e-WLD begrippen 

 
 
Filteren...

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
wbd: kwaadgeld <hoeveel boven de prijs>: ps. omgespeld volgens Frings.  huvēl bovə də prēͅi̯s (Peer), huvəl bovə də prēͅi̯s (Peer), <hoeveel is voor dijn eigen daarbij>: hoevùl is veur dien eige daobei (Wijk), <omschr.> wijd gapen: ps. omgespeld volgens Frings.  zə goͅptə weͅt (Wintershoven), <wat is aan die prijs gelogen>: waat is aan deè priës geloge? (Kinrooi), <wat is de eigenlijke prijs>: ps. omgespeld volgens Frings.  wā əs ūrən eͅigələkə preͅi̯s? (Velm), <wie meen je dat>: wie mèns⁄se det? (Tegelen), <wieveel doe je daar van af>: ps. omgespeld volgens Frings.  wēͅəvøi̯l dy(3)̄ə dōə van ōͅf (Diepenbeek), <wieveel ga je over de schraam>: ps. deels omgespeld volgens Frings.  wie [vø͂ͅl} geis ze euver de sjraom (Swalmen), <wieveel gaat daar van af>: wieveùl geitj dao vanaaf? (Maasbracht), wievuel geit dao van? (Tegelen), wievöl geet do van aaf (Mechelen), ps. omgespeld volgens Frings.  wijvø͂ͅl geͅi̯tōͅva͂ən āəf (Rekem), wīv"l gei̯t doͅvan āf (Kinrooi), <wieveel gaat er af>: wie-vĕŭl-geit draaf? (Nunhem), <wieveel is daarvan voor de duivel>: wie veùl is daovan veur d’r duvel (Sittard), <wieveel is de naaste prijs>: ps. omgespeld volgens Frings.  wīvəl eͅstə nōstə prēs (Zichen-Zussen-Bolder), <wieveel verdien je dan>: wievèùl verdeinst te dan? (Limbricht), jood: (joed = jood).  doe bus eine joed (Maasniel), mijnen?: Algemene opmerking: invuller twijfelt over het spellingssysteem (Veldeke). Aangezien de lijst normaal (dus in gewoon Nederlands) is ingevuld, heb ik de lijst letterlijk overgenomen, dus niet(s) omgespeld!  e mingt (Eijsden), wieveel komt daar nog bij: ps. omgespeld volgens Frings.  wivø͂ͅlk"mtōnogbi? (Teuven) kwaadgeld: Als men vindt dat iemand teveel vraagt, zegt men: "hoeveel ...... is daarbij"[kwaad-geld?] [N 21 (1963)] III-3-1
wbd: kwaadgeld / te veel vragen overdrijven: ps. omgespeld volgens Frings. (de j achter de i staat wat lager geschreven en omgespeld als: ?).  də ii̯vərdrifs (Waterloos), overvragen: doe üvervrôâgs mich (Heerlen), euvervraoge (Herten (bij Roermond)), wieveul euver vroagste mich kwaodgeljd (Neeritter), wieveuël is doabij uëvervroagd? (Hoensbroek), Opm. teveel vragen = ûûvervraoge.  wievööl höbs te ûûvervraogd? (Klimmen), ps. letterlijk overgenomen (dus niet(s) omgespeld!).  ēūver-vrōāge (Schimmert), ps. omgespeld volgens Frings.  jeͅvərvrox (Rosmeer), te veel vragen: dae vruig te veul (Schimmert), doe vraogs te veul (Maasniel), ps. omgespeld volgens Frings. Boven de "Ø"(omgespeld: Ø) staat nog een ~; deze combinatieletter is niet te maken/om te spellen en heb alleen de "Ø"omgespeld.  tə vēəl vrō~gə (Kermt) kwaadgeld: Als men vindt dat iemand teveel vraagt, zegt men: "hoeveel ...... is daarbij"[kwaad-geld?] [N 21 (1963)] III-3-1
