20747 |
communietaart |
bontkoek:
Syst. WBD
bontjkook (L426z Holtum),
bruidskoek:
Eigen spellingssyst. Zie vragenlijst p.6 In Berg niet bij communies; wel bij huwelijk.
broetskook (L429a Berg-aan-de-Maas),
bruiloftstaart:
Deze wordt dan naar het betreffende genoemd, bijv. ~
broelofstaart (Q020p Sittard),
cake:
keek (L353p Eksel),
communiekoek:
Pronkgebak wat hier met gelegenheden wordt gebakken wordt hier ook zo geneoemd naar de aard of het feest hiervan.
kemmūniekook (Q022p Munstergeleen),
communietaart:
Deze wordt dan naar het betreffende genoemd, bijv. ~
kemunetaart (Q020p Sittard),
Syst. WBD
kemūūnietaart (L270p Tegelen),
engelenkoek:
Syst. Frings
ɛŋələkøͅk (L355a Linde),
feestgebak:
fistgəbák (L414p Houthalen),
feestkoek:
Syst. Grootaers
fēstkuk (K278p Lommel),
feesttaart met opzet:
Syst. Veldeke
fièsttaart mèt opzet (L270p Tegelen),
geboortekoek:
Pronkgebak wat hier met gelegenheden wordt gebakken wordt hier ook zo geneoemd naar de aard of het feest hiervan.
gebaortekook (Q022p Munstergeleen),
gegarneerde koek:
gegarneerde koo.k (Q032a Puth),
gesierde koek:
geseerde kook (Q033p Oirsbeek),
gteau (fr.):
gateú (Q002p Hasselt),
gato (L420p Rotem),
gatō (L423p Stokkem),
gatōə (Q156p Borgloon),
gatoͅu̯ (Q156p Borgloon),
gattoo (Q077p Hoeselt),
gātoͅu̯ (Q156p Borgloon),
gàttó (Q162p Tongeren),
gàttö (Q162p Tongeren),
Syst. Frings
gatō (K318p Beverlo, ...
P044p Zelem),
gatoͅu̯ (P175p Gingelom),
gətō (L370p Kessenich, ...
L314p Overpelt),
Verklw. gatؿ\\n
gatō (K278p Lommel),
koek:
koch (Q121c Bleijerheide),
Fijnere bakwerken kwamen van de bakker en werden dan algemeen kook genoemd.
kook (Q112b Ubachsberg),
mont:
monté (Q204a Mechelen),
opgespoten koek:
(opgespoten).
opgesputte kook (L425p Grevenbicht/Papenhoven),
opgespoten taart:
Syst. Eykman
op˃gəspōͅtən tārt (L244c America),
opgezette taart:
opgezatje toart (L326p Grathem),
opstand:
Syst. WBD
opstang (L265p Meijel),
ópstaand (L163p Ottersum),
opsteek:
opsteek (Q009p Mechelen-aan-de-Maas),
opzet:
hopzat (L329p Roermond),
opsat (L386p Vlodrop),
opsats (Q020p Sittard, ...
Q117a Waubach),
opzat (L326p Grathem, ...
Q193p Gronsveld,
Q187a Heugem,
L377p Maasbracht,
Q198b Oost-Maarland,
Q198b Oost-Maarland,
Q198b Oost-Maarland,
L329p Roermond,
L329p Roermond,
L373p Roosteren,
L331p Swalmen,
Q097p Ulestraten,
Q101p Valkenburg),
opzats (Q121p Kerkrade, ...
Q204a Mechelen,
Q204a Mechelen,
Q117p Nieuwenhagen,
Q020p Sittard,
Q020p Sittard),
opzet (L295p Baarlo, ...
L329p Roermond),
opzeͅt (L372p Maaseik),
opzèt (L322a Nunhem),
opzêt (L321p Neeritter, ...
Q014p Urmond),
op˃zat (L215p Blitterswijck, ...
L214a Geysteren,
L217p Meerlo,
L246a Swolgen,
L245b Tienray,
L214p Wanssum),
oͅpsat (Q096d Smeermaas),
oͅpseͅt (L416p Opglabbeek),
#NAME?
opzats (L432p Susteren),
(korte oo-klank).
oopzats (Q113p Heerlen),
(m.).
oͅpsat (L422p Lanklaar),
Eigen phonetische
opzat (Q101p Valkenburg),
Eigen syst.
opzats (Q113p Heerlen),
opzet
opzats (Q020p Sittard),
spreek -é- uit als fr. est of cabinet; ook de -t uitspreken)
opzét (L374p Thorn),
Syst. Frings
oͅp˃zat (L372p Maaseik, ...
L312p Neerpelt),
oͅp˃zeͅt (L370p Kessenich),
oͅp˃zɛt (Q009p Mechelen-aan-de-Maas),
Syst. Frings (?)
opzet (L369p Kinrooi),
Syst. Frings mnl.
oͅp˂zø͂ͅt (L360p Bree),
oͅp˃zət (L366p Gruitrode),
Syst. Veldeke
hopzat (L329p Roermond),
opzèt (L369p Kinrooi),
Syst. WBD
opzat (L331b Boukoul, ...
Q204a Mechelen,
L383p Melick,
Q019a Neerbeek,
L329p Roermond,
L271p Venlo,
L271p Venlo),
opzats (L330p Herten (bij Roermond)),
opzet (L324p Baexem, ...
