25402 |
pan of ketel met het hete gietwater |
bak:
bak (P211p Waasmont),
bassin:
basǝŋ (Q081a Heesveld-Eik),
broeibuut:
brø̜jbyt (Q121p Kerkrade),
broeiketel:
brø̄jkētǝl (Q039p Hoensbroek, ...
Q095p Maastricht,
Q204a Mechelen),
brø̄jkēǝtǝl (Q203p Gulpen),
brø̄jkē̜tǝl (L270p Tegelen),
brø̜jkētǝl (L163p Ottersum),
brø̜jkē̜tǝl (Q020p Sittard),
broeipan:
brø̄jpan (Q113p Heerlen, ...
Q095p Maastricht,
Q033p Oirsbeek),
brø̄pan (Q103p Berg / Terblijt),
drinkenstuitje voor poten:
drenkǝstøtjǝ vōr pȳǝt (L246p Horst),
emmer:
ęjmǝr (L269p Blerick),
emmer met tuitel:
emǝr mɛt tęjtǝl (L416p Opglabbeek),
gieter:
gieter (L413p Helchteren),
gītǝr (Q003a Oud-Waterschei),
gīǝtǝr (L416p Opglabbeek),
greul:
gryl (Q036p Nuth),
haal:
hō.l (L289p Weert),
heetwaterketel:
hęjtwɛtǝrkętǝl (Q078p Wellen),
kan:
kan (Q156p Borgloon, ...
L312p Neerpelt),
kasserol:
kasrǫl (L289p Weert),
kastrol:
kęstrǫl (P108p Grazen),
kellen:
kɛlǝ (L426p Buchten),
ketel:
kējǝtǝl (L413p Helchteren),
kētǝl (Q187a Heugem, ...
Q095p Maastricht,
Q117a Waubach),
kęjtǝl (P117p Nieuwerkerken, ...
P176p Sint-Truiden),
kętǝl (Q156p Borgloon),
kītǝl (L420p Rotem),
kīǝtǝl (L416p Opglabbeek),
kɛsǝl (Q121p Kerkrade, ...
Q118a Terwinselen),
kɛtǝl (P177p Zepperen),
kom:
kum (P108p Grazen),
kookketel:
kǭkkētǝl (Q039p Hoensbroek),
kuip:
kīp (L366p Gruitrode),
marmiet:
mǝrmit (Q158p Riksingen),
moor:
m ̇ūr (L269p Blerick),
mjuǝr (Q011a Kotem),
moǝr (L265p Meijel),
muwǝr (L325p Horn),
muǝr (Q202p Eys, ...
P177p Zepperen),
mōr (Q072p Beverst, ...
L211p Leunen,
L331p Swalmen),
mōǝr (Q072p Beverst),
mūar (L292p Heythuysen),
mūr (L269b Boekend, ...
L246p Horst,
P051p Lummen,
Q009p Maasmechelen,
Q198a Mesch,
L312p Neerpelt,
L270p Tegelen),
mūrǝ (P176p Sint-Truiden),
mūǝr (K358p Beringen, ...
L291p Helden),
pannetje:
pɛnkǝ (L432p Susteren),
pɛntjǝ (Q121p Kerkrade),
pot:
pǫt (P050p Herk-de-Stad),
scheppan:
šø̜pan (Q180p Mal),
schop:
šøp (Q121c Bleijerheide),
schouwbak:
sxābak (Q002p Hasselt, ...
P057p Kuringen),
sopketel:
sopkētǝl (L291p Helden),
spuit:
spø̜jt (Q180p Mal),
stoomketel:
stumkɛtǝl (L316p Kaulille),
theeketel:
theeketel (Q198p Eijsden),
tīǝkē̜tǝl (L270p Tegelen),
top:
tob (Q091p Veldwezelt),
top (Q202p Eys),
top met tuitel:
tob męt tētǝl (Q083p Bilzen),
tuit:
t ̇ø̜̜jt (L271p Venlo),
tuit (L270p Tegelen),
tø̜jt (L291p Helden, ...
L292p Heythuysen,
L211p Leunen,
L321p Neeritter),
tuiteltop:
tø̄tǝltob (Q071p Diepenbeek),
tuitje:
tø̜̄tjǝ (L325p Horn),
tø̜jtjǝ (L270p Tegelen, ...
