22095 |
{nee} |
<naam>:
nee (Q027p Doenrade, ...
Q027p Doenrade,
Q027p Doenrade,
Q007p Eisden,
Q007p Eisden,
Q007p Eisden,
Q202p Eys,
Q202p Eys,
Q202p Eys,
Q202p Eys,
P219p Jeuk,
Q171p Vlijtingen,
Q171p Vlijtingen),
neen (Q157p Jesseren, ...
Q157p Jesseren,
Q157p Jesseren,
Q157p Jesseren,
L289p Weert,
L289p Weert,
L289p Weert,
K361p Zolder),
Algemene opmerking bij deze vragenlijst: invuller heeft hierbij twee bijlagevellen bijgevoegd, t.w.
nee (Q083p Bilzen, ...
Q083p Bilzen,
Q083p Bilzen,
Q083p Bilzen)
III-3-2
|
|
18196 |
{slobje} |
sok:
Zok en zökske verdringen slob en slöbbeke meer en meer. -> sem. toel.
slöbbeke (K354p Deurne (WBD))
III-1-3
|
|
18196 |
{sokje} |
sok:
Zok en zökske verdringen slob en slöbbeke meer en meer. -> sem. toel.
zökskə (K354p Deurne (WBD))
III-1-3
|
|
17930 |
{wat een getrampel, zo een getaffel} |
slenteren:
wat eh getrampel, zoe eh getaffel (L355p Peer)
III-1-2
|
|
22461 |
{z. toel.} |
aardappelfooi:
als men aardappelen heeft gerooid wordt geregeld het loof opgestookt in den avond
z. toel. (P058a Schakkebroek),
andere voorwerpen in bikkelspel:
bikkels van tin of lood
z. toel. (Q039p Hoensbroek),
blikken of tinnen bikkels
z. toel. (Q115p Schin-op-Geul),
dikkels van tin
z. toel. (Q102p Amby),
loden bikkels
z. toel. (P188p Hoepertingen),
loden of koperen bikkles
z. toel. (Q194p Rijckholt),
loden of koperen keutjes
z. toel. (L377p Maasbracht),
met ijzeren of loden bieGels
z. toel. (L325p Horn),
met keitjes of kroonkurken
z. toel. (L413p Helchteren),
met loden bikkels
z. toel. (K314p Kwaadmechelen),
met loden dikkels
z. toel. (Q112z Ten-Esschen/Weustenrade),
met loden keutjes
z. toel. (Q180p Mal),
met loden of ijzeren kootjes of beentjes van varkens
z. toel. (P176p Sint-Truiden),
met loden of tinnen bikkels
z. toel. (L289p Weert),
met loden of tinnen kuuetjes
z. toel. (L320a Ell),
met metalen beentjes met gekleurde zijden
z. toel. (Q121c Bleijerheide),
met namaakbeentjes
z. toel. (P120p Alken),
met spelden
z. toel. (Q193p Gronsveld),
met steentjes
z. toel. (Q071p Diepenbeek),
met stenen en stukken pannen
z. toel. (L372p Maaseik),
met tinnen diegele
z. toel. (Q035p Brunssum),
met tinnen keuet
z. toel. (L426z Holtum),
met versierde ivoren kootjes en later met kroonkurken
z. toel. (P176p Sint-Truiden),
met wervels van een stokvis en met kroonkurken
z. toel. (P177p Zepperen),
onder het opgooien van de bal moest het keutje gedraaid worden
z. toel. (L289p Weert),
sje]sk\\s Áöjt vrk\\spÈj\\t
z. toel. (L360p Bree),
beugelen:
niet gebruikelijk; id. 74.
/ (L353p Eksel),
bijzondere spelen met een priktol:
Er wordt n grooten kring gemaakt ongeveer 1m doormeter. Daarin n kleine van n 20 cm doormeter. De spelers staan rond de groote kring. Er wordt gelot wie het eerst moet inwerpen in den kleinen kring. De oudere spelers moeten trachten den eersten speler zn priktol uit den kleinen kring te werpen. Wie daarin lukt, dat is de winner
spelen (P057p Kuringen),
bromtol:
alleen in blik
/ (L317p Bocholt),
Deze tol niet bekend.
/ (L377p Maasbracht),
Geen bijzondere naam.
/ (Q034p Merkelbeek),
Geine naam (weurt hie neet gemaak).
