30563 |
langs de rijen berapen |
afrijen:
āfręjǝ (Q121p Kerkrade),
rijen:
rejǝ (Q013p Uikhoven
[(met een plank: rej)]
)
|
Pleisterwerk met behulp van de rij vlak en glad maken. Wanneer een muur met een penant of een vooruitstekende schoorsteenboezem moest worden bepleisterd, werden er aan de zijkanten met behulp van klemhaken, in Q 121 'putzhaken' ('putshø̜̄k') of 'pleisterhaken' ('plīǝstǝrhø̜̄k') genoemd, twee of meer verticale latten vastgezet. Het gelijkmaken van de tussen deze rijen aangebrachte pleisterlaag met behulp van een derde rij werd in Q 121 'afrijen' genoemd. [monogr.]
II-9
|
27798 |
langs de snoeren kijken |
de stonde doortrekken:
dǝ št˙ǫnt˲ dø.rǝxtrę.kǝ (Q202p Eys
[(Oranje-Nassau I / III / IV)]
[Maurits]),
directie nagaan:
directie nagaan (L422p Lanklaar
[(Eisden)]
[Oranje-Nassau II, Emma, Hendrik]),
directie nemen:
directie nemen (Q003p Genk
[(Winterslag / Waterschei)]
[Eisden]),
inrichten:
enrextǝ (Q112a Heerlerheide
[(Oranje-Nassau I-IV)]
[Maurits]),
inviseren:
e.nviziǝrǝ (Q121c Bleijerheide
[(Domaniale)]
, ... [Winterslag, Waterschei]
Q121p Kerkrade
[(Domaniale)]
[Domaniale]),
kijken of de richting goed is:
kīkǝ ǫf dǝ rexteŋ gōt es (L374p Thorn
[(Maurits)]
[Domaniale]),
langs de koorden kijken:
laŋs dǝ kǭdǝ kikǝ (Q121b Spekholzerheide
[(Willem-Sophia)]
[Maurits]),
langs de loden kijken:
laŋs dǝ luǝdǝ kikǝ (Q121c Bleijerheide
[(Domaniale)]
, ... [Wilhelmina]
Q121p Kerkrade
[(Domaniale)]
[Domaniale]),
langs de snoeren kijken:
laŋs dǝ šnowrǝ kīkǝ (L433p Nieuwstadt
[(Maurits)]
[Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau II, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV]),
laŋs dǝ šnø̄r kīkǝ (Q111p Klimmen
[(Oranje-Nassau I / III / IV)]
[Domaniale]),
laŋs dǝ šnø̄ǝr kikǝ (Q121c Bleijerheide
[(Domaniale)]
[Domaniale]),
laŋs dǝ šnōrǝ kīkǝ (Q113p Heerlen
[(Oranje-Nassau I-IV)]
[Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV]),
langs het lood kijken:
laŋs ǝt lūǝt kikǝ (Q121p Kerkrade
[(Wilhelmina)]
[Willem-Sophia]),
op de kool werken:
op dǝ kǭǝl węrkǝ (Q117p Nieuwenhagen
[(Oranje-Nassau II / Emma / Hendrik)]
[Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV]),
richten:
rextǝ (Q021p Geleen
[(Maurits)]
, ... [Emma]
Q113p Heerlen
[(Emma)]
[Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau II, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV]),
richting doortrekken:
rexteŋ doǝrtrękǝ (Q035p Brunssum
[(Emma / Hendrik / Wilhelmina)]
[Domaniale]),
richting trekken:
rexteŋ trękǝ (Q015p Stein
[(Maurits)]
[Emma]),
rexteŋ trɛkǝ (Q033p Oirsbeek
[(Emma)]
[Emma, Hendrik, Wilhelmina]),
richtung doortrekken:
rixtuŋ dørxtrɛkǝ (Q121c Bleijerheide
[(Domaniale)]
[Maurits])
|
