29165 |
kamhout |
bovenlat voor de kam:
bōvǝlat vø̜r dǝ kam (L318p Stramproy)
|
Een balk dwars over het handweefgetouw waaraan de weefkam met toebehoren is opgehangen. [N 39, 10]
II-7
|
24509 |
kamille (alg.) |
camomille (fr.):
-
kamemil (P220p Mechelen-Bovelingen),
kamomille (Q002p Hasselt),
dapert:
Hier kennen ze alleen -. Matricaria L. of Anthemis L.
dapert (L290p Panningen),
Matricaria L. of Anthemis L.
dapert (L290p Panningen),
Matricaria L. of Anthemis L. o.g.v. vraag 004.
dapert (L290p Panningen),
geel kamillebloemetje:
Gele kamille (Anthemis tinctoria L.)
gele kamillebloemkes (Q166p Vechmaal),
gele sint-jansbloem:
Gele kamille (Anthemis tinctoria L.) de Sint Jansblom is de margriet*
gèèl Sint Jansblom (Q196p Mheer),
goudbloem:
Gele kamille (Anthemis tinctoria L.)
goldbloome (L250p Arcen),
goudbloemen (L266p Sevenum),
goudsbloem:
Gele kamille (Anthemis tinctoria L.)
goudsbloem (L267p Maasbree),
goudsbloom (L267p Maasbree, ...
L321p Neeritter),
hemdenknoopje:
Stinkende kamille (Anthemis cotula L.)
hemdeknoopje (L271p Venlo),
hemdeknoopjes (L298p Kessel),
hemdeknupkes (Q208p Vijlen),
hemdeknöpkes (L250p Arcen),
hemdenknoopjes (L266p Sevenum),
hemməknupkəs (Q202p Eys),
himdeknöpkes (L210p Venray),
hämdeknöpkes (L267p Maasbree),
hemdknoopje:
Roomse kamille (Anthemis nobilis L.)
hemd knöpke (L249p Grubbenvorst),
Stinkende kamille (Anthemis cotula L.)
hemd knupkes (L268p Velden),
hemdknöpkes (L267p Maasbree),
hemdsknoopje:
himmëskneupkës (Q077p Hoeselt),
-
hummesknöpkes (Q111p Klimmen),
Roomse kamille (Anthemis nobilis L.)
hummesknöpkes (Q111p Klimmen),
Stinkende kamille (Anthemis cotula L.)
heempsknüpkəs (Q118p Schaesberg),
hemdsknoopjes (Q166p Vechmaal),
hi:məskno:pkəs (Q074p Kortessem),
hiemesknèpkes (Q166p Vechmaal),
himmesknèèpkes (Q086p Eigenbilzen),
himsknŏpkes (Q166p Vechmaal),
hummesknöpkes (Q032p Schinnen),
Veldeke roomse kamille
hummesknöpkes (Q111p Klimmen),
volksben. voor moederkruid. z. L.J. p. 43 en 67
hu.msknupkes (Q001p Zonhoven),
hondsbloem:
hònsbloom (L417p As, ...
L317p Bocholt,
L360p Bree,
L363p Ellikom,
L366p Gruitrode,
L364p Meeuwen,
L367p Neerglabbeek,
L368p Neeroeteren,
L416p Opglabbeek,
L415p Opoeteren,
L358p Reppel),
Stinkende kamille (Anthemis cotula L.)
hondsbloem (Q075p Vliermaalroot),
Valse kamille (Anthemis arvensis L.)
hondsbloem (L247p Broekhuizen),
kamille:
kamille (Q259p Lontzen, ...
Q196p Mheer),
kamil’le (Q121c Bleijerheide, ...
Q121a Chèvremont,
Q121d Haanrade,
Q121e Kaalheide/Onderspekholz,
Q121p Kerkrade,
Q121b Spekholzerheide),
kəmel (L424p Meeswijk),
-
camille (L266p Sevenum),
kamil (Q002p Hasselt, ...
K314p Kwaadmechelen,
Q095p Maastricht,
Q192p Margraten,
Q166p Vechmaal),
kamilje (L325p Horn, ...
L372p Maaseik),
kamille (L295p Baarlo, ...
L359p Beek (bij Bree),
L300p Beesel,
L269p Blerick,
Q035p Brunssum,
Q021p Geleen,
L352p Hechtel,
L292p Heythuysen,
L376p Linne,
L267p Maasbree,
Q095p Maastricht,
L265p Meijel,
Q034p Merkelbeek,
L382p Montfort,
L321p Neeritter,
Q101p Valkenburg,
Q166p Vechmaal,
L268p Velden,
Q117a Waubach),
kamillie (L250p Arcen),
kamillə (Q202p Eys),
kemil (L421p Dilsen, ...
L423p Stokkem,
Q162p Tongeren),
kemilj (L377p Maasbracht, ...
L423p Stokkem),
kemille (L324p Baexem, ...
L247p Broekhuizen,
L320a Ell,
L299p Reuver,
Q020p Sittard,
L271p Venlo,
L271p Venlo),
Gele kamille (Anthemis tinctoria L.)
kamille (L318b Tungelroy),
kemille (L249p Grubbenvorst),
Matricaria L. en Anthemis L.
kamille (Q198p Eijsden, ...
Q198p Eijsden),
këmille (L330p Herten (bij Roermond)),
Matricaria L. of Anthemis L.
kamille (Q196p Mheer, ...
Q196p Mheer,
L271p Venlo,
L271p Venlo,
Q208p Vijlen,
Q208p Vijlen,
Q208p Vijlen),
kemilj (L377p Maasbracht, ...
L433p Nieuwstadt),
kemille (L267p Maasbree),
Matricaria L. of Anthemis L. o.g.v. vraag 004.
kamille (Q103p Berg-en-Terblijt, ...
Q203p Gulpen,
Q196p Mheer,
L329p Roermond,
L293p Roggel,
L271p Venlo,
L271p Venlo,
Q208p Vijlen),
kemilj (L377p Maasbracht),
kemille (Q032p Schinnen),
Opgegeven voor kaal knopkruid.
kamille (L164p Gennep, ...
L164p Gennep),
Roomse kamille (Anthemis nobilis L.)
kamille (Q075p Vliermaalroot),
Uitspraak o.g.v. vraag 002
kamil (Q075p Vliermaalroot),
kammele (Q222p Vaals),
kemilje (L298p Kessel),
kemille (L249p Grubbenvorst, ...
L434p Limbricht,
Q101p Valkenburg,
L210p Venray),
Uitspraak o.g.v. vraag 002 . Matricaria L. of Anthemis L. o.g.v. vraag 004.
kumille (L318b Tungelroy),
Uitspraak o.g.v. vraag 002. Matricaria L. of Anthemis L. o.g.v. vraag 004.
kamilə (Q118p Schaesberg),
kemille (L267p Maasbree),
WLD = echte kamille
kemille (L387p Posterholt, ...