L271p Venlo),
òpzat (L332p Maasniel),
Syst. WBD Opzet: opeengestapelde ringen van makrongebak met versiering
opzĕĕt (L290p Panningen),
Syst. Wbk. van Bree
opzöt (L360p Bree),
opzetkoek:
Syst. Frings
oͅp˃zɛtkōk (L317p Bocholt),
pice monte (fr.):
pjeͅs mo͂tē (Q176a Ketsingen),
pjèmontee (Q071p Diepenbeek),
pjèsmôontee (Q077p Hoeselt),
(m.).
pjɛsmoͅntē (L413p Helchteren),
opgebouwd uit roombolletjes, soesjes of schuimpjes, met bovenop een suikeren beeldje, speciaal voor communiefeesten
pièce montée (Q083p Bilzen),
Syst. Frings
pieͅsə mo͂ͅntē (Q002p Hasselt),
pièce montée (P222p Opheers),
piɛs moͅntē (K358p Beringen),
pjeͅs mo͂tēə (P175p Gingelom),
pjeͅsmoͅntē (Q002p Hasselt),
Syst. Frings Fr. uitspraak
pièce montée (Q002p Hasselt),
Syst. IPA
pi̯eͅsmu̞ntē (K314p Kwaadmechelen),
pronkgateau:
Syst. Frings
prōŋk˃gatō (L286p Hamont, ...
L286p Hamont),
pruŋk˃gatoͅu̯ (P176p Sint-Truiden),
pronkgebak:
Syst. Frings
pruŋk˃gəbak (P176a Melveren),
pronktaart:
Syst. WBD
prônktaart (L270p Tegelen),
stapelkoek:
stapelkook (Q009p Mechelen-aan-de-Maas),
sterfbrood:
Pronkgebak wat hier met gelegenheden wordt gebakken wordt hier ook zo geneoemd naar de aard of het feest hiervan. Bij begrafenissen, enz.
sjterfbroad (Q022p Munstergeleen),
taart met opzet:
Syst. WBD
taart mit opzat(s) (L332p Maasniel),
toren:
Syst. Veldeke
tore (L369p Kinrooi),
tronk:
Syst. Frings
troͅŋk (P213p Niel-bij-St.-Truiden),
trouwkoek:
Pronkgebak wat hier met gelegenheden wordt gebakken wordt hier ook zo geneoemd naar de aard of het feest hiervan.
trouwkook (Q022p Munstergeleen),
turkse toren:
Syst. IPA
tørksətōͅrə (K357p Paal)
|
banketwerk van amandelmacron || gateau (gebak met verdiepingen) || hoge, meestal met fantasietjes afgewerkte pronktaart met slagroom of crème au beurre || hoog pronkgebak [N 16 (1962)] || Hoog pronkgebak, opgebouwd uit roombolletjes, soesjes, of schuimpjes, met bovenop een suikeren beeldje, speciaal voor communiefeesten (opzat, opzats?) [N 16 (1962)] || pronkgebak
III-2-3
|
23655 |
communiezang |
communie (<lat.):
communie (L423p Stokkem),
de cummunie (Q111p Klimmen),
communiegezang:
communiegezang (L295p Baarlo),
dr communie-gezank (Q117p Nieuwenhagen),
kemmūūniegezànk (Q117p Nieuwenhagen),
kemuunegezang (L387p Posterholt),
communielied:
kemunieleed (L300p Beesel),
kommunieleed (L317p Bocholt),
communieliedje:
het kemunielieke (L313p Sint-Huibrechts-Lille),
kemunieliedje (L300p Beesel),
kemunielieken (L312p Neerpelt),
kemuunieleedje (L320b Kelpen),
kommunieleedsje (L317p Bocholt),
communiezang:
communezang (P219p Jeuk),
communie-zaank (Q095p Maastricht),
communiezaank (Q197a Terlinden),
communiezang (Q202p Eys, ...
L328p Heel,
Q187a Heugem,
Q112c Kunrade,
L265p Meijel,
L265p Meijel,
Q098p Schimmert,
L374p Thorn,
L210p Venray),
communiezangk (Q039p Hoensbroek),
communiezank (L381p Echt/Gebroek, ...
Q099p Meerssen),
de kòmmunnezank (Q162p Tongeren),
dr kemunezank (Q203p Gulpen),
kemienezank (Q086p Eigenbilzen),
kemmeunesang (Q001p Zonhoven),
kemmuniezank (Q009p Mechelen-aan-de-Maas, ...
L318b Tungelroy),
kemmunniezaank (L353p Eksel),
kemune zank (Q101p Valkenburg),
kemunezank (L429p Guttecoven, ...
L426z Holtum),
kemuniezaank (Q095p Maastricht, ...
Q095p Maastricht,
Q095p Maastricht),
kemuniezang (L216p Oirlo, ...
L371p Ophoven,
L299p Reuver,
L192a Siebengewald,
L271p Venlo),
kemuniezangk (L425p Grevenbicht/Papenhoven, ...
L329p Roermond),
kemuniezank (Q111p Klimmen, ...
L289p Weert),
kemunnezang (Q071p Diepenbeek),
kemuunezangk (Q021p Geleen),
kemuunezank (Q027p Doenrade, ...
P188p Hoepertingen,
Q019a Neerbeek),
kemuuniezang (L293p Roggel),
kemuuniezangk (L328p Heel),
kemuuniezank (L426z Holtum, ...
Q032p Schinnen),
kemūniezang (P197p Heers),
kommunezangk (Q032p Schinnen),
kommuniesang (Q111p Klimmen, ...
Q111p Klimmen),
kommuniezang (L382p Montfort),
kommuniezangk (L432a Koningsbosch),
kommuniezank (L289p Weert),
kommúnezang (P176p Sint-Truiden),
komuniezank (Q020p Sittard),
kumūūniezaank (Q095p Maastricht),
kəmmunəzang (Q077p Hoeselt),
kəmmuunezank (Q011p Boorsem),
kəmunəzàng (P047p Loksbergen),
communio (lat.):
communio (L282p Achel, ...
L295p Baarlo),
Communio (Q018p Geulle),
communio (L352p Hechtel, ...
