə (Neerpelt), ps. omgespeld volgens IPA.  ən au̯freͅŋskə (Rotem), halve frank: einen halve frang (Echt/Gebroek), ene halve frang (Susteren), ennen halve frang (Oirlo), e’nen haave frang (Gronsveld, ... ), halleve frang (Weert), halve frang (Baarlo, ... ), halve frank (Achel, ... ), haoeve frang (Obbicht), haove frang (Mechelen, ... ), hauve frang (Houthem), hauvə frang (Holtum), helleve frang (Weert), hove frang (Mechelen, ... ), ne halve frang (Tungelroy, ... ), unne hôôve frang (Mechelen, ... ), ən halvə fraŋ (Lozen), ⁄ne halve frang (Tegelen, ... ), ⁄nen halve frang (Tegelen, ... ), 50 cent  nən haləvə fraŋ (Overpelt), 50 ct.  nən haləvə fraŋ (Neerpelt), ps. letterlijk overgenomen (dus niet(s) omgespeld!).  fīēftig frang (Schimmert), ps. letterlijk overgenomen (dus niet(s) omgespeld, omdat er geen spellingssysteem vermeld staat). Boven de n moet nog een ~ staan; deze combinatieletter is niet te maken (om te spellen).  ’ne hŏve fran~g (Heerlen), ps. omgespeld volgens Frings, alleen het "alfa-tekentje"omgespeld volgens Grootaers.  hàləvə fraŋ (Opheers), ps. omgespeld volgens Frings.  awvə fraŋ (Rotem), halvə frang (Lanklaar, ... ), halvə frank (Rummen), halvə fraŋ (Kermt, ... ), haləvə fraŋ (Diepenbeek, ... ), haləvəfreŋ (Rummen), hauvə fraŋ (Mechelen-aan-de-Maas, ... ), havə fraŋ (Bocholt), hawvə fraŋ (Opglabbeek), hālvə ⁄frāŋ(s) (Boekt/Heikant), hāvə fraŋ (Hoeselt, ... ), ha͂ve fraŋ (Hoeselt), ha͂vefraŋ (Smeermaas), ha͂və fraŋ (Zichen-Zussen-Bolder), hōͅu̯və fraŋ (Opglabbeek, ... ), nən aləvə fraŋ (Hasselt, ... ), nən halvə fraŋ (Peer, ... ), nən halvə frāŋ (Herk-de-Stad), nən haləvə fraŋ (Lommel), nən haləvə frāŋ (Velm), nən haləvən fraŋ (Lommel), ənə haləvə fraŋ (Borgloon), ənə hōvə fraŋ (Teuven), ənə zelvərə haləvə fraŋ (Borgloon), ps. omgespeld volgens Frings. Het -tekentje heb ik letterlijk overgenomen.  nə ⁄halvə fraŋ (Neerpelt), ps. omgespeld volgens Frings. Onder de a (van "ha?v\\"en "fra]") staat nog een rondje; dit heb ik niet meegenomen in de omspelling. Misschien bedoelt invuller een "a met een rondje erboven"(en dus omgespeld: a)?  ənə hau̯və fraŋ (Bocholt), ps. omgespeld volgens IPA.  halvə fráŋ (Overpelt), hāvəfrəŋ (Tongeren), knabje: ’n knébke (Klimmen, ... ), ps. omgespeld volgens Frings.  kneͅbəkə (Zelem), krentje: ei krentje (Roermond, ... ), krentje (Grathem, ... ), n tweede frankje: ps. omgespeld volgens Frings.  ī twīde fraŋskə (Kermt), vierentwintig cent: [i.e. de Nederlandse waarde van 0,5 Belgische frank: 0,24 Nederlandse gulden, RK]  24 cent (Hoensbroek), vijfentwintig cent: ps. omgespeld volgens Frings.  25 seͅnt (Stokkem), vijfje: 50 ct.  vūfkə (Beringen), vijftig centiem: 50 centiem (Oost-Maarland), fieftig centiem (Hoensbroek, ... ), vīēftig centiem (Puth), voeftig centiem (Mechelen), Algemene opmerking: invuller noteert als spellingssyteem Veldeke, maar het is gewoon in het Nederlands genoteerd en heb het daarom letterlijk overgenomen (dus niets omgespeld!).  