e-WLD begrippen 

 
 
Filteren...

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
het hijstouw vastbinden vaststroppen: (de touwen worden) vastgǝštrø̜pt (Heythuysen) Nadat het dier is opgehesen, bindt men de touwen vast aan klompen of haken die in een muur of paal in de slachtplaats zijn bevestigd. [N 28, 66] II-1
het hoog graven graven het hoog op: grāvǝ ǝt huǝx op (Meterik), graven naar het hoog: grāvǝ nǭ ǝt hūǝx (Sevenum), het omhoogkruien van de turf: t omhuǝx kryjǝ van dǝ tø̜rǝf (Ospel), hoog graven: hǫx grāvǝ (Meijel), naar het hoog graven: nǭ ǝt hox grāvǝ (Griendtsveen) De turf naar het hoge toe graven vindt plaats, wanneer men een klink in één keer moet afgraven. De turf wordt naar één richting gewerkt en op het hoge neergezet. [II, 57] II-4
het hooi is binnen het hooien is gedaan: het hooien is gedaan (Schimmert), het zit op de schelf: tset opǝ sxęlf (Helchteren), is af: ęs˱ af (Beringen), is beteen: es˱ bǝdīn (Halen), is bij mekaar: is bij mekaar (Velden), is bijeen: es˱ bięi̯n (Gruitrode, ... ), es˱ bēi̯ęi̯n (Panningen), es˱ bęi̯ęn (Meijel), es˱ bīęi̯nǝ (Ittervoort), ęs˱ bęi̯ęi̯n (Helden), is binnen: es˱ benǝ (America, ... ), es˱ benǝn (Achel, ... ), es˱ bø̜nǝ (Boukoul, ... ), es˱ bęnǝ (Berg, ... ), is˱ benǝ (Valkenburg), ęs˱ benǝ (Houthalen, ... ), ęs˱ binǝ (Koersel, ... ), ęs˱ bęnǝ (Helden, ... ), is de schelf op: ęs˱ dǝ šęlf ǫp (Gelieren Bret), is geruimd: es˱ gǝrymt (Blerick), es˱ gǝrymtj (Haler), is geruimd (Blitterswijck, ... ), is in: es˱ en (Buchten, ... ), es˱ ęi̯ (Mechelen), es˱ ęi̯n (Diepenbeek, ... ), es˱ ęn (Borgloon), es˱ ī (Bocholtz, ... ), ęs˱ in (Gronsveld, ... ), ęs˱ ēn (Smeermaas, ... ), ęs˱ ęn (Beverst, ... ), is in bewaar: is in bewaar (Ulestraten), is ingehaald: es˱ engǝhǭlt (Heerlerheide, ... ), es˱ engǝhǭltj (Baexem), is onder de droge: es˱ ǫŋǝr dǝ drø̄gǝ (Swalmen), is onder de pannen: es˱ ǫŋǝr dǝ panǝ (Nunhem), is onder de pannen (Houthem), is onder het droog: es˱ ǫŋǝr ǝt drø̄x (Berg) Gevraagd werd naar de dialekt-weergave van de uitdrukking "Het hooi is binnen". In Q 100 vult de zegsman dan aan: "Het hooi is onder de pannen ... en den erme man is oet de sjuur." Het onderwerp van de gegeven uitdrukkingen is steeds: hooi. [N 14, 127] I-3
het hout drogen drogen: drø̄gǝ (Sint Odilienberg, ... ) Een in delen gezaagde boomstam laten drogen. Om het droogproces te versnellen worden tussen de delen latjes gelegd. [N 50, 55a] II-12
het hout van de oplegger hout: hǫwt (Griendtsveen, ... ), houtwerk: hǫwtwɛ̄rǝk (Meijel) De houten spade van de oplegger. [II, 40b] II-4
het huwelijk ontbinden afgaan: afgaon (Gennep, ... ), divorceren: devòrseejrə (Niel-bij-St.-Truiden), scheiden: schaaje (Beverlo, ... ), scheeje (Zonhoven), scheî-je (Altweert, ... ), schèèjən (Lommel), schêê (Niel-bij-St.-Truiden), sjeeë (Genk), sjei-je (Echt/Gebroek, ... ), sjéijə (Meeuwen), sjéjjə (Meeswijk), vaneengaan: vanéngaon (Castenray, ... ) echtscheiden || scheiden || scheiden, ontbinden van een huwelijk III-2-2
het ijzer het ijzer: ǝt īzǝr (Kelmis) Algemene benaming voor een voor welk doel ook gebruikt ijzer. Met deze term werd ook aangeduid het spitse puntijzer dat men vroeger bij het ontginnen gebruikte. Men zette dat op het gesteente en sloeg erop met de "slagel", een kleine hamer die ook in het mijnwerkersembleem voorkomt. [monogr.] II-4