wbd: kwaadgeld = kwaadgeld dievengeld: ps. omgespeld volgens Frings.  divəgeͅlt (Halen), drinkgeld: ps. omgespeld volgens Frings.  dreͅinkxeͅlt (Wellen), dreͅŋkxeͅlš (Maaseik, ... ), wīvēͅl dreͅŋkgeͅlt es dā bī? (Opglabbeek), ⁄drēŋkxeͅlt (Boekt/Heikant), kromme (mv.): wieveul kromme zeenderbiej (Ell), kwaad geld: dao zal waal get kwaod geld beej zien (Tegelen), kaodgéldj (Puth), koetgèld (Gronsveld, ... ), koewetgeld (Mechelen), koogeld (Eksel), kwaod geldj (Leuken), kwaod geltj (Heythuysen), kwaod géld (Middelaar), kwaodgaeld (Oirlo), kwaodgeld (Baarlo), kwaodgeldj (Beegden, ... ), kwaogeld (Grathem), kwo-gelt (Meijel), kwòṭgaelt (Milsbeek, ... ), wievel kwaod geldj is dao bie (Weert), wieveul euver vroagste mich kwaodgeljd (Neeritter), Algemene opmerking: invuller noteert als spellingssysteem Veldeke, maar met een vraagteken erachter; de lijst is gewoon in het "Nederlands"ingevuld en heb het daarom maar letterlijk overgenomen (dus niet omgespeld!).  koitgeld (Ulestraten), ps. letterlijk overgenomen (dus niet omgespeld!).  kōātgeljd (Jabeek), ps. omgespeld volgens Frings.  kaodgeͅld (Mechelen-aan-de-Maas), kōt geldš (Bree), kōtxeͅlt (Gelieren/Bret, ... ), kōətxailt (Borgloon), kōͅgeͅlt (Lommel), kōͅtgeͅlt (Hasselt), kōͅtxeͅljt (Lanklaar), kōͅtxeͅlt (Opglabbeek), kōͅwəi̯ geͅlt (Lommel), kōͅət geltš (Bree), koͅgēͅlt (Hamont), koͅt geͅlt (Oud-Waterschei), kuəd geͅld (Halen), kuətxeͅjlt (Diepenbeek), kwaotgeͅlt (Lanklaar), kwātgeͅlt (Hasselt), kwa͂tgeͅlt (Zolder), kwuətgeͅlt (Lummen), ps. omgespeld volgens Frings. Boven de "@"(bij dØb@~) moet nog een ~ staan; deze combinatieletter is niet te maken/om te spellen en heb alleen de "@"omgespeld.  huvøͅi̯l kōi̯tgēͅlt es dōbeͅ~ (Borgloon), ps. omgespeld volgens Frings. Boven de "a met een rondje erboven"(omgespeld: a) staat nog een ~; deze combinatieletter is niet te maken/om te spellen en heb alleen de "a met een rondje erboven"omgespeld.  ka~t geͅlš (Bocholt), ps. omgespeld volgens Frings. Het -tekentje aan het eind heb ik geïnterpreteerd als een "glottishslag".  kōͅtgeltʔ (Waterloos), ps. omgespeld volgens Frings. Het -tekentje heb ik letterlijk overgenomen.  ⁄kogēͅlt (Neerpelt), ps. omgespeld volgens IPA.  ka͂ətxeͅlʔtʔ (Rotem), kōtgēͅlt (Tongeren), koͅgēͅlt (Overpelt), kuwədgɛld (Gelinden, ... ), kwade (mv.): kwaoje (Velden), wievuul kwaoje zien dao bèj (Baarlo), ps. omgespeld volgens Frings.  koͅ(ə)j (Bocholt), maquignongeld: [verbastering van Fr. maquignon, 1. paardenkoper, (onbetrouwbare) veekoopman; -2. sjacheraar, koppelaar (?, rk)].  makəljoͅŋgeͅlt (Hasselt), schrijfgeld: ps. omgespeld volgens Frings.  šrēͅi̯fgeͅlt (Hoeselt), teveel, het ~: wie veul is dat te veul (Mechelen), Algemene opmerking: invuller noteert als spellingssyteem Veldeke, maar het is gewoon in het Nederlands genoteerd en heb het daarom letterlijk overgenomen (dus niets omgespeld!).  wie vuul te vuuèl is daobeej (Welten), ps. omgespeld volgens Frings.  təvōu̯l (Rummen), təvøi̯l (Opheers), vervroegd geld: ps. omgespeld volgens Frings.  vərvrōxt gēͅi̯lt (Spalbeek), woekergeld: ps. omgespeld volgens Frings. Het -tekentje heb geïnterpreteerd als een "glottishslag"(¿) - of gewoon letterlijk overnemen als een hoge komma?  wōkərgeͅlʔt (Rotem) kwaadgeld: Als men vindt dat iemand teveel vraagt, zegt men: "hoeveel ...... is daarbij"[kwaad-geld?] [N 21 (1963)] III-3-1
