18499 |
klep [wld ii.10, p. 25] |
derbyklep:
derbie-klep (L293p Roggel),
franse tong:
franstông (L267p Maasbree),
klep:
klap (Q121c Bleijerheide),
klep (Q112a Heerlerheide, ...
L266p Sevenum),
klêp (Q083p Bilzen),
losse klep:
losse klep (L421p Dilsen),
overslag:
øvəršlāx (Q253p Montzen),
sneeuwlap:
sneuwlap (Q001p Zonhoven),
tong:
tōŋ (L265p Meijel)
|
Hoe heet de flap met vetergaten, die bij derbybottines en derbymoliäres los op de schoen lag en maar aan één kant was vastgenaaid (klep)? [N 60 (1973)]
III-1-3
|
18200 |
klepbroek |
barboteuse (<fr.):
Fr. barboteuse: speelpak, kinderpak. Fr. barboter, ook plassen.
barbetens (K353c Hulst/Konijnsberg),
boks met een klep:
bôksmet ein klep (L299p Reuver),
boks met een lok:
boks meͅt n lūk (L372p Maaseik),
boks met een paan:
bóks met en pan (L322p Haelen),
bóks mĕĕt ⁄n pan (L290p Panningen),
bóks mit en pan (L322a Nunhem),
boks met klep:
boks met klep (L374p Thorn),
boks mət klɛp (L360p Bree),
bōks maet kleͅp (Q009p Mechelen-aan-de-Maas),
buks met kleͅp (L416p Opglabbeek),
mit klep (Q021p Geleen),
boks met valdeur:
boks met valdeur (L353p Eksel),
buks meͅt valdø͂ͅr (L372p Maaseik),
boks met voor een slag:
boks met vø̄r ənə [sjlāx (Q253p Montzen),
broek:
brōk (Q091p Veldwezelt),
broek bet blaffetuurtje:
bə bla.fəty(3)̄rkə (P048p Halen),
broek bet een klep:
brok beͅ ən klɛp (K361p Zolder),
broek bet een valdeur:
bruk beͅ ən valdø͂ͅr (P176p Sint-Truiden),
broek met een klep:
brook mit enne klép (Q111p Klimmen),
bruk med_ənə klap (Q176a Ketsingen),
broek met een klep vanvoor:
brook met ’ne klep van vör (Q007p Eisden),
broek met een valdeur:
broek met een valdeur (Q168p s-Herenelderen),
brook met ein valdeur (L422p Lanklaar),
brook mèt een valdeur (Q013p Uikhoven),
brùk mi ön valdeur (K318p Beverlo),
o is ook nog eens doorstreept
brŭk me ən valdōͅər (K353p Tessenderlo),
broek met valdeur:
brŭk met valdeur (K353p Tessenderlo),
valdeur uitgesproken als in het A.B.N
broek met valdeur (K360p Heusden),
broek wat vanvoor overeen gaat:
hebben mijnwerkers nu(?) nog
brŏĕk wao vàn vier ievaree geet (Q083p Bilzen),
broekje met een valdeur:
brukske met een valdeur (Q168p s-Herenelderen),
fluitjesbroek:
fleutjesbrok (Q071p Diepenbeek),
fluitjesbroek (Q092p Kleine-Spouwen, ...
P176p Sint-Truiden),
fluitjesbrook (Q010p Opgrimbie),
flə:tjesbroek (K353p Tessenderlo),
ui is eerder dof, niet zoals in uit
fluitjesbreuk (K358p Beringen),
kakboks:
kakboks (L360p Bree),
kakbroek:
kakbroek (Q086p Eigenbilzen, ...
Q088p Lanaken,
P176p Sint-Truiden),
kakbruk (L312p Neerpelt),
klep:
Boks mèt ei liêf draan.
klap (L318b Tungelroy),
klepboks:
klebIôks (L434p Limbricht),
klep-boks (L192p Bergen),
klepboks (L269p Blerick, ...
Q121a Chèvremont,
L381p Echt/Gebroek,
L430p Einighausen,
Q039p Hoensbroek,
L159a Middelaar,
L163p Ottersum,
L420p Rotem,
L266p Sevenum,
Q020p Sittard,
L378p Stevensweert,
L318b Tungelroy,
L271p Venlo,
L210p Venray,
L289p Weert,
L289p Weert),
klepbooks (L321p Neeritter),
klepbox (L313p Sint-Huibrechts-Lille),
klepbōksch (Q113p Heerlen),
klepbŏks (L265p Meijel),
klepbòks (L247p Broekhuizen, ...
L381p Echt/Gebroek,
L329p Roermond,
L270p Tegelen,
L318b Tungelroy),
klepbóks (L295p Baarlo, ...
L297p Belfeld,
L269p Blerick,
Q211p Bocholtz,
L381p Echt/Gebroek,
L330p Herten (bij Roermond),
L292p Heythuysen,
L325p Horn,
L331p Swalmen,
L270p Tegelen),
klepbóksj (Q020p Sittard),
klepbôks (L269p Blerick, ...
L246p Horst,
L271p Venlo,
L271p Venlo),
klepböks (L326p Grathem, ...
L269a Hout-Blerick),
kleͅpboks (L360p Bree, ...
L316p Kaulille),
klèpbóks (L265p Meijel),
klèpbôks (L426z Holtum, ...
L216p Oirlo),
klépbóks (L299p Reuver),
klɛpboks (L265p Meijel),
[def. sic]
klèpbóks (L164p Gennep),
klepbroek:
klabruk (Q077p Hoeselt),
klaepbrook (Q106p Bemelen),
klapbroek (Q168a Rijkhoven, ...
Q078p Wellen),
klapbrók (Q071p Diepenbeek),
klebrok (Q071p Diepenbeek),
klepbroek (Q088p Lanaken, ...
