29256 |
uitschuivers |
uitschuivers:
ūtšȳbǝrs (L318p Stramproy)
|
Zware, uitschuifbare stukken hout aan de binnenkant van het handweefgetouw, dienend om, als men op het getouw sterkt, de kettingboom daarop een stuk verder achter het getouw te leggen. [N 39, 92a]
II-7
|
25770 |
uitslaan |
(de) uitslag maken:
øtslax mǭkǝ (K353p Tessenderlo),
aanleggen:
ānlęqǝ (Q015p Stein),
afpompen:
āfpompǝ (Q032p Schinnen),
afschrijven:
āfsxrīvǝ (L289p Weert),
āfšrīvǝ (L381p Echt, ...
L294p Neer),
aftappen:
āftapǝ (L387p Posterholt),
de binder maken:
dǝr bindǝr māxǝ (Q121c Bleijerheide),
de kap uitslaan:
dǝ kap˱ ūtšlǭ (Q204a Mechelen),
een opreet maken:
ęnǝ opres māxǝ (Q121c Bleijerheide),
leegmaken:
lēxmākǝ (P180p Kerkom),
op ware grootte uitslaan:
op wārǝ gryǝtǝ ūtšlǭn (L387p Posterholt),
oppompen:
opp ̇ompǝ (L362p Opitter),
oppompen (L250p Arcen),
ǫppompǝ (L325p Horn),
overpompen:
ø̄vǝrpōmpǝ (Q101p Valkenburg),
pompen:
pompen (L250p Arcen, ...
Q095p Maastricht),
pōǝmpǝ (P120p Alken),
pǫmpǝ (L325p Horn),
ten goede uittekenen:
tǝguj ǫwttēkǝnǝ (Q083p Bilzen),
uitslaan:
ytslān (L210p Venray),
ūsšlǫǝ (Q121c Bleijerheide),
ūtslōn (Q095p Maastricht, ...
Q095p Maastricht),
ūtslǫan (Q018p Geulle),
ūtslǭn (L426p Buchten, ...
L382p Montfort,
Q015p Stein,
Q015p Stein),
ūtšlūǝ (Q204a Mechelen),
ūtšlǭ (Q119p Eygelshoven),
ūtšlǭn (L387p Posterholt, ...
L385p Sint Odilienberg,
L270p Tegelen),
ūtšlǭǝ (Q117p Nieuwenhagen, ...
Q033p Oirsbeek,
Q118p Schaesberg),
ǫwtsloan (L414p Houthalen),
ǭtslǭn (Q001p Zonhoven),
uitslag maken:
ytslax mākǝ (L163p Ottersum
[(idem)]
, ...
L163p Ottersum),
øtslax mǭʔǝ (K353p Tessenderlo),
ūtšlāx mākǝ (Q098p Schimmert),
̇ūtšl ̇āx mākǝ (L329p Roermond),
uitslagen:
ūtšlāǝ (Q032p Schinnen),
uittekenen:
ūttęjkǝnǝ (L423p Stokkem),
uittekenen op grootte:
ǫwttēkǝnǝ ǫp ˲grødǝ, grøtǝ (Q083p Bilzen),
uitzetten:
ūt˲zętǝ (L423p Stokkem),
ūt˲zɛtǝ (Q088p Lanaken)
|
Alvorens men het dak opzet, wordt het gebint eerst op de grond of op papier op ware grootte uitgetekend. Deze uitslag stemt overeen met de doorsnede van de kap. De uitslag dient als model om de balken af te schrijven. [N 54, 150b] || De wort uit de wortketel naar de koelplaats overbrengen. Dat kan geschieden met behulp van een emmer aan een steel, een jachtbuis of een pomp. [N 35, 43; monogr.] || Een onderdeel van een werkstuk in volle grootte op papier uittekenen. Zie ook het lemma "uitslaan" in Wld II.9, pag. 103. [N 64, 91; N 66, 27] || Een tekening maken op ware grootte van een kar- of wagenmodel of de onderdelen daarvan. Zie ook het lemma ɛwerktekeningɛ in de paragraaf over de meetwerktuigen, pag. 75.' [N G, 20a] || Vóór het maken van een trap een plattegrond ervan op ware grootte tekenen, bijvoorbeeld op een schot of op de vloer. Met uitzondering van de rechte steektrap wordt voor iedere trap altijd een plattegrond getekend. [N 55, 95a]
II-11, II-12, II-2, II-9
|
30387 |
uitslag |
grondplan:
grǫntplan (Q083p Bilzen),
plattegrond:
platǝgrōnt (L163p Ottersum),
plattegrondreet:
platǝjroŋkres (Q121c Bleijerheide),
uitslag:
øtslax (K353p Tessenderlo),
ūtslāx (Q015p Stein),
ūtšlāx (Q119p Eygelshoven, ...