L318b Tungelroy),
tuitje voor de poten:
tø̜tjǝ vør dǝ pȳǝt (L265p Meijel),
varken(s)ketel:
vɛrkǝnkētǝl (Q039p Hoensbroek),
varkenspan:
vɛrkǝspan (Q202p Eys, ...
Q033p Oirsbeek),
waterketel:
wātǝrkē̜tǝl (L269p Blerick),
watermoor:
watǝrmūǝr (L265p Meijel)
|
In het stenen fornuis waarin de boerin vroegende was kookte, wordt water verhit. Met een pan, ketel of emmer schept men hieruit heet water dat dan over het varken wordt gegoten. Beschikt men niet over een dergelijk fornuis, dan wordt het water in ketels e.d. op de kachel of een gewoon keukenfornuis verwarmd. [N 28, 20]
II-1
|
28020 |
pand |
héve:
hēf (Q007p Eisden
[(Eisden)]
, ... [Zwartberg, Eisden]
Q003p Genk
[(Winterslag / Waterschei)]
, [Eisden]
Q012p Rekem
[(Zwartberg / Eisden)]
, [Beringen, Zolder, Houthalen, Zwartberg, Winterslag, Waterschei, Eisden]
Q000 Zie mijnen
[(Beringen / Zolder / Houthalen / Zwartberg / Winterslag / Waterschei / Eisden)]
[Emma, Maurits]),
pand:
pa.ŋk (Q121p Kerkrade
[(Wilhelmina)]
[Maurits]),
pand (L422p Lanklaar
[(Eisden)]
, ... [Emma]
Q033p Oirsbeek
[(Emma)]
[Zwartberg, Waterschei]),
panjtj (Q035p Brunssum
[(Emma / Hendrik / Wilhelmina)]
, ... [Winterslag, Waterschei]
L426p Buchten
[(Maurits)]
, [Maurits]
Q021p Geleen
[(Maurits)]
, [Emma, Hendrik, Wilhelmina]
Q016p Lutterade
[(Maurits)]
, [Maurits]
L433p Nieuwstadt
[(Maurits)]
, [Maurits]
Q015p Stein
[(Maurits)]
[Maurits]),
pant (L417p As
[(Zwartberg / Waterschei)]
, ... [Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV]
Q113p Heerlen
[(Emma / Oranje-Nassau I-IV)]
, [Oranje-Nassau II, Emma, Hendrik]
Q111p Klimmen
[(Oranje-Nassau I / III / IV)]
, [Emma, Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau II, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV]
Q117p Nieuwenhagen
[(Oranje-Nassau II / Emma / Hendrik)]
, [Beringen, Zolder, Houthalen, Zwartberg, Winterslag, Waterschei, Eisden]
Q000 Zie mijnen
[(Beringen / Zolder / Houthalen / Zwartberg / Winterslag / Waterschei / Eisden)]
[Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau II, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV]),
paŋk (Q121c Bleijerheide
[(Domaniale)]
, ... [Wilhelmina]
Q121a Chevremont
[(Julia)]
, [Willem-Sophia]
Q112a Heerlerheide
[(Oranje-Nassau I-IV)]
, [Oranje-Nassau II, Emma, Hendrik]
Q121p Kerkrade
[(Domaniale)]
, [Julia]
Q117p Nieuwenhagen
[(Oranje-Nassau II / Emma / Hendrik)]
, [Domaniale]
Q121b Spekholzerheide
[(Willem-Sophia)]
[Domaniale])
|
De strook steenkool in de lengterichting van de pijler die in één etmaal wordt gewonnen. Een pijler is verdeeld in drie panden die naast elkaar liggen volgens de lengte van de pijler. Ieder pand is ongeveer 1.50 m. breed en dus zo lang als de pijler. Het pand aan het front moet in één dienst ontkoold worden, het middenste draagt het vervoermiddel waarmee de ontgonnen kolen worden weggevoerd en het laatste wordt weer gevuld. Het pand dat ontkoold werd dient ''s anderendaags als vervoerpand enz... (Vanwonterghem pag. 168). In N 95, 379 werd gevraagd naar de dialectterm voor "pand". Uit de opmerkingen van de zegslieden uit Q 33 en Q 113 blijkt dat "pand" op respectievelijk de mijn Emma en de vier Oranje-Nassaumijnen ook werd gebruikt voor de hoeveelheid kool die één houwer moest delven. Daarom zijn deze opgaven ook opgenomen in het lemma Stuk. [N 95, 379; monogr.; Vwo 366; Vwo 580]
II-5
|
32736 |
pand, bed |
achterste pand:
axtǝrstǝ pantj (L322a Nunhem),
achterste stuk:
au̯xtǝrstǝ støk (L288a Ospel),
akker:
(mv akǝrs)
akǝr (L163p Ottersum, ...