/ (Q103p Berg-en-Terblijt),
Hier niet bekend.
/ (L318b Tungelroy),
Komt niet voor.
/ (L293p Roggel),
Niet bekend.
/ (L329p Roermond),
Nooit gehoord.
/ (L271p Venlo),
Nooit gezien.
/ (L377p Maasbracht, ...
Q095p Maastricht),
Van hout bestaan ze hier niet.
/ (Q203p Gulpen),
Van hout onbekend.
/ (L296p Steyl),
kiskassen:
Opm. het woord zelf wordt hier niet gebruikt, betekent wel: raar werpen (met platte stenen).
z. toel. (Q103p Berg-en-Terblijt),
knikkertermen:
Franquinet beschrijft er ook enige van bij de uitdrukking Good die huif! laot ze rolle! Maasgouw Jg. III blz. 476.
z. toel. (Q095p Maastricht),
kruidwis:
een collectief onbekend
z. toel. (Q035p Brunssum),
liedjes bij het sint-maartensvuur:
sintə mattə krikske vūr (P050p Herk-de-Stad),
maandag na driekoningen:
Geen woord voor.
z. toel. (Q121p Kerkrade),
matsen:
(voetbal Bilzen VV, kampioen spelen - sic)
/ (Q083p Bilzen),
onnozele-kinderendag:
In Venlo: Allerkindere; Sittard: ?
z. toel. (Q020p Sittard),
op bedevaart gaan:
Men noemt t doel: lèènhof, H. Gerardus i Wittens Kaevelear.
zie toelichting (Q113p Heerlen),
palmpaas:
lêk-mn-lip = lekstok, lolly.
/ (Q083p Bilzen),
palmtakjes plaatsen:
a, b, c, d
z. toel. (Q099p Meerssen, ...
Q253p Montzen,
Q112p Voerendaal),
a, b, c, e
z. toel. (Q117p Nieuwenhagen),
aon eeder kruiske in hoes
z. toel. (Q095p Maastricht),
raadspel:
Wij namen als kind al naar gelang ieder in de hand 3-4-steentjes + meer. Voorop rade men hoeveel steentjes de tegenstrever in de handpalm had. Was het wederzijds juist, dan was ieder kampioen en moest de ene de ander een kleine beloning geven uit zijn eigen bezit, b.v. snoepje, fruit, de wederzijdse ontevredenheid voor het aangebodene leide gewoonlijk tot ruwie en schelden.
z. toel. (Q003p Genk),
rondreizende toneelgroep:
De beddeleers (bedelaars) ramaseerden zo geld door moonica (harmonica) te spelen.
/ (P219p Jeuk),
schaatsijzer:
Daar hier weinig geschaatst wordt, kan ik daar geen zeker antwoord op krijgen. Elders in Limburg et ieëzer alsik me niet vergis.
/ (L381a Putbroek),
idem [als a]
/ (Q112p Voerendaal),
neen
/ (P218p Borlo, ...
P184p Groot-Gelmen,
Q158a Henis,
K316p Heppen,
K357p Paal,
P056p Stokrooie,
Q166p Vechmaal,
Q171p Vlijtingen,
L354p Wijchmaal),
Neen. Ik laot efkes de schets sliepe.
/ (L191p Afferden),
Niet bekend; iezer = ijzer.
/ (L296p Steyl),
schoepen:
(sjoeppe = stelen)
/ (Q083p Bilzen),
sint-maartensvuur:
Onbekend, zelfs van ouderen.
/ (Q278p Welkenraedt),
sjoelen:
wordt niet gespeeld
/ (L353p Eksel),
sleuteltol:
Kan het me nog uit mijn jeugd herinneren. In de houten sleutel werd een gat gebrand. Of er een aparte naam voor was weet ik niet.
/ (Q015p Stein),
sliepuit:
(uitlachen omdat hij niet weet)
/ (Q199p Moelingen),
grote mond hebben, naderhand zich terugtrekken
/ (Q187a Heugem),
meestal met scheldnaam
/ (Q113p Heerlen),
sjeltnaam
/ (L382p Montfort),
spitsroeden lopen:
Nooit gespeeld.
/ (P219p Jeuk)
III-3-2, III-3-3
|
|
18424 |
{zigeunerrok} |
plooirok:
Met kleine plooien, niet gelijkmatig verdeeld.
sigeunərrok (L416p Opglabbeek)
III-1-3
|
|