L383p Melick,
L209p Merselo,
L245b Tienray,
Q117a Waubach),
cummunio (Q207p Epen),
kemuniejoo (L320a Ell),
kemunijo (Q095p Maastricht),
kemunnio (L318b Tungelroy),
kommunio (L216p Oirlo),
dankzang:
den dankzang (L266p Sevenum),
kommuniongezang:
dər komyniuəngezāŋk (Q253p Montzen),
kommunionsgezang:
commilioensgezank (Q208p Vijlen),
lof:
lof (Q021p Geleen),
vesper (lat.):
vesper (Q021p Geleen),
zingen:
zaenge (L382p Montfort)
|
Het misgezang tijdens of na de communie, de communio of communiezang. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
25532 |
compact |
met zemelen derin:
met tsīmǝlǝn dren (Q121e Kaalheide),
opstijven:
(het meel) štīft op (Q121p Kerkrade),
stijf:
stijf (L432a Koningsbosch),
stē̜f (Q002p Hasselt),
stī.f (L269a Hout-Blerick),
stɛ̄f (K314p Kwaadmechelen),
štīf (Q021p Geleen, ...
Q197p Noorbeek,
Q030p Schinveld,
L270p Tegelen),
stijve:
stīvǝ (L269p Blerick),
štīvǝ (Q094b Wolder / Oud-Vroenhoven / Wiler),
stug:
stug (L292p Heythuysen),
taai:
tɛj (L292p Heythuysen),
te stijf:
tǝ stęjf (K278p Lommel),
teeg:
tē̜jx (P056p Stokrooie),
vette:
vɛtǝ (Q020p Sittard),
zwaar:
zwowǝr (K278p Lommel),
zwǫwǝr (K314p Kwaadmechelen),
zwǭwǝr (Q082p Munsterbilzen),
šwǭr (Q021p Geleen),
žwoar (Q121p Kerkrade),
žwǭr (L270p Tegelen, ...
Q097p Ulestraten),
zwaarder:
zwǭrdǝr (K359p Koersel),
zware:
zwōrǝ (P176b Bevingen)
|
Zwaar, compact of stug, gezegd van bloem. Ten aanzien van het woordtype "vette" zij opgemerkt dat bloem, gemalen van inlandse tarwe, glad zal aanvoelen, als men deze tussen vinger en duim wrijft (Schoep blz. 19). De bakker spreekt dan over het vettig aanvoelen van de bloem. In feite heeft dit niets met het vetgehalte van de bloem te maken. Door de informanten wordt de bloem als "zwaar" beschouwd wanneer die veel zemelen in zich heeft (Q 121, Q 121e) of wanneer die niet poreus is (K 314). De bloem wordt "stijf" gemoemd, als het deeg meer water nodig heeft. [N 29, 16]
II-1
|
21308 |
compagnie |
compagnie (fr.):
coempanie (Q083p Bilzen),
compaajié (L269p Blerick),
compagnie (Q029p Bingelrade, ...
L387p Posterholt),
compagnjie (L387p Posterholt),
compane[i} (Q002p Hasselt),
companĕĕj (L191p Afferden),
compani (K358p Beringen),
companie (L297p Belfeld, ...
L434a Broeksittard,
L380p Genooi/Ohé,
L244b Griendtsveen,
L379p Laak,
Q033p Oirsbeek,
Q168p s-Herenelderen,
Q098p Schimmert),
companié (Q078p Wellen),
compannie (Q103p Berg-en-Terblijt, ...
L378p Stevensweert),
compeneej (L211p Leunen),
compenie (Q102p Amby, ...
L417p As,
L295p Baarlo,
L300p Beesel,
L426p Buchten,
L381p Echt/Gebroek,
Q021p Geleen,
Q110p Heek,
L330p Herten (bij Roermond),
Q104a Limmel,
Q022p Munstergeleen,
L266p Sevenum,
L432p Susteren,
L210p Venray),
compeniej (Q207p Epen),
compeniĕ (L289p Weert),
compenij (Q096a Borgharen, ...
L290p Panningen),
compeniè (L299p Reuver),
compenèj (Q204a Mechelen),
compenêi (Q093p Rosmeer),
compie (Q116p Simpelveld),
cōmpanie (L368p Neeroeteren),
cōmpannie (L216p Oirlo),
cŏmpanie (L296p Steyl),
cŏmpeniej (Q027p Doenrade),
cŏŏmpeni-j (L246a Swolgen),
cŏŏmpenie (L249p Grubbenvorst, ...
Q111p Klimmen),
cómpenie (L320p Hunsel),
cômpenie (L321p Neeritter),
koempanei (L372p Maaseik),
koempenéy (L419p Elen),
koempënéj (L422p Lanklaar),
kompagnie (L431p Dieteren),
kompani (P188p Hoepertingen, ...
P192p Voort),
kompanie (L417p As, ...
Q196p Mheer),
kompaniej (P055p Kermt),
kompannie (Q016p Lutterade, ...
Q032a Puth),
kompanèj (Q118p Schaesberg),
kompeneej (L217p Meerlo),
kompenei (Q102p Amby, ...
L291p Helden/Everlo),
kompenej (L215a Wellerlooi),
kompenĕĕj (L250p Arcen, ...
L248p Lottum,
L209p Merselo),
kompenĕj (Q198p Eijsden),
kompenie (L333p Asenray/Maalbroek, ...
L327p Beegden,
L215p Blitterswijck,
L328p Heel,
Q077p Hoeselt,
L325p Horn,
L298p Kessel,
L377p Maasbracht,
L267p Maasbree,
L382p Montfort),
kompeniej (Q032p Schinnen, ...