L192a Siebengewald),
bed:
będ (L360p Bree
[(zes treden op natte grond - anders twaalf treden)]
, ...
L363p Ellikom
[(drie m - weinig gebruikelijk)]
,
L366p Gruitrode
[(drie tot vier m)]
,
L364p Meeuwen
[(vier tot vijf voren)]
,
L367p Neerglabbeek
[(drie m)]
,
L368p Neeroeteren
[(niet gebruikelijk)]
,
L362p Opitter
[(vijf m)]
,
L358p Reppel
[(één tot twee m - voornamelijk in beemden)]
,
L361p Tongerlo
[drie tot zeven m)]
,
L365p Wijshagen
[(twee en een half tot vijf m)]
),
będjnj (Q001p Zonhoven),
będn (L414p Houthalen, ...
Q001p Zonhoven),
bęt (L300p Beesel, ...
K358p Beringen
[(tien voren = twee m)]
,
K318p Berverlo
[(acht tot tien voren)]
,
P113p Binderveld
[(groter dan pand)]
,
L317p Bocholt
[(één m twintig)]
,
L421p Dilsen
[(niet gebruikelijk)]
,
P049p Donk
[(vier m)]
,
P115p Duras
[(drie treden)]
,
L381p Echt,
Q153p Gors-Opleeuw
[(tweemaal een pand)]
,
P184p Groot-Gelmen,
L356p Grote-Brogel
[(van vier tot vijf en meer voren)]
,
P048p Halen
[(vier tot zes m)]
,
L286p Hamont
[(maximaal zes m)]
,
L352p Hechtel
[(tien voren)]
,
L413p Helchteren
[(tien tot twaalf voren - op natte grond)]
,
K316p Heppen
[(acht voren)]
,
P050p Herk-de-Stad
[(vier m)]
,
K360p Heusden
[(tien voren)]
,
L292p Heythuysen,
P188p Hoepertingen
[(zeven tot twaalf m)]
,
L414p Houthalen
[(tien tot twaalf voren)]
,
L289a Hushoven,
L316p Kaulille
[(drie tot vijf m)]
,
K317a Kerkhoven,
P055p Kermt
[(vijf m)]
,
L369p Kinrooi,
L315p Kleine-Brogel
[(zes treden = ongeveer vijfentwintig voren)]
,
K359p Koersel
[(acht voet)]
,
L265b Kronenberg,
K314p Kwaadmechelen
[(twee m)]
,
K317p Leopoldsburg,
L289b Leuken,
P046p Linkhout
[(anderhalve m)]
,
P047p Loksbergen
[(drie en een halve m)]
,
K278p Lommel,
L248p Lottum,
P051p Lummen
[(tien voren - vroeger algemeen gebruikelijk)]
,
Q204a Mechelen,
P045p Meldert
[(zes voren = twee m twintig)]
,
P176a Melveren
[(twaalf tot dertien voren = vier m)]
,
P214p Montenaken,
L312p Neerpelt,
L418p Niel-bij-As
[(twee tot drie m)]
,
P117p Nieuwerkerken
[(breder dan pand)]
,
K315p Oostham,
L314p Overpelt
[(drie tot vier m)]
,
K357p Paal
[(twee m)]
,
L355p Peer
[(vier voren)]
,
P052p Schulen,
L313p Sint Huibrechts Lille
[(vijf tot tien m)]
,
P176p Sint-Truiden
[(niet gebruikelijk)]
,
K278a Stevensvennen
[(twee en een halve m)]
,
K353p Tessenderlo
[(twee tot drie m)]
,
L318b Tungelroy,
Q008p Vucht,
L354p Wijchmaal
[(zes voren)]
,
P172p Wilderen,
P044p Zelem
[(tien voren = één m vijftig)]
,
P177p Zepperen
[(veertien tot twintig voren)]
,
K361p Zolder
[(tien voren)]
,
Q001p Zonhoven
[(tweemaal een pand = vijf m)]
),
de volgende opgaven zijn meervoud
będǝ(n) (L317p Bocholt, ...