fieftig centiem (Welten, ... ), ps. letterlijk overgenomen (dus niet(s) omgespeld!).  fieēftig centiem (Schimmert), vijftig centiemen: vijftig centieme (Zolder), vijftig frank: Opm. geen verschil met bovenstaande uitdrukkingen!  vieftig frang (Wijk) dialectnamen van de kleinste geldstukken (met waarde) [ZND B2 (1940sq)] || oude zilveren munt van 50 centiem [N 21 (1963)] || wit metalen munt van 50 centiem [N 21 (1963)] III-3-1
halve gleufzwaluwstaart eenzijdige zwalberstaart: ēzijegǝ šwalbǝrštats (Mechelen), halve zwalberstaart: hǭvǝ šwalbǝrštats (Mechelen), halve zwalfstaarttand: halvǝ swɛlfstarttānt (Ottersum), halve zwalgenstaart: halvǝ žwalgǝštɛrt (Sint Odilienberg), halǝvǝ šwalgǝštɛrt (Posterholt), halve zwalgenstaartverbinding: halǝvǝ šwalgǝštɛrt˲vǝrbenjeŋ (Posterholt), halǝvǝ žwalgǝštɛrt˲vǝrbenjeŋ (Herten), halve zwalmenstaart: halǝvǝ zwalǝmǝstɛrt (Venlo), halve zwarbelenstaart: halvǝ zwarbǝlǝstɛrt (Stein), zwalfstaartverbinding: swɛlfstart˲vǝrbindeŋ (Ottersum) Haakse houtverbinding die daarin verschilt van de hele gleufzwaluwstaart dat de pen en de groef slechts aan één zijde zwaluwstaartvormig bewerkt zijn. Zie ook het vorige lemma en afb. 134. [N 54, 55c; N 54, 55h] II-12
halve gulden godsalder: godsha.lter (Gennep), vgl. Gennep Wb. (pag. 71): godsha.lter, halve gulden.  ⁄n gods haelter (Milsbeek, ... ), halve gulden: 1/2 gèùle (Oost-Maarland), eine halve gulde (Baarlo), eine halve gölje (Neer), eine hauve guije (Guttecoven), eine hauve gulle (Schimmert), eine houve gulle (Valkenburg), einen halve gölde (Blerick), einen halve gölje (Echt/Gebroek, ... ), ene haave gölden (Maastricht), ene halve gulje (Echt/Gebroek), ene halve göjlje (Susteren), ene hove gulle (Heerlerheide), enen hauve göje (Oirsbeek), enne halve geulde (Oirlo), enne hauve gölle (Houthem), enne hawve gölle (Klimmen), ennen halve gölje (Panningen), e’nen haave gulle (Gronsveld), haave gulle (Maastricht), haave gölle (Wolder/Oud-Vroenhoven), haleve gulde (Meijel), halve gulde (Middelaar, ... ), halve gulden (Sevenum), halve gèùldje (Tungelroy), halve gölde (Roermond, ... ), halve göldje (Leuken), halve gölje (Egchel, ... ), haove gulde (Mechelen), haove gulle (Heerlerheide), haufe gulje (Roosteren), hauve guije (Sittard), hauvə gûljə (Holtum), have gölde (Maastricht), hawve gölje (Limbricht), helleve gōldje (Weert), hove gulden (Mechelen), hôôve gulde (Mechelen), inne hòve gölle (Hoensbroek), unne haave gölden (Wijk), unne have gulde (Wijk), ’ne hoave gölle (Heerlen), ⁄ne halve gölde (Tegelen), ⁄ne halve gölje (Weert), ⁄nen halve gölde (Tegelen), Algemene opmerking: invuller noteert als spellingssyteem Veldeke, maar het is gewoon in het Nederlands genoteerd en heb het daarom letterlijk overgenomen (dus niets omgespeld!).  