L387p Posterholt),
ë= de e van de
këmille (L330p Herten (bij Roermond)),
kamille (dim.):
kamilkes (Q095p Maastricht),
kamillebloem:
-
kemillebloom (L371a Geistingen),
kəmilləbləum (L423p Stokkem),
kamillebloemetje:
kamileblumkes (L352p Hechtel),
Matricaria L. of Anthemis L.
kamilbloemmekes (L271p Venlo),
kamillebloempje:
-
kamillebloempjes (L414p Houthalen),
karmille:
kərmil (Q074p Kortessem),
-
kərmil (Q074p Kortessem, ...
Q074p Kortessem),
geen onderscheid. Matricaria L. of Anthemis L.
kərmil (Q074p Kortessem),
of kammïl [Matriaria chamomilla
kë(r)mïl (Q162p Tongeren),
karmillebloem:
kë(r)mïllëbloem (Q162p Tongeren),
knoopje:
Stinkende kamille (Anthemis cotula L.)
knöpkes (L382p Montfort),
koemuil:
Roomse kamille (Anthemis nobilis L.)
koemawle (Q162p Tongeren),
koeoog:
Roomse kamille (Anthemis nobilis L.)
koe-oog (L250p Arcen),
kouwaug (Q166p Vechmaal),
Valse kamille (Anthemis arvensis L.)
kouwaug (Q166p Vechmaal),
kruidwis:
kroedwès (Q095p Maastricht),
Gele kamille (Anthemis tinctoria L.)
kroedwis (L268p Velden),
Valse kamille (Anthemis arvensis L.) donderkruid*, wilde kamillen, die op O.L.Vr. Hemelvaartsdag (15 Aug.) gewijd worden; bij onweder worden ze verbrand, om het huis tegen het inslaan van den bliksem te vrijwaren.
kroe:dwès (Q095p Maastricht),
mater:
[Matricaria chamomilla]
mò’ttër (Q162p Tongeren),
matricaria chamomilla L.; sterk riekend. cf Mnl. mater "moederkruid
maoter (Q193p Gronsveld),
paardsbloem:
Stinkende kamille (Anthemis cotula L.) =paardebloem
peashbloom (Q035p Brunssum),
paardsoog:
Gele kamille (Anthemis tinctoria L.)
paardsoog (Q075p Vliermaalroot),
Roomse kamille (Anthemis nobilis L.)
paardsogen (Q166p Vechmaal),
petsuəX (K314p Kwaadmechelen),
Roomse kamille (Anthemis nobilis L.) paarde ogen
pjatsaugə (Q074p Kortessem),
Valse kamille (Anthemis arvensis L.)
paardsoog (Q075p Vliermaalroot),
roomse kamille:
-
roomse kamille (Q095p Maastricht),
Roomse kamille (Anthemis nobilis L.)
roomse kamille (L376p Linne),
stinkbloem:
Stinkende kamille (Anthemis cotula L.)
stinkbloem (P220p Mechelen-Bovelingen),
stinkbloom (L292p Heythuysen, ...
L318b Tungelroy,
L271p Venlo),
stinkende kamille:
Stinkende kamille (Anthemis cotula L.)
stinkende kamille (Q034p Merkelbeek),
theebloem:
Matricaria L. en Anthemis L.
theeblomme (Q198p Eijsden),
valse kamille:
Roomse kamille (Anthemis nobilis L.)
valse kamille (L267p Maasbree),
Valse kamille (Anthemis arvensis L.)
valse kamille (Q034p Merkelbeek),
wilde kamille (L267p Maasbree),
wild kemille:
Roomse kamille (Anthemis nobilis L.)
wilj kemille (L324p Baexem),
wilde kamille:
Valse kamille (Anthemis arvensis L.)
wilje kamille (L292p Heythuysen),
wilde margriet:
Valse kamille (Anthemis arvensis L.)
wilde margrieten (Q166p Vechmaal),
wormkruid:
Stinkende kamille (Anthemis cotula L.)
wormkroet (L321p Neeritter)
|
echte kamille [DC 50 (1975)], [N 92 (1982)] || een soort kamille || gele kamille [DC 50 (1975)] || kamille [DC 28 (1956)], [DC 50 (1975)], [DC 50 (1975)], [DC 50 (1975)], [DC 50 (1975)], [DC 50 (1975)], [DC 50 (1975)], [N 92 (1982)], [ZND 34 (1940)] || kamille, soort || kamillebloem || kamillebloempjes || roomse kamille [DC 50 (1975)], [N 92 (1982)] || stinkende kamille [DC 50 (1975)] || valse kamille [DC 50 (1975)]
III-4-3
|
18638 |
kamizool |
casaquin (fr.):
[Fax Maurice Moyaerts 18/03/02]
kazakij (P227p Vorsen),
combinaison (fr.):
betekenis: onderjurk
komunnezoa (L353p Eksel),
gilet (fr.):
žeͅlət (P222p Opheers),
betekenis: geweven kamizool
žəlēj (P055p Kermt),
Vestje zonder mouwen (voor mannen).
gīēlie (Q098p Schimmert),
Zie lijst N 23, 067 [herenvest zonder mouwen met knopen (wes, west, weemeske, kolder, kamezool, zjielle, ziep, sentje)].
zjielie (Q096a Borgharen),
giletje (<fr.):
žəlejkə (P054p Spalbeek),
kamizool (<fr.):
kamezaol (Q099p Meerssen, ...
Q020p Sittard,
Q013p Uikhoven),
kamezol (L271p Venlo),
kamezool (Q014p Urmond),
kammezaol (L164p Gennep, ...
L164p Gennep,
L329p Roermond,
L329p Roermond),
kammezāōl (Q020p Sittard),
kammezoal (Q113p Heerlen, ...
Q121p Kerkrade),
kammezoeël (L289p Weert),
kammezol (Q074p Kortessem),
kammezool (Q003p Genk, ...
L318b Tungelroy),
kammezooël (Q071p Diepenbeek),
kammezôôl (Q015p Stein),
kaməzo.ul (P175p Gingelom),
kaməzol (Q012p Rekem, ...