wbd: staartgeld aftroggen: hai hait mig zooveul aafgetrog (Maasniel), afzetter (pers.): aafzètter (Sittard), te hoog bieden (zie toelichting): Opm. = te hoog bieden; het verschil wordt dan vaak verdeeld.  te haug beje (Schimmert), tegengevallen (volt.deelw.): tègegevalle (Middelaar), verdienen: Opm. het verschil bij de koper.  haat verdeend (Hoensbroek), verlies hebben: Opm. het verschil bij de verkoper.  haat verlees (Hoensbroek), zich te vroeg ingebed hebben: ich höb mich te vreug i ge-bed (Klimmen), zichzelf in zijn kaarten kijken: ps. omgespeld volgens Frings.  dan həbstə dix zeͅlf in dən kārt gəkēͅkə (Mechelen-aan-de-Maas) verschil: Vraagt men aanvankelijk teveel geld voor wat men wil verkopen, dan moet men tenslotte vaak genoegen nemen met minder dan men eerst kon krijgen; hoe noemt men in zulk geval het verschil tussen wat men eerst kon krijgen en wat men tenslotte werkel [N 21 (1963)] III-3-1
wbd: staartgeld / minder vragen beteren: ich höb mich motte baetere (Klimmen), de stoot delen: (= de stoot delen).  d’r sjtüüt dele (Heerlen), dolperen: ps. omgespeld volgens Frings.  tøͅlpərən (Lommel), ps. omgespeld volgens Frings. Het -tekentje heb ik letterlijk overgenomen.  heͅj het gə⁄dølpərt (Neerpelt), dorpelen: die man moest dorpelen (Zolder), ps. omgespeld volgens Frings.  dørpələ (Bocholt), ⁄d"rpələ (Boekt/Heikant), ps. omgespeld volgens Frings. Boven de \\ staat nog een ?; deze combinatieletter is niet te maken/om te spellen.  də⁄rpələ (Bocholt), laten vallen: ich hub zooveul motte laote valle (Maasniel), Opm. betekent: gaat ervan af.  wieveul litse daovan "valle (Maasbracht), Opm. dit zegt men hier!  hae haet zoevööl laote valle (Oirsbeek), minder doen: ps. omgespeld volgens Frings.  meͅnər gədøn (Diepenbeek), staart laten varen: sjtert vaere laote (Swalmen) verschil: Vraagt men aanvankelijk teveel geld voor wat men wil verkopen, dan moet men tenslotte vaak genoegen nemen met minder dan men eerst kon krijgen; hoe noemt men in zulk geval het verschil tussen wat men eerst kon krijgen en wat men tenslotte werkel [N 21 (1963)] III-3-1
wbd: staartgeld / verschil afslag: ps. omgespeld volgens Frings.  afslax (Rummen), de stoot delen: (= de stoot delen).  d’r sjtüüt dele (Heerlen), dorpgeld?: ps. omgespeld volgens Frings.  dərpgeͅlt (Lummen), eindgeld: ps. letterlijk overgenomen (dus niet omgespeld!).  het ēīnjdgeljd (Jabeek), gezeik: gezeik (Klimmen), in de tas: Opm. het verschil bij de koper.  igentesj (Hoensbroek), ingeschoten geld: ps. omgespeld volgens Frings.  ēngəšwətə geͅlt (Rosmeer), jammergeld: jaomergeld (Tegelen), kwaad geld: kwaod geltj (Heythuysen), ps. omgespeld volgens Frings.  kōi̯tgēͅlt (Borgloon), leigeld: leigeld (Tegelen), meningsverschil: ⁄t meiningsverschille (Roosteren), nekgeld: ps. omgespeld volgens Frings.  nakxeͅlt (Sint-Truiden), schade: ps. omgespeld volgens Frings.  dər šā (Teuven), šōͅə (Diepenbeek), ps. omgespeld volgens Frings. Tussen de "a met een rondje en een punt erboven"staat nog een ~; deze combinatieletter is niet te maken/om te spellen en heb alleen de "a met een rondje en een punt erboven"omgespeld: å.  ex heͅp ša͂j mutə lēͅi̯jə (Gelieren/Bret), schadegeld: ps. letterlijk omgespeld volgens Frings.  šāījgeͅlt (Lanklaar), schadekoop: ps. omgespeld volgens Frings.  šājkōͅu̯p (Ophoven), spijtegeld: ps. omgespeld volgens Frings.  spētəxēlt (Zichen-Zussen-Bolder), staart: sjtert vaere laote (Swalmen), staartengeld: Note: de invuller twijfelt over dit antwoord!  