Kijken of de richting van de mijngang goed is. De richting moet naar het werkfront worden doorgetrokken. Voordat men hiertoe overgaat, controleert men eerst of de richting nog wel bruikbaar is. Daartoe bevestigt men drie richtingssnoeren. Hangen deze in een rechte lijn, dan wordt het derde snoer, dat uitsluitend voor controle dient, verwijderd. De richting wordt met behulp van de twee overige doorgetrokken. Daarvoor zijn drie man nodig: één die langs de snoeren kijkt, één die het tweede snoer belicht, terwijl de derde man een lamp voor het front hangt of vasthoudt. Hiervoor wordt bij voorkeur een benzinelamp gebruikt. De vlam wordt zodanig getemperd, dat zij vanaf de richtingssnoeren nog juist duidelijk zichtbaar is. Dit gebeurt om de grootst mogelijke nauwkeurigheid te krijgen. De persoon die viseert geeft door bewegingen met de lamp naar links of naar rechts te kennen naar welke kant de lamp aan het front verplaatst moet worden (Driessen pag. 128-129). [N 95, 851]
II-5
|
31721 |
langshout |
langshout:
langshout (Q032p Schinnen),
laŋshǫwt (Q015p Stein),
lęŋshǫwt (L266p Sevenum)
|
Het vlak van een stuk hout dat de langsdoorsnede van de vezels vertoont. [N 50, 50b]
II-12
|
27909 |
langskap |
béle de taille:
bēl dǝ táj (Q000 Zie mijnen
[(Beringen / Zolder / Houthalen / Zwartberg / Winterslag / Waterschei / Eisden)]
[Beringen, Zolder, Houthalen, Zwartberg, Winterslag, Waterschei, Eisden]),
béle filière:
bēl felję̄r (Q007p Eisden
[(Eisden)]
[Beringen, Zolder, Houthalen, Zwartberg, Winterslag, Waterschei, Eisden]),
bēl filijē̜r (Q000 Zie mijnen
[(Beringen / Zolder / Houthalen / Zwartberg / Winterslag / Waterschei / Eisden)]
[Beringen, Zolder, Houthalen, Zwartberg, Winterslag, Waterschei, Eisden]),
lange beel:
laŋǝ bēl (Q000 Zie mijnen
[(Beringen / Zolder / Houthalen / Zwartberg / Winterslag / Waterschei / Eisden)]
[Eisden]),
langsbeel:
laŋsbēl (Q000 Zie mijnen
[(Beringen / Zolder / Houthalen / Winterslag / Waterschei)]
[Beringen, Zolder, Houthalen, Zwartberg, Winterslag, Waterschei, Eisden]),
langskap:
laŋskap (Q000 Zie mijnen
[(Beringen / Zolder / Houthalen / Zwartberg / Winterslag / Waterschei / Eisden)]
[Beringen, Zolder, Houthalen, Winterslag, Waterschei])
|
Kap die geplaatst wordt in de lengterichting van een pijler of mijngang. [monogr.; N 95, 303; Vwo 103; Vwo 104; Vwo 469; Vwo 470]
II-5
|
27984 |
langspijler |
langspijler:
langspijler (Q121p Kerkrade
[(Wilhelmina)]
, ... [Maurits]
Q111p Klimmen
[(Oranje-Nassau I / III / IV)]
, [Wilhelmina]
L422p Lanklaar
[(Eisden)]
, [Maurits]
Q015p Stein
[(Maurits)]
[Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV]),
laŋs[pijler] (Q035p Brunssum
[(Emma / Hendrik / Wilhelmina)]
, ... [Emma]
L426p Buchten
[(Maurits)]
, [Maurits]
Q121a Chevremont
[(Julia)]
, [Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau II, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV]
Q113p Heerlen
[(Emma)]
, [Laura, Julia]
L433p Nieuwstadt
[(Maurits)]
, [Emma, Hendrik, Wilhelmina]
Q117a Waubach
[(Laura / Julia)]
[Julia]),
langsstreb:
l ̇aŋs[streb] (Q202p Eys
[(Oranje-Nassau I / III / IV)]
[Zwartberg, Waterschei]),
laŋs[streb] (Q121c Bleijerheide
[(Domaniale)]
, ... [Domaniale]
Q113p Heerlen
[(Oranje-Nassau I-IV)]
, [Laura, Julia]
Q112a Heerlerheide
[(Oranje-Nassau I-IV)]
, [Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau II, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV]
Q121p Kerkrade
[(Domaniale)]
, [Willem-Sophia]
Q121b Spekholzerheide
[(Willem-Sophia)]
, [Domaniale]
Q117a Waubach
[(Laura / Julia)]