Q030p Schinveld),
kompenij (Q187p Sint-Pieter),
kompennie (Q203p Gulpen),
kompie (Q095p Maastricht),
kompəneͅj (L313p Sint-Huibrechts-Lille),
kompəni (Q089p Martenslinde),
kompənie (L331p Swalmen),
kompəniš (P176p Sint-Truiden),
kompəné:j (Q010p Opgrimbie),
kompənéj (Q012p Rekem),
kompənï (Q001p Zonhoven),
koompenie (L385p Sint-Odiliënberg),
kōmpənɛj (Q095p Maastricht),
kŏmpenĕĕj (L245p Meterik),
kŏmpeni-j (L288p Nederweert),
kŏmpenie (L425p Grevenbicht/Papenhoven),
kŏŏm-pe-neej (Q208p Vijlen),
kŏŏmpanjie (L164p Gennep),
kŏŏmpenĕĕj (L246p Horst),
kŏŏmpenie (L323p Buggenum),
koͅmpəni (Q156p Borgloon),
koͅmpəni‧ (P179p Aalst-bij-St.-Truiden, ...
K353p Tessenderlo),
kòmpenie (Q101p Valkenburg, ...
L268p Velden),
kómpenei (Q105p Heer),
kômpenie (Q099p Meerssen),
köpie (Q095p Maastricht),
kùmpanie (Q020p Sittard),
(o; bijna oo).
kompanie (L271p Venlo),
(v.).
k‧oͅmp‧i (Q202p Eys),
afdeling soldaten
kompie (L213p Well),
bij de militairen
kompenie (L209p Merselo),
compagnie v. soldaten
compannie (Q113p Heerlen),
gezelschap
companneej (Q113p Heerlen),
kompenij (L213p Well),
o gesloten
kompenie (Q035p Brunssum),
Opm. eemes kompenie hoaje = iemand gezelschap houden.
kompenie (L427p Obbicht),
Opm. wij zeggen hier: ich koem dich gèt kompenie doon (= ik kom je wat gezelschap houden).
kompenie ? (L430p Einighausen),
ps. boven de a staat nog een ?; deze combinatieletter is niet te maken, omgespeld is het inderdaad een a.
cŏampenie (L429p Guttecoven)
|
compagnie [SGV (1914)], [ZND 01 (1922)] || een aantal manschappen die een deel van een leger vormen [klocht, troep] [N 90 (1982)]
III-3-1
|
21224 |
compartiment |
abteilung (du.):
abtailoeng (Q121p Kerkrade),
compartiment (<fr.):
compartement (Q077p Hoeselt, ...
P219p Jeuk,
Q240p Lauw),
compartemént (L328p Heel),
compartemìnt (Q086p Eigenbilzen),
compartiment (L282p Achel, ...
P188p Hoepertingen,
Q098p Schimmert),
còmpartement (Q039p Hoensbroek),
dah is è compartiment (L355p Peer),
kompartement (Q003p Genk),
kompartemênt (L353p Eksel),
kompartëment (Q077p Hoeselt),
kòmpartemènt (L372p Maaseik),
kómpartement (L369p Kinrooi),
’t kómpártëment (Q162p Tongeren),
coup (fr.):
coepé (Q198p Eijsden),
coupe (L267p Maasbree, ...
L288a Ospel),
coupee (L320a Ell, ...
L387p Posterholt,
L329p Roermond),
coupè (K359a Stal),
coupé (L269b Boekend, ...
L331b Boukoul,
Q027p Doenrade,
L320c Haler,
L328p Heel,
L328p Heel,
Q039p Hoensbroek,
P219p Jeuk,
L298p Kessel,
Q111p Klimmen,
Q095p Maastricht,
Q095p Maastricht,
L312p Neerpelt,
Q197p Noorbeek,
Q118p Schaesberg,
L266p Sevenum,
L331p Swalmen,
Q197a Terlinden,
L289p Weert),
dah is ne coupé (L355p Peer),
dah is è coupé (L355p Peer),
koepee (L317p Bocholt, ...
Q121p Kerkrade,
L298p Kessel,
L377p Maasbracht,
Q117p Nieuwenhagen,
L271p Venlo,
L210p Venray,
Q117a Waubach),
koepéé (Q095p Maastricht),
koupé (L269p Blerick),
kŏĕpee (Q095p Maastricht),
kupē (L265p Meijel),
kupēi (K278p Lommel),
kupe‧ (Q032p Schinnen),
geen dialectwoord
coupé (L245a Castenray),
nb : stoottoon
koepee: (L382p Montfort),
personenwagen:
persoeëne-wage (L328p Heel),
personewage (L164p Gennep, ...
Q036p Nuth/Aalbeek),
ps. of "wagen": invuller noteert alleen "w.".
persone wage(n) (L216p Oirlo),
personenwagon (<eng.):
persoene wagong (Q208p Vijlen),
treinstel:
treinstel (L288a Ospel),
treinwagen:
treinwage (L360p Bree),
wagon (<eng.):
wagong (Q117p Nieuwenhagen)
|
compartiment [N 102 (1998)] || een spoorwagen [wagon, cabine] [N 90 (1982)]
III-3-1
|
23664 |
completen |
completen (<lat.):
co,pleten (L210p Venray),
compleet (L265p Meijel),
compleete (Q117a Waubach),
complete (L295p Baarlo, ...
Q211p Bocholtz,
Q018p Geulle,
Q039p Hoensbroek,
L209p Merselo,
L299p Reuver,
Q101p Valkenburg,
Q104p Wijk),
completen (L295p Baarlo, ...
L429p Guttecoven,
L328p Heel,
L432a Koningsbosch,
L376p Linne,
L433p Nieuwstadt),
compleëte (Q021p Geleen),
compléte (Q095p Maastricht),
compléten (P197p Heers),
de complete (Q095p Maastricht, ...
Q117p Nieuwenhagen,
Q032p Schinnen),
de completen (Q112c Kunrade),
de cómplete (Q111p Klimmen),
de komplete (Q111p Klimmen),
de kòmpleete (Q162p Tongeren),
də kompliə (Q253p Montzen),
kompleete (L320a Ell, ...
L328p Heel,
L325p Horn,
L387p Posterholt,
L386p Vlodrop),
komplete (L295p Baarlo, ...