sjtertegeldjt (Herten (bij Roermond)), staartgeld: startgeld (Eksel), startgeldj (Born), stertgeld (Baarlo, ... ), stertgeldj (Tungelroy, ... ), stertgeljd (Neeritter), Opm. dit is het geld dat de meid of knecht krijgt wanneer de boer iets verkoopt waarvan zij het meeste werk gedaan hebben (bijv. bij het verkopen van biggen, koe, veulen enz.).  staartgeld (Sevenum), ps. letterlijk overgenomen (dus niet(s) omgespeld!).  schtāārtgeld (Schimmert), ps. omgespeld volgens Frings.  statxeͅlt (Hoeselt), steͅrtgeͅld (Lommel), ps. omgespeld volgens IPA.  steͅrtgeͅlt (Achel), stoot: de sjtoeat (Obbicht), verloren geld: ps. omgespeld volgens Frings.  vərl"rə geͅlt (Kermt), verschil: ps. omgespeld volgens Frings.  vərsxil (Halen, ... ), ət fəršel (Waterloos) verschil: Vraagt men aanvankelijk teveel geld voor wat men wil verkopen, dan moet men tenslotte vaak genoegen nemen met minder dan men eerst kon krijgen; hoe noemt men in zulk geval het verschil tussen wat men eerst kon krijgen en wat men tenslotte werkel [N 21 (1963)] III-3-1
wbd: verkopen voor afgeven: ps. omgespeld volgens Frings.  ān dēͅ pris gēͅf ix zə āf (Mechelen-aan-de-Maas), dat is de prijs: dat is der prīēs (Hoensbroek), ewegdoen: uweg doan (Weert), geven: gèève (Weert), Opm. de eerste e als Fr. woord père.  geve (Leuken), ps. omgespeld volgens Frings.  ixēͅfsə ygānzuvø͂ͅl (Maaseik), ixeͅfsygān zuvø͂ͅl (Maaseik), vər zuvøͅəl giəv ex sə ux (Halen), ps. omgespeld volgens Frings. Het -tekentje heb ik letterlijk overgenomen.  as ex ər deͅ vør krix dan gēͅf ex zə (Neerpelt), krijgen voor: ps. omgespeld volgens Frings.  dji kreͅxsə vør dijə preͅəs (Opheers), vər zuvøͅəl kreͅgdə zə (Halen), kunnen hebben: ps. omgespeld volgens Frings.  ... kuj sə həmə (Wellen), kunnen hebben aan: ps. omgespeld volgens Frings.  ān dēͅ pris konsəzə heͅbə (Waterloos), kunnen hebben voor: ge köönt te vür den pries wel hebbe (Middelaar), veur dej pries kinst öt höbbe (Wolder/Oud-Vroenhoven), vûûr déé pries kins-te ’t höbbe (Klimmen), ps. letterlijk overgenomen!  veur zoē veul kint ger ze hèbbe (Schimmert), ps. omgespeld volgens Frings.  vør din prīs køndə zə heͅmən (Hamont), vøͅr dēͅ prīs køndərzəhā (Teuven), vər zuvøi̯l kōjə də gēət həbə (Diepenbeek), kunnen krijgen voor: ps. invuller heeft hierbij geen duidelijke fonetische notering gegeven. (wel iets geschreven, maar is doorgestreept!).  voor die prijs kun je ze krijgen (Zichen-Zussen-Bolder), kunnen meenemen voor: veur zawvöl kŭnset mitnumme (Susteren), kwijt willen: ich wil die geit veur zoavèùl kwīēt zeen (Born), ich wil die geit veur zoveul waal kwiet (Sittard), kwieet wille (Weert), vör zeveul wil ik ze kwiet (Milsbeek, ... ), ps. niet omgespeld!  vur det geljd wil ich ze kwīēt (Egchel), ps. omgespeld volgens Frings.  ix wil dēͅi̯ geͅi̯t wul kweͅi̯t zeͅi̯n, meͅ... (Oud-Waterschei), kwijt zijn: ps. omgespeld volgens Frings.  kwīt zēn (Kinrooi), laten: ... laotə (Holtum), aon dee pries laot iech ’t uulh (Maastricht), dao wil ich ze vĕŭr laote (Nunhem), ich laot dich die geit (Roermond), ich laot tich de geit veur zoeveul (Wijk), ich laot ze dich veur... (Kinrooi), ich laot ze uch (Baarlo), ich laot ze uch veur zoavêûl (Maasbracht), ich loat ze dich (Mechelen, ... ), ich los ’t dich vuur dée pries (Kerkrade), ich wil de geit veur bijv. 30 gulden "loate (Ell), ich wil dich de geet loate! (Heerlen), ich wil die geit vur zovuel geld waal laote gâôn (Tegelen), ich wil ze dich