K317p Leopoldsburg),
klepbrok (K358p Beringen, ...
Q003p Genk,
Q098p Schimmert),
klepbrook (Q019p Beek, ...
Q095a Caberg,
Q198p Eijsden,
Q113p Heerlen,
Q039p Hoensbroek,
Q111p Klimmen,
Q095p Maastricht,
Q095p Maastricht,
Q095p Maastricht,
Q095p Maastricht,
Q099p Meerssen,
Q198a Mesch,
Q022p Munstergeleen,
Q036p Nuth/Aalbeek,
Q198b Oost-Maarland,
Q032a Puth,
Q097p Ulestraten,
Q101p Valkenburg),
klepbrōk (L422p Lanklaar),
klepbruk (Q002p Hasselt),
klēͅbrŏk (K361a Boekt/Heikant),
kleͅbro.k (Q012p Rekem),
kleͅbrok (Q007p Eisden, ...
Q009p Mechelen-aan-de-Maas,
Q076p Romershoven,
L423p Stokkem),
kleͅbruk (P218p Borlo, ...
Q002p Hasselt,
Q158p Riksingen,
Q162p Tongeren,
Q178p Val-Meer,
Q179p Zichen-Zussen-Bolder),
kleͅbryk (Q093p Rosmeer),
kleͅpbrōk (L422p Lanklaar),
kleͅpbrōͅk (P055p Kermt),
klipbrok (P120p Alken, ...
P120p Alken),
klèpbrook (Q096a Borgharen, ...
Q095p Maastricht),
klɛpbruk (P222p Opheers),
onbekend, maar de broek met sluitklep aan de achterkant heette vroeger klépbrook. Deze werd vroeger(70 à 80 jaar geleden) gedragen door jongens
zie toelichting (Q099p Meerssen),
klepjesbroek:
klepkesbruk (Q086p Eigenbilzen),
kleppenboks:
kleppebooks (L317p Bocholt),
kleppenbroek:
kleͅpəbrōk (Q009p Mechelen-aan-de-Maas),
knopenboks:
knofebóks (Q121p Kerkrade),
kontlapbroek:
kontlapbrok (Q071p Diepenbeek),
lok:
loek (L288c Eind),
loek (= lūk) (L371p Ophoven),
lokboks:
loekbóks (L290a Egchel, ...
L320a Ell),
mansboks:
mansbóks (L417p As),
mansbroek:
mḁnzbruk (Q156p Borgloon),
matrozenbroek:
mətrōsəbrōk (Q088p Lanaken),
onderlosser:
óonderlosser (L164p Gennep),
paanboks:
panbooks (L321p Neeritter),
polderbroek:
polderbroek (P197p Heers),
poldĕrbrok (Q075p Vliermaalroot),
poͅlleͅrbroek (Q077p Hoeselt),
poͅllərbruk (Q083p Bilzen, ...
Q174p Herderen),
snelzeiker:
vulgair
schnelzeiker (Q036p Nuth/Aalbeek),
snelseiker (Q104p Wijk),
valboks:
valboks (L312p Neerpelt),
valboux (L370p Kessenich),
valbrevier:
valbrə.vɛ‧r (L312p Neerpelt),
valbroek:
valbroek (P176p Sint-Truiden, ...
P176p Sint-Truiden,
P176p Sint-Truiden),
valbroĕk (K357p Paal),
valbrok (L354p Wijchmaal),
valbruk (P180p Kerkom, ...
P176p Sint-Truiden),
bolletje op de a
valbrŏk (Q001p Zonhoven),
valdeur:
val-dee(e)r (L355p Peer),
valdeer (L355p Peer),
valdeur (L352p Hechtel, ...
K360p Heusden,
K357p Paal),
valdēr (L356p Grote-Brogel),
valdier (L360p Bree),
vald⁄ø͂ͅr (Q168a Rijkhoven),
[duir: deur, p.87]
vàlduir (P176p Sint-Truiden),
op de a een bolletje
val⁄dêr (L355p Peer),
Vero.
va.ldeur (Q001p Zonhoven),
valdeurbroek:
valdeurbroek (K357p Paal),
zitbroekje:
zītbrŏkske (Q248p Remersdaal),
zomerse boks:
zeumerse bóks (L287p Boeket/Heisterstraat)
|
broek met een sluitklep aan de voorkant || broek met een sluitklep aan de voorkant [klepboks] [N 23 (1964)] || broek met klep || een broek met een sluitklep aan de voorkant [N 59 (1973)] || klepbroek || klepbroek (broek met van voren of van achter een klep) || klepbroek, brok met sluitklep aan de voorkant (westzijde van de Maas idem aan de achterkant (oostzijde van de Maas) || klepbroek, waarvan men het kruis kan openknopen voor het doen van zijn behoefte || Klepbroek. Kent uw dialect een bijzondere naam voor de broek met afvallende klep, zoals nog door kleine jongens wordt gedragen ? [ZND 47 (1950)] || klepbroek: kinderbroek, die langs achteren sluit met een klep || klepbroek: ouderwetse mansbroek met klepsluiting || valbroek || valdeur: klepbroek: korte jongensbroek die van achteren met een klep sloot (systeem om gemakkelijker zijn gevoeg te kunnen doen)
III-1-3
|
23215 |
klepel |
bammel:
bammel (L267p Maasbree),
bengel:
bengel (P219p Jeuk, ...
Q016p Lutterade,
Q098p Schimmert,
L266p Sevenum),
bingel (Q202p Eys, ...
L267p Maasbree),
de bengel (Q099p Meerssen, ...