L426z Holtum,
Q111p Klimmen,
Q095p Maastricht,
Q095p Maastricht,
L427p Obbicht,
L299p Reuver),
kompliaete (L381p Echt/Gebroek),
komplieten (L317p Bocholt),
komplète (P176p Sint-Truiden),
kompléte (Q020p Sittard),
op de oo staat ook nog een ´´- accent
de kŏŏmplēēte (Q117p Nieuwenhagen),
completen (<lat.) met het te deum (lat.):
de complete met dr te deum (Q203p Gulpen),
komplete mit et tedeiem (L382p Montfort),
danklof:
danklof (L271p Venlo),
hoogtijd:
hoegtèj (Q095p Maastricht),
lof:
et lof (L192a Siebengewald),
lof met te deum (lat.):
lof met te deum (L266p Sevenum),
lof met Te Deum (L289p Weert),
lof na de vesper (lat.):
lof na de vesper (L282p Achel),
plechtig lof:
plechtig lāōf (Q197a Terlinden),
dan worden alle klokken geluid
plechtig lof (L216p Oirlo),
plechtige vesper (lat.):
plechtige vesper (Q208p Vijlen, ...
L289p Weert),
plechtige vespers (<lat.):
plechtige vespers (L270p Tegelen),
sluiting:
sjloeting (L429p Guttecoven),
tantum ergo (lat.):
tantə mergo (P047p Loksbergen),
te deum (lat.):
dedeum (L352p Hechtel),
hət te deum (Q011p Boorsem),
te deum (L360p Bree),
Te Deum (Q207p Epen),
te deum (Q077p Hoeselt, ...
L414p Houthalen,
L382p Montfort,
L312p Neerpelt,
L416p Opglabbeek,
L371p Ophoven,
Q098p Schimmert),
te deum (lat.) zingen:
te deum zinge (Q202p Eys),
te deum laudamus (lat.):
het te deum (laudamus) (Q086p Eigenbilzen),
Te Deum Laudamus (P219p Jeuk),
te deum laudamus (L374p Thorn),
vesper (lat.):
vesper (Q027p Doenrade, ...
L432a Koningsbosch),
vesper (lat.) met de completen (<lat.):
vesper met complieete (L289p Weert),
vespers (<lat.) met lof:
vespers mit lof (L300p Beesel),
vespers (<lat.) met te deum (lat.):
vespers met te deum (L423p Stokkem)
|
De completen, namiddagdienst die op hoogfeesten en/of aan het einde van aanbiddingsdagen in aansluiting op de vespers werd gehouden en die vaak gevolgd werd door de lof- en dankhymne "Te Deum laudamus". [N 96B (1989)]
III-3-3
|
32598 |
compost |
aardhoop:
ęrthōp (L192a Siebengewald),
aardmest:
ē̜rt[mest] (L163a Milsbeek, ...
L115p Mook,
L163p Ottersum),
ęrt[mest] (L209p Merselo),
afval:
āf˲val (Q098p Schimmert),
afvalmest:
áf˲val[mest] (L248p Lottum),
āf˲val[mest] (Q204a Mechelen, ...
L427p Obbicht),
amerenstub:
ǭmǝrǝštø̜p (Q193p Gronsveld
[(als meststof in de tuin gebruikt)]
),
asraai:
asrǭi̯ (Q009p Maasmechelen),
assenhoop:
ɛšǝnhǫu̯.p (Q020p Sittard
[(ook wel gebruikt als mest voor de wei)]
),
asseraai:
asǝrǭi̯ (Q095p Maastricht, ...
Q094b Wolder / Oud-Vroenhoven / Wiler),
asseraaigrond:
asǝrǭi̯grōnt (Q094b Wolder / Oud-Vroenhoven / Wiler),
bakku(?):
ba`ky (P176p Sint-Truiden),
ba`kys (P212p Walshoutem),
bamdmest/beemdmest:
bamp[mest] (L362p Opitter),
bamt[mest] (L317p Bocholt, ...
L416p Opglabbeek),
bámt[mest] (L368p Neeroeteren),
bānj[mest] (L324p Baexem, ...
L322p Haelen),
bānjtj[mest] (L324p Baexem, ...
L288c Eind,
L320a Ell,
L322p Haelen,
L292p Heythuysen,
L289a Hushoven,
L289b Leuken,
L288p Nederweert,
L321p Neeritter,
L322a Nunhem,
L288a Ospel,
L374p Thorn,
L318b Tungelroy,
L289p Weert),
bęnj[mest] (L331b Boukoul, ...
L291p Helden,
L290p Panningen,
L331p Swalmen),
bamdsmest:
bāns[mest] (L289p Weert),
bocht:
box (Q194p Rijckholt),
broekmest:
brokmęst (K318p Berverlo),
compost:
kompǫs (Q039p Hoensbroek, ...
Q111q Ransdaal,
Q096d Smeermaas,
L331p Swalmen),
kompǫst (L372a Aldeneik, ...
L246p Horst,
L372p Maaseik,
L163p Ottersum,
Q076p Romershoven,
L192a Siebengewald,
Q247p Sint-Martens-Voeren),
kompǭst (L192b Aijen, ...
L115p Mook),
kǝmpǭst (Q002p Hasselt),
kǫmpǝs (Q284p Eupen),
kǫmpǫs (L295p Baarlo, ...
Q019p Beek,
L269p Blerick,
Q193a Eckelrade,
L322p Haelen,
L294p Neer,
Q098p Schimmert,
Q030p Schinveld,
Q097p Ulestraten,
Q094b Wolder / Oud-Vroenhoven / Wiler),
kǫmpǫst (L282p Achel, ...