[Domaniale]),
lɛŋs[streb] (Q121c Bleijerheide
[(Domaniale)]
[Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV]),
langstaille:
laŋs[taille] (L417p As
[(Zwartberg / Waterschei)]
[Maurits])
|
Pijler die in de hellingsrichting van de koollaag ligt. Voor de fonetische documentatie van de woorddelen -(pijler), -(streb) en -(taille) zie men het lemma Pijler. [N 95, 479; N 95, 286]
II-5
|
28424 |
langstrothkast |
langstroth:
langstroth (Q002p Hasselt)
|
Soort bijenkast, Amerikaans van origine. De Langstrothkast wordt wel genoemd "de meest gebruikte bijenwoning ter wereld" (De Roever, pag. 249). Deze Amerikaanse standaardkast heeft geen scharnierende of schuivende delen, noch sponningen, plinten of schuine wanden. Alle onderdelen staan koud op elkaar zonder enige andere verbinding of dichting dan die de bijen zelf aanbrengen. De gewone Langstrothkast heeft tien ramen. Een broedkamerraam van de Langstrothkast heeft een breedte/lengte van 448 mm en een hoogte van 232 mm. [N 63, 9]
II-6
|
34571 |
langwagen |
boomkar:
bōmkar (K278p Lommel),
boomwagel:
būmwāgǝl (Q001p Zonhoven),
būmwǭgǝl (P115p Duras),
boomwager:
buǝmwǭgǝr (K314p Kwaadmechelen),
disselwagen:
disselwagen (Q022p Munstergeleen),
disselwager:
dęsiwǭgǝr (K314p Kwaadmechelen),
houtwagen:
hotwāgǝ (K361p Zolder),
hou̯twāgǝ (L331p Swalmen),
hou̯twāgǝn (L282p Achel),
hø̜̄i̯twāgǝ (L416p Opglabbeek),
hātwāgǝ (K278p Lommel),
hǭltwāgǝ (L163a Milsbeek, ...
L163p Ottersum),
hǭu̯twāgǝ (L317p Bocholt, ...
L316p Kaulille),
lange wagel:
laŋǝ wāgǝl (Q209p Teuven),
laŋǝ wǭgǝl (Q071p Diepenbeek, ...
P107a Rummen),
lange wagen:
laŋǝ wāgǝ (K278p Lommel, ...
L382p Montfort),
laŋǝ wāgǝn (Q098p Schimmert),
langwagel:
la.ŋkwǭ.gǝl (Q094p Hees, ...
Q174p Herderen,
Q176a Ketsingen,
Q089p Martenslinde,
Q177p Millen,
Q168p s-Herenelderen,
Q154p Sint-Huibrechts-Hern,
Q162p Tongeren,
Q172p Vroenhoven,
Q155p Werm,
Q073p Wimmertingen,
Q179p Zichen-Zussen-Bolder),
laŋkwāgǝl (L422p Lanklaar, ...
Q204a Mechelen,
Q032a Puth
[(was in het begin van deze eeuw nog slechts op twee grote bedrijven in gebruik)]
,
Q101p Valkenburg),
laŋkwǭgǝl (P113p Binderveld, ...
P115p Duras,
P186p Gelinden,
Q170p Grote-Spouwen,
P173p Halmaal,
P197p Heers,
P176a Melveren,
Q241p Rutten,
Q181p Sluizen,
Q178p Val-Meer,
P172p Wilderen),
laŋwāgǝl (P044p Zelem),
lā.ŋkwǭgǝl (P187p Berlingen, ...
Q160p Bommershoven,
Q156p Borgloon,
Q159p Broekom,
P178p Brustem,
Q242p Diets-Heur,
Q153p Gors-Opleeuw,
Q079p Guigoven,
Q164p Heks,
P188p Hoepertingen,
Q157p Jesseren,
Q188p Kanne
[(ouderwets)]
,
Q152p Kerniel,
Q167p Koninksem,
Q240p Lauw,
Q182p Nerem,
P117p Nieuwerkerken,
P177a Ordingen,
Q157a Overrepen,
Q161p Piringen,
Q175p Riemst,
Q168a Rijkhoven,
Q076p Romershoven,
P121p Ulbeek,
Q166p Vechmaal,
Q080p Vliermaal,
Q075p Vliermaalroot,
P192p Voort,
Q078p Wellen,
Q079a Wintershoven,
P177p Zepperen),
langwagen:
laŋkwāgǝ (Q113p Heerlen, ...
Q111p Klimmen,
Q033p Oirsbeek
[(voor het vervoer van dunne lange bomen)]
,
Q097p Ulestraten),
laŋkwāgǝn (Q021p Geleen),
laŋkwān (Q211p Bocholtz),
laŋwāgǝ (Q019b Groot Genhout
[(voor oogsten op grote boerderijen)]
, ...