L387p Posterholt,
L385p Sint Odilienberg,
L270p Tegelen)
|
Een tekening op ware grootte van een kar- of wagenmodel of de onderdelen daarvan. Zie ook het lemma ɛwerktekeningɛ in de paragraaf over de vaktaal van de timmerman.' [N G, 20b] || Tekening op ware grootte van een trap. [N 55, 95b]
II-12, II-9
|
18108 |
uitslag onder de neus |
blaar op de lippen:
bloar op de lippe (Q003p Genk),
brand:
bra:nd (L316p Kaulille),
brand (L366p Gruitrode),
brandj (L369p Kinrooi),
branjd (Q015p Stein),
brând (L353p Eksel),
op lippen
brând (L353p Eksel),
brobbels:
broebels (P219p Jeuk),
brutselen:
braotsjēle (L329p Roermond),
brōōsəl (L299p Reuver),
brótzele (L332p Maasniel),
de neus is aan het zweren:
də nās es a.n ət šweͅ.arə (Q202p Eys),
de tul is aan het zweren:
də tyl es a.n ət šweͅ.arə (Q202p Eys),
fistel:
futsel (K278p Lommel, ...
Q095p Maastricht,
L382p Montfort),
frommel:
frommel (L298a Kesseleik),
krappen:
krabbe (Q201p Wijlre),
krabben (Q202p Eys),
krâbbe (Q098p Schimmert),
krenten:
krinte (Q202p Eys),
krinten (Q120p Heerlerbaan/Kaumer),
op sommige plaatsen (misschien in Kwaadmechelen)
krènt (L352p Hechtel),
neuszweer:
Niet alg.
naoszwaer (Q083p Bilzen),
puisten:
pŭŭstə (L164p Gennep),
rappen:
WNT: rap (I), mv. rappen, 1) Roof van een wond, korst van een huidziekte, puist.
rapə (P047p Loksbergen),
rood:
sic!
roed (K361p Zolder),
roof:
reuf (L288a Ospel),
{ru.\\f}
roe`f (L353p Eksel),
rover:
roeëver (L352p Hechtel),
uitslag:
aatslag (P219p Jeuk),
autslaag (Q003p Genk),
oetschlaag (Q035p Brunssum),
oetsjlaag (Q111p Klimmen, ...
Q034p Merkelbeek,
L294p Neer,
L387p Posterholt,
L329p Roermond),
oetsjláág (Q098p Schimmert),
oetslaag (L269p Blerick, ...
Q095a Caberg,
L381p Echt/Gebroek,
L371a Geistingen,
L321a Ittervoort,
L369p Kinrooi,
Q095p Maastricht,
L382p Montfort,
Q015p Stein,
Q014p Urmond),
oetslag (Q012p Rekem),
oeëtslaag (L317p Bocholt),
oētsjlaag (Q112z Ten-Esschen/Weustenrade),
ootslaag (Q086p Eigenbilzen),
ootslaoch (Q086p Eigenbilzen),
ootslaog (Q171p Vlijtingen),
ootsloag (Q086p Eigenbilzen),
outslaag (L414p Houthalen),
oâtslag (P176p Sint-Truiden),
ōētschlaach (Q102p Amby),
ōētsjlaach (Q207p Epen),
ōētsjlaag (Q027p Doenrade),
ōētsjlààch (Q035p Brunssum),
ōētslaag (L271p Venlo),
ōētsláách (L378p Stevensweert),
ōëtslaag (L266p Sevenum),
uitslaag (L371p Ophoven),
uitslag (L282p Achel, ...
L422p Lanklaar,
K278p Lommel,
K353p Tessenderlo,
P227p Vorsen),
utjslach (L265p Meijel),
utslag (K317a Kerkhoven),
uutslaag (L416p Opglabbeek),
uutslág oonder de neus (L210p Venray),
ôêtslaog (Q188p Kanne),
ətslag (K317p Leopoldsburg),
verzwering:
verzwēring (Q003p Genk),
zeek:
(zeek) (Q019p Beek),
zeek (Q193p Gronsveld, ...
Q197p Noorbeek,
Q197a Terlinden),
zeek onger de naas (L374p Thorn),
Of zech ???
zeek (Q098p Schimmert),
zweertjes:
zweerkes (L355p Peer, ...
L355p Peer),
zweertjes (L355p Peer),
zwèèrkes (L265p Meijel),
zweren:
sjweare (Q222p Vaals),
sjwearə ongər de naas (Q116p Simpelveld),
sjweir (L386p Vlodrop),
sjwéérə (Q033p Oirsbeek),
zjwaere (Q021p Geleen),
zjwèere (Q203p Gulpen),
zjwéérə (L432p Susteren),
zwaere (onder de naos) (Q083p Bilzen),
zwaeëre (L317p Bocholt),
zweer (L428p Born),
zweiren (L282p Achel),
zweren (P120p Alken, ...