Q032p Schinnen),
de bingel van də klok (Q088p Lanaken),
bimmel:
biemmel (Q117a Waubach),
bout:
də boͅut fan də kloͅk (K317p Leopoldsburg),
hamel:
de haamel van een klok (Q173p Genoelselderen),
de hamel van de klok (Q161p Piringen),
de hamel van e klok (K357p Paal),
de hoawel van de klok (P176p Sint-Truiden),
hoͅ:məl (P179p Aalst-bij-St.-Truiden),
hamer:
de hamer van de klok (L355p Peer, ...
Q012p Rekem),
den hāmər vanŋ klok (L319p Molenbeersel),
haamer (L422p Lanklaar, ...
L422p Lanklaar),
hendel*:
hendel (L265p Meijel),
klep:
klep (Q102p Amby, ...
Q207p Epen),
klèp (Q002p Hasselt),
klepel:
d`r kleëpel (Q039p Hoensbroek),
de klaipel van de klok (Q247p Sint-Martens-Voeren),
de kle:pəl van ən klok (Q012p Rekem),
de kleepel van de klok (L366p Gruitrode, ...
Q196p Mheer),
de kleeëpel van de klok (K358p Beringen),
de kleiepel van de klok (K360p Heusden),
de kleipel van de klok (P176p Sint-Truiden, ...
P177p Zepperen),
de klejpel van de klok (L419p Elen),
de klepel (Q011p Boorsem, ...
Q095p Maastricht,
Q009p Mechelen-aan-de-Maas,
L313p Sint-Huibrechts-Lille),
de klepel van de klok (Q007p Eisden, ...
Q002p Hasselt,
L414p Houthalen,
L315p Kleine-Brogel,
P046p Linkhout,
K278p Lommel,
L312p Neerpelt,
L312p Neerpelt,
L314p Overpelt,
K357p Paal,
P176p Sint-Truiden,
Q097p Ulestraten,
Q008p Vucht),
de klepel van een klok (Q088p Lanaken),
de klepel vanne klok (L352p Hechtel, ...
K315p Oostham),
de kleppel van de klok (Q089p Martenslinde, ...
P056p Stokrooie),
de kleppel van ne klok (P053p Berbroek),
de kleppəl van de klok (Q086p Eigenbilzen),
de kleupel van de klok (Q156p Borgloon, ...
P187a Kuttekoven,
Q175p Riemst,
Q158p Riksingen),
de klēpel van de klok (Q003p Genk, ...
Q095p Maastricht,
Q009p Mechelen-aan-de-Maas,
P176p Sint-Truiden,
Q001p Zonhoven),
de kliepel van de klok (Q003p Genk, ...
L356p Grote-Brogel,
L372p Maaseik,
P176a Melveren,
L368p Neeroeteren,
P176p Sint-Truiden),
de kliepel van een klok (L360p Bree, ...
L368p Neeroeteren),
de kliepel van ne klok (L418p Niel-bij-As),
de kliepel vanne klok (L360p Bree, ...
L360p Bree),
de kliepəl van de klok (Q168a Rijkhoven),
de kliēpel van de klok (L289p Weert),
de klipel van de klok (Q003p Genk),
de kliöpel van de klok (Q094p Hees),
de kljèpel (Q086p Eigenbilzen),
de kloͅppel van de klok (Q012p Rekem),
de klèpel van n klok (Q093p Rosmeer),
de klöpel van de klok (P177p Zepperen),
de kløpəl van de klok (Q177p Millen),
de kløͅppel van n kloͅk (Q071p Diepenbeek),
de klùppel (Q162p Tongeren),
de kləppəl van de klok (Q162p Tongeren),
de kləpəl van de klok (Q167p Koninksem),
der klɛəpel (Q253p Montzen),
dr kleëpel (Q203p Gulpen, ...
Q117p Nieuwenhagen),
dr klèpel (Q111p Klimmen),
də kleepəl (L371p Ophoven),
də klejpel van de klok (Q172p Vroenhoven),
də klepel vanən klok (K314p Kwaadmechelen),
də klepəl van ən klok (K361p Zolder),
də klēpel vannə klok (L286p Hamont),
də klēpəl (Q002p Hasselt),
də klēpəl van də klok (K315p Oostham),
də kliepəl van də klok (L360a Gerdingen),
də kliepəl vanən klok (L423p Stokkem),
də klieəpəl vannə klok (L367p Neerglabbeek),
klaepel (L295p Baarlo, ...
L295p Baarlo,
L269p Blerick,
L381p Echt/Gebroek,
Q021p Geleen,
L425p Grevenbicht/Papenhoven,
Q111p Klimmen,
L294p Neer,
L427p Obbicht,
L329p Roermond,
L266p Sevenum,
Q032b Sweikhuizen,
L270p Tegelen,
Q101p Valkenburg,
L271p Venlo,
L386p Vlodrop),
klaipel (L381p Echt/Gebroek, ...
L383p Melick),
klaèpel (Q197p Noorbeek),
kle:pəl (K358p Beringen, ...
Q095p Maastricht),
kleapel (Q016p Lutterade, ...
Q253p Montzen,
L433p Nieuwstadt,
Q117a Waubach),
kleejepel (Q001p Zonhoven),
kleepel (L432a Koningsbosch),
kleepəl (P055p Kermt),
kleeëpel (Q207p Epen, ...
L422p Lanklaar),
kleipel (Q071p Diepenbeek, ...
P176p Sint-Truiden,
P176p Sint-Truiden,
P176p Sint-Truiden),
klejpel (L325p Horn),
klepel (L282p Achel, ...