L322a Nunhem,
L289p Weert),
laŋwāgǝn (Q112a Heerlerheide),
laŋwān (Q119p Eygelshoven),
oogstwagel:
ōswāgǝl (Q156p Borgloon, ...
Q204a Mechelen),
ǫxswāgǝl (Q204a Mechelen),
oogstwagen:
au̯xswāgǝ (Q111p Klimmen, ...
L373p Roosteren),
ǭswān (Q119p Eygelshoven),
wagel:
wāgǝl (P048p Halen, ...
Q197p Noorbeek),
wōgǝl (Q093p Rosmeer),
wagen:
wāgǝn (L317p Bocholt)
|
Vierwielige wagen, waarvan het voorste en het achterste asstel met elkaar verbonden zijn door een lange zware balk, de zogenaamde "langboom". De bak rust op drie ronblokken (zie dat lemma). Het achterstel bestaat uit een as, een asblok (zie dat lemma) en een rongblok. De langboom zit met een pin vast in het rongblok. Asblok en rongblok zijn op elkaar bevestigd. De twee achterste wagenarmen zorgen er samen met de langboom voor dat het achterstel onbeweeglijk is. Het voorstel bestaat uit een asblok, een middenblok en een rongblok. De bak rust op de rongblokken; de langboom en de voorste wagenarmen steken door het middenblok. Dwars door de drie blokken steekt een draaipin, waardoor het rongblok kan draaien boven de andere blokken. De dissel (zie dat lemma) zit geklemd tussen de voorste wagenarmen. De langwagen komt voornamelijk in Haspengouw, meer bepaald Droog-Haspengouw, voor. [N 17, 43c; N G, 51 + 70a; JG 1b + 1d]
I-13
|
20751 |
langwerpig wittebrood |
brood:
broe’d (L297p Belfeld),
Syst. WBD
broëd (L271p Venlo),
frans brood:
Syst. Frings
frans˂ bruət (Q002p Hasselt),
lang brood:
lankbroead (Q204a Mechelen),
Syst. Frings
laŋ bruu̯ət (P176a Melveren),
laŋk˂ brūt (K359p Koersel),
Syst. IPA
laŋk˂bruu̯ət (K357p Paal),
Syst. WBD
lank brôôd (Q021p Geleen),
lang wit:
e lang wit (Q083p Bilzen),
Syst. Veldeke
lank wit (L369p Kinrooi),
lang wit brood:
e lang wit braud (Q083p Bilzen),
lang witbrood:
lank witbrood (Q204a Mechelen),
Syst. Frings
laŋ wet˂brōͅu̯t (P222p Opheers),
langbrood:
langbroed (Q198b Oost-Maarland),
lange mik:
en lang miek (Q198b Oost-Maarland),
lange mik (L353p Eksel, ...
L321p Neeritter),
laŋ mek (L413p Helchteren, ...
L416p Opglabbeek),
Syst. Frings
laŋ mek (L317p Bocholt, ...
L286p Hamont,
L286p Hamont,
P176p Sint-Truiden),
laŋ meͅk (K358p Beringen),
laŋmek (L312p Neerpelt),
laŋə mek (L355p Peer),
Syst. Frings (?)
laŋə meͅk (L369p Kinrooi),
Syst. Frings vrl.
laŋ mek (L360p Bree, ...
L366p Gruitrode),
lange weg:
lange wek (Q121c Bleijerheide, ...
Q119p Eygelshoven,
Q121p Kerkrade),
lange wik (L429p Guttecoven, ...
Q192p Margraten,
Q036p Nuth/Aalbeek),
lange wèk (Q032a Puth, ...
Q097p Ulestraten),
lange wék (Q022p Munstergeleen),
lange wêk (Q014p Urmond),
(m.).
laŋə weͅk (L422p Lanklaar),
De -e- is een korte -ei-, dus niet als de -e- in A.B. weg.
lange wek (Q033p Oirsbeek),
Eigen spellingssyst. Zie vragenlijst p.6
lange wè:k (L429a Berg-aan-de-Maas),
franse -e- in le
lange wek (Q009p Mechelen-aan-de-Maas),
Syst. Frings
laŋə weͅk (L370p Kessenich),
Syst. Veldeke
lange wek (Q211p Bocholtz),
Syst. WBD
lange wèk (L434p Limbricht, ...
