e-WLD begrippen 

 
 
Filteren...

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
weduwnaar wedeman: weddemaan (Mheer), wedemaan (Amby, ... ), wedeman (Amby, ... ), wedema͂n (Heer), wedəmaan (Lanaken), wedəman (Koninksem, ... ), weedemaan (Eijsden), weedeman (Amby, ... ), weedemân (Altweert, ... ), weedəmaan (Amby, ... ), weedəman (Heerlen, ... ), weedəmannə (Molenbeersel), weedəmàn (Meeswijk), weedəmân (Meeuwen), wēdəmān (Borgharen, ... ), weͅdəman (Schinnen), weͅdəmān (Maastricht, ... ), wieëdeman (Weert), wéddëman (Tongeren), wédeman (Uikhoven), wéédeman (Bree), wɛdəman (Elsloo), cf. WNT s.v. "weduwman - weduwe-, wede-, weed-, wid-, widde-, wed-, weddeman  wedeman (Ospel), cf. WNT s.v. "weduwman"; "weduwe-, wede-, weed-, wid, widde-, wed-, weddeman  wedeman (Grathem), weedeman (Stramproy), cf. WNT s.v. "weduwman"weduwe-, wede-, weed-, wid-, widde-, wed-, weddeman  wedeman (Gennep), wedəman (Hamont), cf. WNT s.v. "weduwman"weduwe-, wede-, weed-, wid-, widde-, wed-, weddeman;  wedeman (Itteren), mar.: resp. gebruikt spelling uit de (bijgevoegde) brochure: "Phonetische schrijfwijze van het Valkenburgsch plat en gelijkluidende dialecten". Omspelling komt voor mijn rekening  wedəman (Valkenburg), zie wèdkèl  weedeman (Gennep, ... ), wedenaar: wedenaar (Maastricht), weedenaar (Tungelroy), cf. WNT s.v. "weduwnaar - weduwenaar, weduwaar (-er), wedenaar, weeuw(en)aar, wevenaar (-eer), weenaar  wedenaar (Meerssen), wedkerel: wedkel (Leunen, ... ), wedkèl (Merselo, ... ), wedkél (Castenray, ... ), wèdkĕl (Merselo), wèdkèl (Blitterswijck, ... ), wètkel (Venray), wètkĕll (Swolgen), wètkèl (Heijen, ... ), wêdkel (Well), cf. WNT s.v. "weduwman"weduwe-, wede-, weed-, wid-, widde-, wed-, weddeman; cf. idem WNT s.v. "kerel  wetkèl (Middelaar), wedman: waedman (Maasbree), wedman (Arcen, ... ), weidman (Oirlo), wetmaan (Welkenraedt), wetman (Kessel, ... ), wĕdman (Sevenum), wèdman (Afferden, ... ), wèdmanne (Obbicht), wèdmannə (Leveroy), wètman (Swolgen, ... ), wètmàn (Siebengewald), wétman (Meijel), wêdman (Helden/Everlo, ... ), cf. WNT s.v. "weduwman"; "weduwe-, wede-, weed-, wid, widde-, wed-, weddeman  wedman (Afferden), wetman (Helden/Everlo), oud nog hoogst zelden  wètman (Gennep), zie wèdkèl  wèdman (Gennep, ... ), wedmens: wedmins (Siebengewald), wèdmins (Blitterswijck), weduwenaar: wedŭŭwənaor (Sint-Huibrechts-Lille), wiedəvənier (Zonhoven), cf. WNT s.v. "weduwnaar - weduwenaar, weduwaar (-er), wedenaar, weeuw(en)aar, wevenaar (-eer), weenaar"; cf. WNT s.v. "weduwman"weduwe-, wede-, weed-, wid-, widde-, wed-, weddeman  weedəwənéér (Opglabbeek), weduwer: wedewer (Castenray, ... ), De benaming "weduw"komt niet in mnl. betekenis voor; wel in vrouwelijke vorm; zie bij WNT s.v. "weduwe - weduw....."; Vgl. echter ook WNT s.v. "weduwnaar"waarin ook de variant "weduwer"voorkomt!  