L360p Bree,
L363p Ellikom,
L286p Hamont,
L413p Helchteren,
P050p Herk-de-Stad,
L292p Heythuysen,
P188p Hoepertingen,
L289a Hushoven,
L316p Kaulille,
L369p Kinrooi,
L265b Kronenberg,
K317p Leopoldsburg,
L289b Leuken,
K278p Lommel,
L248p Lottum,
L364p Meeuwen,
L367p Neerglabbeek,
L312p Neerpelt,
L418p Niel-bij-As,
K315p Oostham,
L362p Opitter,
L355p Peer,
L358p Reppel,
K278a Stevensvennen,
K353p Tessenderlo,
L361p Tongerlo,
L318b Tungelroy,
L354p Wijchmaal,
L365p Wijshagen),
bedje:
będǝkǝ (L353p Eksel
[(zes maal rond = twaalf voren)]
, ...
L315p Kleine-Brogel,
L313p Sint Huibrechts Lille
[(vier tot vijf m - op zware grond)]
),
bętjǝ (L359p Beek
[(drie m)]
, ...
L313p Sint Huibrechts Lille
[(vier tot vijf m - op zware grond)]
),
bol:
bǫl (L360p Bree
[(drie m)]
),
bolletje:
bø̜lkǝ (L368p Neeroeteren
[(op vochtige grond)]
),
bovenaan:
bǭvǝnãn (L324p Baexem
[(achterkant van de akker)]
),
bovenste deel:
bǭvǝlstǝ dęi̯l (L332p Maasniel),
bovenste kant:
bøę̄vǝstǝ kantj (L324p Baexem),
bovenste stuk:
bøvǝstǝ stęk (Q002p Hasselt),
bø̄vǝštǝ štøk (Q035p Brunssum),
bōvǝnstǝ stø̜k (Q094b Wolder / Oud-Vroenhoven / Wiler),
braak:
brāk (L265b Kronenberg),
brǭk (L291p Helden),
dreef:
drēf (L115p Mook
[(mv drēvǝ)]
, ...
L163p Ottersum
[(mv drēf)]
,
L192a Siebengewald
[(mv drēf)]
),
dreefje:
dręfkǝ (L192a Siebengewald),
drootvoren:
drǭt˲vǭrǝ (L292p Heythuysen
[(op natte grond)]
),
eerste pand:
īstǝ pãnt (P175p Gingelom),
eerste perceel:
iǝstǝ pǝrsiǝl (P107a Rummen),
ø̜rstǝ pǝrsiǝl (L282p Achel),
gestuk:
gǝstø̜k (Q009p Maasmechelen),
gewend:
gǝwęnt (L286p Hamont, ...
K317p Leopoldsburg,
K278p Lommel
[(zelden)]
),
gǝwɛ ̝nt (L265p Meijel),
gezwad:
gǝžwāt (L270p Tegelen),
helft:
hęlǝft (L163a Milsbeek, ...
L163p Ottersum),
ęlǝf (L424p Meeswijk
[(mv ęlǝftǝ)]
),
het derde part:
ǝt˱ dardǝ part (L163a Milsbeek, ...
L163p Ottersum),
kop:
kǫp (Q035p Brunssum),
loop:
(mv lȳ ̞ǝp)
lū ̞ǝp (L192b Aijen
[(twintig treden)]
, ...
L209p Merselo),
middelste pand:
medǝlstǝ pantj (L322a Nunhem),
middelste stuk:
medǝlstǝ stø̜k (Q094b Wolder / Oud-Vroenhoven / Wiler),
onderaan:
oŋǝrān (L324p Baexem
[(voorkant van de akker)]
),
onderste deel:
oŋǝrstǝ dęi̯l (L332p Maasniel),
onderste kant:
oŋǝlstǝ kantj (L324p Baexem),
onderste stuk:
oŋǝrštǝ štøk (Q035p Brunssum),
øŋǝštǝ štøk (Q211p Bocholtz),
ōndǝrstǝ stø̜k (Q094b Wolder / Oud-Vroenhoven / Wiler),
ǫndǝrstǝ stęk (Q002p Hasselt),
overste stuk:
ø̄vǝštǝ štøk (Q211p Bocholtz),
pand:
p ̇ɛ̄n (Q158a Henis),
pa.nt (L417p As, ...