P176p Sint-Truiden),
zwiere (L372p Maaseik),
zwère (L360p Bree),
zwéérə (L271p Venlo),
Wordt omschreven.
ẓwɛ̄rə ondər gən nās (Q253p Montzen),
zwerenneus:
šweͅ.arə nās (Q202p Eys)
|
Uitslag, zweertjes op de lippen en de kin (krentenbaard, baardziekte). [N 107 (2001)] || Uitslag, zweren onder de neus (futsel, logistgast). [N 84 (1981)] || Uitslag, zweren onder de neus (futsel, logistgast, uitslag, zweren). [N 107 (2001)]
III-1-2
|
34349 |
uitslag vertonend |
branderig:
branderig (P048p Halen, ...
L329p Roermond),
brandǝrex (K278p Lommel, ...
Q101p Valkenburg,
L268p Velden,
L271p Venlo),
branjǝrex (L292p Heythuysen),
branǝrex (Q097p Ulestraten),
braŋǝrex (L422p Lanklaar),
brāndǝrex (L164p Gennep, ...
L159a Middelaar,
L163p Ottersum),
bręnǝrǝx (Q077p Hoeselt),
brɛndǝrex (L295p Baarlo, ...
L269p Blerick,
Q193p Gronsveld,
L211p Leunen,
L163a Milsbeek,
L163p Ottersum,
L266p Sevenum,
L268p Velden,
Q094b Wolder / Oud-Vroenhoven / Wiler),
brɛnjǝrǝx (L426p Buchten, ...
L384p Herkenbosch,
L330p Herten,
L434p Limbricht,
L377p Maasbracht,
L332p Maasniel,
L382p Montfort,
L373p Roosteren),
brɛnǝrex (L429p Guttecoven, ...
L426z Holtum,
Q111q Ransdaal,
L270p Tegelen),
brandig:
brandex (P186p Gelinden, ...
P197p Heers,
P213p Niel-Bij-Sint-Truiden),
branex (K314p Kwaadmechelen),
bri̯ɛnex (L322a Nunhem),
brē̜i̯nex (L360p Bree),
brē̜njix (L420p Rotem),
bręi̯nex (Q156p Borgloon),
bręndęx (Q002p Hasselt),
bręndǝx (Q077p Hoeselt, ...
Q176a Ketsingen),
bręnjex (L372a Aldeneik, ...
L369p Kinrooi,
L372p Maaseik,
L371p Ophoven,
L423p Stokkem,
L368b Waterloos),
bręnǝx (K358p Beringen, ...
K318p Berverlo,
L317p Bocholt,
Q156p Borgloon,
Q071p Diepenbeek,
Q002p Hasselt,
P188p Hoepertingen,
P055p Kermt,
K278p Lommel,
P051p Lummen,
Q009p Maasmechelen,
L416p Opglabbeek,
Q003a Oud-Waterschei,
L314p Overpelt,
K357p Paal,
L355p Peer,
Q072a Rapertingen,
Q093p Rosmeer,
P054p Spalbeek,
Q178p Val-Meer,
Q078p Wellen,
Q079a Wintershoven,
Q179p Zichen-Zussen-Bolder),
brɛndex (L265p Meijel, ...
Q198b Oost-Maarland,
P107a Rummen,
Q117a Waubach),
brɛndjex (L288a Ospel, ...
L290p Panningen,
L318b Tungelroy),
brɛnjex (L324p Baexem, ...
L289h Boshoven,
L331b Boukoul,
L360p Bree,
Q035p Brunssum,
L323p Buggenum,
L320a Ell,
Q021p Geleen,
L326p Grathem,
L322p Haelen,
L426z Holtum,
L289b Leuken,
Q009p Maasmechelen,
L383p Melick,
L294p Neer,
L321p Neeritter,
L290p Panningen,
L329p Roermond,
L331p Swalmen,
L374p Thorn,
L318b Tungelroy,
L289p Weert),
bratsig:
brātšēx (Q096c Neerharen),
brɛtsex (Q039p Hoensbroek),
brennetig:
bręnǝtix (Q162p Tongeren),
brɛnǝtex (Q032a Puth, ...
Q020p Sittard),
vurig:
vȳrex (Q204a Mechelen, ...
Q209p Teuven)
|
Gezegd van een varken dat lijdt aan de vlekziekte. [N 19, 27b]
I-12
|
22343 |
uitsliepen |
berenvaren:
baerevaare (Q014p Urmond),
bie, bie zeggen:
biè, biè zegge (Q178p Val-Meer),
ene het hemd uitdoen:
eenge ⁄net hème oetdoewe (Q251p Gemmenich),
enselen?:
[vgl. WLD III, 3.1: enselen in lm. bekvechten / kibbelen]
ensjele (Q034p Merkelbeek),
iemand liggen hebben:
eines ligke höbbe (L360p Bree),
itsen:
itsen (L355p Peer),
judassen:
joedasse (Q211p Bocholtz),
kits-kits maken:
Sub kits-kits!
kits(e)-kits(e) maake (Q251p Gemmenich),
kitsen:
kietse (Q207p Epen, ...