waal laote veur dae pries (Limbricht), ich zal ze dich lòòte vör ... (Panningen), iech loss üüch de jeet vüür .... jölle (Bleijerheide), ik wil ⁄t dich laote veur .... (Velden), laote (Mechelen, ... ), laote veur dèè pries (Urmond), laoten (Reuver), loate (Gronsveld, ... ), loatə (Heer), veur dae pries loate (Guttecoven), veur dae pries wil ich ze waal loade (Roermond), veur dai pries wil ig ze laote (Maasniel), veur zeuvêûl wil ich ze dich laote (Herten (bij Roermond)), veur zoeoveul laot ich ze dich (Neeritter), vur det geld wil ig ze ug laote (Tegelen), vur dèn pries wil ik ze ôn wel laote! (Oirlo), vuur zoévoel loate (Hoensbroek), vûûr déé pries laot ich ze Uch (Klimmen), ze loate (Tungelroy), Algemene opmerking: invuller noteert als spellingssyteem Veldeke, maar het is gewoon in het Nederlands genoteerd en heb het daarom letterlijk overgenomen (dus niets omgespeld!).  laote (Klimmen), vuur zoeèvuul wil ich ze laote (Welten), Algemene opmerking: invuller twijfelt over het spellingssysteem (Veldeke). Aangezien de lijst normaal (dus in gewoon Nederlands) is ingevuld, heb ik de lijst letterlijk overgenomen, dus niet(s) omgespeld!  laote (Eijsden), Note v.d invuller (zie bovenaan in "balk", boven vraag 33: vroeger bestond bij verkoop van bijvoorbeeld een stuk vee, het gebruik dat een verkoper van de koper 1 of 2 ct. ontving ("Godsgeltj"), als zekerheid dat beiden zich aan de transactie gebonden wisten.  ich wil ze vem ... laote (Heythuysen), Note: volgens mij heeft invuller hier geen volledig antwoord gegeven?!  de geit laote ... (Beegden), Opm. bijv. "veur 7 gulje wil ig ze laote".  veur zoevul wil ig ze laote (Maasniel), Opm. het woord verlaten kent men hier niet!  ich laot ze dich taege gouwe pries (Sittard), ps. deels omgespeld volgens Frings (of gewoon zo letterlijk mogelijk overnemen, met vermelding dat er boven de ö nog een lengteteken moet staan).  veur [zoevø͂ͅl} laote (Maastricht), ps. invuller heeft geen spellingssyteem genoteerd, dus letterlijk overgenomen (niet(s) omgespeld!).  vur dee prīēs loat ich die geet (Waubach), ps. letterlijk overgenomen (dus niet(s) omgespeld!).  de géét laote vuur déé prīēs (Oost-Maarland), ps. letterlijk overgenomen!  ich loat ze dich vuur zōēëvēūël (Hoensbroek), ps. omgespeld volgens Frings.  ... vər x fraŋ lōtə (Borgloon), ex lōͅtzə dix vy(3)̄r ... (Rotem), ex wel zə lōͅtə (Ophoven), ex zal zə oͅx lōətə (Kermt), ix lōͅt zuxan dīə prēͅs (Hasselt), ix loͅtsə gān zuvø͂ͅl (Maaseik), ixlōͅtsə ygānzuvø͂ͅl (Maaseik), lotə (Herk-de-Stad), lōtə (Sint-Truiden), lōətə (Niel-bij-St.-Truiden), lōͅtən a͂n (Hasselt), lōͅwətə (Lommel), loͅai̯tə (Borgloon), luətə (Halen, ... ), lwōͅtə (Val-Meer), oͅŋ zuvōͅu̯l wel ix sə oͅx wal lōətə (Rummen), v"r zuvəl wel ix zə dex lōͅtə (Neerharen), vir dēͅ prīs lōͅt exsə ox (Opglabbeek), vīər dēͅ prējs wel ex zə loͅətə (Bree), vør dēͅ prais loͅit six (Tongeren), vər dē preͅi̯s wəl əx dā lōətə (Velm), zə dōͅ v"r lōͅtə (Stokkem), zə lōͅətə (Zelem), zə luətə (Lummen), zə løtə (Diepenbeek), ək loͅu̯ət (Lommel), ⁄lu̯ōtə (Boekt/Heikant), ps. omgespeld volgens Frings. Boven de "a met een rondje erboven"(omgespeld: a) staat nog een ~; deze combinatieletter is niet te maken/om te spellen en heb alleen de "a met een rondje erboven"omgespeld.  