L192p Bergen,
P175p Gingelom,
L429p Guttecoven,
L292p Heythuysen,
L246p Horst,
L321a Ittervoort,
Q015b Kerensheide,
P046p Linkhout,
L248p Lottum,
P051p Lummen,
L332p Maasniel,
Q033p Oirsbeek,
L416p Opglabbeek,
L266p Sevenum,
L270p Tegelen,
Q112z Ten Esschen,
Q097p Ulestraten,
Q014p Urmond),
kǫmpǭst (K278p Lommel, ...
L312p Neerpelt),
compostmest:
kompǫs[mest] (L270p Tegelen),
kǫmpǫs[mest] (L373p Roosteren),
compote:
kǫmpǫt (L426z Holtum, ...
L432p Susteren),
drek:
drɛk (Q019p Beek, ...
L290a Egchel,
L330p Herten,
Q111p Klimmen,
Q117p Nieuwenhagen,
Q036p Nuth,
L318b Tungelroy),
drekkerij:
drɛkǝręi̯ (Q009p Maasmechelen),
dreksmest:
drɛ ̝ksmęs (Q121p Kerkrade),
flikkenmest:
flekǝmęst (L324p Baexem),
gemengd mest:
gǝmēŋt mest (L164p Gennep, ...
L165p Heijen),
gemengde mest:
gǝmɛŋdǝ męs (Q020p Sittard),
goed gerei voor de wei:
gut ˲gręi̯ vø̜r dǝ węi̯ (L115p Mook),
goede grond:
g˙ōi̯ǝ grō.nt (Q191p Cadier),
grasmest:
grāsmęst (L322p Haelen),
groesmest:
grōs[mest] (L321p Neeritter),
grūs[mestj (L265p Meijel),
huisdrek:
hūs˱drɛk (L269a Hout-Blerick),
humus:
hymǝs (Q180p Mal, ...
Q118p Schaesberg,
Q080p Vliermaal),
hømǝs (Q194p Rijckholt),
kluitendrek:
klȳtǝdrɛk (Q112b Ubachsberg),
koolas:
koalɛš (Q099q Rothem),
kort gerei:
kǫrt ˲gręi̯ (L164p Gennep, ...
L165p Heijen,
L163p Ottersum),
kort mest:
kort [mest] (L331b Boukoul, ...
L331p Swalmen),
kø̜t [mest] (K353p Tessenderlo),
kǫrt [mest] (L282p Achel, ...
L192b Aijen,
L295p Baarlo,
L422p Lanklaar,
L211p Leunen,
L209p Merselo,
L163p Ottersum,
L270p Tegelen),
kortaarde:
kǫrt˱ē̜rt (L246p Horst, ...
L268p Velden),
korte aarde:
kǫrtǝ ē̜rt (L244c America),
korte knoei:
kǫrtǝ knui̯ (L192p Bergen),
kǫrtǝ knūǝi̯ (L246p Horst),
korte mest:
kortǝ męs(t) (L332p Maasniel),
mahèye (wa.):
mǝxęi̯ (Q096c Neerharen),
mengel:
meŋǝl (Q192p Margraten, ...
Q196p Mheer),
mest van de drekkar:
meš ˲van dǝ drɛkkar (Q198b Oost-Maarland),
mest van gen mesten:
mes ˲va gǝn mestǝ (Q117p Nieuwenhagen),
mijn:
męi̯n (Q198b Oost-Maarland),
mijndrek:
męi̯ndręk (Q198b Oost-Maarland),
molm:
molǝm (L329p Roermond),
mul:
my ̞l (Q222p Vaals),
m˙ø ̞l (Q252p Moresnet),
poeldrek:
pōldrɛk (Q018p Geulle),
rottigheid:
rǫtexhēt (Q204a Mechelen),
rotzooi:
rǫt˲zōi̯ (Q030p Schinveld),
schoppelingen:
šxopǝleŋǝ (Q001p Zonhoven),
slodderpratjes:
slǫdǝrpratjǝs (Q009p Maasmechelen
[(het laatste uit de mestkuil)]
),
stadsdrek:
stats˱drɛk (Q187a Heugem, ...
Q187p Sint Pieter,
Q096d Smeermaas),
straatmest:
straatmest (L413p Helchteren, ...
K353p Tessenderlo),
stratendrek:
strǭtǝndrɛk (L248p Lottum, ...
L265p Meijel,
L216p Oirlo,
L289p Weert),
štrǭtǝndrɛk (Q193p Gronsveld, ...
L294p Neer,
L290p Panningen,
Q099q Rothem,
Q020p Sittard,
L270p Tegelen),
stratenmest:
strǭtǝmest (L209p Merselo),
strouwaarde:
strǫu̯ē̜rt (L163a Milsbeek, ...
L163p Ottersum),
vetmest:
vętmęs (Q077p Hoeselt),
vette aarde:
vętǝ i̯ãrt (Q002p Hasselt),
vuil:
vūl (Q204a Mechelen, ...
Q020p Sittard),
vuiligheid:
vø̜lexhęt (K358p Beringen),
vuilmest:
vø̜lmęst (P045p Meldert),
vuilnis:
vūlnes (L332p Maasniel),
weie(n)drek:
węi̯ǝdrɛk (Q011p Boorsem),
weie(n)mest:
węi̯ǝ[mest] (L295p Baarlo, ...
L215p Blitterswijck,
L269b Boekend,
L247p Broekhuizen,
L214a Geysteren,
L422p Lanklaar,
L248p Lottum,
L217p Meerlo,
L216p Oirlo,
L246a Swolgen,
L245b Tienray,
L268p Velden,
L271p Venlo,
L214p Wanssum),
weimest:
wę ̞i̯[mest] (L209p Merselo),
węi̯[mest] (L192b Aijen, ...