Q019a Neerbeek),
lange wék (Q121p Kerkrade, ...
Q204a Mechelen),
lange wek:
Syst. WBD
lange wèk (L426p Buchten),
lange witte mik:
lange witte mik (L368p Neeroeteren),
langw weg:
laŋəweͅk (L372p Maaseik),
melkbrood:
Syst. Frings
meͅlək˂bruət (Q002p Hasselt),
mik:
meͅk (Q162p Tongeren),
mik (L320a Ell, ...
L326p Grathem,
L322p Haelen,
L321a Ittervoort,
L322a Nunhem,
L329p Roermond,
L329p Roermond,
L318b Tungelroy),
Syst. Frings
mek (L282p Achel, ...
Q004p Gelieren/Bret,
P213p Niel-bij-St.-Truiden),
me̞k (P175p Gingelom),
mik (Q002p Hasselt),
Syst. IPA
mek (K314p Kwaadmechelen),
Syst. Veldeke
mik (L329p Roermond),
Syst. WBD
mik (L324p Baexem, ...
L331b Boukoul,
L330p Herten (bij Roermond),
L289b Leuken,
L332p Maasniel,
L265p Meijel,
L265p Meijel,
L383p Melick,
L288p Nederweert,
L288p Nederweert,
L294p Neer,
L329p Roermond,
L318b Tungelroy,
L271p Venlo,
L271p Venlo,
L271p Venlo,
L271p Venlo),
mik (?) (L332p Maasniel),
mikje:
mekskə (Q156p Borgloon),
oberlnder (du.):
oberländer (Q117p Nieuwenhagen, ...
Q116p Simpelveld),
o’berlender (Q121c Bleijerheide, ...
Q121a Chèvremont,
Q121d Haanrade,
Q121e Kaalheide/Onderspekholz,
Q121p Kerkrade,
Q121b Spekholzerheide),
pegel:
peel (Q101p Valkenburg),
plats:
plats (L331p Swalmen),
ronde mik:
ronje mik (L321p Neeritter),
stekbrood:
sjtekbrood (Q020p Sittard),
weg:
weg (L159a Middelaar),
weik (L387p Posterholt),
wek (L326p Grathem, ...
L386p Vlodrop),
wē:k (L373p Roosteren),
wèk (L425p Grevenbicht/Papenhoven),
wék (L163p Ottersum, ...
L374p Thorn),
wêk (L295p Baarlo),
#NAME?
wek (Q113p Heerlen),
wijk (L377p Maasbracht),
Eigen phonetische
wik (Q101p Valkenburg),
Eigen syst.
wek (Q113p Heerlen),
Syst. Eykman
wɛ̝k (L244c America),
Syst. Frings
weͅk (L372p Maaseik),
Syst. Veldeke
waek (L270p Tegelen),
wègk (L270p Tegelen),
Syst. WBD
weg (L216p Oirlo, ...
L214p Wanssum),
wek (L269p Blerick, ...
L247p Broekhuizen,
L426z Holtum,
L270p Tegelen,
L268p Velden),
wĕĕk (L290p Panningen),
wèk (L266p Sevenum),
wék (L163p Ottersum),
wéég (L265p Meijel),
Syst. WBD mv. wèkge
wèk (L270p Tegelen),
Werd niet zelf gebakken; langwerpig witbrood kwam van de bakker)
wik (Q112b Ubachsberg),
wegge:
wēͅkə (L420p Rotem),
wit brood:
wit broed (P053p Berbroek),
Syst. Frings
weͅt˂ bru̯oͅt (Q009p Mechelen-aan-de-Maas),
witte mik:
Syst. WBD
witte mik (L269b Boekend, ...
L294p Neer),
witte mi‧k (L270p Tegelen),
witte weg:
witte wêk (Q020p Sittard),
Nieuwe [spelling]
(witte) wek (L299p Reuver),
Syst. WBD
wittewaek (L295p Baarlo),
Syst. WBD mv. wèkge
witte wèk (L270p Tegelen),
wittebrood:
wittebroed (Q193p Gronsveld),
Eigen syst.
wittebrōēd (Q113p Heerlen)
|
langwerpig wittebrood [N 16 (1962)] || Langwerpig wittebrood (peel?) [N 16 (1962)] || langwerpige watermik || wittebrood
III-2-3
|
33323 |
langwerpige hoeve |
boerderij:
[boerderij] (L269b Boekend, ...