wēduwer (Oirlo), weduwman: weduwman (Geysteren, ... ), wēdymān (s-Gravenvoeren), widduwman (Ulestraten), cf. WNT s.v. "weduwman"weduwe-, wede-, weed-, wid-, widde-, wed-, weddeman  weduwman (Gruitrode), weduwnaar: wedunaar (Blerick), weduwnaar (Geysteren), weduwnaers (Geleen), weeuwaar: O(ud) V(enraays wedewer  wewwer (Castenray, ... ), weeuwenaar: weeuwenèr (Griendtsveen), weiwuni-jər (Hoepertingen), cf. WNT s.v. "weduwnaar - weduwenaar, weduwaar (-er), wedenaar, weeuw(en)aar, wevenaar (-eer), weenaar  weewenier (Gelinden), wevenaar: weejvənêêr (Niel-bij-St.-Truiden), weevenaer (Genk), weevenair (Eksel), weeveneer (Sint-Truiden), weevenier (Heers), weevenéér (Peer), weevəneer (Rekem, ... ), weevənier (Bemelen, ... ), weevənèèr (Lommel), weevənêêr (Tessenderlo), weeëveniër (Zonhoven), wevenair (Wijchmaal), weveneer (Beringen, ... ), wevener (Kortessem), weveneër (Diepenbeek), weveniër (Hasselt), wevenèèr (As, ... ), wevenéér (As), wevenê"r (Beverlo), wevernaar (Val-Meer), wevəner (Sint-Truiden), wevənīēr (Halen), wievənéér (Beverst), wévenèer (Uikhoven), wévënêr (Tongeren), wéévenéér (Bree), cf. WNT s.v. "weduwnaar - weduwenaar, weduwaar (-er), wedenaar, weeuw(en)aar, wevenaar (-eer), weenaar"; cf. WNT s.v. "weduwman"weduwe-, wede-, weed-, wid-, widde-, wed-, weddeman  weevəneer (Oostham), widdeman: wedəman (Beek, ... ), wedərman (Stein), widdemaan (Gronsveld, ... ), widdeman (Berg-en-Terblijt, ... ), widdəman (Berg-en-Terblijt), cf. WNT s.v. "weduwman"weduwe-, wede-, weed-, wid-, widde-, wed-, weddeman  widdeman (Bilzen, ... ), cf. WNT s.v. "weduwman"weduwe-, wede-, weed-, wid-, widde-, wed-, weddeman;  widdemaan (Berg-en-Terblijt, ... ), widdenaar: widdenêr (Mheer), cf. WNT s.v. "weduwnaar - weduwenaar, weduwaar (-er), wedenaar, weeuw(en)aar, wevenaar (-eer), weenaar"; vgl. WNT s.v. "weduwman -weduwe-, wede-, weed-, wid-, widde-, wed-, weddeman  widdeneer (Hulsberg), widkerel: cf. WNT s.v. "weduwman - weduwe-, wede-, weed-, wid-, widde-, wed-, weddeman  witkel (America), widman: wetman (Bingelrade, ... ), wetmanə (Amstenrade, ... ), wetmān (Maastricht, ... ), weͅtmanə (Eupen), widdman (Ulestraten), widmaan (Nieuwenhagen), widman (Beegden, ... ), widman?? (Brunssum), widmanne (Beegden, ... ), widmān (Lottum), widmàn (Grevenbicht/Papenhoven), wid’man (Bleijerheide, ... ), wid’mán (Tegelen), witmaan (Bocholtz, ... ), witman (America, ... ), witman(ne) (Buggenum), witmanne (Roermond), witmannə (Eupen, ... ), witmān (Horst, ... ), witmāən (Grubbenvorst), witma͂n (Blerick), witmán (Lottum), wittman (Vaals), cf. WNT s.v. "weduwman - weduwe-, wede-, weed-, wid-, widde-, wed-, weddeman  witmāān (America), cf. WNT s.v. "weduwman"; "weduwe-, wede-, weed-, wid-, widde-, wed-, weddeman  widman (Roggel), widmens: witmeens (Lottum), widnaar: cf. WNT s.v. "weduwnaar - weduwenaar, weduwaar (-er), wedenaar, weeuw(en)aar, wevenaar (-eer), weenaar"; vgl. WNT s.v. "weduwman -weduwe-, wede-, weed-, wid-, widde-, wed-, weddeman  widner (Valkenburg) Kent U daarin diverse variëteiten of rassen? Welke? Geef naam en eigenschappen. [N 93 (1983)] || weduwenaar || weduwmaar || weduwman || weduwnaar [DC 05 (1937)], [DC 05 (1937)], [SGV (1914)], [ZND 08 (1925)] III-2-2, III-3-2