Q113p Heerlen),
kisje (Q034p Merkelbeek),
Dit zegt men ook, doch dit is meer om iemand kwaad te krijgen, terwijl het eerste goedmoediger is.
kiesjə (Q112a Heerlerheide),
kitsuit doen:
kĭĕts oet"doen (Q196p Mheer),
kreiten:
[vgl. G. Naert (1985), pag. 13 sub unica en vergissingen: kreten].
iemand kreten (L414p Houthalen),
algemeen voor tergen
krä:tə (P047p Loksbergen),
lilakken:
līlakə (Q117p Nieuwenhagen),
nakeken:
er hèt mich naogekèè:ke (Q094b Wolder/Oud-Vroenhoven),
nao kèè:ke (Q094b Wolder/Oud-Vroenhoven),
pootje lappen:
ee puu.tje lappe (Q117a Waubach),
sliepen:
sliepe (L382p Montfort, ...
K359a Stal),
slīpə (L286p Hamont),
slîe.pe (K361p Zolder),
Maa, ze slîepe mich óut: Ma, ik word uitgelachen.
slîepe (Q074p Kortessem),
sliepuit doen:
eemes sjliep oe‧t doo:n (Q020p Sittard),
ee‧mes slie:p oet doo‧n (L292p Heythuysen),
sjlie.p oe.t doo.n (L332p Maasniel, ...
L290p Panningen),
sjlie:p oe:t daon (L329p Roermond),
sjlie:p oet doon (Q099p Meerssen),
sjliep oe:t doon (L327p Beegden),
sjliep oet doae (Q203p Gulpen),
sjliep oet doon (L434p Limbricht, ...
Q095p Maastricht,
Q032a Puth,
L329p Roermond,
L329p Roermond),
sjliep ōēt dōēə (Q112a Heerlerheide),
sjlie‧p oe‧t doo‧n (L328p Heel, ...
L433p Nieuwstadt),
sjlīē.p oe.t doo.n (L331b Boukoul, ...
L331p Swalmen),
sjlīē.p ōē.t doo.n (L292p Heythuysen, ...
L376p Linne),
sjlīēp ōēt doon (L270p Tegelen),
sjlīēp ōēt dôôn (Q111p Klimmen),
slie.p oe.t dôôn (L289p Weert),
slie:p oet doen (Q095p Maastricht),
slie:p oet doo:n (L289p Weert),
slie:p oet doo‧n (L292p Heythuysen),
sliep oe:t doo:n (L288p Nederweert),
sliep oet doen (Q199p Moelingen, ...
Q187p Sint-Pieter),
sliep oet doon (L321p Neeritter, ...
L271p Venlo),
sliep oet dôê:n (L353p Eksel),
sliepoet doon (Q020p Sittard),
sliepuut dōēn (L164p Gennep),
sliēp oēt doōn (L269b Boekend),
slie‧p oet doon (L289p Weert),
slie‧p oet doo‧n (L293p Roggel),
slie‧p oe‧t daon (L297p Belfeld),
slie‧p oe‧t doe‧n (Q095p Maastricht, ...
Q104p Wijk),
slie‧p oe‧t doon (Q017p Elsloo),
slie‧p oe‧t doo‧n (L381p Echt/Gebroek, ...
L290a Egchel,
Q017p Elsloo,
L291p Helden/Everlo,
L246p Horst,
L373p Roosteren,
Q015p Stein,
L270p Tegelen,
L270p Tegelen,
L268p Velden,
L268p Velden,
L271p Venlo,
L375p Wessem),
slie‧p ōēt daon (L266p Sevenum),
slie‧p ōēt doo‧n (Q113p Heerlen),
slie‧poe‧t doo‧n (L269p Blerick),
sliêp oêt doon (L271p Venlo),
slīēp ōēt doon (L271p Venlo),
⁄t sliep oet doon (L324p Baexem),
(wijsvinger van rechter- + linkerhand tegen elkaar wrieven).
slie‧p oei̯t doo‧n (Q101p Valkenburg),
sliepuit hellen:
sjliep oet helle (Q032a Puth),
sliepuiten:
sliep oete (Q095a Caberg),
spits doen:
sjpeitsdoe: (Q211p Bocholtz),
tergen?:
tirge (L383p Melick),
uititsen:
imət outītsən (L355p Peer),
out iĕtsen (L354p Wijchmaal),
uitjeuken:
ōētjèùken (Q015p Stein),
uitjitsen:
iemënt oetjïtsë (L422p Lanklaar),
ūtjitse (L368p Neeroeteren),
uitjoechen:
Cf. WNT sub joechjachen.
oe‧tjoegen (Q014p Urmond),
uitkaken:
oe:tkake (L331p Swalmen),
uitkitsen:
enne oe:tkiesje (Q112p Voerendaal),
ich kiesj dich oe:t (Q112p Voerendaal),
oet kietse (Q255p Kelmis),
oetkietse (Q253p Montzen),
ōē.tkietsen (Q207p Epen, ...