L244c America,
L295p Baarlo,
Q019p Beek,
Q096a Borgharen,
L360p Bree,
L426p Buchten,
Q007p Eisden,
Q007p Eisden,
L320a Ell,
L371a Geistingen,
Q018p Geulle,
L320c Haler,
Q105p Heer,
L291p Helden/Everlo,
Q187a Heugem,
P188p Hoepertingen,
P188p Hoepertingen,
L414p Houthalen,
L414p Houthalen,
L320p Hunsel,
L320b Kelpen,
L298p Kessel,
L298a Kesseleik,
L211p Leunen,
Q104a Limmel,
L376p Linne,
L267p Maasbree,
L372p Maaseik,
Q095p Maastricht,
Q095p Maastricht,
Q095p Maastricht,
Q099p Meerssen,
L209p Merselo,
L209p Merselo,
L288p Nederweert,
L321p Neeritter,
L312p Neerpelt,
L312p Neerpelt,
L216p Oirlo,
L371p Ophoven,
L288a Ospel,
L355p Peer,
L299p Reuver,
L299p Reuver,
L329p Roermond,
Q032p Schinnen,
L266p Sevenum,
L192a Siebengewald,
L313p Sint-Huibrechts-Lille,
Q187p Sint-Pieter,
L423p Stokkem,
L432p Susteren,
L331p Swalmen,
L270p Tegelen,
L270p Tegelen,
L245b Tienray,
L318b Tungelroy,
Q013p Uikhoven,
Q101p Valkenburg,
L271p Venlo,
L210p Venray,
L210p Venray,
L210p Venray,
L210p Venray,
L210p Venray,
L289p Weert,
Q001p Zonhoven),
klepel van de klok (Q240p Lauw),
kleppel (Q072p Beverst, ...
Q083p Bilzen,
P219p Jeuk),
kleppel van een klok (P054p Spalbeek),
klepəl (L265p Meijel, ...
P176p Sint-Truiden,
K353p Tessenderlo),
kleəpəl (Q284p Eupen),
klēēpel (Q095p Maastricht, ...
L387p Posterholt),
klēipəl (P176p Sint-Truiden),
klēpel (Q103p Berg-en-Terblijt, ...
L429p Guttecoven),
klēpəl (P047p Loksbergen, ...
Q095p Maastricht,
Q010p Opgrimbie,
Q012p Rekem,
K353p Tessenderlo),
klēəpəl van en klok (K316p Heppen),
kle͂pel (Q014p Urmond),
kleͅpəl (L426z Holtum, ...
L426z Holtum,
Q089p Martenslinde),
klieepel (L328p Heel, ...
L328p Heel,
L289p Weert),
kliepel (L417p As, ...
L317p Bocholt,
L360p Bree,
L360p Bree,
L328p Heel,
L368p Neeroeteren,
L416p Opglabbeek,
L416p Opglabbeek,
L415p Opoeteren,
L415p Opoeteren,
L374p Thorn),
kliepel van de klok (L372p Maaseik),
klieëpel (L362p Opitter),
klippel (L353p Eksel, ...
L353p Eksel),
klièpel (Q117b Rimburg),
kliëpel (L374p Thorn),
klīəpəl (L317p Bocholt),
kljèpel (Q086p Eigenbilzen, ...
Q086p Eigenbilzen),
kljëppel (Q093p Rosmeer),
klūppəl (Q078p Wellen),
kläpel (Q113p Heerlen),
klääpel (Q118p Schaesberg),
klè-pel (L215p Blitterswijck),
klèepel (Q203p Gulpen),
klèjepəl (Q247p Sint-Martens-Voeren),
klèpel (Q102p Amby, ...
L295p Baarlo,
L297p Belfeld,
L434a Broeksittard,
Q035p Brunssum,
L431p Dieteren,
Q027p Doenrade,
L425p Grevenbicht/Papenhoven,
Q111p Klimmen,
L377p Maasbracht,
Q095p Maastricht,
Q095p Maastricht,
L382p Montfort,
L382p Montfort,
Q022p Munstergeleen,
Q032a Puth,
Q032p Schinnen,
L246a Swolgen,
Q112b Ubachsberg,
Q078p Wellen),
klèpəl (Q001p Zonhoven),
klèèpel (L387p Posterholt),
klèëpel (Q117p Nieuwenhagen),
klépel (P197p Heers),
kléépel (Q097p Ulestraten),
klê-pel (Q208p Vijlen),
klêjepel (Q202p Eys),
klêjpel (Q204a Mechelen),
klêpel (L191p Afferden, ...
L250p Arcen,
L327p Beegden,
L300p Beesel,
Q029p Bingelrade,
L269p Blerick,
L323p Buggenum,
Q027p Doenrade,
L430p Einighausen,
L164p Gennep,
L380p Genooi/Ohé,
L249p Grubbenvorst,
Q110p Heek,
L165p Heijen,
L330p Herten (bij Roermond),
L325p Horn,
L246p Horst,
L298p Kessel,
Q111p Klimmen,
L379p Laak,
L248p Lottum,
Q016p Lutterade,
L245p Meterik,
Q196p Mheer,
L216p Oirlo,
Q033p Oirsbeek,
L299p Reuver,
Q098p Schimmert,
Q032p Schinnen,
Q030p Schinveld,
Q116p Simpelveld,
L385p Sint-Odiliënberg,
Q020p Sittard,
L378p Stevensweert,
L296p Steyl,
L268p Velden,
L271p Venlo,
L213p Well,
L215a Wellerlooi),
klêpəl (L331p Swalmen),
klëpel (Q036p Nuth/Aalbeek),
klöpel (Q253p Montzen),
klöppəl (L419p Elen),
kløpəl (Q156p Borgloon),
kləpel (P192p Voort),
kləpəl (P188p Hoepertingen, ...
P192p Voort),
kləpəl van nə klok (Q078p Wellen),
klɛpəl (L164p Gennep),
klɛ̄pəl (L429p Guttecoven),
eà tweeklank
kleàpel (Q196a Banholt),
lex. var. *klippel
de klippel van e klok (L316p Kaulille),
met lengteteken op de erste e
klèpel (L217p Meerlo),
ps. niet omgespeld!
klēpel (L266p Sevenum),
klepelenbimmel:
klepelebemmel (Q095p Maastricht),
kleper:
de klapper van de klok (P176p Sint-Truiden),
de kleper van een klok (P058p Stevoort),
de klepper (P176p Sint-Truiden),
de klepper van de klok (P115p Duras, ...