Q079a Wintershoven),
kaməzoul (P174p Velm),
kaməzouəl (K278p Lommel),
kaməzoəl (P178p Brustem),
kaməzōl (L286p Hamont),
kaməzoͅl (Q158p Riksingen),
kaməzoͅul (P213p Niel-bij-St.-Truiden),
kaməzul (Q078p Wellen),
kaməzøəl (Q002p Hasselt),
kàmmezoul (P176p Sint-Truiden),
betekenis: over het hemd gedragen kledingstuk
kommezaol (L331p Swalmen),
betekenis: werd door mannen onder colbertjas gedragen
kammezoal (Q035p Brunssum),
betekenis: bij mannen: een vest als werkwoord: `ze ieme kamezaole`: iemand afranselen
kamezaol (Q033p Oirsbeek),
betekenis: bijpassend stuk bij een kostuum, voorkant=stof, achterkant=voering
kaməzøwəl (P054p Spalbeek),
betekenis: borstrok
kamezaol (L322a Nunhem),
betekenis: borstrok met mouwen
kammezool (L377p Maasbracht),
betekenis: borstrok voor de man, dit werd vroeger ook gebruikt om jas aan te duiden
kamezool (L432p Susteren),
betekenis: borstrok voor mannen die van voren met dubbele rij knopen sluit
kaməzoͅl (L360p Bree),
betekenis: borstrok voor vrouwen
kamezól (L329p Roermond),
betekenis: derde stuk van een kostuum
kamə`zø̄əl (Q002p Hasselt),
betekenis: dik onderlijfje
kaoməza͂ol (L416p Opglabbeek),
betekenis: dik onderlijfje met lange mouwen
kamizool (L372a Aldeneik),
betekenis: dikke borstrok
kammezool (L320a Ell),
betekenis: Duits vest, met twee rijen knopen, zonder kraag, met mouwen, aleen voor heren
kammezaol (L330p Herten (bij Roermond)),
betekenis: een gilet
kamizoul (P107a Rummen (WBD)),
betekenis: een van voren dichtgeknoopt kledingstuk van dezelfde stof als het kostuum en zonder mouwen
kamezooal (Q039p Hoensbroek),
betekenis: fluwelen vest
kamizōōal (L289p Weert),
betekenis: gebreid en zonder mouwen
kaməzōl (Q007p Eisden),
betekenis: gebreid onderlijfje dat onder het hemd wordt gedragen
kaməzōͅl (L360p Bree),
betekenis: gemaakt van laai of molton (?) met mouwen, sluitend met knopen
kamizool (L321p Neeritter),
betekenis: gilet
kaməzoul (P050p Herk-de-Stad),
kaməzoͅl (P176p Sint-Truiden),
kaməzøl (Q002p Hasselt),
betekenis: gilet voor mannen
kaməzol (Q086p Eigenbilzen),
betekenis: gilet, floeren borststuk, stoffen rugstuk
kamezōl (P046p Linkhout),
betekenis: gillet
kaməsōl (P222p Opheers),
betekenis: gillet; vest
kaməzŭl (P222p Opheers),
betekenis: halfhemd voor mannen, in winter gedragen
kamizool (L318b Tungelroy),
betekenis: herenvest
kammezaol (Q039p Hoensbroek, ...
Q022p Munstergeleen),
betekenis: herenvest zonder mouwen
kamizool (L312p Neerpelt),
kaməzol (Q093p Rosmeer),
betekenis: herenvest zonder mouwen, van dezelfde stof en kleur als het kostuum, met zwart-satijnen achterkant (rugpand)
kaməzol (Q076p Romershoven),
betekenis: het vest dat bij het kostuum hoort, ook wämeske genoemd
kamezoal (Q039p Hoensbroek),
betekenis: hetgeen vroeger pullover was
kaməzoͅl (Q080p Vliermaal),
betekenis: hier herenvest (Fr. camisole)
kammesol (Q018p Geulle),
betekenis: jak voor mannen
kaməzōl (P048p Halen),
betekenis: jak(je)
kamizoal (L360p Bree),
betekenis: jasje gedragen boven het hemd en onder jas
keͅməzōl (P044p Zelem),
betekenis: jasje met knopen, boven het hemd en onder de jas gedragen
kaməzoəl (P048p Halen),
betekenis: jasje, met of zonder knopen, boven het hemd en onder de jas gedragen
keməzoəl (P049p Donk (bij Herk-de-Stad)),
betekenis: jasvest
kammezaol (L434p Limbricht),
betekenis: kledingstuk op bovenhemd van mannen gedragen en gemaakt uit dezelfde stof als het pak
kameͅzoͅul (P218p Borlo),
betekenis: kort jasje zonder mouwen, knopen, achteraan vulsel, voorkant stof
kaməzuəl (Q071p Diepenbeek),
betekenis: korte damesbroek
kamezol (L290a Egchel),
betekenis: lange warme borstrok
kammezaol (L387p Posterholt),
betekenis: lijfje met korte mouwen
kaməzól (L282p Achel),
betekenis: onbekend
kamizool (L318b Tungelroy),
betekenis: ondergoed op het hemd gedragen voor de warmte `s winters
kammezool (L321a Ittervoort),
betekenis: onderhemd met mouwen
kaməzaəl (L317p Bocholt),
kaməzōͅəl (L316p Kaulille),
betekenis: onderjurk
kamuzool (L353p Eksel),
betekenis: onderlijf met lange mouwen
kamezol (L422p Lanklaar),
betekenis: onderlijfje met lange mouwen, in interloek (?)
kaməzoͅl (L368p Neeroeteren),
betekenis: ondervest
kaməzoͅl (Q077p Hoeselt),
betekenis: ook een soort lifke. Tegenwoordig ook een mouwloos vest
kammezāōl (Q028p Jabeek),
betekenis: over het overhemd gedragen
kammezoal (Q036p Nuth/Aalbeek),
betekenis: pull-over
kaməzōl (L420p Rotem),
betekenis: stup
kamezaol (L326p Grathem),
betekenis: tricot, van voren dichtgeknoopt, met lange mouwen en een lage hals
kammezaol (L332p Maasniel),
betekenis: uit stof vervaardigd
kaməzōəl (P055p Kermt),
betekenis: vest
kamizaol (Q038p Amstenrade),
kammezaol (L329p Roermond, ...
Q020p Sittard),
betekenis: vest die hoort bij kostuum
kammezoal (L430p Einighausen),
betekenis: vest met knopen dichtgemaakt en gemaakt van dezelfde stof als het kostuum
kammezaol (Q030p Schinveld),
betekenis: vest zonder mouwen
kamezoal (Q039p Hoensbroek),
betekenis: vestje
kamizaol (Q019p Beek),
kaməzoͅl (Q007p Eisden),
betekenis: vestje met knopen, dat bij de jas hoort
kamezaol (Q015b Kerensheide),
betekenis: vestje zonder mouwen met knopen
kammezaol (P176p Sint-Truiden),
betekenis: vestje zonder mouwen met knopen behorend bij herenkostuum
kamizoal (Q039p Hoensbroek),
betekenis: wat de mannen onder de jas droegen rond de jaren `50
kammezoal (Q033p Oirsbeek),
betekenis: wemmeske: klein jasje zonder mouwen, gedragen op wit hemd
kamizool (Q020p Sittard),
betekenis: wollen hemd
kammezoél (L289p Weert),
betekenis: wolletje
kamezool (L271p Venlo),
betekenis: wordt als bijpassend kledingstuk onder colbertjas gedragen, ook als vest
kammezoal (Q032a Puth),
betekenis=dimerd: boven het hemd gedragen
káməzol (L352p Hechtel),
betkenis: onder de jas gedragen bij mannen, zonder mouwen
kaməzøəl (P055p Kermt),
Borstlap.