K316p Heppen,
P046p Linkhout,
L163p Ottersum,
L270p Tegelen,
K353p Tessenderlo,
Q080p Vliermaal,
P044p Zelem),
boerenhuis:
burǝās (P174p Velm),
geleg:
[geleg] (L372p Maaseik),
gevelhuis:
gēvǝlhøš (L265p Meijel
[(met de deeldeuren in de lange gevel)]
),
gēvǝlhø̜̄i̯s (K361a Boekt Heikant),
gē̜ ̞vǝlhūs (L282p Achel
[(met de deeldeuren in de lange gevel)]
),
kempense boerderij:
kęmpǝsǝ [boerderij] (P051p Lummen),
lang geleg:
lāŋk [geleg] (L416p Opglabbeek),
langbouw:
laŋkbōu̯ (K358p Beringen),
lange boerderij:
laŋ [boerderij] (L314p Overpelt, ...
L290p Panningen,
P176p Sint-Truiden,
L270p Tegelen,
L318b Tungelroy),
lange vorst:
laŋǝ ve.s (Q009p Maasmechelen),
lange winning:
lāŋ [winning] (P218p Borlo, ...
P175p Gingelom),
langgevelhuis:
laŋgēvǝlhø̜̄ǝs (P055p Kermt),
laŋgęi̯vǝlhūs (P050p Herk-de-Stad),
langhuis:
laŋhȳs (L159a Middelaar),
laŋhø̜̄ǝs (Q071p Diepenbeek, ...
Q002p Hasselt,
P055p Kermt),
laŋhūs (L312p Neerpelt, ...
L266p Sevenum),
laŋkhøš (L265p Meijel),
laŋkhø̜̄i̯s (L360p Bree),
laŋkhø̜̄s (P049p Donk, ...
P045p Meldert),
laŋkhūs (L317p Bocholt, ...
Q007p Eisden,
Q021p Geleen,
Q018p Geulle,
L326p Grathem,
Q039p Hoensbroek,
Q028p Jabeek,
L288p Nederweert,
Q096c Neerharen,
L321p Neeritter,
L322a Nunhem,
Q033p Oirsbeek,
L416p Opglabbeek,
L371p Ophoven,
L420p Rotem,
L378p Stevensweert,
L270p Tegelen,
L318b Tungelroy,
Q097p Ulestraten,
L271p Venlo,
L368b Waterloos,
L289p Weert),
laŋkhǫs (Q086p Eigenbilzen, ...
Q093p Rosmeer),
laŋkhǫu̯s (Q072p Beverst, ...
Q003p Genk),
laŋkhǭs (Q076p Romershoven),
laŋkuis (K278p Lommel),
laŋkø̜̄i̯s (K361a Boekt Heikant),
laŋkø̜̄s (K358p Beringen),
laŋø̜̄s (P048p Halen, ...
K317p Leopoldsburg),
lāŋkhø̜s (K358p Beringen, ...
K314p Kwaadmechelen),
lāŋkhūs (L282p Achel, ...
L286p Hamont,
L316p Kaulille),
langshuis:
laŋshȳs (L211p Leunen),
omloper:
ømlø̜i̯pǝr (Q007p Eisden),
schuurhuis:
šȳrhūs (L378p Stevensweert
[(met de deeldeuren in de lange gevel)]
),
winning:
[winning] (P046p Linkhout)
|
Het boerderijtype waarbij het bouwwerk één geheel vormt; woonhuis, stallen en schuur zijn achter elkaar geplaatst onder één langwerpig dak. Navraag naar verschil in boerderijbenaming, wanneer de grote deeldeuren in de korte of achtergevel dan wel in de lange zijgevel zijn geplaatst, leverde slechts in drie plaatsen een positief antwoord op. Zie onder de typen gevelhuis en schuurhuis. Waar de opgave identiek is met de naam voor de boerderij in het algemeen (zie het lemma "boerderij, algemeen" (1.1.1), ook voor de fonetische documentatie van deze opgaven), is doorgaans aangegeven dat dit het enig voorkomende type is en derhalve geen specifieke naam heeft. De betreffende opgaven zijn wel bij de lemmata 1.2.1 - 1.2.6 opgenomen en staan telkens vooraan in het lemma. Bij het type langhuis is niet goed uit te maken of het om een woordgroep dan wel om een samenstelling gaat. Slechts een enkele keer is het woordaccent aangegeven; dan staat het op de eerste lettergreep. Zie kaart 4, het Ten Geleide van deze aflevering en afbeelding 2. [N 4A, 1a en 2a]
I-6
|
33774 |
langwerpige streep van voorhoofd tot neus |
bles:
ble.s (Q169p Membruggen, ...