P186p Gelinden,
P121p Ulbeek,
P121p Ulbeek),
de klepper van een klok (P054p Spalbeek),
de klepper van ne klok (P119p Sint-Lambrechts-Herk),
de klupper van de klok (Q078p Wellen),
de kléper van de klok (P048p Halen, ...
P172p Wilderen),
de klöəpər van de klok (P188p Hoepertingen),
de kløpər van de klok (P193p Mettekoven),
de kləpper va de klok (P117p Nieuwerkerken),
de kləppər van de klok (P050p Herk-de-Stad, ...
P058p Stevoort),
de kləpər van de klok (P188p Hoepertingen),
kleiper (P047p Loksbergen, ...
P176p Sint-Truiden),
klepper (Q121p Kerkrade, ...
Q020p Sittard),
kloͅppər van de klok (P188p Hoepertingen),
klöpper van en klok (Q259p Lontzen),
klingel:
de klingel van de klok (L420p Rotem),
de kliŋəl (Q003p Genk),
klokkenslager:
klokkeslêger (L427p Obbicht),
klokkenzwengel (<du.):
[sic]; vgl. Du. Glockenschwengel.
de klockescheegel (Q284p Eupen),
kningel:
[sic]
de kningel van de bel (K317p Leopoldsburg),
knuppel:
[sic]
de kneupel van een klok (Q248p Remersdaal),
slager:
de slager van de klok (P218p Borlo),
slinger:
de slinger (P176b Bevingen),
de slinger van de horloge (P121p Ulbeek),
de slinger van de klok (P120p Alken, ...
K318p Beverlo,
Q167p Koninksem,
L415p Opoeteren,
L415p Opoeteren,
K357p Paal,
Q166p Vechmaal),
de slinger van een klok (Q083p Bilzen),
de slinger van n klok (L286p Hamont),
ne slinger (K353p Tessenderlo),
slinger (L352p Hechtel, ...
L312p Neerpelt,
L416p Opglabbeek,
Q168p s-Herenelderen),
slinger van de klok (Q153p Gors-Opleeuw, ...
L316p Kaulille),
steel*:
steel (L265p Meijel)
|
De klepel van de klok. [ZND 28 (1938)] || De klepel van een klok [bengel?]. [N 96A (1989)] || klepel [SGV (1914)] || Klepel. [ZND 01 (1922)]
III-3-3
|
23462 |
klepklok |
angelus:
angelus (L210p Venray),
angelusklok:
angelusklok (L328p Heel, ...
L414p Houthalen,
L271p Venlo),
angelusklokje:
angelusklokske (L265p Meijel, ...
L266p Sevenum),
angelusklöksjke (Q111p Klimmen),
benjamin:
benjemin (Q111p Klimmen),
bimmetje:
bimke (L329p Roermond),
et bimke (L270p Tegelen),
klein klokje:
klein klökske (L371a Geistingen),
klēͅ kløͅkskə (P047p Loksbergen),
kleͅ kløͅkskə (L282p Achel),
kleͅin kløͅkskə (L298p Kessel),
t klej klökske (Q032p Schinnen),
kleine klok:
de kleen klok (Q027p Doenrade),
de klein klok (Q007p Eisden, ...
Q007p Eisden),
kleen klok (P188p Hoepertingen, ...
P188p Hoepertingen),
klein klok (L325p Horn, ...
L382p Montfort,
L293p Roggel,
L192a Siebengewald,
L374p Thorn),
klēͅn kloͅk (L209p Merselo),
kleine schel:
kling sjèl (Q207p Epen),
kleinste klokje:
het klenste klekske (L355p Peer),
klep:
klep (Q121p Kerkrade, ...
L216p Oirlo),
klimpje:
et klimpke (L270p Tegelen),
klimpklok:
klimpklok (L267p Maasbree),
klimpklokje:
klempklukske (Q202p Eys),
klempkløͅkskə (L295p Baarlo, ...
L295p Baarlo),
klimpklokske (L267p Maasbree),
klok:
de klok (Q032p Schinnen),
klok van het kleine torentje:
klok van het kleejen teureke (Q001p Zonhoven),
klokje:
klokske (L270p Tegelen),
klökske (P219p Jeuk, ...
Q095p Maastricht),
kløͅkskə (L215p Blitterswijck, ...
L299p Reuver,
L289p Weert),
t klökske (Q098p Schimmert),
luiklok:
luujklok (L210p Venray),
luiklokje:
loewklökske (Q101p Valkenburg),
mariaklok:
mariaklok (L353p Eksel),
mariaklokje:
maria-klöksjke (Q117p Nieuwenhagen),
pimpen:
et pimpt (L216p Oirlo),
pimpklokje:
pemkløͅkskə (L210p Venray),
pempkløͅkskə (L245b Tienray),
schel:
de sjel (Q253p Montzen),
sjel (L426z Holtum),
schelletje:
sjelke (L429p Guttecoven),
tampklok:
tampklok (Q071p Diepenbeek),
trump:
trimp (L353p Eksel),
trump (L381p Echt/Gebroek, ...
L331p Swalmen),
trumperd:
trumpert (L289p Weert),
trumpje:
trumpke (L433p Nieuwstadt),
trumpklok:
de trumpklok (Q039p Hoensbroek),
treumpklok (L318b Tungelroy),
trumpklok (Q021p Geleen, ...
L425p Grevenbicht/Papenhoven,
L328p Heel,
Q009p Mechelen-aan-de-Maas,
Q014p Urmond,
Q117a Waubach),
trumpklokje:
treumpkluikske (L382p Montfort),
trumpklökske (Q019p Beek, ...