K358p Beringen
[(ongeveer vijfentwintig voren)]
,
K318p Berverlo
[(tweemaal zo breed als bed)]
,
Q072p Beverst,
Q083p Bilzen
[(vroeger)]
,
L317p Bocholt
[(vier tot zeven m)]
,
Q071p Diepenbeek
[(negen voren)]
,
L363p Ellikom
[(zes tot zeven m)]
,
Q003p Genk
[(vier tot vijf voren op natte grond - anders twaalf tot veertien voren)]
,
Q002a Godschei
[(tien voren - twee m)]
,
L356p Grote-Brogel
[(tot vijftien voren)]
,
Q002p Hasselt
[(tien voren)]
,
L352p Hechtel
[(vijfentwintig voren)]
,
Q081a Heesveld-Eik,
L413p Helchteren
[(vijf tot tien m)]
,
K360p Heusden
[(twintig tot dertig voren)]
,
L414p Houthalen,
Q082p Munsterbilzen
[(drie m)]
,
L418p Niel-bij-As
[(zes tot zeven m)]
,
L416p Opglabbeek,
L355p Peer
[(ongeveer tien m)]
,
L358p Reppel
[(twee tot tien m)]
,
P052p Schulen
[(twee en een halve trede)]
,
K361p Zolder
[(twintig voren)]
,
Q001p Zonhoven
[(tien tot twaalf voren)]
,
Q005p Zutendaal
[(drie tot vijf m)]
),
pan (K353p Tessenderlo),
pant (P049p Donk
[(twee m)]
, ...
P048p Halen
[(twee m)]
,
P050p Herk-de-Stad
[(zeven voren - twee m)]
,
P047p Loksbergen
[(twee treden - honderdtachtig cm)]
),
pantj (L322a Nunhem),
pã.n (P121p Ulbeek
[(twaalf voren)]
),
pãn (P178p Brustem
[(niet gebruikelijk)]
, ...
P115p Duras
[(anderhalve of twee treden)]
,
P048p Halen,
P180p Kerkom
[(niet gebruikelijk)]
,
K278p Lommel,
K357p Paal),
pãnt (L359p Beek
[(tot twintig m)]
, ...
Q158a Henis,
L315p Kleine-Brogel
[(tien m)]
,
K278p Lommel,
L364p Meeuwen
[(tien tot vijftien m)]
,
L367p Neerglabbeek
[(drie m)]
,
P058p Stevoort
[(acht tot tien voren - vroeger)]
,
K353p Tessenderlo
[(drie tot vier en een halve m)]
,
L365p Wijshagen
[(vijf tot tien m)]
),
pãǝn (P175p Gingelom, ...
L354p Wijchmaal
[(vijftien voren - ook tien tot twaalf m)]
,
P118a Wijer
[(acht tot tien voren - ongeveer twee m)]
),
pā.nt (P120p Alken
[(tien voren - ongeveer drie m)]
, ...
Q153p Gors-Opleeuw
[(tien voren vroeger - vijf tot tien m - later nog op natte grond)]
,
Q079p Guigoven
[(vroeger)]
,
L316p Kaulille
[(tien tot twaalf m - dertig voren met een smalle ploeg)]
,
P118p Kozen
[(acht tot tien voren)]
,
P117p Nieuwerkerken
[(smaller dan bed)]
,
P056p Stokrooie
[(acht tot tien voren - tot drie m)]
,
Q075p Vliermaalroot
[(tien voren)]
,
P177p Zepperen
[(tien tot twaalf voren)]
),
pān (P179p Aalst
[(niet gebruikelijk)]
, ...