Q204a Mechelen),
ūtkitsə (Q202p Eys),
[vgl. G. Naert (1985), pag. 12 sub uitjitsen].
enge oetkitsen (Q253p Montzen),
engen oetkietsen (Q253p Montzen),
oetkietsə (Q253p Montzen),
ûtkĭtse (Q253p Montzen),
uitlachen:
enge oetlaache (Q278p Welkenraedt),
iemand oetlache (Q178p Val-Meer),
iemes oetlaache (Q179p Zichen-Zussen-Bolder),
imand uitlache (P174p Velm),
imant ō[i}tlachə (P186p Gelinden),
imət utlachen (L286p Hamont),
imət ūtlachən (L313p Sint-Huibrechts-Lille),
inne oetlache (Q039p Hoensbroek),
ĭmant aotlachən (K353p Tessenderlo),
oeslaache (Q121p Kerkrade),
oet laache (Q255p Kelmis),
oetlache (L417p As, ...
Q033p Oirsbeek),
oetlachen (L353p Eksel, ...
L387p Posterholt),
ōētlaache (Q198p Eijsden),
uitlachten:
iemand uitloagte (Q083p Bilzen),
imand oaitlāchtə (Q080p Vliermaal),
īmand autlāchta (Q167p Koninksem),
ymənt autlāchtə (Q158p Riksingen),
uitschelden:
ee:mes oetsjelle (L382p Montfort),
eemes oetsjelle (L384p Herkenbosch),
oetschelde (L266p Sevenum),
oetsjelle (Q105p Heer),
oetsjèlle (Q112a Heerlerheide, ...
Q094b Wolder/Oud-Vroenhoven),
uitschieten:
[sic]
imant ōͅtdsjø͂ͅtə (Q160p Bommershoven),
uitsen:
ōētse (Q121p Kerkrade),
uitsleeuwen:
ieme oetslaöwe (Q117b Rimburg),
oetslaöwe (Q117b Rimburg),
uitsliepen:
aatsliepe (P219p Jeuk),
aatslieëpe (P176p Sint-Truiden),
autsliepë (Q077p Hoeselt),
ātslīpə (P176p Sint-Truiden),
eemes oetsjlie:pe (Q014p Urmond),
eemes oetsjliepe (Q100p Houthem, ...
Q101p Valkenburg),
eemes oetsliepe (L374p Thorn, ...
L271p Venlo),
ee‧mes oe:tslie:pe (L287p Boeket/Heisterstraat),
ee‧mes oetsjlie‧pe (Q035p Brunssum),
ee‧mes oe‧tslie‧pe (L382p Montfort),
em ə[i}s ūtslipə (L420p Rotem),
emes oet sjliepe (L331p Swalmen),
emes oetslie‧pe (Q098p Schimmert),
ich sjlie‧p tich oe‧t (L433p Nieuwstadt),
ich sliep hûm oet (Q188p Kanne),
ich sliep tich oet (Q188p Kanne),
iemand aatslĭpe (P176p Sint-Truiden),
iemand o[u}tslīpən (Q083p Bilzen),
iemand ötslippen (K353p Tessenderlo),
iemand ùùtsliei̯pe (L247p Broekhuizen),
ieme oetslîêpe (Q088p Lanaken),
iemes oe‧tschliëpe (Q118p Schaesberg),
iemënt oetsliepë (L422p Lanklaar),
imānt ātsli[ə}pə (P176p Sint-Truiden),
immand aat slieëpe (P183p Mielen-boven-Aalst),
iɛmant outsliɛpə (P057p Kuringen),
laot tich mer neet oetsjliepe (L330p Herten (bij Roermond)),
oe-tsjlie-pe (L329p Roermond),
oe.tsjlie.pe (Q117a Waubach),
oe:t schlie:pe (Q098p Schimmert),
oe:tsjlie:pe (L332p Maasniel),
oe:tsjliepe (L270p Tegelen),
oesjliepe (L330p Herten (bij Roermond)),
oet sliepe (Q112p Voerendaal),
oet sliepen (Q014p Urmond),
oetschliepe (Q020p Sittard),
oetschliepen (L425p Grevenbicht/Papenhoven),
oetsjlie:pe (L329p Roermond),
oetsjliepe (Q096p Bunde, ...