Q032p Schinnen),
trømpkløͅkskə (L320a Ell, ...
L294p Neer),
trømpkləkskə (L423p Stokkem),
tumpje:
t tumpke (Q101p Valkenburg),
tumpklok:
tumpklok (Q018p Geulle)
|
De hamer van een klepklok [trumphamer?]. [N 96A (1989)] || De kleine klok waarmee het angelus wordt/werd geluid. [N 96A (1989)] || Hoe noemt men deze kleinste klok?. [N 96A (1989)]
III-3-3
|
23218 |
kleppen |
de drie slagen:
de drie sjleig (Q099p Meerssen),
de torenuur slaat:
bv twèlf oer
de tōēreōēr sjlēēt (Q117p Nieuwenhagen),
een keer luiden:
eͅnə kiər lø͂ͅjə (L265p Meijel),
kleppen:
et klept (L266p Sevenum),
het klept (L355p Peer),
het klept al (L215p Blitterswijck),
klepe (Q253p Montzen),
kleppe (L269p Blerick, ...
P047p Loksbergen,
L266p Sevenum,
L192a Siebengewald,
Q020p Sittard,
L210p Venray,
L210p Venray,
L289p Weert),
klept (L265p Meijel),
klepǝ (L265p Meijel),
kleͅpə (P176p Sint-Truiden, ...
K353p Tessenderlo),
klippe (Q208p Vijlen),
klèppe (P176p Sint-Truiden),
klöppe (Q187a Heugem),
klɛpǝ (L244b Griendtsveen),
klimpen:
klempe (Q202p Eys),
kleumpe (L318b Tungelroy),
klimpe (L295p Baarlo, ...
L298p Kessel,
L267p Maasbree,
L267p Maasbree,
L299p Reuver,
L270p Tegelen,
L271p Venlo),
klimpen (L270p Tegelen),
klimpt (L295p Baarlo),
7 a 8 minuten voor het begin van de mis
klimpen (L270p Tegelen),
klokjesslag:
klökskeslaag (Q095p Maastricht),
korte slag:
korte slaag (L295p Baarlo),
pimpen:
pimpe (L209p Merselo, ...
L245b Tienray,
L210p Venray),
tijdens de mis bij de consacratie
pimpe (L216p Oirlo),
pinkstbimmelen:
pinkspummele (Q095p Maastricht),
schellen:
sjèlle (Q207p Epen),
sjɛlə (Q253p Montzen),
sèle (Q253p Montzen),
tampen:
tampen (Q071p Diepenbeek, ...
P219p Jeuk),
tampë (Q077p Hoeselt),
tinken:
te[n}ken (Q001p Zonhoven),
tenke (L414p Houthalen),
trappen:
trapǝ (L266p Sevenum),
trumpen:
het trūmp (Q011p Boorsem),
t trumpe (Q032p Schinnen),
treumpe (L382p Montfort, ...
L318b Tungelroy),
trimpe (L417p As, ...
L360p Bree,
L416p Opglabbeek,
L415p Opoeteren),
trimpen (L282p Achel, ...
L353p Eksel),
trumpe (Q038p Amstenrade, ...
Q019p Beek,
L317p Bocholt,
Q027p Doenrade,
L381p Echt/Gebroek,
Q007p Eisden,
Q007p Eisden,
L320a Ell,
L371a Geistingen,
Q021p Geleen,
L425p Grevenbicht/Papenhoven,
L429p Guttecoven,
L328p Heel,
L328p Heel,
Q039p Hoensbroek,
L325p Horn,
L320b Kelpen,
Q111p Klimmen,
Q111p Klimmen,
Q016p Lutterade,
Q016p Lutterade,
Q016p Lutterade,
Q009p Mechelen-aan-de-Maas,
L294p Neer,
L433p Nieuwstadt,
L427p Obbicht,
L371p Ophoven,
L288a Ospel,
L387p Posterholt,
L329p Roermond,
L329p Roermond,
L293p Roggel,
Q098p Schimmert,
Q032p Schinnen,
Q032p Schinnen,
L423p Stokkem,
L331p Swalmen,
Q032b Sweikhuizen,
L374p Thorn,
L374p Thorn,
Q112p Voerendaal,
Q117a Waubach,
L289p Weert,
L289p Weert),
trumpen (Q013p Uikhoven),
trŭmpe (Q014p Urmond),
trumpe
het trumpt (Q019a Neerbeek),
tumpen:
timpe (Q203p Gulpen, ...
Q197p Noorbeek),
timpen, `t timp (Q086p Eigenbilzen),
tumpe (Q018p Geulle, ...
Q111p Klimmen,
Q101p Valkenburg),
tòmpe (L382p Montfort),
voorklimpen:
3x3 sjleëg
vuur-klimpe (Q117p Nieuwenhagen)
|
luiden [SGV (1914)] || Luiden (Fr. sonner). [ZND m] || Verplaatsbare opgangen naar de pontbrug. [II, 96b] || Vóór de kerkdienst de kleinste klok luiden met korte slagen, anders gezegd: korte slagen geven met de kleinste klok [trumpe, kleppe, pimpe?]. [N 96A (1989)]
II-4, III-3-3
|
22377 |
kleppers |
claquettes (fr.):
klakètte (Q083p Bilzen),
Via t Fr.
klaket (P175p Gingelom),
klakkers:
klakker (L417p As),
klakkertjes:
klakkerkes (Q003p Genk),
klappers:
klapper (K317a Kerkhoven, ...
K359a Stal,
Q117a Waubach),
kleppen:
klep (P120p Alken, ...
L372p Maaseik,
Q095p Maastricht),
klepperhoutjes:
klepperhäöltje (L210p Venray),
kleppers:
klepper (L417p As, ...