kaməzol (K361p Zolder),
broek voor dames
kammezòl (L289p Weert),
De gilet, bijbehorend bij het kostuum.
kaməzoͅl (Q156p Borgloon),
Een soort trui zonder mouwen die men over het hemd draagt. Gewoonlijk uit hetzelfde stof als het pak.
kāməzoͅl (Q178p Val-Meer),
Et. Fr. camisole.
kammëzol (Q162p Tongeren),
Fr. camisole < It. camiciola < volkslat. camisia. P.DHaene: Bijdrage tot het historisch en geografisch onderzoek van Latijnse en Romaanse leenwoorden in de Zuidnederlandse dialecten. Onuitgegeven manuscript van licentiaatsverhandeling. KU Leuven, 1946. J. Schrijnen: Uit Nederlands Zuidoostelijk dialectgebied. In: Zeitschrift für Deutsche Mundarten (1923), p. 232-236.
kaməzōͅl (L424p Meeswijk),
Fr. camisole (lat. camisia).
kammezol (Q101p Valkenburg),
Fr. camisole ontstaan uit Arab. camisa.
kaməzo.l (L364p Meeuwen),
Fr. camisole. Zie ook afb. p. 204.
kammezol (Q193p Gronsveld),
Fr. camisole. Zie ook afb. p.200.
kamezooël (Q001p Zonhoven),
Fr. camisole. Zie ook afb. p.206.
kamezeue.l (Q002p Hasselt),
Gebreid bovenvestje van vrouwen.
kamizol (Q198b Oost-Maarland),
gebreid kledingstuk met lange mouwen, over het vest onder de jas gedragen
kammezaol (L270p Tegelen),
Gedragen door mannen onder het hemd; kledingstuk zonder mouwen, voering in de rug, kleine knopen sluiten de twee voorstukken, 2 of 3 kleine zakjes.
kaməsōͅl (Q209p Teuven),
Gedragen onder jas, boven hemd.
kamezol (Q180p Mal),
Gilet.
kaməzol (Q162p Tongeren),
kaməzoͅl (Q156p Borgloon),
Herenvest met knopen zonder mouwen.
kammezaol (Q097p Ulestraten),
Herenvest, behorende bij colbert.
kammezol (Q198p Eijsden),
Herenvest.
kamizaol (Q204a Mechelen),
Herenvest: zie lijst 1, no. 67.
kammezaol (Q121a Chèvremont),
i.e. gilée [sic].
kaməzol (K358p Beringen),
informant: in de uitdrukking pak hem eens met zijn kamizool: neem hem eens onder handen
kaməzāōl (L420p Rotem),
Jas van een kostuum.
kaməzol (K353p Tessenderlo),
Kiel uit zware stof, gedragen door vrouwen.
kaməzol (K314p Kwaadmechelen),
Kledingstuk dat bij een manskostuum hoorde en boven op het hemd gedragen werd - zonder mouwen en met knoopjes toe aan de voorkant.
kaməzoͅl (Q177p Millen),
Kledingstuk door mannen onder overjas van het kostuum gedragen.
kaməzoͅl (Q170p Grote-Spouwen),
Kledingstuk gedragen onder het colbertjasje, zonder mouwen, voorzien van twee zakjes, dicht gemaakt met knoopjes.
kammezool (Q211p Bocholtz),
Lang kleed dat echter onder het bovenkleed bleef - gemaakt uit stof, soms uit wol. Zonder mouwen.
kamezōl (K318p Beverlo),
Lang vest met mouwen.
kammezaol (Q095p Maastricht),
Onderjurk.
kaməzo:l (K357p Paal),
Onderkledingstuk, gedragen boven het lijfje, iets korter dan het kleed en zonder mouwen.
kaməzōl (K318p Beverlo),
Oud woord voor herenvest.
kammezoal (Q121c Bleijerheide),
Thans dikwijls: vest.
kammezaol (Q095p Maastricht),
tricot
kammezŏl (L265p Meijel),
Trui zonder mouwen voor midden knopen, zelfde stof als kostuum.
kaməzoͅl (Q179p Zichen-Zussen-Bolder),
Uitgestorven.
kammezaol (L330p Herten (bij Roermond)),
Vest (=gilet).
kaməzól (Q176a Ketsingen),
Vest dat onder het colbertjasje gedragen wordt.
kamezoal (Q121p Kerkrade),
Vest van een kostuum.
kamizoͅl (Q162p Tongeren),
Vest vr. mannen.
kammezool (Q113p Heerlen),
Vest.
kamezaol (Q112a Heerlerheide, ...
Q098p Schimmert),
kamezol (Q204a Mechelen),
kamezool (Q112a Heerlerheide),
kammezaol (Q111p Klimmen),
kammezol (Q196p Mheer),
kammizòòl (Q117a Waubach),
kamuzol (Q198a Mesch),
kaməsoͅl (Q162p Tongeren),
Vest...
kaməzoəl (K358p Beringen),
Vestje onder kostuumjas, zonder mouwen en met rij knoopjes.
kamezaol (Q101p Valkenburg),
Vestje zonder mouwen (voor mannen).
kammezōōl (Q098p Schimmert),
vor mannen
kaməzo.l (Q003p Genk),
Zelfde als vraag 67 van vragenlijst N 23 [i.e. herenvest zonder mouwen met knopen [wes, west, weemeske, kolder, kamezool, zjielle, ziep, sentje; rk].
kaməzōl (K361a Boekt/Heikant),
Zie lijst N 23, 067 [herenvest zonder mouwen met knopen (wes, west, weemeske, kolder, kamezool, zjielle, ziep, sentje)].
kamizol (Q096a Borgharen),
kamizooltje (<fr.):
kamezeulke (L269b Boekend),
kamezölke (L266p Sevenum),
kamizölke (L246p Horst),
kammzölke (L378p Stevensweert),
kaməzølkə (Q011p Boorsem, ...