Q017p Elsloo,
Q021p Geleen,
Q193p Gronsveld,
L426z Holtum,
Q111p Klimmen,
Q033p Oirsbeek,
L329p Roermond,
Q118p Schaesberg,
Q118p Schaesberg,
Q020p Sittard,
Q101p Valkenburg,
Q101p Valkenburg,
Q101p Valkenburg),
oetsjliepen (L386p Vlodrop),
oetsjliepə (Q113b Benzenrade),
oetsjlīē‧pe (Q030p Schinveld),
oetsliepe (L269p Blerick, ...
L269p Blerick,
L381p Echt/Gebroek,
L326p Grathem,
L322p Haelen,
L267p Maasbree,
Q095p Maastricht,
L382p Montfort,
L381b Pey,
L266p Sevenum,
L289p Weert),
oetsliepen (L429a Berg-aan-de-Maas, ...
L428p Born,
Q199p Moelingen,
L418p Niel-bij-As),
oetslieppe (L288p Nederweert),
oetslie‧pe (L268p Velden, ...
L271p Venlo),
oetslie‧pen (L377p Maasbracht),
oetslīēpe (L318p Stramproy),
oetslīēpen (Q198b Oost-Maarland),
oēt sjliepe (L270p Tegelen),
oe‧t schlie‧pe (L329p Roermond),
oe‧tschlie‧pe (Q187a Heugem),
oe‧tsjliepe (Q193p Gronsveld, ...
L427p Obbicht),
oe‧tsjliepen (Q014p Urmond),
oe‧tsjlie‧pe (L295p Baarlo),
oe‧tsliei̯pe (L269p Blerick),
oe‧tsliepe (L267p Maasbree, ...
L288p Nederweert),
oe‧tslie‧pe (Q020p Sittard, ...
L271p Venlo),
oe‧tslie‧pen (Q095p Maastricht),
outsli-jpe (L417p As),
oètslièpe (L271p Venlo),
ōē.tsjlīē.pe (L292p Heythuysen),
ōētsjlie‧pe (Q019a Neerbeek),
ōētsjlīēpe (Q198p Eijsden, ...
L270p Tegelen,
L270p Tegelen),
ōētsliepe (L271p Venlo),
ōētslie‧pe (L290p Panningen),
ōētslīēpe (L246p Horst, ...
L266p Sevenum,
L271p Venlo),
ōē‧tsjlie‧pe (L324p Baexem),
slipt əm ū[ə}t (L313p Sint-Huibrechts-Lille),
uitsliepen (K360p Heusden, ...
K317p Leopoldsburg),
utjsliepe (L265p Meijel),
utjsliepen (L265p Meijel),
utslipə (Q014p Urmond),
utslīpə (L245b Tienray, ...
L318b Tungelroy),
uutsliepe (L191p Afferden, ...
L192p Bergen,
L247p Broekhuizen,
L209p Merselo,
L210p Venray,
L210p Venray,
L214p Wanssum),
ūtsjlīpə (Q033p Oirsbeek),
ūtsjlīəpe (L331p Swalmen),
ūtslipə (Q012p Rekem),
ūtslīpə (Q095p Maastricht, ...
L271p Venlo),
wee‧r gao‧n dae‧nen èns oe‧tsjlie‧pe (L433p Nieuwstadt),
y(3)̄tslipə (L210p Venray),
ø͂ͅtslīpə (P047p Loksbergen),
ütsliepe (L216p Oirlo),
⁄em oetsjlie.pe (Q032a Puth),
(Kinderen bijv. wa wa: oetgesjleepe, daarbij rechter wijsvinger kruiselings over linker strijkend).
oetsjliepe (L330p Herten (bij Roermond)),
(kort).
ŭŭtsliepe (L245b Tienray),
[vgl. G. Naert (1985), pag. 7 sub (uit)sliepen].
imant utslipə (Q095p Maastricht),
Als de kinderen ruzing hebben sliepen ze mekandere uit.
aətsliəpə (P213p Niel-bij-St.-Truiden),
ps. alles letterlijk overgenomen!
eine oetslie‧‧pe (Q101p Valkenburg),
Sliep, sliep, oer slip stikt oat: t is körremis.
oatsliepe (Q071p Diepenbeek),
Zë hoe:lë hët júngskë vùr dë gêk én vréeftë mèt dën èinë waisvingër yùvër dën àandërë: slie:p! slie:p! roepdë zë.
autslīēpë (Q162p Tongeren),
uittoeten:
[sic]
īməs outūte (Q003p Genk),
verneuken:
verneuke (Q098p Schimmert),
voor de gek houden:
eemes veur de gek haoje (L374p Thorn),
eine veur de gek haaje (L384p Herkenbosch),
um vur de gek haaje (L297p Belfeld),
veur de gek halden (L249p Grubbenvorst),
veur de gek hauwte (L386p Vlodrop),
veuur de gek hauwe (Q033p Oirsbeek),
vur de gek halde (L270p Tegelen),
vör de gek halde (L215p Blitterswijck, ...