P120p Alken,
P053p Berbroek,
Q163p Berg
[(niet gebruikelijk)]
,
K318p Berverlo,
Q072p Beverst,
Q083p Bilzen,
P113p Binderveld
[(acht voet)]
,
P218p Borlo
[(niet gebruikelijk)]
,
P182p Buvingen
[(niet gebruikelijk)]
,
Q071p Diepenbeek,
Q242p Diets-Heur
[(niet gebruikelijk)]
,
P049p Donk,
Q003p Genk,
Q002a Godschei,
Q153p Gors-Opleeuw,
Q170p Grote-Spouwen
[(niet gebruikelijk)]
,
Q079p Guigoven,
P195p Gutschoven
[(niet gebruikelijk)]
,
P173p Halmaal
[(drie m)]
,
Q002p Hasselt,
Q094p Hees
[(niet gebruikelijk)]
,
Q081a Heesveld-Eik,
L413p Helchteren,
P050p Herk-de-Stad,
K360p Heusden,
Q077p Hoeselt
[(niet gebruikelijk)]
,
L414p Houthalen,
P055p Kermt,
Q152p Kerniel
[(vroeger)]
,
Q074p Kortessem
[(tien voren)]
,
P057p Kuringen
[(tien tot twaalf voren)]
,
P047p Loksbergen,
P051p Lummen,
Q089p Martenslinde
[(niet gebruikelijk)]
,
P176a Melveren
[(zes voren)]
,
Q177p Millen
[(niet gebruikelijk)]
,
Q082p Munsterbilzen,
P117p Nieuwerkerken,
P177a Ordingen
[(veertien voren)]
,
L355p Peer,
Q168a Rijkhoven,
Q076p Romershoven
[(vroeger in het noordelijk deel van de plaats)]
,
P107a Rummen,
P052p Schulen,
Q154p Sint-Huibrechts-Hern
[(niet gebruikelijk)]
,
Q181p Sluizen
[(niet gebruikelijk)]
,
P058p Stevoort,
P056p Stokrooie,
Q162p Tongeren,
Q080p Vliermaal
[(vroeger)]
,
Q075p Vliermaalroot,
Q084p Waltwilder
[(weinig)]
,
Q155p Werm
[(niet gebruikelijk)]
,
P172p Wilderen
[(drie tit vier m)]
,
Q073p Wimmertingen
[(tien voren)]
,
Q079a Wintershoven,
P177p Zepperen,
Q001p Zonhoven,
Q005p Zutendaal),
pānt (K314p Kwaadmechelen
[(vier tot vijf m)]
, ...
P176p Sint-Truiden),
pāǝn (Q086p Eigenbilzen, ...
Q167p Koninksem
[(niet gebruikelijk)]
,
Q169p Membruggen
[(niet gebruikelijk)]
),
pá.nt (P053p Berbroek
[(twee en een halve m)]
, ...
P055p Kermt
[(twee en een halve m)]
,
K359p Koersel
[(twaalf voet)]
,
P051p Lummen
[(minstens tweemaal zo breed als een bed)]
,
K357p Paal
[(vier tot vijf m)]
,
P119p Sint-Lambrechts-Herk
[(tien tot twaalf voren - ongeveer twee m)]
,
P054p Spalbeek
[(twee m)]
),
pái̯njtš (L319p Molenbeersel
[(drie m)]
),
pái̯njǝr (L319p Molenbeersel),
pánt (K316p Heppen
[(tien tot twaalf voren)]
, ...
P046p Linkhout
[(tweemaal zo breed als bed - drie m)]
,
P045p Meldert
[(tweemaal zo breed als bed)]
,
P044p Zelem
[(zestien voren - twee en een halve m)]
),
pá̄nt (K315p Oostham
[(vier m)]
),
pę̄ ̞n (Q160p Bommershoven
[(niet gebruikelijk)]
),
pę̄n (Q156p Borgloon
[(als men de akker met de voetploeg omwerkt)]
, ...
Q159p Broekom,
Q157p Jesseren
[(zeven tot acht voren)]
,
Q182p Nerem
[(niet gebruikelijk)]
,
Q168p s-Herenelderen,
P176p Sint-Truiden),
pɛi̯nj (L362p Opitter
[(twintig m)]
),
pɛn (L417p As, ...
P224p Boekhout
[(niet gebruikelijk)]
,
L364p Meeuwen,
L418p Niel-bij-As,
L416p Opglabbeek,
L361p Tongerlo
[(twintig m)]
),
pɛ̄ ̝n (Q162p Tongeren
[(vroeger)]
),
pɛ̄ ̞n (P118p Kozen),
pɛ̄n (P187p Berlingen
[(twaalf tot vijfentwintig voren)]
, ...
L356p Grote-Brogel,
Q002p Hasselt,
P197p Heers
[(twintig m)]
,
Q164p Heks
[(vroeger)]
,
L316p Kaulille,
Q240p Lauw
[(niet gebruikelijk)]
,
Q157a Overrepen
[(vroeger)]
,
Q078p Wellen
[(twaalf voren)]
),
pɛ̄ǝn (P184p Groot-Gelmen
[(niet gebruikelijk)]
, ...
Q165p Hopmaal
[(niet gebruikelijk)]
),
de volgende opgaven zijn meervoud
pãnǝ (K315p Oostham, ...
K278a Stevensvennen
[(vierhonderdtachtig cm)]
,
K353p Tessenderlo),
pandje:
pę̄ǝntšǝs (P175p Gingelom),
pɛnjtjǝ (L359p Beek
[(vijf m)]
, ...