weduwschapsspel bijeenzetten: bijein zètte (Sint-Pieter), chargespel: charchspjel (Rijkhoven), de charge vliegen: Algemene opmerking bij deze vragenlijst: invuller heeft hierbij twee bijlagevellen bijgevoegd, t.w.  (de) sjàrsj vliēge (Bilzen), drift spelen: drift spele (Echt/Gebroek, ... ), los spelen: los spelen (Tongeren), Algemene opmerking bij deze vragenlijst: invuller heeft hierbij twee bijlagevellen bijgevoegd, t.w.  los spiële (Bilzen), los zetten: (toegift).  de douve lós zètte (Zolder), nestspel: nesjpel (Buchten), nessjpel (Swalmen), Algemene opmerking bij deze vragenlijst: zie ook aantekening van de invuller, op de laatste pagina!  néstspel (Grathem, ... ), nestspelen: nestspiele (Eys), onpaar: onpaawr (Jeuk), onpas spelen: onpas spelen (Mielen-boven-Aalst), op charge spelen: Algemene opmerking bij deze vragenlijst: invuller heeft hierbij twee bijlagevellen bijgevoegd, t.w.  op sjàrsj spiële (Bilzen), op nest spelen: op nès sjpéle (Doenrade), scharduiven: sjerjdoove (Vlijtingen), spel op weduwschap: spel op weduwschap (Mielen-boven-Aalst), wedeman: witman (Buchten, ... ), wedemanspel: widmansjpeel (Lutterade), (o.).  we.tmā.nšpēͅ.l (Eys, ... ), weduwschap: de doffers "op weeduwsjap (Doenrade), de ziets "zitte op weeduwsjap (Doenrade), doevinne op wedewschap (As), hāān op wederschap (Houthalen), spīēlə òp weedəsjàp (As), wedeuwschap spelen (Doenrade), wedewschap (As), weduwschap (Eisden, ... ), weduwshap (Eys), weduwsjap (Buchten, ... ), weduwsjap sjpeelə (Beesel), weduwsjàp (Guttecoven), weedəsjàp (As), wieeduwschap (Weert, ... ), (Ned. benaming).  weduwschap (Venray), Algemene opmerking bij deze vragenlijst: zie ook "klanktabel v.h. Zolders (uitspraak)", aan de achterkant van de laatste pagina!  et wee.duuwschap (Zolder), Algemene opmerking bij deze vragenlijst: zie ook aantekening van de invuller, op de laatste pagina!  we.duuwsjap (Grathem, ... ), Algemene opmerking bij deze vragenlijst: zie ook bijlagevellen met (eventuele) aanvullingen en diverse toelichtingen.  weduwschap (Wanssum), weduwschapsspel: wedeschapsspeel (Geleen, ... ), weduwschaps-spel (Sevenum, ... ), weduwsjap-sjpieël (Klimmen), weduwsjaps-sjpel (Geleen, ... ), wedywšapsspɛl (Meijel), Algemene opmerking: deze vragenlijst is nogal slecht (= weinig antwoorden) ingevuld!  weduwschapspel (Gruitrode), Opm. invuller geeft hier als antwoord "ja"en onderstreept in het begrip/vraag het woord "weduwschapspel"!  