Q198b Oost-Maarland),
blēs (L290p Panningen),
blęs (L191p Afferden, ...
L244c America,
L295p Baarlo,
L324p Baexem,
L192p Bergen,
K318p Berverlo,
Q083p Bilzen,
Q121c Bleijerheide,
L317p Bocholt,
L247p Broekhuizen,
L425p Grevenbicht / Papenhoven,
Q193p Gronsveld,
L322p Haelen,
L328p Heel,
Q113p Heerlen,
Q112a Heerlerheide,
L330p Herten,
Q039p Hoensbroek,
Q250p Hombourg,
L325p Horn,
L246p Horst,
Q111p Klimmen,
L332p Maasniel,
Q095p Maastricht,
L292a Maxet,
Q204a Mechelen,
L265p Meijel,
L382p Montfort,
Q090p Mopertingen,
L288p Nederweert,
L294p Neer,
L418p Niel-bij-As,
Q033p Oirsbeek,
L163p Ottersum,
L387p Posterholt,
Q032a Puth,
L329p Roermond,
Q099q Rothem,
Q020p Sittard,
L331p Swalmen,
L270p Tegelen,
Q197a Terlinden,
L374p Thorn,
Q162p Tongeren,
Q112b Ubachsberg,
Q101p Valkenburg,
L268p Velden,
L271p Venlo,
L210p Venray,
L214p Wanssum,
Q117a Waubach,
L289p Weert,
Q094b Wolder / Oud-Vroenhoven / Wiler),
doodskop:
duǝtskop (L422p Lanklaar),
grote bles:
grutǝ blęs (Q096d Smeermaas),
grōtǝ blęs (Q178p Val-Meer),
grote kol:
grutǝ kǫl (Q096p Bunde),
lange bles:
laŋǝ blęs (Q109p Hulsberg, ...
Q111p Klimmen,
Q252p Moresnet,
Q248p Remersdaal),
lange streep:
laŋ strip (P052p Schulen, ...
K361p Zolder),
laŋ striǝp (P180p Kerkom),
laŋ strīp (Q083p Bilzen),
lijst:
lis (Q159p Broekom),
lē̜.st (P058p Stevoort),
streep:
strei̯p (Q080p Vliermaal),
strii̯ǝp (K357p Paal),
strip (P053p Berbroek, ...
L269p Blerick,
Q002c Bokrijk,
L413p Helchteren,
K360p Heusden,
L414p Houthalen,
P055p Kermt,
P057p Kuringen,
P056p Stokrooie,
Q094b Wolder / Oud-Vroenhoven / Wiler,
K361p Zolder,
Q001p Zonhoven),
striǝ.p (K358p Beringen, ...
L315p Kleine-Brogel),
striǝp (P179p Aalst, ...
P049p Donk,
P175p Gingelom,
P050p Herk-de-Stad,
P176a Melveren,
K357p Paal,
P107a Rummen,
P176p Sint-Truiden,
Q197a Terlinden),
strē.p (L282p Achel, ...
Q163p Berg,
L421p Dilsen,
L419p Elen,
Q003p Genk,
L286p Hamont,
L316p Kaulille,
Q167p Koninksem,
Q088p Lanaken,
Q240p Lauw,
L424p Meeswijk,
L319p Molenbeersel,
Q090p Mopertingen,
Q082p Munsterbilzen,
L312p Neerpelt,
L314p Overpelt,
L420p Rotem,
Q241p Rutten,
Q168p s-Herenelderen,
L313p Sint Huibrechts Lille,
Q013p Uikhoven,
Q171p Vlijtingen),
strēp (K318p Berverlo, ...
K314p Kwaadmechelen,
K317p Leopoldsburg,
K278p Lommel,
K353p Tessenderlo),
strēǝ.p (L372p Maaseik),
strēǝp (L370p Kessenich),
strē̜.p (L417p As, ...
L359p Beek),
strē̜p (Q014p Urmond),
stręi̯p (P120p Alken, ...