ex wel zə la~tə (Bocholt), ps. omgespeld volgens IPA.  ix løt sə ux (Tongeren), laten gaan: loate goon (Valkenburg), Algemene opmerking: invuller noteert als spellingssyteem Veldeke, maar het is gewoon in het Nederlands genoteerd en heb het daarom letterlijk overgenomen (dus niets omgespeld!).  laote gao (Klimmen), ps. omgespeld volgens Frings.  vøͅr dēͅ prīs lōdəxsə gūə (Teuven), laten lopen: loate loupe (Weert), loven: ps. omgespeld volgens Frings.  ək lōf (Lommel), moeten hebben: ps. omgespeld volgens Frings.  ex mut suvēl heͅbə i̯anərs hāx ex sə zeͅlf (Gelieren/Bret), moeten kosten: dat mòt ’t kòste (Sittard), Opm. dit zegt men hier!  het kost dich zoevööl (Oirsbeek), het mot zoevööl koste (Oirsbeek), ps. omgespeld volgens Frings.  deͅt mōt sə koͅstə (Bocholt), ’t mut zuvel koͅstə (Oud-Waterschei), mogen meepakken voor: ps. omgespeld volgens Frings.  vīr dēͅ prīs moxstə zə meͅt pakə (Opglabbeek), naar parijs willen gaan: ps. omgespeld volgens Frings.  døͅveͅr wøl ex weͅl nøͅ Pərēͅi̯s gøͅn (Peer), omzetten: ps. omgespeld volgens Frings.  əm zeͅtə (Rosmeer), overlaten: euverlaoten (Wijk), veur zeuvêûl wil ich ze dich euverlaote (Herten (bij Roermond)), vur zovēūl laot ik ze dich ouver (Sevenum), ps. letterlijk overgenomen.  ŏverlō.te (Meijel), te koop zijn aan: ps. omgespeld volgens Frings.  oͅən zuvəl es zə tə kōu̯p (Wintershoven), uit de hand: ps. deels omgespeld volgens Frings.  uit ten [ha͂nd (Rummen), van de hand: Algemene opmerking: invuller noteert als spellingssysteem Veldeke, maar met een vraagteken erachter; de lijst is gewoon in het "Nederlands"ingevuld en heb het daarom maar letterlijk overgenomen (dus niet omgespeld!).  veur zoiväöl geld van de hand (Ulestraten), van de hand doen: ich wil die geit veur ... gölje van de handj doon (Roermond), ps. omgespeld volgens Frings.  van də hānt dūn (Hoeselt), verjoppen: ps. omgespeld volgens Frings.  vərjupə (Hasselt), verkopen: ich wil dich de geet vüür dat geld waal verkope (Heerlen), ich wil die geit vur zovuel geld waal verkoupe (Tegelen), verkaupe (Venlo), vör de priës verkoop ig de geet (Mechelen), vür zoeaveual verkoop ich ze (Jabeek), ps. omgespeld volgens Frings.  vərkau̯pə (Kinrooi), vərkōpə (Diepenbeek), vərkoͅpə (Rosmeer), verlappen: ps. omgespeld volgens IPA.  vər dīə prēͅs vər’ləppə (Gelinden, ... ), vərlapə (Overpelt), verpatsen: verpatse (Weert), vertuisen: ps. omgespeld volgens Frings.  vertūəsə (Hoeselt), voor die prijs is het van dich: vûûr déé pries is ’t van dich (Klimmen), vragen: ps. omgespeld volgens IPA.  vroͅxt suvøl (Achel), wegdoen: ps. omgespeld volgens IPA.  vy(3)̄r zūəvø͂ͅl dōən ix sə weͅx (Rotem), weggaan voor: veur dae prīēs geit ze weg (Swalmen), willen hebben aan: ps. omgespeld volgens Frings.  ān dēͅ prīs wəl ex zə həbbə (Lanklaar), willen hebben voor: veur zoevöl wijl iech ze wel hebbe (Heugem), willen missen voor: voor fl.100,- wil ik de geit wel missen (Grathem) verlaten, Zegt men bij u: ik wil die geit voor zoveel geld wel ~ = voor die prijs wil ik ze wel verkopen [soelieje?] [N 21 (1963)] III-3-1
wbd: zeuren viltsen: vilse (Roermond) op niet aflatende wijze zeuren om iets te krijgen, inz. gezegd van kinderen III-3-1