L372p Maaseik),
Alleen voor dames.
kammezölke (Q104p Wijk),
betekenis: gilet
kaməzøͅlkə (L423p Stokkem),
betekenis: vest voor mannen
kaməzølkə (Q009p Mechelen-aan-de-Maas),
betekenis: waarschijnlijk ouder model vest
kammezuuëlke (L287p Boeket/Heisterstraat),
betekenis: wolletje
kamezöölke (L271p Venlo),
een mansvestje
kamezeulke (L269a Hout-Blerick),
Herenvest, zonder mouwen, met knopen.
kamizeulke [kamizəlkə} (Q096c Neerharen),
i.e. onderlijfje.
kamizoͅləkə (K317p Leopoldsburg),
saort vestje
kamezaölke (L269p Blerick),
lijfje:
betekenis: lijfje met korte mouwen
lifkə (L282p Achel)
|
1. kamizool; - 2. vest || camisole (fr.): ondervestje met mouwen voor manspersoon || camisole: vest, Fr. gilet || dikke borstrok || gilet met knopen [N 114 (2002)] || kamezool: vest || kamizool || kamizool (jakje met mouwen) || kamizool, in de betekenis van soort kledingstuk; betekenis/uitspraak [N 25 (1964)] || kamizool, tricot vrouwenhemd || kamizool, vest || kamizool, vest met lange mouwen || kamizool: kledingstuk voor mannen, een soort van lang vest met mouwen, later ook zonder mouwen || kamizool: lang vest met mouwen || kamizool: mouwloze vest || kamizool: onderjasje zonder mouwen || kamizool: ondervestje zonder mouwen || kamizool: vest met lange mouwen, vest || lang vest met mouwen || onderjurk (vrouwehemd, kamizool, borstrok) || vest || vest zonder mouwen || vest(je), kammizool || vrouwehemd, kamizool, borstrok
III-1-3
|
26416 |
kamkuil |
bedding:
będeŋ (L416p Opglabbeek),
hel:
hęl (L321a Ittervoort),
kamgat:
ka.mp˲gā.t (L417p As),
kamkuil:
kamkuil (Q022p Munstergeleen),
kampkawl (Q077p Hoeselt),
kampkyl (L362p Opitter),
kā.mpkul (Q095p Maastricht),
kamradkuil:
kāmprā.tkǫjl (Q095p Maastricht),
kamskuil:
kamskyl (L415p Opoeteren),
kelder:
kaldǝr (Q088p Lanaken),
kelder van het schotelrad:
kālǝr [van het] šø̜tǝlrǭǝt (Q083p Bilzen),
kot:
ku.t (Q240p Lauw, ...
Q241p Rutten,
Q181p Sluizen),
kūt (Q164p Heks),
kroon:
krō.n (Q180p Mal),
kuil:
kāl (P176p Sint-Truiden),
kǫjl (Q188p Kanne),
raderkelder:
rārkęldǝr (Q113p Heerlen)
|
Uitholling in de vloer waar het kamrad in draait. Een kamkuil is noodzakelijk wanneer het kamrad een grote omtrek heeft. De kroon uit Q 180 was 0,5 m diep. Het rad dat in deze kroon draaide, werd door de informant een ɛkroonradɛ genoemd.' [Vds 102; Jan 116; Coe 81; Grof 99]
II-3
|
29175 |
kamlatten |
contramars:
contramars (L271p Venlo),
kamlatten:
kamlatǝ (Q284p Eupen),
schachten:
schachten (L271p Venlo),
(enk)
šaxt (L318p Stramproy),
schachtlatten:
schachtlatten (L271p Venlo)
|
De twee horizontale latten boven en onder aan het weefraam, waartussen de hevels zitten. [N 39, 33d]
II-7
|
18724 |
kammen |
houten kammen:
hǫtǝ kɛm (P055p Kermt),
houten tanden:
hōtǝ tān (Q074p Kortessem, ...
P058p Stevoort),
ijzeren kammen:
ęjzǝrǝ kɛm (Q083p Bilzen),
ijzeren tanden:
ęǝzǝrǝ tān (P050p Herk-de-Stad, ...
P058p Stevoort,
Q079a Wintershoven),
kammen:
doe ik het woj kämen ging miene kaam kapot (L192p Bergen),
doe ik ⁄t wool keimen ging miene kaam kapot (L250p Arcen),
doew ik woo keime ging meine kam kepot (L266p Sevenum),
doew ik ⁄t woë keime ging miene kawm kepot (L266p Sevenum),
k mə (Q172p Vroenhoven),
kaemə (Q095p Maastricht),
kamen (Q078p Wellen),
kamme (K358p Beringen, ...
P048p Halen,
Q002p Hasselt,
K316p Heppen,
Q077p Hoeselt,
L217p Meerlo,
Q177p Millen,
Q161p Piringen,
Q241p Rutten,
Q168p s-Herenelderen,
K353p Tessenderlo,
Q166p Vechmaal,
Q164a Widooie),
kammen (L300p Beesel, ...
L360p Bree,
L360p Bree,
L414p Houthalen,
L316p Kaulille,
K359p Koersel,
Q167p Koninksem,
Q240p Lauw,
K278p Lommel,
L377p Maasbracht,
L319p Molenbeersel,
K315p Oostham,
L163p Ottersum,
K357p Paal,
K357p Paal,
L355p Peer,
Q168a Rijkhoven,
Q158p Riksingen,
L420p Rotem,
Q154p Sint-Huibrechts-Hern,
P176p Sint-Truiden,
K353p Tessenderlo,
Q162p Tongeren,
P172p Wilderen),
kammĕn (K315p Oostham),
kammə (Q077a Alt-Hoeselt, ...
K318p Beverlo,
P050p Herk-de-Stad,
P051p Lummen),
kamǝ (L372a Aldeneik, ...
L417p As,
L164p Gennep,
P051p Lummen,
L265p Meijel,
L368p Neeroeteren,
L415p Opoeteren,
K353p Tessenderlo,
L289p Weert),
kamə (Q163p Berg, ...
Q083p Bilzen,
Q156p Borgloon,
L286p Hamont,
K317p Leopoldsburg,
P045p Meldert,
Q168p s-Herenelderen,
Q162p Tongeren,
Q162p Tongeren),
kamən (K314p Kwaadmechelen, ...
K278p Lommel,
L416p Opglabbeek,
K353p Tessenderlo),
kā:mə (Q284p Eupen),
keijme (L246p Horst),
keime (L250p Arcen, ...
L333p Asenray/Maalbroek,
L295p Baarlo,
L327p Beegden,
L300p Beesel,
L297p Belfeld,
L323p Buggenum,
L249p Grubbenvorst,
L328p Heel,
L291p Helden/Everlo,
L330p Herten (bij Roermond),
L325p Horn,
L320p Hunsel,
L298p Kessel,
L248p Lottum,
L377p Maasbracht,
L267p Maasbree,
L217p Meerlo,
L245p Meterik,
L382p Montfort,
L288p Nederweert,
L321p Neeritter,
L216p Oirlo,
L290p Panningen,
L329p Roermond,
L266p Sevenum,
L296p Steyl,
L270p Tegelen,
L268p Velden,
L271p Venlo,
L271p Venlo,
L214p Wanssum,
L289p Weert),
keime(n) (L269p Blerick),
keimen (L299p Reuver),
keimə (L331p Swalmen),
keĭmə (L319p Molenbeersel),
kem (Q118p Schaesberg),
keme (P186p Gelinden, ...