L214a Geysteren),
vûr de gek haoje (L266p Sevenum),
voor gek houden:
[vgl. G. Naert (1985), pag. 13 sub unica en vergissingen: voor gek houden].
imand v"r geͅk hāgə (Q080p Vliermaal),
veur gek haên (L353p Eksel),
voor het lapje houden:
eemes vŭŭr ⁄t lepke hao‧je (L292a Makset),
vjer t lepke hage (Q171p Vlijtingen),
zanken (du.):
tsenke (Q211p Bocholtz)
|
Al sliepend uitjouwen. || Bespotten, uitdagend bespotten door de wijsvingers haaks over elkaar te wrijven, al roepend: slieëp, slieëp. || Die bieden Zeigefinger aneinander wetzen, um Schadenfreude auszudrücken. || Iemand bespotten door met de ene wijsvinger langs de andere te strijken en daarbij te roepen [sliep uit, sliep uit]. [N 88 (1982)] || Iemand uitslijpen (uitlachen door met de twee wijsvingers over elkaar te wrijven; wat wordt daarbij gezegd?) [ZND 06 (1924)] || Sliep! sliep!, zeggen tegen iemand om hem uit te dagen en uit te jouwen. || Uitjouwen (met twee wijsvingers over elkaar wrijven als teken van leedvermaak). || Uitlachen. || uitsliepen [sliep oet doon] [N 07 (1961)] || Uitsliepen: Beschimpen door herhaaldelijk met de wijsvingers over elkaar te wrijven en sliep, sliep te roepen; uitdrukking van leedvermaak. || uitsliepen: inventarisatie uitdrukkingen; betekenis/uitspraak [N 07 (1961)] || Z. slîe.p [Sliep, sliepuit; uitdagende roep van kinderen tgov. hun maatjes, terwijl ze een slijpende beweging met de rechter wijsvinger over de linker maken].
III-3-2
|
22516 |
uitsliepen add. |
sliepmannetje:
sliep menneke (K360p Heusden)
|
Iemand bespotten door met de ene wijsvinger langs de andere te strijken en daarbij te roepen [sliep uit, sliep uit]. [N 88 (1982)]
III-3-2
|
22454 |
uitsluitertjesdag |
buiten bonjouren:
boete b`zjoere (L317p Bocholt),
buitensluitens:
beetesleetes (P047p Loksbergen),
boet`sloet`s (L316p Kaulille),
Op het feest van Sint-Thomas gebeurde het vroeger regelmatig dat aan de leerkracht de toegang tot het klaslokaal werd ontzegd (bijv. versperring van deur met lessenaars). Pas na een zekere toegeving (bijv. een uur voorlezen) werd de leerkracht binnengelaten.
bóó.ëteslóó.ëtṇs (Q001p Zonhoven),
buitensluiter:
buitensluiter (K317p Leopoldsburg, ...
Q001p Zonhoven),
ongelukkigste dag:
(de ongelukkigste dag) (L369p Kinrooi),
sint-thomas:
st tomas (L364p Meeuwen),
sluitertjesdag:
sluterkesdaag (L371p Ophoven),
uitvliegen:
oetvlegen (Q015p Stein)
|
*Buitensluitens. || de dag waarop de kinderen hun ouders buiten het huis sluiten [N 112 (2006)] || De dag waarop de kinderen hun ouders buiten het huis sluiten. [N 88 (1982)] || Sluitertjesdag (de dag in het jaar dat de studenten de leerkrachten de toegang tot het leslokaal voor een tijd verhinderen).
III-3-2
|
21787 |
uitsluitsel |
<omschr.> dat is mijn antwoord en daarmee af:
da⁄s mien antwoord en daor mit af! (L216p Oirlo),
<omschr.> het staat gelijk een paal boven water:
⁄t stèjt geli-jk ne paol bōēve water (L417p As),
<omschr.> zo en niet anders:
zoeë en neet anges (L320a Ell),
<omschr.> zo is het:
zwā is ⁄t (Q015p Stein),
akkoord:
accaord (L266p Sevenum),
akkoort (Q095p Maastricht),
alleszeggend antwoord:
alleszeikənd antwoard (L382p Montfort),
begrijpen (ww.):
begreepe (Q095p Maastricht),
bescheid:
bescheid gēēve (L210p Venray),
besjeid (L294p Neer, ...
Q032p Schinnen),
besjèed (Q203p Gulpen),
besjèèd zèkke (Q197p Noorbeek, ...