enne haove gölle (Welten), ’nen hawve gölle (Klimmen), Algemene opmerking: invuller twijfelt over het spellingssysteem (Veldeke). Aangezien de lijst normaal (dus in gewoon Nederlands) is ingevuld, heb ik de lijst letterlijk overgenomen, dus niet(s) omgespeld!  ’n havve geule (Eijsden), Opm. korte ui-klank.  inne houve guille (Heerlen), ps. invuller heeft geen spellingssyteem genoteerd, dus letterlijk overgenomen (niet(s) omgespeld!).  hoave gölle (Waubach), inne hōve gölle (Eygelshoven), ps. letterlijk overgenomen (dus niet omgespeld!).  hāūve gulje (Jabeek), ’ne hāuve gəljen (Urmond), ps. letterlijk overgenomen (dus niet(s) omgespeld!).  enne hāūve gulle (Schimmert), ps. omgespeld volgens Frings.  hai̯və gøldžə (Bree), halve-gələ (Borgloon), halvə gøldə (Wellen), halvə gølə (Hamont), halvə gø͂ͅljə (Lanklaar), haləvə gølə (Kaulille), hauvə gølə (Mechelen-aan-de-Maas), hawvə gələ (Neerharen), hāvə gølə (Hoeselt, ... ), ha͂və gølə (Zichen-Zussen-Bolder), hōͅu̯və gølə (Opglabbeek), ənə hāvə gølə (Tongeren), ənə hōvə gøldə (Teuven), ps. omgespeld volgens Frings. Boven de $ staat nog een dakje (^ deze combinatieletter is niet te maken/om te spellen en heb alleen de $ omgespeld.  əvənalvəgøͅ^ljə (Maaseik), ps. omgespeld volgens Frings. Het -tekentje heb geïnterpreteerd als een "glottishslag"(¿) - of gewoon letterlijk overnemen als een hoge komma?  au̯və gøͅlʔə (Rotem), hau̯və gøͅlʔə (Rotem), ps. omgespeld volgens Frings. Het -tekentje vóór de \\ heb ik geïnterpreteerd als een "glottishslag"(¿).  ənəv alvəgø͂ͅlʔə (Maaseik), ps. omgespeld volgens IPA.  nən a͂u̯və gøͅlʔə (Rotem), halve piek: halve piek (Grathem), paardoog: ps. omgespeld volgens Frings. Alleen de å heb ik niet omgespeld!  ən pja͂rdəūx (Hasselt), stuiver: ps. omgespeld volgens Frings.  nə støͅvər (Hasselt), vijftig cent: fieftig cent (Hoensbroek), vieftig cent (Heugem, ... ), ps. omgespeld volgens Frings.  foftəx sēͅnt (Teuven), ps. omgespeld, deels volgens Frings en deels volgens IPA.  fīftəxsɛnt (Smeermaas) halve gulden, een ~ [N 21 (1963)] III-3-1
halve huid band: bãnt (Tessenderlo), half vel: halǝf vɛ̄l (Weert), hōf vɛl (Schaesberg), halve huid: hāwf hūt (Klimmen), helft: hęlf (Bleijerheide, ... ), hęlft (Helden), hęlǝf (Gulpen, ... ), hɛlf (Montfort), hɛlft (Neeritter), helftje: hɛlfjǝ (Heythuysen), helftleer: hęlflę̄r (Susteren), tuigband: tø̜jx˱bānt (Sint-Truiden) De helft (in de lengte) van een al dan niet gelooide huid. Zie afb. 1. [N 36, 3] II-10