Q003p Genk),
kemme (Q102p Amby, ...
Q196a Banholt,
Q072p Beverst,
P115p Duras,
Q198p Eijsden,
Q207p Epen,
P175p Gingelom,
L366p Gruitrode,
Q002p Hasselt,
Q113p Heerlen,
P197p Heers,
Q094p Hees,
Q094p Hees,
Q111p Klimmen,
L372p Maaseik,
Q204a Mechelen,
Q099p Meerssen,
Q022p Munstergeleen,
L416p Opglabbeek,
L314p Overpelt,
K357p Paal,
Q248p Remersdaal,
Q117b Rimburg,
Q093p Rosmeer,
Q032p Schinnen,
P052p Schulen,
Q116p Simpelveld,
Q187p Sint-Pieter,
P054p Spalbeek,
P121p Ulbeek,
Q101p Valkenburg,
Q208p Vijlen,
Q278p Welkenraedt,
P118a Wijer,
P177p Zepperen,
Q179p Zichen-Zussen-Bolder,
Q179p Zichen-Zussen-Bolder),
kemmen (Q102p Amby, ...
Q083p Bilzen,
Q086p Eigenbilzen,
Q007p Eisden,
Q003p Genk,
L360a Gerdingen,
Q002p Hasselt,
Q088p Lanaken,
K278p Lommel,
L368p Neeroeteren,
L314p Overpelt,
L355p Peer,
P119p Sint-Lambrechts-Herk,
L385p Sint-Odiliënberg,
P176p Sint-Truiden,
P121p Ulbeek),
kemmə (Q083p Bilzen, ...
Q095p Maastricht,
P193p Mettekoven),
kemə (L359p Beek (bij Bree), ...
L360p Bree,
Q002p Hasselt,
Q089p Martenslinde,
Q253p Montzen,
L416p Opglabbeek,
Q172p Vroenhoven),
kemən (L286p Hamont),
kerĭmme (P119p Sint-Lambrechts-Herk),
keumen (P197p Heers, ...
P219p Jeuk),
keummen (P121p Ulbeek),
kĕmme (Q103p Berg-en-Terblijt, ...
Q202p Eys,
Q105p Heer,
Q104a Limmel,
Q095p Maastricht),
kĕmmen (L387p Posterholt),
kĕmmə (Q179p Zichen-Zussen-Bolder),
kĕŭmme (P058p Stevoort),
keͅmə (Q072p Beverst, ...
L415p Opoeteren),
keͅmən (Q121p Kerkrade),
kimme (Q083p Bilzen),
kimmen (P056p Stokrooie),
koemə (K358p Beringen, ...
Q012p Rekem,
Q012p Rekem),
komen (L353p Eksel),
kommen (P187a Kuttekoven),
kommən (Q001p Zonhoven),
komə (Q010p Opgrimbie, ...
Q010p Opgrimbie,
Q010p Opgrimbie,
K353p Tessenderlo),
kume (P188p Hoepertingen),
kumme (Q029p Bingelrade, ...
Q035p Brunssum,
L431p Dieteren,
L356p Grote-Brogel,
P183p Mielen-boven-Aalst,
Q032a Puth,
Q098p Schimmert,
Q078p Wellen,
P172p Wilderen),
kumme(n) (L427p Obbicht),
kummen (L317p Bocholt, ...
Q021p Geleen,
K360p Heusden,
L414p Houthalen,
Q033p Oirsbeek,
P176p Sint-Truiden,
P176p Sint-Truiden,
Q001p Zonhoven),
kummĕ (Q172p Vroenhoven),
kummə (P176p Sint-Truiden),
kuəmmen (L352p Hechtel),
kŭmmen (L316p Kaulille),
kámǝ (Q240p Lauw),
kämen (L165p Heijen),
kämme (Q203p Gulpen, ...
Q110p Heek,
Q259p Lontzen),
kämmə (L367p Neerglabbeek),
kämə (L416p Opglabbeek),
kämən (L313p Sint-Huibrechts-Lille),
kè-me (L215p Blitterswijck),
kèm (Q196p Mheer),
kème (L246a Swolgen),
kèmme (L417p As, ...
Q096a Borgharen,
Q254p Henri-Chapelle,
K278p Lommel,
Q196p Mheer,
L368p Neeroeteren,
L418p Niel-bij-As),
kèmmen (K278p Lommel, ...
Q009p Mechelen-aan-de-Maas,
L368p Neeroeteren,
L312p Neerpelt),
kèŭme (Q078p Wellen),
kéime (L330p Herten (bij Roermond)),
kémme (Q007p Eisden),
kémmen (P057p Kuringen),
kêime (L209p Merselo),
kême (L191p Afferden, ...
L164p Gennep),
kêmmen (L352p Hechtel),
kêmə (P055p Kermt),
këmme (Q003p Genk),
këmmen (L415p Opoeteren),
kömen (L315p Kleine-Brogel),
kömme (L434a Broeksittard, ...
L426p Buchten,
Q027p Doenrade,
L381p Echt/Gebroek,
L430p Einighausen,
L380p Genooi/Ohé,
L425p Grevenbicht/Papenhoven,
L379p Laak,
Q016p Lutterade,
Q020p Sittard,
L378p Stevensweert,
L432p Susteren,
Q014p Urmond,
P192p Voort),
kömme(n) (L429p Guttecoven, ...
Q030p Schinveld),
kömmen (L419p Elen),
kömmë (L422p Lanklaar),
kömə (Q011p Boorsem, ...
P176p Sint-Truiden,
P176p Sint-Truiden),
kømmə (Q088p Lanaken, ...
L316a Lozen),
kømə (P050p Herk-de-Stad, ...
P188p Hoepertingen,
Q088p Lanaken,
L422p Lanklaar,
L372p Maaseik,
L424p Meeswijk),
kømən (L414p Houthalen),
kø͂ͅmə (Q009p Mechelen-aan-de-Maas),
kø͂ͅmən (L317p Bocholt),
køͅmmə (P196p Veulen),
køͅmə (P179p Aalst-bij-St.-Truiden, ...
Q156p Borgloon,
P188p Hoepertingen,
P213p Niel-bij-St.-Truiden,
P192p Voort),
kûmmen (P121a Herten),
kümme (L364p Meeuwen),
kę̄ǝm (L211p Leunen),
kəmme (P176p Sint-Truiden, ...
P176p Sint-Truiden,
P177p Zepperen),
kəmmen (L420p Rotem, ...
P121p Ulbeek),
kəmmĕn (Q071p Diepenbeek),
kəmmə (P188p Hoepertingen, ...