P187p Berlingen,
Q156p Borgloon,
Q153p Gors-Opleeuw,
P184p Groot-Gelmen,
L356p Grote-Brogel,
Q079p Guigoven,
L414p Houthalen,
Q074p Kortessem,
P121p Ulbeek,
Q078p Wellen),
strī.p (Q072p Beverst, ...
Q083p Bilzen,
L317p Bocholt,
Q011p Boorsem,
L360p Bree,
Q071p Diepenbeek,
Q007p Eisden,
L363p Ellikom,
Q087p Gellik,
L366p Gruitrode,
Q094p Hees,
Q081a Heesveld-Eik,
Q174p Herderen,
Q006p Leut,
Q009p Maasmechelen,
Q089p Martenslinde,
Q096c Neerharen,
L368p Neeroeteren,
L416p Opglabbeek,
Q010p Opgrimbie,
L362p Opitter,
L415p Opoeteren,
L355p Peer,
Q175p Riemst,
Q076p Romershoven,
Q154p Sint-Huibrechts-Hern,
L361p Tongerlo,
Q091p Veldwezelt,
Q075p Vliermaalroot,
Q008p Vucht),
strīp (Q002p Hasselt, ...
K359p Koersel,
P046p Linkhout,
L266p Sevenum,
P118a Wijer),
strīǝp (L352p Hechtel, ...
Q188p Kanne,
P047p Loksbergen,
P045p Meldert,
P177a Ordingen,
L354p Wijchmaal,
P044p Zelem),
strɛi̯p (Q005p Zutendaal),
strɛ̄i̯p (P222p Opheers),
str˙ēp (Q155p Werm),
štrēp (L322p Haelen, ...
Q121p Kerkrade,
L293p Roggel,
Q098p Schimmert),
streepje:
stręi̯pkǝ (Q003p Genk),
štripkǝ (Q112a Heerlerheide),
tweede snuit:
twidǝ snǭǝt (Q079a Wintershoven),
witte baan:
wetǝ bǫn (K316p Heppen),
witte bles:
witǝ blęi̯.s (Q164p Heks),
witte muil:
wetǝ māl (P218p Borlo),
wetǝ mɛ̄l (P113p Binderveld),
witte snuit:
wetǝ snāt (P178p Brustem, ...
P219p Jeuk
[(één of beide lippen zijn eveneens wit)]
),
wetǝ snāǝt (P213p Niel-Bij-Sint-Truiden),
witte streep:
wetǝ strei̯p (Q157p Jesseren, ...
P220p Mechelen-Bovelingen,
P119p Sint-Lambrechts-Herk,
Q073p Wimmertingen,
P177p Zepperen),
wetǝ strep (P051p Lummen),
wetǝ strip (Q002a Godschei, ...
Q002p Hasselt),
wetǝ striǝp (P224p Boekhout, ...
P178p Brustem,
P115p Duras,
P173p Halmaal,
P117p Nieuwerkerken,
P176p Sint-Truiden,
P174p Velm,
P172p Wilderen),
wetǝ strēp (L318p Stramproy),
wetǝ strī.p (Q188p Kanne, ...
L367p Neerglabbeek,
Q012p Rekem,
L358p Reppel,
L365p Wijshagen),
wetǝ strīǝp (P182p Buvingen, ...
P227p Vorsen),
witǝ strei̯p (Q157a Overrepen),
witǝ strip (Q079a Wintershoven),
witǝ strē.p (Q242p Diets-Heur, ...
Q177p Millen,
Q182p Nerem,
Q181p Sluizen),
witǝ strēp (Q077p Hoeselt, ...
Q168a Rijkhoven),
witǝ stręi̯p (Q160p Bommershoven, ...
P186p Gelinden,
P195p Gutschoven,
P197p Heers,
P188p Hoepertingen,
Q165p Hopmaal,
Q152p Kerniel,
Q161p Piringen,
Q166p Vechmaal,
P192p Voort,
Q172p Vroenhoven),
witǝ strīp (Q179p Zichen-Zussen-Bolder),
witǝ str˙ēp (Q162p Tongeren)
|
Lange, witte streep over de paardekop tot halverwege de neus, naar de vorm in verschillende soorten onderscheiden: ''halve'' en ''doorlopende bles'', ''smalle'' en ''brede bles'', en als ze de hele snuit wit kleur: witte muil, snuit. Zie ook het vorige lemma met ''bles'' in de betekenis van een naar voren hangend haarbosje. Zie afbeelding 4. [JG 1a, 1b; N 8, 27b]
I-9
|