weduwschapspel (Jesseren), weduwsjpel: weduwspel (Jesseren), wijvenaar: wevenaar (Koersel), wēēvenier (Houthalen), wéveneir (As), wijvenaarsspel: wijveneerspeel (Kortessem), wittner (du.): ps. is niet goed te lezen!  witmér ? (Swalmen) Bij gepaarde duiven, even voor het inkorven, wordt aan de in te korven duif de partner getoond (weduwschapspel)? [N 93 (1983)] || doffers en duivinnen apart zetten (weduwschap) [N 93 (1983)] || Hoe heet dit spel als de doffer thuis blijft? [N 93 (1983)] || Hoe heet dit spel als de duivin thuis blijft? [N 93 (1983)] III-3-2
weduwschapsspel met doffer bet wijvenaars spelen: Algemene opmerking bij deze vragenlijst: zie ook "klanktabel v.h. Zolders (uitspraak)", aan de achterkant van de laatste pagina!  bè weeveniërs spee.le (Zolder), charge met de haan: Algemene opmerking bij deze vragenlijst: invuller heeft hierbij twee bijlagevellen bijgevoegd, t.w.  sjàrsj mèt den (h)oën (Bilzen), chargeman: charchman (Rijkhoven), de zij geven: de ziē gaeve (Doenrade), de zij spelen: Algemene opmerking bij deze vragenlijst: invuller heeft hierbij twee bijlagevellen bijgevoegd, t.w.  op de zaaj spiële (Bilzen), effe de zij geven: effe de "zie"gève (Doenrade), met wijvenaars spelen: spieèlen mĕt wevenèrs (Eisden), op charge vliegen met de haan: Algemene opmerking bij deze vragenlijst: invuller heeft hierbij twee bijlagevellen bijgevoegd, t.w.  den (h)oën vliēg op sjàrsj (Bilzen), op wedeman spelen: witman sjpeelə (Beesel), weduwnaarsschap: weduwnaarschap (Tongeren), weduwnaarsspel: wēdywnārsspɛl (Meijel), weduwschap met mannetjes: weduwschap met mennekes (Mielen-boven-Aalst) Bij gepaarde duiven, even voor het inkorven, wordt aan de in te korven duif de partner getoond (weduwschapspel)? [N 93 (1983)] || Hoe heet dit spel als de duivin thuis blijft? [N 93 (1983)] III-3-2
weduwschapsspel met duivin bet wijfhennetjes spelen: Algemene opmerking bij deze vragenlijst: zie ook "klanktabel v.h. Zolders (uitspraak)", aan de achterkant van de laatste pagina!  bè weefhinnekes spee.le (Zolder), charge met de zij: Algemene opmerking bij deze vragenlijst: invuller heeft hierbij twee bijlagevellen bijgevoegd, t.w.  sjàrsj mèt de zaaj (Bilzen), duivin op wijvenaarsspel: douvin op wijveneerspeel (Kortessem), hen op weduwschap: hin op wederschap (Houthalen), losse zijtjes spelen: losse zèkes spjelen (Rijkhoven), met wijfduivinnen spelen: spīēlə mèt weefduvinnə (As), met wijven spelen: spieèlen mĕt weven (Eisden), op charge vliegen met de zij: Algemene opmerking bij deze vragenlijst: invuller heeft hierbij twee bijlagevellen bijgevoegd, t.w.  de zaaj vliēg op sjàrsj (Bilzen), op wedeman spelen: z‧ɛi̯s ˂o.p we.tmā.n šp‧eͅlə (Eys), wedezij: witzīēj sjpeelə (Beesel), weduwduivin: weduwduivin (Tongeren), weduwenspel: wēdywəspɛl (Meijel), weduwschap bij duivinnen: Algemene opmerking bij deze vragenlijst: zie ook "klanktabel v.h. Zolders (uitspraak)", aan de achterkant van de laatste pagina!  