L246p Horst,
L265b Kronenberg,
L216p Oirlo)
|
Van de termen die onder de titel compost in dit lemma verenigd zijn, hebben er sommige duidelijk betrekking op de fijngemaakte compostachtige meststof, zoals die uit afval van de weide, de boomgaard, het erf bereid werd en over de weide werd gestrooid, terwijl andere meer wijzen op het moderne product van een vuilverwerkings- of composteringsbedrijf. Het eerste deel van het lemma bevat voornamelijk benamingen voor weidemest. [N 11, 22 + 27 add.; N 11A, 4d + 38 + 39; N M, 10c; monogr.]
I-1
|
32599 |
composthoop |
aardhoop:
ęrthōp (L192a Siebengewald),
afval:
huǝp af˲val (L248p Lottum),
afvalhoop:
af˲valhūǝp (L265b Kronenberg),
bijeenveegsel:
bii̯ǝnvę ̞xsǝl (L248p Lottum),
composthoop:
[compost]hōp (L192a Siebengewald),
[compost]hūǝp (L248p Lottum),
[compost]hǫu̯p (Q097p Ulestraten),
drekhoop:
drɛkhuǝp (L248p Lottum),
drɛkhōp (Q113p Heerlen),
drɛkhǫu̯p (Q032a Puth, ...
Q020p Sittard,
Q097p Ulestraten),
drekmijt:
drɛkmīt (Q101p Valkenburg),
drekmljn:
drɛkmiŋ (Q192p Margraten),
heggekeersel:
hęqǝkē̜rsǝl (Q192p Margraten),
hoop:
hǫu̯p (Q204a Mechelen),
hoop bakku:
hūp˱ ba`ky (P176p Sint-Truiden),
hoop mest voor in de wei te varen:
huǝp mēs(t) ˲vø̜r en dǝ węi̯ tǝ vārǝ (L248p Lottum),
hoop rotzooi:
hǫu̯p rǫt˲zōi (L330p Herten),
kafhoop:
káfhuǝp (L216p Oirlo),
keersel:
keersel (P057p Kuringen),
knoeihoop:
knuihōp (L159a Middelaar, ...
L115p Mook),
korthoop:
kotshōf (Q121p Kerkrade),
krinshoop:
krinshōp (L163p Ottersum),
meng:
mɛŋ (Q284p Eupen),
mengel:
meŋǝl (Q192p Margraten, ...
Q204a Mechelen,
Q197p Noorbeek),
mijn:
męi̯n (Q198b Oost-Maarland),
mijt:
mīt (Q284p Eupen),
moerhoop:
mū.rhōp (Q117a Waubach),
mūrhǫu̯p: (Q032a Puth),
mothoop:
mǫthǫu̯p (L294p Neer),
pluishoop:
plyshu ̞ǝp (L216p Oirlo),
rothoop:
rǫthǫu̯p (L430p Einighausen),
vethoop:
vęthou̯p (P177p Zepperen),
vęthup (P107a Rummen),
vęthōǝp (Q072p Beverst),
vuilhoop:
vūlhō.f (Q116p Simpelveld),
vūlhǫu̯p (L387p Posterholt),
vuilnishoop:
vūlneshōp (Q039p Hoensbroek),
vūlneshǫu̯p (L332p Maasniel),
vūlǝshǫu̯p (L430p Einighausen),
weie(n)keersel:
wei̯ǝkē̜rsǝl (Q192p Margraten),
weimesthoop:
węi̯mēsthuǝp (L192b Aijen)
|
Bedoeld wordt een hoop van plantenresten, kaf-afval, zacht heggeknipsel, keukenafval, afval van weide of boomgaard, enz. die men regelmatig omzet en laat verteren tot vooral over de weide te strooien compost. [N M, 10c add.; N 11, 22 + 27 add.; N 11A, 38a + b; monogr.]
I-1
|
27693 |
compressorhuis |
centrale:
tsɛntrāl (Q121p Kerkrade
[(Domaniale)]
[Maurits]),
compresseur:
(mv)
kǫmprɛsø̄rs (L286p Hamont
[(Eisden)]
[Julia]),
compresseurzaal:
kǫmprǝsø̄rzāl (L417p As
[(Zwartberg / Waterschei)]
, ... [Winterslag, Waterschei]
Q003p Genk
[(Winterslag / Waterschei)]
[Eisden]),
kǫmprɛsø̄rzāl (Q007p Eisden
[(Eisden)]
, ... [Maurits]
L422p Lanklaar
[(Eisden)]
[Eisden]),
compressor:
kǫmprɛsǝr (Q121b Spekholzerheide
[(Willem-Sophia)]
[Eisden]),
compressorgebouw:
komprɛsǝrgǝbuw (Q113p Heerlen
[(Oranje-Nassau I-IV)]
, ... [Maurits]
Q111p Klimmen
[(Oranje-Nassau I / III / IV)]
, [Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau II, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV]
L433p Nieuwstadt
[(Maurits)]
[Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV]),
komprɛsǫrgǝbuw (L374p Thorn
[(Maurits)]
[Domaniale]),
compressorhuis:
komprɛsorhūs (Q035p Brunssum
[(Emma / Hendrik / Wilhelmina)]
[Emma]),
komprɛsǝrhūs (Q111p Klimmen
[(Oranje-Nassau I)]
, ... [Emma, Hendrik, Wilhelmina]
L433p Nieuwstadt
[(Maurits)]
, [Maurits]
Q015p Stein
[(Maurits)]
[Oranje-Nassau I]),
kǫmprɛsǝrhūs (Q121c Bleijerheide
[(Domaniale)]
, ... [Willem-Sophia]
Q113p Heerlen
[(Emma)]
, [Domaniale, Wilhelmina]
Q121p Kerkrade
[(Domaniale / Wilhelmina)]
[Domaniale]),
compressorhuisje:
kǫmprɛsǝrhøsjǝ (Q121a Chevremont
[(Julia)]
[Zwartberg, Waterschei]),
gascentrale:
gassɛntrāl (Q021p Geleen
[(Maurits)]
[Domaniale]),
ketelenhuis:
kēǝtǝlǝhūs (Q117a Waubach
[(Laura / Julia)]
[Winterslag, Waterschei]),
preslofthal:
prɛslofhal (Q121c Bleijerheide
[(Domaniale)]
[Laura, Julia])
|
Plaats waar de compressoren staan die worden gebruikt voor het samenpersen van lucht. Volgens de informant uit Q 21 lagen in dit gebouw compressoren die met gas werden aangedreven, vandaar de naam "gascentrale". [N 95, 22]
II-5
|
22829 |
concert |
concert (<fr.):
concert (L191p Afferden, ...