L269p Blerick,
L428p Born,
Q035p Brunssum,
Q027p Doenrade,
L381p Echt/Gebroek,
Q086p Eigenbilzen,
Q086p Eigenbilzen,
Q198p Eijsden,
L353p Eksel,
L320a Ell,
Q207p Epen,
Q202p Eys,
Q018p Geulle,
Q193p Gronsveld,
Q203p Gulpen,
L320c Haler,
L328p Heel,
Q120p Heerlerbaan/Kaumer,
Q039p Hoensbroek,
Q203b Ingber,
Q096b Itteren,
L321a Ittervoort,
P219p Jeuk,
Q188p Kanne,
L329a Kapel-in-t-Zand,
L320b Kelpen,
K317a Kerkhoven,
Q121p Kerkrade,
L298a Kesseleik,
L369p Kinrooi,
Q111p Klimmen,
Q240p Lauw,
K317p Leopoldsburg,
L267p Maasbree,
L332p Maasniel,
Q095p Maastricht,
Q095p Maastricht,
L217p Meerlo,
L364p Meeuwen,
L265p Meijel,
Q034p Merkelbeek,
Q196p Mheer,
L382p Montfort,
L433p Nieuwstadt,
Q033p Oirsbeek,
Q033p Oirsbeek,
L371p Ophoven,
K357p Paal,
L387p Posterholt,
L299p Reuver,
L299p Reuver,
L329p Roermond,
Q098p Schimmert,
Q098p Schimmert,
Q032p Schinnen,
L266p Sevenum,
L266p Sevenum,
Q015p Stein,
L331p Swalmen,
Q112z Ten-Esschen/Weustenrade,
Q197a Terlinden,
L374p Thorn,
L374p Thorn,
L245b Tienray,
L318b Tungelroy,
Q014p Urmond,
Q091p Veldwezelt,
L271p Venlo,
L271p Venlo,
L210p Venray,
L386p Vlodrop),
kleppere (L269p Blerick, ...
Q021p Geleen,
Q121p Kerkrade,
L265p Meijel,
L294p Neer,
Q020p Sittard,
Q015p Stein,
Q201p Wijlre),
kleppers (L429p Guttecoven, ...
L322p Haelen,
L330p Herten (bij Roermond),
Q016p Lutterade,
L267p Maasbree,
L383p Melick,
L216p Oirlo,
L329p Roermond,
Q032p Schinnen,
L271p Venlo,
L271p Venlo,
L289p Weert),
kleppër (Q077p Hoeselt),
kleͅpər (Q202p Eys, ...
L164p Gennep,
Q113p Heerlen,
Q109p Hulsberg,
Q095p Maastricht,
Q095p Maastricht,
Q117p Nieuwenhagen,
L329p Roermond,
L432p Susteren,
L331p Swalmen),
klipper (L382p Montfort),
klêpper (Q083p Bilzen, ...
Q083p Bilzen,
Q083p Bilzen,
Q083p Bilzen,
Q153p Gors-Opleeuw),
klɛpər (L353p Eksel),
ne klêpper (Q083p Bilzen),
(Uitgestorven).
klepper (L330p Herten (bij Roermond)),
Bijna steeds mv. kleppers.
klepper[s} (L217p Meerlo, ...
L214p Wanssum),
Elders: klip. Geh. Beeringen. (t Daghet in den Oosten X, 99)
klipper (K358p Beringen),
Misdienaars gingen op Witte Donderdag met ratels langs de deuren: de höltjere dins.
kleppers(j) (L387p Posterholt),
Mv.
kleppers (L387p Posterholt),
Ook de kleppers waren van eigen fabrikaat. In het klepperen waren sommige kinderen echte meesters.
kleppers (L330p Herten (bij Roermond)),
Op poszùttërëg gon dë kleppërs van deur tot deur vùr pos-eer: Op paaszaterdag gaan de misdienaars van deur tot deur om paaseieren op te halen.
kleppër (Q077p Hoeselt),
vgl. pag. 182: Klaphoutjes.
kleppere (Q020p Sittard),
Z. ook ratel.
klepper (Q095p Maastricht),
Zie: kénjersjpeelkes.
klepper (Q020p Sittard),
kleppertjes:
klepperkes (Q003p Genk),
oude speelkaarten die met een wasknijper aan het wiel van de fiets bevestigd worden en bij het rijden lawaai maken
klepperkes (K359a Stal),
kletsen:
[sic]
klètse (P227p Vorsen),
klipklappen:
klipklap (Q020p Sittard),
klippeklappen:
klippeklap (Q013p Uikhoven),
Onomatopée.
klippeklap (Q101p Valkenburg),
klipperklappen:
De Nederlandse benaming is waarschijnlijk: klapspanen, of klappers. De klipperklappe bestonden uit twee smalle plankjes +-9 15 cm lang, 3 1/2 à 4 m breed en 6-8 mm dik, en werden gewoonlijk van hardhout (eiken- of beukenhout) gemaakt. Men nam de klipperklappe tussen wijs- en ringvinger, en wel zodanig, dat de middenvinger er tussen geklemd werd, en hield ze als Spaanse castagnetten vast. Men liet ze vervolgens snel op elkaar slaan, en maakte er aldus klepperende en naar verkiezing ook roffelende geluiden mee. Evenals de plankjes zelf noemde men ook dit klipperklappe.
klipperklappe (L270p Tegelen),
Door deze tussen wijs- en ringvinger te nemen, zodat de middenvinger er tussen geklemd zat, maakte men er klepperende en roffelende geluiden mee.
klipperklappe (L270p Tegelen),
kwakkers:
kwakker (Q118p Schaesberg),
plankjes:
plenkskes (P219p Jeuk),
ratel:
raat`l (L317p Bocholt),
ratel (Q034p Merkelbeek, ...