halve maan, eerste kwartier aankomende maan: aankômmende maon (Venlo), de maan staat half: de maon stè half (Meijel), de maan wast: maon wëst (Stein), eerste kwartaal: ieésjte kwartaal (Gulpen), eerste kwartier: 1e kwarteijer (Sittard), a eerste kerteer (Melick), a ĭĕjeste kwarteer (Thorn), E.K. (Haler), eerste kerteer (Roermond), eerste keteer (Neeroeteren, ... ), eerste kwarteer (Sint-Odiliënberg), eerste kwartier (Vlodrop, ... ), eerstə kwarteer (Roermond), eesjte kwarteir (Nieuwstadt), eesjtə kwàrteijər (Sittard), eeste kwarteer (Montfort, ... ), eiste kérteer (Susteren), eëste kwarteer (Oirsbeek), ieesjk k⁄rteer (Geleen), ieestö körteer (Stevensweert), ierste kerteer (Maastricht, ... ), ierste keteer (Maastricht, ... ), ierste ketier (Caberg), ierste kwarteer (Tungelroy), ierste kwartéér (Venlo), iersté keteer (Blerick), ierstə kərteer (Maastricht), ieste kerteer (Gronsveld), ieste keteer (Geleen), ieërsjte kerteer (Geulle, ... ), ieërste keteer (Ell, ... ), ieësjte kerteer (Klimmen), ieəsjtə kəteer (Hulsberg), iēëstə kwāteer (Nieuwenhagen), iĕrste kerteer (Neerharen), iste ketier (Jeuk), istə kətĭĕr (Loksbergen), ièste ketier (Meerlo), iérste ketēer (Bree), iêrste keteer (Venlo), iësjte kerteer (Merkelbeek), īēerstə kwarteer (Horn), īējstə kwarteer (Ubachsberg), īērschte kərteer (Amby), īērste kerteer (As), īērste keteer (Gruitrode), īērste kəteer (Maastricht), īērstə kərteer (Maastricht), īērstə kəteer (Reuver, ... ), īēste kerteer (Opglabbeek), ĭĕjeĕste káteer (Geleen), ĭĕrstə kəteer (Tegelen), ĭĕste keteer (Maasbree), jöste ketier (Hoeselt), jəstə ketiér (Eigenbilzen), lĭĕërstə kəteer (Beesel), urste ketier (Meerlo), urste kwarteer (Noorbeek, ... ), uschte kwarteer (Ingber), ŭŭrstə kətīēr (Meijel), èirsjtə kərteer (Valkenburg), èjste kerteer (Schimmert), èrste kerteer (Schimmert), èrste keteer (Sevenum), èrste ketēēr (Sevenum), èrste kwartīer (Meijel), èste kerteer (Stein), èèjste kwàrteer (Doenrade), èèste kerteer (Ophoven), èèste keteer (Born), êêrste kwarteer (Nunhem), ëesjte kèrteer (Schinnen), íersté keteer (Boekend), îerstə kwətéér (Venlo), îestə kətteer (Grevenbicht/Papenhoven), îêrste keteer (Venlo), îêrste kəteer (Meeuwen), îêsjtə kərteer (Amstenrade), örste kwartier (Tienray), örstə kwàrtīēr (Gennep), ɛstə kətīr (Kwaadmechelen), eerste vierdel: iesjte vieëdel (Kerkrade), īēschte vèddel (Vaals), groeiende maan: gruiende moan (Venray), halve maan: haave maon (Maastricht), haavə maon (Maastricht, ... ), half maon (Beesel, ... ), hallef maan (Meeuwen), hallef moan (Weert), halləvə maon (Maastricht), halve maon (Maastricht, ... ), halvə maon (Roermond), haof maon (Doenrade), hauf maon (Sittard), hauf moan (Nieuwstadt), houwf maon (Brunssum), howf maon (Valkenburg), hŏŭf maon (Oirsbeek), hàlvə məon (Venlo), hàləf maon (Meeuwen), hàwf maon (As, ... ), hàwl maon (Gruitrode), hálf maon (Heel), hòòve moan (Kunrade), hóvə maon (Nieuwenhagen), halve mond (du.): haave maont (Vlijtingen), haove mond (Gulpen, ... ), haove mont (Ubachsberg), haovə mònt (Heerlen, ... ), have munt (Eigenbilzen), hoave mont (Waubach), Nb. schijngestalten (van de maan) = mond sjtand.  