wecken in flessen doen: in flesse doon (Sevenum), in glazen doen: in glaze doon (Tungelroy), inkoken: i kouge (Vijlen), i-kaoche (Kerkrade), i-kaoke (Klimmen), i-kooke (Oirsbeek), ikaochə (Simpelveld), ikkaoəkə (Heerlen), ikoochə (Simpelveld), in kaoke (Lutterade), inkaoke (Horst, ... ), inkoken (Stein), inkòken (Kesseleik), inkóakə (Moorveld (Waalsen), ... ), inmaken: eenmaken (Hamont), enmākə (Teuven), eͅ.mā.kə (Eys), i maake (Schinveld, ... ), i make (Eys, ... ), i māāchə (Kerkrade), i máákə (Doenrade), i-make (Gulpen, ... ), i-maken (Brunssum), i-mààke (Guttecoven), i-máákə (Epen), ie(n)mäoke (Gronsveld), ien maake (Venray), ienmake (Castenray, ... ), ienmakə (Sint-Geertruid), imaachə (Simpelveld), imaakə (Klimmen), imachə (Simpelveld), imake (Gulpen, ... ), imakə (Wijnandsrade), imāāke (Nieuwenhagen, ... ), immake (Heerlerbaan/Kaumer), immààkə (Ubachsberg), immààəkə (Schinnen), immáákə (Heerlen), imààkə (Amstenrade), imááke (Doenrade), imáákə (Jabeek, ... ), in maake (Wessem), in maken (Ospel, ... ), in máákə (Oirsbeek), inmaake (Geleen, ... ), inmaaken (Heerlerbaan/Kaumer), inmaakə (Hunsel, ... ), inmake (Beek, ... ), inmake(n) (Guttecoven, ... ), inmaken (Born, ... ), inmakə (Caberg, ... ), inmakən (Urmond), inmaokə (Reuver), inmaəke (Kelpen), inmāākə (Hulsberg), inmāke (Gruitrode, ... ), inma‧kə (Montfort), inmàkə (Venlo), inmààke (Geleen, ... ), inmààkə (Grevenbicht/Papenhoven, ... ), inmáke (As, ... ), inmááke (Beek, ... ), inmáákə (Geleen, ... ), inmäke (Schimmert), īnmāāke (Maastricht), īnmáákə (Maastricht), èn-ma-ken (Neerharen), ènmaoke (Bilzen), én moake (Hoeselt), ‧eenmààgə (Simpelveld), ‧emā.kə (Ingber), ‧enm‧ākə (Neeroeteren), in potten  inmake (Venlo), inmake  inmààkə (Meijel), streepje op de n  inmaaku (Itteren), inwecken: i-wècke (Klimmen), ienwekke (Tienray), inwecke (Blerick), inwekke (Blerick, ... ), inwèkke (Meijel), inwèkkə (Moorveld (Waalsen), ... ), inwékke (As, ... ), inwêkke (Swalmen), iwèkkə (Simpelveld), inmaakglazen  inwecke (Ell), inwecken  inwekkə (Meijel), soms  inwèkke (Maastricht), streepje op de n  inwekku (Itteren), opleggen: oplègge (Bilzen), ŏĕpléggə (Loksbergen), steriliseren: schterilesere (Buggenum), sterlĭĕseerə (Meijel), steͅrlisēͅərə (Kwaadmechelen), stérĭĕlĭĕzérə (Leopoldsburg), gesterelez IOD  stərələzeerə (Vlijtingen), wecken: wecke (Beesel, ... ), wecken (Ittervoort, ... ), wecsen (Sint-Odiliënberg), weeke (Montfort), weikke (Montfort), wekke (Castenray, ... ), wekke(n) (Velden), wekken (Maasbracht), wekkə (Horst, ... ), weͅkə (Gennep, ... ), wik⁄kə (Brunssum), wècken (Melick), wèckə (Opglabbeek), wèke (Buggenum), wèkke (Bree, ... ), wèkkə (Caberg, ... ), wécke (Heerlen), wécken (Hamont), wéikkö (Stevensweert), wékke (Amby, ... ), wékkə (Gennep, ... ), wêcke (Susteren), wêkke (Gronsveld, ... ), w‧eͅkə (Neeroeteren), De hieële kêlder stieët ongerhântj vôl wek: de kelder staat onderhand helemaal vol met wekgoed  wekke (Nederweert), Ich hep tieën glaaze körse gewéktj  wékke (Altweert, ... ), in flessen  wekke (Venlo), Pere weurde dit jaor neet gewèk  wèkke (Maastricht), Toegift: versojere of versoltje : eten laten verpieteren (o met vlak streepje)  wekke (Weert) inmaken || levensmiddelen in flesse/glazen potten sterilliseren d.m.v. koken en luchtdicht afsluiten || levensmiddelen in flessen/glazen potten sterilliseren door middel van verhitting en luchtdicht afsluiten || steriliseren van levensmiddelen in luchtdichte afgesloten flessen, wecken [N 80 (1980)] || verduurzamen door verhitting in kokende waterdamp || wecken || wecken, inmaken van levensmiddelen || wecken; Hoe noemt U: Steriliseren van levensmiddelen in luchtdicht afgesloten flessen (wecken, inmaken) [N 80 (1980)] III-2-3