et wee.duuwschap bè douvinne (Zolder), weduwschap met duivinnen: weduwschap met duivinnen (Mielen-boven-Aalst), weduwschap met zij: weduwsjap mit zie (Wijlre), wijfduivin: weevduivin (Koersel), Syn. weefhinneke.  weefdevin, -dóvin (Zolder), wijfhennetje: Sub weefdevin, -dóvin: syn. weefhinneke.  weefhinneke (Zolder), zij uit de volire: zij uit de volière (Jesseren) Duivin als afgezonderde partner voor doffer in het weduwschapspel. || Hoe heet dit spel als de doffer thuis blijft? [N 93 (1983)] III-3-2
weefkam, weefraam herfelskam: hɛrfǝlskamp (Eupen), kam: kam (Stramproy), kamp (Elsloo), schaard: šārt (Eupen) Het geheel van de weeframen, ook wel weefkammen of schachten genoemd, met toebehoren waarmee de scheringdraden gescheiden worden, zodat de inslag mogelijk is. Zie afb. 58. [N 39, 33a; N 39, 10; monogr.] II-7
weefkamer kamer: kamǝr (Hasselt), kāmǝr (Linkhout, ... ), kǭmǝr (Berverlo), kamertje: kø̄mǝrkǝ (Vliermaal), kęmǝrkǝ (Hechtel), keuken: kȳǝkǝ (Klimmen, ... ), kø̄kǝ (Eisden), naaikamertje: nǭjkęmǝrkǝ (Lummen), nere: nē̜rǝ (Kiewit, ... ), opkamer: ōpkāmǝr (Bocholtz), opkelder: opkalǝr (Opglabbeek), spinkamer: spinkamer (Beringen, ... ), spęnkāmǝr (Kermt), spęnkǭmǝr (Opheers, ... ), špęnkāmǝr (Teuven), spoel: spōjl (Neerharen), spoelkamer: spoelkamer (Blitterswijck), weefkamer: weefkamer (Helden, ... ), wiēfkǫmǝr (Riksingen), wēfkoǝmǝr (Borlo), wēfkǭ.mǝr (Tongeren), wēfkǭmǝr (Berverlo), wēǝfkǭmǝr (Stramproy), wē̜fkāmǝr (Bocholt, ... ), wē̜fkǭmǝr (Eigenbilzen, ... ), wę.fkāmǝr (Bree), węfkāmǝr (Bree), węfkǭmǝr (Val-Meer), węjǝfkaǝmǝr (Brustem), weefkamertje: wēǝfkęmǝrkǝ (Stramproy), weefkeuken: wē̜fkø̄kǝ (Munstergeleen), weverskamer: wē̜vǝrskāmǝr (Baarlo) De kamer of het vertrek waarin geweven wordt en waar het spinnewiel of de weefstoel staat. Dat kan de keuken, de opkamer, de naaikamer of een kamer(tje) zijn. In dit lemma gaat het om een weefruimte in het huis. [N 39, 4; N 5A (I] II-7
weeflade lade: lāj (Stramproy) Een raam dat gemaakt is uit vier stukken hout. Het grootste stuk ligt waterpas en is iets langer dan de breedte van het getouw. Daarop zijn twee andere stukken loodrecht bevestigd en hiertussen bevindt zich de vierde plank (De Moor, pag. 91-92). In de lade is het riet bevestigd en wanneer de wever nu de la naar zich toehaalt en van zich afduwt, slaat hij met het riet de ingeweven inslagdraden aan. Zie afb. 60. [N 39, 44a] II-7
weefmolen spinnerij: spęnǝri (Opoeteren), weverij: wēvǝri (Neeroeteren) Molen waarin het spinnen als bedrijf wordt uitgeoefend. [Jan 24] II-3
weefsel doek: dōk (Elsloo, ... ), dǫwk (Eupen), stuk doek: støk dōk (Stramproy) Het weefsel in het algemeen. [N 39, 124a] II-7