P183p Mielen-boven-Aalst),
kəmə (Q074p Kortessem, ...
L372p Maaseik,
Q001p Zonhoven,
Q001p Zonhoven),
kəmən (Q001p Zonhoven),
kɛm (Q077a Alt-Hoeselt
[(id)]
, ...
L417p As,
P187p Berlingen,
Q072p Beverst
[(id)]
,
Q083p Bilzen
[(id)]
,
L360p Bree,
Q071p Diepenbeek,
P184p Groot-Gelmen,
P195p Gutschoven,
P050p Herk-de-Stad
[(enkelvoud: kamp)]
,
L330p Herten,
L321a Ittervoort,
Q188p Kanne,
L316p Kaulille,
Q074p Kortessem
[(id)]
,
P057p Kuringen
[(id)]
,
Q088p Lanaken,
P051p Lummen
[(id)]
,
L372p Maaseik,
Q095p Maastricht,
Q180p Mal,
L321p Neeritter,
L368p Neeroeteren,
L416p Opglabbeek,
L371p Ophoven,
L362p Opitter,
L415p Opoeteren,
P119p Sint-Lambrechts-Herk,
P056p Stokrooie
[(id)]
,
L318p Stramproy,
Q162p Tongeren,
Q075p Vliermaalroot
[(id)]
,
Q112p Voerendaal,
Q079a Wintershoven
[(id)]
,
Q204p Wittem),
kɛmp (L292a Maxet
[(enkelvoud: kamp)]
),
kɛmə (L364p Meeuwen),
kɛ̄me (L215a Wellerlooi),
toe ich ⁄t we-oe keime ging miene kamp kepot (L295p Baarlo),
toe ich ⁄t woei keime ging miene kamp kapot (L295p Baarlo),
toe ig ⁄t woej keime ging miene kamp kapot (L318b Tungelroy),
toe ik t wao kemme ging minne kamp kepot (L265p Meijel),
toe ik ⁄s wol kème ging miene káám kapot (L159a Middelaar),
toe ik ⁄t woi kamme ging miene kam kapot (L165p Heijen),
toe ik ⁄t wol kème ging miene kaam kapot (L192a Siebengewald),
toen ich het wol keime ging miene kamp kapot (L321p Neeritter),
toen ich mich woeëj keime gong munne kamp kepot (L288b Laar),
toen ich ze wo keime, ging miene kamp kepot (L265c Beringe),
toen ich ⁄t woej keime ging miene kamp kapot (L288a Ospel),
toen ich ⁄t wol keimen ging miene kamp kepot (L290p Panningen),
toen ich ⁄t wòl keime ging miene kamp kepot (L299p Reuver),
toen iech mich welde kemme gong der kamp kapot (Q197p Noorbeek),
toen iech ⁄t wouw kèmme gŏng miene kamp kepot (Q095p Maastricht),
toen ieg ⁄t wow kemme ging de kamp kepot (Q095p Maastricht),
toen ik mich wildje keime ging de kamp kapot (L330p Herten (bij Roermond)),
toen ik mick woel kymme ging de kamp kepot (L271p Venlo),
toen ik ut woel kemme ging miene kamp kapot (L269p Blerick),
toen ik ⁄t woel keime ging miene kamp kepot (L271p Venlo),
toenikətwojkeĭməgiŋmienəkaamkəpot (L246p Horst),
toew ig ĕt woeĕ keime ging miene kamp kĕpot (L324p Baexem),
toew ik ət woi̯ keime gŏoŋ mienə keim kəpot (L245p Meterik),
wi ich ⁄t woĕl kömme brōk mīnə kamp (L381b Pey),
wie ich et mich wol kemme ging munne kamp kepot (Q097p Ulestraten),
wie ich et wol kemme goong miene kamp kepot (Q192p Margraten),
wie ich et wooj kaime troch ich miene kamp kapot (L322p Haelen),
wie ich het wol goan kemme woar der kaam kapot (Q197p Noorbeek),
wie ich het wol keime ging miene kamp kepot (L377p Maasbracht),
wie ich het wol kömme ging mich de kamp kepot (L381p Echt/Gebroek),
wie ich het wol kömme ging miene kamp kepot (L434p Limbricht, ...
L373p Roosteren),
wie ich het wool kämme ging mienge kamp kapot (Q203p Gulpen),
wie ich mich woe(j) keime ging de kamp kepot (L328p Heel),
wie ich mich wooj keime ging miene kamp kepot (L322p Haelen),
Wie ich mich woōl kemme brook mich d⁄r kamp (Q039p Hoensbroek),
wie ich ut wol keime ging de kamp kepot (L300p Beesel),
wie ich ut wool kemme gong der kamp kapot (Q205p Wahlwiller),
wie ich ut wool kemme gong mienne kamp kapot (Q117a Waubach),
wie ich wool kemme gong d⁄r kamp kapot (Q117a Waubach),
Wie ich ze wilde keime gông miene kamp kepot (L270p Tegelen),
wie ich ze wôl keime ging miene kamp kepot (L270p Tegelen),
wie ich ət wool kemmə gong miengə kamp kəpot (Q202p Eys),
wie ich ⁄t kemmə wol ging mienə kamp kəpot (Q103p Berg-en-Terblijt),
wie ich ⁄t wilde kämme ging miene kamp kapot (Q099p Meerssen),
wie ich ⁄t wo keime, ging mich te kamp kepot (L291p Helden/Everlo),
wie ich ⁄t woeë keime ging miene kamp kepot (L318p Stramproy),
wie ich ⁄t wol keeime ging miene kamp kepot (L331a Asselt),
wie ich ⁄t wol kemme ging miene kamp kepot (Q098p Schimmert, ...