L297p Belfeld,
L426p Buchten,
L381p Echt/Gebroek,
L425p Grevenbicht/Papenhoven,
L249p Grubbenvorst,
L211p Leunen,
Q033p Oirsbeek,
L299p Reuver),
concêrt (Q196p Mheer),
conzert (L295p Baarlo, ...
L300p Beesel,
Q029p Bingelrade,
L269p Blerick,
L380p Genooi/Ohé,
Q113p Heerlen,
L379p Laak,
L377p Maasbracht,
L427p Obbicht,
L290p Panningen,
L266p Sevenum,
Q116p Simpelveld,
L432p Susteren,
L210p Venray,
L289p Weert),
cozĕrt (L209p Merselo),
cōnzert (L217p Meerlo, ...
L216p Oirlo),
cŏncert (Q203p Gulpen),
cŏnzert (Q027p Doenrade, ...
L296p Steyl),
kinzert (L291p Helden/Everlo),
kon`zɛ.rt (Q251p Gemmenich),
konsaert (L364p Meeuwen),
konsert (Q118p Schaesberg, ...
L215a Wellerlooi),
konzert (L250p Arcen, ...
Q202p Eys,
L298p Kessel,
L267p Maasbree,
L382p Montfort,
L288p Nederweert,
Q032a Puth,
Q032p Schinnen,
Q116p Simpelveld,
L268p Velden,
L213p Well),
konzeët (Q121p Kerkrade),
konzĕrt (L246a Swolgen),
konzêrt (Q035p Brunssum, ...
Q030p Schinveld),
kouzert (L215p Blitterswijck),
kŏŏn-zert (Q208p Vijlen),
kŏŏnzert (L246p Horst, ...
L248p Lottum),
kŏŏnzĕrt (L164p Gennep),
kónzert (Q095p Maastricht, ...
Q020p Sittard),
kùnzert (Q020p Sittard),
(o; bijna oo).
konzert (L271p Venlo),
Opm. de oe is kort.
koenzert (L430p Einighausen),
Opm. met accent op con.
cóncert (Q204a Mechelen),
ps. boven de a staat nog een ?; deze combinatieletter is niet te maken, omgespeld is het inderdaad een a.
cŏanzert (L429p Guttecoven),
Sub Simpelvelds konzert.
konzeërt (Q211p Bocholtz),
concert (fr.):
concair (L325p Horn),
concär (Q207p Epen),
concèr (Q022p Munstergeleen),
concêr (L385p Sint-Odiliënberg),
conzair (L377p Maasbracht),
conzēr (Q198p Eijsden),
conzèr (Q098p Schimmert),
conzêr (Q103p Berg-en-Terblijt, ...
Q096a Borgharen,
L431p Dieteren,
Q110p Heek,
Q104a Limmel,
L387p Posterholt),
cŏŏnzêr (Q111p Klimmen),
cŭnsêr (L330p Herten (bij Roermond)),
cónzear (L320p Hunsel),
cónzêr (L327p Beegden),
cônzêr (L321p Neeritter),
konsēr (L424p Meeswijk),
konsêr (K318p Beverlo, ...
Q071p Diepenbeek),
konzaer (L387p Posterholt),
konzèr (Q193p Gronsveld),
konzèər (L331p Swalmen),
konzêr (L333p Asenray/Maalbroek, ...
L323p Buggenum,
L328p Heel,
Q016p Lutterade,
Q187p Sint-Pieter),
koͅzɛr (Q156p Borgloon),
kuncèr (Q102p Amby),
kuzɛ:r (Q188p Kanne),
kűsɛ.jr (Q078p Wellen),
kòősèèr (P176p Sint-Truiden),
kónsêer, kôsêer (Q162p Tongeren),
kónzae:r (L329p Roermond),
kónzaer (L317p Bocholt, ...
L331p Swalmen),
kónzèèr (L360p Bree),
kónzêr (Q105p Heer),
kônzáer (L330p Herten (bij Roermond)),
kônzêr (Q099p Meerssen),
kənzɛ̞:r (Q162p Tongeren),
(verkeerde uitspraak).
conzêr (L378p Stevensweert),
Fr. concert (Nl. genus).
kënzêer (Q162p Tongeren),
Fr. concert.
kónséér, kenséér (Q001p Zonhoven),
Opm. klinkt als Fr. woord père.
concèr (L434a Broeksittard),
Oudere mensen gebruiken dit woord nog voor toneel. B.v. Ze hebben schoon concert gespeeld.
konzēər (L286p Hamont),
ps. deels omgespeld volgens Frings.
kòn[zɛ̄r (Q101p Valkenburg),
Uit Fr. met pseudo-Fr. uitspraak.
kónséér (K361p Zolder),
Vero. en plat ook kenzáár. Fr. concert.
kősáár (Q002p Hasselt),
Vero. en plat.
kenzáár (Q002p Hasselt)
|
1. Concert. || [II.] Concert. || concert [SGV (1914)] || Concert, muzikale uitvoering. || Concert. [ZND m] || Concert: 2. muziekopvoering. || Concert: concert. || Concert: Muziek- of zangfeest. || Concert: muziekuitvoering voor publiek. || Konsärt: Konzert. || Muziekuitvoering (meestal in de open lucht). || Muziekuitvoering.
III-3-2
|