L358p Reppel
[(synoniem met bed)]
),
pɛnjtjǝs (Q009p Maasmechelen
[(voornamelijk voor bossen gelegd)]
),
pɛntjǝ (L364p Meeuwen
[(synoniem met bed)]
),
pɛntšǝs (P056p Stokrooie),
pɛ̄njtšǝs (Q082p Munsterbilzen
[(drie m)]
),
de volgende opgaven zijn meervoud
pɛntjǝns (Q001p Zonhoven),
paneel:
pǝnēl (Q162p Tongeren
[(vroeger)]
),
perceel:
perceel (Q085p Hoelbeek, ...
Q099q Rothem,
Q094b Wolder / Oud-Vroenhoven / Wiler),
pǝrsiǝl (L282p Achel, ...
P107a Rummen),
pǝrsiǝlǝ (P107a Rummen),
pǝrsēl (Q116p Simpelveld),
pǝrsīlǝ (Q188p Kanne),
pǝrsīǝlǝ (L322p Haelen
[(vrijwel onbekend)]
),
de volgende opgaven zijn meervoud
pǝrsēlǝ (Q116p Simpelveld, ...
Q162p Tongeren),
perceeltjes:
pǝrselkǝs (L282p Achel),
perk:
pɛ ̝.rǝk (L248p Lottum, ...
Q116p Simpelveld),
pɛ.rǝk (P120p Alken
[(vijf tot zes treden)]
, ...
P053p Berbroek
[(vijf m)]
,
Q191p Cadier,
Q071p Diepenbeek
[(zestien tot twuintig voren)]
,
Q002a Godschei
[(twee en een half maal een pand - vier tot zes m)]
,
Q079p Guigoven
[(breder dan pand)]
,
Q002p Hasselt,
Q152p Kerniel,
Q074p Kortessem
[(tweemaal een pand)]
,
P118p Kozen
[(veertien tot zestien voren)]
,
P057p Kuringen
[(breder dan pand)]
,
Q241p Rutten
[(niet gebruikelijk)]
,
Q154p Sint-Huibrechts-Hern
[(zes m)]
,
P119p Sint-Lambrechts-Herk
[(tweemaal een pand)]
,
P054p Spalbeek
[(vier m)]
,
P058p Stevoort
[(twee tot drie maal zo breed als pand)]
,
P056p Stokrooie
[(vier tot vijf m)]
,
P121p Ulbeek
[(vroeger)]
,
Q080p Vliermaal
[(breder dan pand)]
,
Q075p Vliermaalroot
[(breder dan pand)]
,
Q078p Wellen
[(breder dan pand)]
,
P118a Wijer
[(tweemaal een pand)]
,
Q073p Wimmertingen
[(zestien voren)]
),
pɛ̄.rǝk (Q079a Wintershoven
[(dubbel pand)]
),
rabat:
rabat (Q007p Eisden
[(niet gebruikelijk)]
, ...
L265b Kronenberg
[(vijf m breed)]
,
L248p Lottum
[(perceeltje met een greppel erlangs)]
,
Q192p Margraten,
L209p Merselo
[(geen vaste breedte)]
,
L163p Ottersum
[(in bosbouw)]
,
Q194p Rijckholt),
rij:
ręi̯ (L353p Eksel
[(mv ręi̯ǝn - zeven tot acht m)]
, ...
Q202p Eys),
ril:
rel (L376p Linne),
rug:
rø ̞x (L282p Achel
[(zes tot tien m)]
, ...
L286p Hamont
[(mv rø ̞gǝn - tien tot twaalf m)]
,
L313p Sint Huibrechts Lille
[(tien tot vijftien m)]
),
røx (L312p Neerpelt
[(breder dan bed)]
, ...
L314p Overpelt
[(acht tot tien m)]
),
rø̜k (L295p Baarlo, ...