haove mond (Simpelveld), jong licht: jonk leeg (Schinnen, ... ), jonk licht (Eys), jonk liek (Gulpen), jonk lieët (Vijlen), jonk-leegh (Heerlerbaan/Kaumer), joonk leech (Doenrade), joonk liejət (Epen), jŏnk leech (Geleen, ... ), jŏnk lĕĕg (Schimmert), junk lieh (Gulpen), jáénk leech (Merkelbeek), jónk leech (Klimmen, ... ), jónk leeg (Kapel-in-t-Zand), jónk lēch (Maastricht), jônk leech (Herten (bij Roermond)), eerste kwartier  joŋk lēx (Margraten), jonge maan: jonge maon (Maastricht), jóng maon (Sittard), manenschijn: maone schien (Ospel), maone sjīēn (Reuver), nieuw licht: nuuj leeg (Montfort), nūūj léécht (Pey), nöij lēch (Maastricht), nieuwe maan: nujə moan (Wijnandsrade), nuuj maon (Montfort), Moandstanja = schijngestalten van de maan.  neuij moan (Buchten), nieuwe mond (du.): neuje mond (Vijlen), nuje mont (Ubachsberg), nŭŭje mond (Mheer), opgaand licht: opgaond leech (Neerharen), opgaond leeg (Noorbeek, ... ), opgaande maan: opgaonde maon (Susteren), opgaondje maon (Pey), opkoamendje moan (Weert), opkomende maan: opkomende maon (Eys, ... ), opkomende mo͂n (Velden), opkommende maon (Ten-Esschen/Weustenrade), opkoomendje maon (Tungelroy), opkómmende maon (Sittard), òpkomməndjə maon (Hunsel), vierdel: e viedel (Holz), wassend licht: wassend leech (Maastricht, ... ), wassend lĕĕg (Schimmert), wassende maan: wassende maan (Roermond, ... ), wassende maon (Heer, ... ), wassende moan (Beesel, ... ), wassende mo͂n (Velden), wassende mòn (Wijlre), wassendje (Tungelroy), wassendje maon (Horn, ... ), wassəndje maon (Echt/Gebroek), wassəndə maon (Beesel, ... ), wàssendje maon (Weert), wàssəndjə maon (Haelen), wàssəndə maon (Schimmert, ... ), wàsəndjə maon (Haelen), wássendə maon (Gennep), wèsjəndə maon (Nieuwenhagen), (vroeger).  wassənjə maon (Heythuysen), wassende mond (du.): weschende mond (Waubach), wássəndə mónd (Simpelveld), m.  wasəndə moͅnt (Eys) kwartier (eerste kwartier (maanstand) [ZND m] || schijngestalte van de maan: eerste kwartier, halve maan [wassende maan, wassenaar] [N 81 (1980)] || schijngestalte van de maan: laatste kwartier [afnemende, donkere maan] [N 81 (1980)] || wassende maan III-4-4
halve maan, laatste kwartier afgaand licht: aafgaond leeg (Noorbeek, ... ), ááfgoand leeg (Guttecoven), afgaande maan: aafgaonde maon (As, ... ), aafgaonde mo͂n (maon) (Velden), aafgaondje maon (Echt/Gebroek, ... ), aafgoande moan (Merkelbeek, ... ), aafgoande mòn (Wijlre), aafgoandje (Tungelroy), aagoande moan (Venray), afgaande maan (Roermond), afgaonde maon (Tienray), afgoandje moan (Weert), afgoown mown (Jeuk), aofgaonde maon (Itteren, ... ), āafgaondjə maon (Haelen), ààfgaondje maon (Horn), ààfgaondə maon (Nieuwenhagen, ... ), áfgonde maon (Venray), ááfgaondje (Pey), ááfgaondjə maon (Haelen), ááfgaondə maon (Schimmert, ... ), afgaande mond (du.): aafgaonde mond (Mheer), afnemende maan: aafnummende maon (Oirsbeek, ... ), aafnummende