weddenschap pari (fr.): Mèt iemes ne - aongoon euver get veur hónderd gölde.  parie (Maastricht), Vroeger dikwijls parie.  parie (Maastricht), wed: wed (Kerkrade), wet (Eupen), wɛt (Eygelshoven, ... ), En wed aajue; vör de wed spääle.  wet (Gemmenich), NB wedde: wedden.  wed (Bocholtz, ... ), Zie ook: wëddensjap. t Geit in de wët: het gaat om de weddenschap.  wët (Sittard), weddenschaft: weddensjaf (Bocholtz, ... ), wedəmsjaft (Henri-Chapelle), wedənsjaft (Baelen, ... ), weddenschap: weddesjap (Eygelshoven), wedəschap (Nederweert), widenschap (Alken), widensjup (Millen), widənschap (Kuringen), widənsjap (Kanne, ... ), widənsjup (Diepenbeek, ... ), wèddensjap, wèddesjap (Swalmen), wèdənšop (Meeswijk), wêdenschap (Borgloon), wɛ.dənsjap (Brunssum), wɛdənschap (Mook), wɛdənsja...p (Slenaken), wɛdənsjap (Amby, ... ), wɛdənsjâp (Wahlwiller, ... ), wɛdənsjəp (Nuth/Aalbeek), wɛdəntsjoͅp (Rutten), wɛdəschap (Middelaar, ... ), wɛdəsjap (Hunsel, ... ), wɛdəsjjəp (Piringen), Vroeger dikwijls parie.  wèddensjap (Maastricht), Zie ook: wët.  wëddensjap (Sittard), wedderij: wɛdəri (Velden), wedding: en waĕdding (Maaseik), en waëdding (Oostham), en wĕittingh (Lommel), en wĕudding (Tessenderlo), ĕn wedding (Val-Meer), ĕn weddinh (Peer), ien wädding (Helchteren), in wedding (Hamont, ... ), n waedding (Landen), n wedding (Sint-Truiden), weddeng (Baelen, ... ), wedding (Bree, ... ), weddinh (Neerpelt), wĕdding (Bilzen), wideŋ (Hoepertingen, ... ), widiŋ (Muizen), widɛŋ (Borlo), wödiŋ (Duras, ... ), wɛdiŋ (Binderveld, ... ), wɛdiŋk (Sint-Truiden), wɛtiŋ (Montfort, ... ), weddingschaft: wedəŋsjaf (Welkenraedt), weddingschap: een waĕddingshop (Genk), waedingshap (As), wediŋsjap (Eigenbilzen), wideŋschap (Rukkelingen-Loon), wideŋsjap (s-Gravenvoeren), widiŋschap (Stevoort), widiŋschup (Gutshoven, ... ), widiŋsjup (Beverst, ... ), widiŋskap (Jeuk), widəŋsjup (Rijkhoven, ... ), wèddingschap (Gennep), wèddingsjap (Bocholt, ... ), wödeŋsjap (Vroenhoven), wödiŋksjup (Vreren), wödiŋksjəp (Berg), wödiŋschap (Nieuwerkerken), wödəŋschap (Sint-Lambrechts-Herk), wɛdinsjap (Helden/Everlo), wɛdiŋkschap (Heers, ... ), wɛdiŋksjoͅp (Bilzen), wɛdiŋkska.p (Heers), wɛdiŋkšoͅp (Mechelen-aan-de-Maas), wɛdiŋschap (Arcen, ... ), wɛdiŋschu.p (Borgloon), wɛdiŋsjap (Beesel, ... ), wɛdiŋsjoͅp (As, ... ), wɛdiŋsjup (Zichen-Zussen-Bolder), wɛdiŋsjəp (Genk, ... ), wɛdiŋṣchap (Beringen, ... ), wɛ̝diŋṣchap (Lommel), êïn waeddingshop (Diepenbeek), Afl. sub wedden.  wèddingschap (Zonhoven), niet duidelijk leesbaar  wɛdiŋsjap (Baexem), Sub WEDDEN.  widdingsjap, wèddingsjap (Posterholt), Vroeger dikwijls parie.  wèddingsjap (Maastricht), wedje: wèdje (Swalmen), wedschaft: wetsjaft (Kelmis), wedspel: wɛtsp^ø:l (Siebengewald), wedstrijd: wɛtsjtrî:t (Beringe) [Weddenschap]. || Pari: weddenschap. || Wed: Wette. || weddenschap [RND] || Weddenschap, weddingschap. || Weddenschap. || Wedding. [Willems (1885)] III-3-2