L291p Helden,
L298p Kessel,
L369p Kinrooi
[(mv rø̜qǝ - drie tot vier m)]
),
(mv rø̜qǝ)
rø̜q (L370p Kessenich),
rugje:
røxskǝ (L282p Achel),
tijl:
til (L246p Horst
[(vijf tot acht m)]
),
tweede pand:
twe ̝dǝ pãnt (P175p Gingelom),
tweede perceel:
twedǝ pǝrsiǝl (P107a Rummen),
twędǝ pǝrsiǝl (L282p Achel),
voorste pand:
vøę̄rstǝ pantj (L322a Nunhem),
voorste stuk:
vø̄rstǝ støk (L288a Ospel)
|
Een pand of bed is een deel van een (meest erg lange) akker of een smal stuk land tussen twee evenwijdige greppels. Vergelijk het lemma In Panden Ploegen. Panden zijn doorgaans kleiner van oppervlakte dan gewone percelen op drogere grond. Men onderscheidt soms brede en smalle akkerdelen. Waar de brede stukken panden heten, worden de smalle stukken bedden genoemd. Het omgekeerde is ook mogelijk. Met perken bedoelt men de brede stukken. Hieronder is van deze afzonderlijk te ploegen akkerdelen - voor zover mogelijk - de breedte in voren of meters vermeld. Omdat een akker meerdere panden of bedden omvat, zijn ook de verstrekte meervoudsvormen opgenomen. [N 11, 53a + b; N 11A, 122 add.; N 11A, 130 a + c; JG 1a + 1b + 1c + 2c; A 44, 21e]
I-1
|
22842 |
pandverbeuren |
panden:
pande (L297p Belfeld),
pandengeven:
panjer gève (L325p Horn),
pandenspel:
pand: pank / panden: panger
pangerschpil (Q113p Heerlen),
pandgeven:
paand gĕve (Q198p Eijsden),
paand gêve (L215a Wellerlooi),
paandgêve (L213p Well),
pand geve (Q102p Amby),
pand gēve (Q103p Berg-en-Terblijt),
pandgêve (L248p Lottum, ...
Q101p Valkenburg),
pandj gêve (L300p Beesel),
pandj gêvə (L331p Swalmen),
pandjgiĕve (Q032a Puth),
pank gêve (L290p Panningen),
ps. boven de a staat nog een ?; deze combinatieletter is niet te maken, omgespeld is het inderdaad een a.
pandj gêve (L378p Stevensweert),
pandroven:
bandroeəve (L246p Horst),
Sub pand.
pānd roeëve (L217p Meerlo, ...
L214p Wanssum),
pandspelen:
pandsjpeele (Q104a Limmel),
pandsjpeèële (Q203p Gulpen),
pandspele (L249p Grubbenvorst),
pandspeule (Q095p Maastricht, ...
Q187p Sint-Pieter),
pank sjpiele (Q208p Vijlen),
pantjsjpele (L327p Beegden),
pandverbeuren:
paandverbeure (L215p Blitterswijck),
pand verbuuwre (Q202p Eys),
pandjverbeure (L330p Herten (bij Roermond), ...
L377p Maasbracht,
L382p Montfort,
Q020p Sittard),
pandjverbeuren (L387p Posterholt),
pandjverböre (Q032p Schinnen),
pandverbeure (L191p Afferden, ...
L250p Arcen,
L211p Leunen,
L217p Meerlo,
Q099p Meerssen,
L268p Velden,
L271p Venlo,
L210p Venray),
pandverbeuren (L165p Heijen),
Pandverbeuren (Q121p Kerkrade),
pandverbeuren (Q196p Mheer),
pandverbeùre (Q096a Borgharen),
pandverböre (L267p Maasbree),
panktverbeure (L295p Baarlo),
pankverbeure (L291p Helden/Everlo),
pantjverbeure (L298p Kessel),
ps. boven de a staat nog een ?; deze combinatieletter is niet te maken, omgespeld is het inderdaad een a.
pandjverbūĕre (L378p Stevensweert),
ps. deels omgespeld volgens Frings.
pandj[verbø͂ͅre (L323p Buggenum),
pantjver[bø͂ͅre (L328p Heel),
Sub pand.
pānd verbeure (L217p Meerlo, ...
L214p Wanssum),
pandverliezen:
pandjverleeze (L320p Hunsel),
pandverwisselen:
pandverwissele (L246a Swolgen),
pandzetten:
panjdjzĕĕtte(n) (Q030p Schinveld),
van wie is dit, van wie is dat:
[sic: i.e. willen we eens pandverbeuren]
wille w⁄is van wie is dit, van wie is dat (L164p Gennep),
verbeuren:
verbeûre (L325p Horn),
verpanden:
verpanne (Q098p Schimmert)
|
Gezelschapspel. || Jongensspel. || Lievelingsspel 5. [SND (2006)] || Pandspel, pandverbeuren. || pandverbeuren [SGV (1914)]
III-3-2
|