moan (Doenrade), aafnumməndə maon (Beesel), aafnömmende moan (Geulle, ... ), afneeməndə maon (Meijel), aofneuməndə maon (Maastricht), aofnummende maon (Maastricht), ààfnêûməndə maon (Nieuwenhagen), ááfnumməndjə maon (Heythuysen, ... ), afnemende mond (du.): aafneemde mond (Gulpen), aafneumende mond (Waubach), aafneuməndə mónd (Simpelveld), de maan zakt: maon zakt (Stein), gaande maan: gaondje maon (Pey), goande moan (Beesel), halve mond (du.): Eng. yard.  hāvə moͅnt (Teuven), krimpende maan: krumpəndə maon (Schinnen), laatste kwartier: L.K. (Haler), laatste kwartier (Zonhoven), laatste kwartĭĕr (Stein), laeste keteer (Maasbree), laeste ketēēr (Sevenum), laeste kwarteer (Montfort), laeste kərteer (Amby), laeste kətteer (Grevenbicht/Papenhoven), leste kerteer (Maastricht, ... ), leste keteer (Born, ... ), leste ketier (Hoeselt), leste kwarteer (Horn, ... ), leste kwarteir (Nieuwstadt), leste kèrteer (Schinnen), lestə kərtēer (Maastricht), letste kerteer (Eys, ... ), letste keteer (Reuver, ... ), letste kwarteer (Eys, ... ), letste kwartéér (Venlo), letsté keteer (Blerick), letstə kwarteer (Horn), letstə kərteer (Valkenburg), letstə kəteer (Tegelen, ... ), lettste keteer (Boekend), litste kwartier (Vlodrop), lèste kerteer (Buchten, ... ), lèste keteer (Sevenum), lèste kwartīer (Meijel), lèste k⁄rteer (Geleen), lètste kerteer (Klimmen), lètste kwarteer (Doenrade, ... ), lètstə kwarteer (Roermond, ... ), lètstə kwāteer (Nieuwenhagen), lètstə kwətéér (Venlo), lètstə kəteer (Reuver, ... ), lèèste keteer (Swalmen), léste kerteer (As, ... ), léste keteer (Gruitrode), léste kwarteer (Doenrade, ... ), léste kwarteijer (Sittard), léste kérteer (Susteren), léste kəteer (Meeuwen), léstə kərteer (Heel, ... ), léstə kəteer (Maastricht), létste kwarteer (Oirsbeek), létstə kwàrteijər (Sittard), létstə kərteer (Amstenrade, ... ), létstə kəteer (Hulsberg), létzte kerteer (Roermond), lééstə kwartier (Meijel), lééstə kwàrtīēr (Gennep), lééstə kərteer (Maastricht), lêste kerteer (Gronsveld), lêste keteer (Ell), lêtste kerteer (Melick), löste ketēer (Bree), ləestə kətīēr (Meijel), ləste kwarteer (Thorn), ləstö körteer (Stevensweert), ləstə kəteer (Beesel), lɛstə kətīr (Kwaadmechelen), (neit exact de éé).  lééste káteer (Geleen), (tussen palataal kwartier en velaar in).  lèèste (Tienray), laatste maan: letste moan (Kunrade), laatste mond (du.): letste mond (Simpelveld), laatste vierdel: letste vieëdel (Kerkrade), litstə viejədəl (Epen), lètste vèddel (Vaals), oog: gelezen als: (he)t ouch = afnemende maan. de u (nogal) kort uitgesproken.  tŭŭch (Vlijtingen), oud licht: auiwt leïch (Sittard), auwt leich (Sittard), awd leech (Klimmen), àwt leech (Susteren), oude maan: ouw maon (Oirsbeek) afgaande maan || schijngestalte van de maan: laatste kwartier [afnemende, donkere maan] [N 81 (1980)] || schijngestalte van de maan: volle maan [N 81 (1980)] III-4-4