Q097p Ulestraten),
wie ich ⁄t wol kemme gong m⁄nne kaamp kepot (Q196p Mheer),
wie ich ⁄t wol kémme ging mich der kamp kepot (Q111p Klimmen),
wie ich ⁄t wooj keime ging de kamp kepot (L320a Ell),
wie ich ⁄t wool kemme gong mich d⁄r kamp kapot (Q208p Vijlen),
wie ich ⁄t wou kemme gong m⁄ne kaamp kepot (Q193p Gronsveld),
wie ichut wōl keime ging miene kamp kepot (L377p Maasbracht),
wie iech ⁄t wal kemme gong mene kamp kapot (Q101p Valkenburg),
wie iech ⁄t wol kemme jong der kamp kapot (Q121p Kerkrade),
wie iech ⁄t wouw kemme goong miene kamp kepot (Q095p Maastricht),
wie ig mig wool kemme goong der kamp kapoot (Q204a Mechelen),
wie ig ut wol keime ging miene kamp kepot (L376p Linne),
wie ig ⁄t woo keime brook mich de kamp (L300p Beesel),
wie ig ⁄t woo keime gong miene kamp kepot (L300p Beesel),
wie ik mich woel keime ging miene kamp kepot (L271p Venlo),
wie ik ut woei keime ging miene kamp kepot (L269b Boekend),
wie ik ut woel keime gink miene kamp kapot (L269p Blerick),
wie ik woej keime ging de kaam kapot (L268p Velden),
wie ik ze woel keime ging miene kamp kepot (L271p Venlo),
wie ik ⁄t woej keime ging miene kamp kepot (L269p Blerick),
wie ix ət woͅl kemmə giŋ mienə kamp kapo͂ͅt (Q112p Voerendaal),
wiej ich ut wool kemm ging miene kamp kapot (Q118p Schaesberg),
wiej ik mig woei kēmə ging de kamp kəpot (L269a Hout-Blerick),
met een lengteteken
käme (L210p Venray),
met lengteteken
käm (L211p Leunen),
met lengteteken op de a
käme (L213p Well),
o zoals in fr. beurre
komə (K359p Koersel),
wool: oo lang
wie iež ət kemme wool jong miengə kamp kapot (Q208p Vijlen),
pinnen:
pęnǝ (Q095p Maastricht),
tanden:
ta.n (Q160p Bommershoven, ...
Q159p Broekom,
P184p Groot-Gelmen,
P195p Gutschoven,
Q160a Haren,
Q164p Heks,
P188p Hoepertingen,
Q077p Hoeselt,
P177a Ordingen,
P176p Sint-Truiden,
Q078p Wellen),
tan (L372a Aldeneik
[(id)]
, ...
Q188p Kanne,
Q088p Lanaken,
Q095p Maastricht,
L361p Tongerlo),
tandǝ (Q240p Lauw),
tenj (L321a Ittervoort, ...
L370p Kessenich
[(id)]
,
L368p Neeroeteren
[(id)]
),
tán (Q188p Kanne, ...
Q088p Lanaken),
tā.n (Q240p Lauw, ...
Q180p Mal,
Q241p Rutten,
Q181p Sluizen,
Q162p Tongeren),
tān (P120p Alken, ...
P187p Berlingen,
Q083p Bilzen
[(id)]
,
Q077p Hoeselt
[(id)]
,
Q074p Kortessem
[(id)]
,
P051p Lummen
[(enkelvoud: tānt)]
,
P058p Stevoort
[(id)]
)
|
De tanden van het aswiel in wind- en watermolen. De tanden van het aswiel zijn in het algemeen vervaardigd van een harde of taaie houtsoort. Verscheidene zegslieden vermelden dan ook het gebruik van beukehout. In de meeste watermolens was het (houten) rondsel aan het uiteinde van het staakijzer meestal vervangen door een (metalen) kamwiel. De benamingen voor de tanden van dit kamwiel zijn eveneens hieronder opgenomen. Zie ook het lemma ɛstavenɛ.' [N O, 11l; Vds 91; Vds 92; Jan 101; Coe 80; Coe 83; Grof 106; A 42A, 12] || kammen [ZND 01 (1922)], [ZND 27 (1938)], [ZND m], [ZND m], [ZND m], [ZND m], [ZND m], [ZND m] || kammen (ww.) [SGV (1914)] || kammen (ww.) [SGV (1914)], [ZND A1 (1940sq)] || Kammen. Toen ik ’t wou kammen ging mijn kam stuk. [DC 39 (1965)]
II-3, III-1-3
|
26291 |
kammen en staven insmeren |
boenen:
bunǝ (L372a Aldeneik),
insmeren:
ejnsmē.rǝ (Q162p Tongeren),
ensmē.rǝ (L372a Aldeneik, ...
L372p Maaseik),
ensmę̄.rǝ (Q088p Lanaken, ...
Q180p Mal,
Q241p Rutten),
ensmī.rǝ (L417p As),
ēnsmę̄.rǝ (Q188p Kanne, ...
Q095p Maastricht,
Q181p Sluizen),
smeren:
smē.rǝ (L321a Ittervoort),
smērǝ (Q240p Lauw, ...
P176p Sint-Truiden),
smēǝrǝ (P187p Berlingen, ...
Q159p Broekom,
P184p Groot-Gelmen,
P195p Gutschoven,
Q164p Heks,
Q077p Hoeselt,
P177a Ordingen,
P119p Sint-Lambrechts-Herk),
smę̄.rǝ (Q240p Lauw, ...
Q162p Tongeren),
smę̄rǝ (Q077p Hoeselt),
smīǝ.rǝ (L368p Neeroeteren, ...
L416p Opglabbeek,
L362p Opitter,
L415p Opoeteren),
vegen:
vēgǝ (L415p Opoeteren),
vet deraan doen:
vęt ˲drǭǝn dun (Q078p Wellen)
|
[Jan 110; Coe 85; Grof 107]
II-3
|
26321 |
kammen van het luiwiel |
kammen:
kamǝ (L430p Einighausen, ...
K353p Tessenderlo),
kɛm (L330p Herten, ...
L374p Thorn),
kamradtanden:
kamprāttɛnj (L321p Neeritter, ...
L318p Stramproy),
luitanden:
lø̜jtaŋ (L330p Herten, ...
L289p Weert),
tanden:
tan (Q099q Rothem),
tān (P051p Lummen)
|
De kammen van het luiwiel, die meestal in het verlengde van de straal bevestigd zijn. [N O, 25i]
II-3
|
26292 |
kammen vegen |
afschaven:
afsxǭvǝ (Q240p Lauw),
afsteken:
ōfstę̄.kǝ (Q162p Tongeren),
vegen:
vę̄gǝ (L360p Bree, ...
Q240p Lauw,
L372p Maaseik,
Q241p Rutten)
|
De hoeken van uitgesleten kammen en staven bijwerken. Het vegen gebeurt volgens de invullers uit Q 162 en Q 241 met een beitel. [Jan 112; Coe 86]
II-3
|
26283 |
kammen zetten |
kammen steken:
[kammen] stēǝkǝ (P187p Berlingen),
kammen zetten:
[kammen] zętǝ (P187p Berlingen, ...
P119p Sint-Lambrechts-Herk),
tanden steken:
[tanden] stēǝkǝ (P177a Ordingen),
tanden zetten:
[tanden] zętǝ (P120p Alken, ...
P187p Berlingen,
Q160p Bommershoven,
Q159p Broekom,
P195p Gutschoven,
Q160a Haren,
Q164p Heks,
P188p Hoepertingen,
Q077p Hoeselt,
P176p Sint-Truiden,
Q078p Wellen),
vervangen:
vǝrvaŋǝ (P184p Groot-Gelmen)
|
Versleten houten kammen vervangen door nieuwe. [Grof 110]
II-3
|