Q197a Terlinden),
bəsjeet (Q038p Amstenrade),
ps. boven de è staat nog een lengteteken; deze combinatieletter kan ik niet maken/omspellen!
bĕsjèjt (Q095p Maastricht),
beslissen (ww.):
beslisse (Q202p Eys),
beslissend antwoord:
ein beslissend antwoord oetsleten (Q098p Schimmert),
beslissing:
besjlissing (L332p Maasniel, ...
L387p Posterholt,
L329p Roermond),
besluit:
besjloes (Q121p Kerkrade),
besluit (K317p Leopoldsburg),
bəsjlōet (L299p Reuver),
bəsloe.t (L320b Kelpen),
bewijs:
bewies (L386p Vlodrop),
definitief (bn.):
deefinietief (Q095p Maastricht),
duidelijk antwoord:
en dudeluk antwoord (L216p Oirlo),
klaar (bn.):
ps. Algemene note:
klēͅr (L353p Eksel),
klaar antwoord:
klèr antwoord (L353p Eksel),
klare praat:
klaore praot (L210p Venray),
laatste woord:
het lèste woord (Q020p Sittard),
ət léstə woord (Q095p Maastricht),
raak antwoord:
e raak antwoord (Q095p Maastricht),
radicaal (bn.):
raddikaal (L383p Melick),
uitbindel:
oetbingel (L289p Weert),
oetbinjel (L331p Swalmen),
uitbindsel:
Van Dale: uitbindsel, 2. (gew.) uitsluitsel, opheldering.
oetbinsel (Q095p Maastricht),
uitdracht:
de oetdrach (Q111p Klimmen),
uitgelegd (volt.deelw.):
ôetgelàch (L331p Swalmen),
uitsluitsel:
oe:tsjloe:tsel (L330p Herten (bij Roermond)),
oeētsjloeētsel (L330p Herten (bij Roermond)),
oehtsjlütsel (Q117a Waubach),
oetsjloetsel (L299p Reuver, ...
L329p Roermond),
oetsjloetsəl (L329p Roermond),
oetsjluutsel (Q018p Geulle),
oetsleetsel (Q095p Maastricht),
oetsloetend (L428p Born),
oetsloetsel (L381p Echt/Gebroek, ...
Q039p Hoensbroek,
L298a Kesseleik,
Q016p Lutterade,
L382p Montfort,
L322a Nunhem,
L371p Ophoven,
L374p Thorn),
oetsloetsəl (L382p Montfort),
oetsloe‧tsel (L289p Weert),
oetsluutsel (Q095a Caberg, ...
Q095p Maastricht),
oetsluutsəl (Q014p Urmond),
oetslūūtsəl (Q095p Maastricht),
oētsjluutsel (Q112p Voerendaal),
oêtsloêtsel (L271p Venlo),
oëtsloëtsel (L246p Horst, ...
L267p Maasbree),
ōētsjlōētsəl (Q117p Nieuwenhagen, ...
L432p Susteren),
ōētslōētsel (L374p Thorn),
ŏĕtslōētsəl (L271p Venlo),
utjslutjsəl (L265p Meijel),
utsluutsel (L217p Meerlo),
ütslütsel (L245b Tienray),
verstande:
verstande (Q095p Maastricht)
|
een beslissend antwoord, een antwoord dat alles uitlegt [uitsluitsel, uitbedul] [N 85 (1981)]
III-3-1
|
30703 |
uitsoppen |
gans opstrijken:
gans˱ ǫpštrīkǝ (Q111p Klimmen),
gans uitsoppen:
gans˱ ūtsǫpǝ (Q111p Klimmen),
gans uitstrijken:
gans˱ ūtštrīkǝ (Q111p Klimmen),
leegsoppen:
lēxsopǝ (L265p Meijel),
lęǝxtsǫpǝ (Q121p Kerkrade),
leegverven:
lęjx˲vɛrvǝ (P219p Jeuk),
opsoppen:
ǫpsǫpǝ (Q032p Schinnen),
opverven:
op˲vɛrǝvǝ (Q117a Waubach),
ǫp˲vɛrvǝ (L414p Houthalen),
uitlekken:
ūtlɛkǝ (L330p Herten),
uitsmeren:
ūtšmiǝrǝ (Q111p Klimmen),
uitsoppen:
uitsoppen (Q001p Zonhoven),
ytsopǝ (L163p Ottersum),
øtsǫpǝ (K353p Tessenderlo),
ū.tsǫpǝ (L267p Maasbree),
ūtsǫpǝ (L426p Buchten, ...
Q203p Gulpen,
L328p Heel,
Q113p Heerlen),
uitverven:
ø̜jt˲vęrvǝ (Q071p Diepenbeek)
|
De verfpot helemaal leegverven. [N 67, 64c]
II-9
|