Q078p Wellen),
roatel (K360p Heusden)
|
1. Klepper. || [De jongensspelen: 2. Kleppers]. || [Klaphoutjes]. || Claquette. || elk van de twee houtjes die de kinderen tussen de vingers snel tegen elkaar slaan om een klepperend geluid te maken [klepper, klapper, kap, klakker] [N 112 (2006)] || Elk van de twee houtjes die de kinderen tussen de vingers snel tegen elkaar slaan om een klepperend geluid te maken [klepper, klapper, kap, klakker]. [N 88 (1982)] || Houten klepstel. || Houtenklep ter vervanging van kerkschel en klok in de Goede Week. || Klaphoutjes. || Klapper. || Klapspanen, of klappers. || Klep: 2, a) voorwerp waarmee men klept. || Klephoutjes (kinderspeelgoed). || Klepper (houtje). || Klepper: Iem. die klept; inz. het jongensspeelgoed; een der plankjes waarmee men klep. || Kleppers. || Ratel, bekend kinderspeeltuig. || Ratel. || Speeltuig voor jongens, die twee plankjes tussen hun vingers doen klepperen. || Zelfgemaakt kinderspeelgoed. || zn. 1. Twee smalle plankjes +- 15 cm lang, 3 1/2-4 cm dik, van hard hout, gewoonlijk beukenhout.
III-3-2
|
22972 |
kleppers add. |
klepelen (ww.):
Sub keingerspeile.
kleipele (P176p Sint-Truiden),
kleperen (ww.):
Sub keingerspeile.
kleipere (P176p Sint-Truiden)
|
Houten lepels of latjes gebruiken om ritme aan te geven.
III-3-2
|
30315 |
klepraam |
klapraam:
klaprām (L291p Helden, ...
L387p Posterholt),
klapvenster:
klap˲venstǝr (Q121c Bleijerheide, ...
L246p Horst),
klapvenstertje:
klap˲venstǝrkǝ (Q083p Bilzen),
klepraam:
klęprām (L163p Ottersum),
klɛprām (Q018p Geulle, ...
L266p Sevenum,
L385p Sint Odilienberg),
lochtvenster:
lǫx˲venstǝr (P051a Bolderberg),
val:
val (K278p Lommel),
valraam:
valrǭm (K353p Tessenderlo),
valvenster:
valvenstǝr (L414p Houthalen),
venstertje voor te verlochten:
venstǝrkǝ vø̜r tǝ vǝrlǫxtǝ (Q001p Zonhoven)
|
Raam waarvan de scharnieren op de bovenregel van de vleugel zijn bevestigd. Het klepraam kan naar gelang van de constructie naar binnen of naar buiten draaien. [N 55, 42; A 42, 10b add.]
II-9
|
27670 |
klerenbundel |
bungel:
bøŋǝl (L426p Buchten
[(Maurits)]
[Domaniale]),
kleder:
klęjǝr (L426p Buchten
[(Maurits)]
, ... [Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau II, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV]
Q113p Heerlen
[(Oranje-Nassau I-IV)]
[Maurits]),
klederpukkel:
klęjǝrpøkǝl (Q121c Bleijerheide
[(Domaniale)]
[Maurits]),
kleding:
klęjeŋ (Q021p Geleen
[(Maurits)]
[Domaniale, Wilhelmina]),
kuilkleder:
kulklęjǝr (Q016p Lutterade
[(Maurits)]
[Maurits]),
kuilpungel:
kulpøŋǝl (L265p Meijel
[(Emma / Maurits)]
[Eisden]),
pungel:
pøŋǝl (L417p As
[(Zwartberg / Waterschei)]
, ... [Maurits]
Q111p Klimmen
[(Oranje-Nassau I)]
, [Domaniale]
Q016p Lutterade
[(Maurits)]
, [Oranje-Nassau I]
L433p Nieuwstadt
[(Maurits)]
, [Eisden, Zwartberg]
Q012p Rekem
[(Eisden / Zwartberg)]
, [Maurits]
L374p Thorn
[(Maurits)]
[Zwartberg, Waterschei]),
pø̜ŋǝl (Q121c Bleijerheide
[(Domaniale)]
, ... [Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV]
Q121p Kerkrade
[(Domaniale)]
, [Willem-Sophia]
Q121b Spekholzerheide
[(Willem-Sophia)]
[Domaniale]),
p˙ø̜ŋǝl (Q202p Eys
[(Oranje-Nassau I / III / IV)]
[Emma]),
(mv)
pøŋǝlǝ (Q121c Bleijerheide
[(Domaniale)]
, ... [Emma, Maurits]
Q121a Chevremont
[(Julia)]
, [Domaniale]
Q113p Heerlen
[(Emma)]
, [Laura, Julia]
Q112a Heerlerheide
[(Oranje-Nassau I-IV)]
, [Emma]
Q111p Klimmen
[(Oranje-Nassau I / III / IV)]
, [Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau II, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV]
Q033p Oirsbeek
[(Emma)]
, [Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV]
Q117a Waubach
[(Laura / Julia)]
[Julia]),
punjel:
pønjǝl (L422p Lanklaar
[(Eisden)]
[Maurits]),
reine kleder:
reŋ klęjǝr (Q121p Kerkrade
[(Domaniale / Wilhelmina)]
[Domaniale]),
zwarte kleder:
šwatsǝ klęjǝr (Q121p Kerkrade
[(Domaniale / Wilhelmina)]
[Domaniale, Wilhelmina])
|
De bundel kleren van een mijnwerker die via een katrolsysteem tegen het plafond wordt opgehangen. [N 95, 58]
II-5
|
27299 |
klerenhaak |
kleerhaak:
klērhǭk (Q255p Kelmis)
|
Klerenhaak waaraan de mijnwerker zijn kleren hing. [monogr.]
II-4
|