weefsel, stof ?gerei: [sic]  grei (Gennep), goed: goed (Eksel, ... ), good (Lanklaar), gōt (Opglabbeek), gut (Peer), gūd (Hamont), dit soms ook  goed (Sint-Huibrechts-Lille), soms  gōd (Eisden), uitsluitend voor lijngoed  goed (Zonhoven), stof: (de) stof (Peer), de stof (Tessenderlo), der stof (Welkenraedt), dö stof (Oostham), grai(s) stuf (Tongeren), gres_stof (Beringen), grēͅjs stowf (Kortessem), grēͅstof (Houthalen), greͅəs stouf (Heers), gries stouf (Mechelen-aan-de-Maas), gris stof (Lozen, ... ), grise stōf (Neerpelt), griztof (Lozen), grīs stof (Overpelt), grīstof (Lanklaar), het stof (Eksel), het stôf (Heusden), heͅt stof (Koninksem), heͅt stoͅof (Opglabbeek), jrīzə stoͅf (Vaals), meterstof (Oostham), schtoef (Mheer), schtof (Bingelrade, ... ), schtōf (Amby, ... ), schtŏef (Epen), schtŏf (Heer), schtŏŏf (Belfeld), schtöf (Heerlen), shtôf (Mheer), sjtoaf (Guttecoven), sjtoef (Puth, ... ), sjtoĕf (Posterholt), sjtof (Beegden, ... ), sjtoof (Helden/Everlo, ... ), sjtooɛ̄f (Klimmen), sjtō (Munstergeleen), sjtōf (Reuver), sjtōōf (Panningen), sjtŏf (Limmel, ... ), sjtŏffe (Asenray/Maalbroek), sjtŏŏf (Vijlen), sjtŭf (Herten (bij Roermond), ... ), sjtóf (Doenrade), sjtôf (Meerssen), sjtöf (Buggenum, ... ), stauwf (Wellen), stoeaf (Heel), stoef (Genooi/Ohé, ... ), stof (Achel, ... ), stoof (Kesseleik), stouf (Wellen), stōf (Bleijerheide, ... ), stŏĕf (Opglabbeek, ... ), stŏĕv (Lanklaar), stŏf (Swolgen, ... ), stŏŏf (Grubbenvorst, ... ), stoͅf (Sint-Truiden, ... ), stuif (Hoepertingen), stuve (Horn), stŭf (Urmond), stòf (Hunsel, ... ), stóf (Opglabbeek), stôf (Eisden, ... ), stôûf (Borgloon), stöf (Boorsem), štof (Brunssum, ... ), ən grēͅzə stof (Beverlo), ət stauf (Bommershoven), ət stoef (Rotem), ’t stoef (Vliermaal), ’t stōͅf (Gelinden), ’t stoͅf (Molenbeersel), (de oe kort aanhouden).  sjtoĕf (Schimmert), (Duitsche: st).  stof (Montfort), (half lange klinker).  stof (Schaesberg), (Korte oo: Klinkjt tussen oo en o in).  stoof (Sint-Odiliënberg), (lang en dof).  stof (Blerick), (o bijna oo).  stof (Venlo), (O zweemt naar oe).  sjtof (Buchten), (oe kort).  sjtoef (Einighausen), (onzijdig).  sjtof (Berg-en-Terblijt), De o van sjlok en andere dergelijke woorden wordt aldus ongeveer gevormd: men brengt de lippen vooruit in trompetvorm, de tong zo laag mogelijk.  sjtof (Schinnen), goed niet gebruikt  də stof (Mielen-boven-Aalst), stof (Val-Meer), kort uitgesproken  stoef (As), nooit "goed"gebruikt  štoôf (Montzen), o is kort  ət stof (Zonhoven), ªo zie blz 33).  sjtof (Schinnen), stofferij: stôfferije (Mechelen-aan-de-Maas), stofje: grēͅs støfkə (Sint-Truiden), sjtufke (Nieuwstadt) de stof (het goed) [ZND 07 (1924)] || een grijze stof [ZND B1 (1940sq)] || Hoe noemt U: stof in het algemeen [N 62 (1973)] || stof [ZND m], [ZND m], [ZND m], [ZND m], [ZND m] || stof (étoffe) [SGV (1914)] III-1-3