halve mud, maat van 500 liter scheffel: sjef⁄fel (Bleijerheide, ... ) mud (half) III-4-4
halve pint, kwart liter, maat bakje: bakske (Maastricht), bies: bies (Melick), bok: bok (Stein), hoofdje: is 1/2 liter vloeistof.  heufeke (Simpelveld), kapper: kapir (Bree), kàpər (Hasselt), (bier).  kapper (Ophoven), (dim. è kepperke).  kapper (Maaseik), (vocht).  kapper (Eigenbilzen), = pint met voet, grote van een pint bier.  kapper (Jeuk), vloeistof.  kapər (Meeuwen), kappertje: kappertje (Ittervoort), (nat).  kappertje (Weert), kwart: kwàrt (Susteren), (vloeistof).  kwart (Vlodrop), kwart liter: kwaart liter (Maastricht), kwart liter (Hoensbroek), kwárt lĭĕtər (Epen), voor vloeistoffen.  kwaart lietər (Urmond), lood: (= ± 35 cl.).  lōēd (As), poedeltje snaps: poedelke sjnaps (Nieuwstadt), quart (dim.): Fra. quart.  kaarke (Hasselt), schop: sjob(⁄be) (Bleijerheide, ... ), sjuep (Beesel), schopje: scheupke (Montfort), schupke (Gulpen, ... ), schôpke (Schimmert), schöpke (Blerick, ... ), sjupke (Mheer, ... ), sjöpke (Maasniel, ... ), sjöpkə (Heel, ... ), sjûpke (Melick), (bier).  sjöpke (Susteren), sjöpkə (Roermond), (vloeistof).  sjöpke (Thorn), sjöpkə (Maastricht), (voor een klein biere...??).  schöpke (Tienray), 1 vingerhood = ± 0,01 lieter 1 mäötje = ± 0,10 lieter 1 sjöpke = ± 0,25 lieter 1 pint = ± 0,60 lieter 1 beksjke = ± 1/4 pint 1 hèjfke = ± 1/2 kan 1 kan = ± 1,40 lieter 1 anker = ± 30 kan 1 aam = ± 4 anker 1 iëker = ± 8 kan sjtök = oude wijnmaat van ? vaan = oude biermaat van ? tien = oude kolenmaat van 1/2 hectoliter of 2 kuipen okshoof = oude wijnmaat van ? Alle vorengenoemde maten en gewichten zijn in onbruik. De woorden zijn alleen nog bij ouderen bekend.  sjöpke (Klimmen), sjöpke = klein.  sjöpke (Sittard), ö van löss.  sjöpke (Ell), schopje bier: shupku beer (Brunssum), sjupke bier (Heythuysen), = 0,25 l.  è sjöpke beer (Maastricht), supnn (du.; wa. chopine): supänn (Eupen), vierdel: vie-jdel (Kunrade) de maat die een inhoud aangeeft van 0,25 (=kwart) liter [kapper, halfje, schopje, dzozie, hoorn, neuker, neutel, bok, uppie, bak] [N 91 (1982)] || de maat die een inhoud aangeeft van 0,25 liter [maatje] [N 91 (1982)] || halve pint || kapper (1/2 pint) [ZND m], [ZND m] || klein (half) bierglas || kwart liter || kwart liter (bier) III-4-4
halve roe grote roe: gruǝtǝ rōj (Ospel), halfroe: halfrōj (Ospel) [H, 63f] II-4
halve rug band: bãnt (Tessenderlo), croupon: krupǫn (Venlo), krǝpon (Susteren), kupǫn (Wittem), demi-dosset: demi-dosset (Sint-Truiden), dosset: dosɛt (Heerlen, ... ), halve croupon: halǝf krupǫn (Weert), hāwvǝ krǝpǫn (Klimmen), hǫwvǝ kupǫn (Schimmert), halve dosset: halvǝ dozɛt (Heythuysen), rughelft: rø̜khęlft (Neeritter) Het gedeelte van de huid dat de rug bedekt, in de lengte gehalveerd. Zie afb. 1. [N 36, 6b] II-10