het inzetten van duiven die jonger zijn dan 1 jaar afzetten: aafzette (Buchten), bet de jongen spelen: Algemene opmerking bij deze vragenlijst: zie ook "klanktabel v.h. Zolders (uitspraak)", aan de achterkant van de laatste pagina!  èt spee.l bè de jòng (Zolder), jonge duiven spelen: Algemene opmerking bij deze vragenlijst: zie ook bijlagevellen met (eventuele) aanvullingen en diverse toelichtingen.  jong doeve speule (Wanssum), jongeduivenvlucht: jong doeeverlucht (Weert), jongen zetten: jonge zette (Eys, ... ), jongenreis (zn.): (v.).  j‧oͅŋ r‧ēs (Eys), jongenspel (zn.): jónge-sjpieël (Klimmen), met de piepers spelen: speile met de piejpers (Jeuk), met jonge duiven spelen: spīēlə mét jóng dówvə (As), Algemene opmerking bij deze vragenlijst: invuller heeft hierbij twee bijlagevellen bijgevoegd, t.w.  mit joeng douve spiële (Bilzen), met piepers spelen: spieèlen mĕt piepers (Eisden), Algemene opmerking bij deze vragenlijst: invuller heeft hierbij twee bijlagevellen bijgevoegd, t.w.  mit piēpers spiële (Bilzen), naar de meidjes kijken: naor de metkes kieken (Jesseren), natuurlijk spel (zn.): natuurlijk speel (Geleen), nestspel (zn.): nesspeul (Sint-Pieter), nêstspel (Venray), omp vliegen: oemp vlèègə (Guttecoven), ongepaard spel (zn.): ongepaard speel (Geleen), op de drift zetten: op de drif zètte (Doenrade), op de plank: Algemene opmerking: deze vragenlijst is nogal slecht (= weinig antwoorden) ingevuld!  op de plank (Gruitrode), op het plankje spelen: op ut plenkske sjpiele (Doenrade), op ’t plengsche spelen (Mielen-boven-Aalst), spelen op het plankske (Tongeren), op het schapje: op ’t sjaepkə (Beesel), op hun plankje vliegen: ze vliegen op hun plengske (Koersel), op plankje spelen: op plenkske gespeelt (Houthalen), op zitplaats spelen: spele op zitplaats (Echt/Gebroek), opjagen: opjagen (Jesseren), piepers: piepers (Kortessem), piëpers (Sevenum), piepers inzetten: pīpərs enzetə (Meijel), piepers op het plankje spelen: piepers op het plenkske spjelen (Rijkhoven), schapje: Algemene opmerking bij deze vragenlijst: zie ook aantekening van de invuller, op de laatste pagina!  sjêûpkə (Grathem, ... ) Het inzetten van zowel mannelijke als vrouwelijke duiven die jonger zijn dan 1 jaar, nog ongepaard (natuurspel)? [N 93 (1983)] III-3-2
het kalf afdraaien afdraaien: afdruǝ (Halen), afdrējǝ (Middelaar), afdrē̜ (Donk), afdrē̜jǝ (Herk-de-Stad, ... ), afdrē̜jǝn (Beringen), afdrē̜n (Lummen), afdrē̜ǝn (Hasselt), afdręjǝ (Lanklaar, ... ), afdrōǝ (Zelem), afdrǫwǝ (Tessenderlo), afdrɛjǝ (Gennep, ... ), afdrɛn (Sint-Truiden), afdrɛ̄n (Meldert), av˱drē̜n (Beringen), av˱drē̜ǝ (Linkhout), ãfdrę̃ǝ (Borgloon), áfdrē̜i̯n (Lummen), āfdrii̯ǝ (Noorbeek), āfdrii̯ǝn (Urmond), āfdrinǝ (Mechelen), āfdrøjǝ (Maasmechelen), āfdrān (Rapertingen), āfdrē (Sittard), āfdrējǝ (Beegden, ... ), āfdrēǝ (Heerlerheide), āfdrē̜i̯ǝ (Ophoven), āfdrē̜jǝ (Oost-Maarland, ... ), āfdręi̯ǝ (Haelen, ... ), āfdręjǝ (Neerpelt), āfdrīnǝ (Bocholtz, ... ), āfdrīǝ (Ransdaal), āfdrīǝjǝ (Ulestraten), āfdrīǝnǝ (Waubach), āfdrɛi̯jǝ (Baarlo, ... ), āfdrɛi̯ǝ (Tungelroy), āfdrɛjǝ (Horn, ... ), āv˱drān (Hasselt), āv˱drē̜ (Zichen-Zussen-Bolder), āv˱drē̜jǝ (Ketsingen), āv˱drē̜ǝ (Boekt Heikant), āv˱dręjǝ (Opglabbeek, ... ), āǝfdrē̜ǝ (Kermt), āǝfdrɛjǝ (Zepperen), ǫb˱drē̜ (Spalbeek), ǫfdrē (Val-Meer), ǫfdręjǝ (Wellen), ǫfdrɛ̄i̯ǝ (Oud-Waterschei), ǫv˱dreǝ (Hoepertingen), ǫǝfdręǝ (Borgloon), ǭfdrāi̯jǝ (Heugem), ǭfdrēǝ (Wolder / Oud-Vroenhoven / Wiler), ǭfdrē̜jǝ (Maastricht, ... ), ǭfdrę (Rosmeer), ǭv˱drē̜jǝ (Diepenbeek), ǭv˱drē̜ǝ (Tongeren), ǭv˱drę (Romershoven), afdrijven: afdrē̜vǝ (Leopoldsburg), afhalen: afhǭlǝ (Milsbeek), āfhālǝ (Oirsbeek, ... ), āfhōlǝ (Rothem), āfhǭlǝ (Blerick, ... ), ǭfhāǝlǝ (Vliermaal), afsnijden: āfsnii̯ǝn (Neerpelt), aftrekken: aftrøkǝ (Herk-de-Stad), aftrękǝ (Halen, ... ), aftrɛkǝ (Doetinchem, ... ), aftrɛkǝn (Achel), ãtrɛkǝ (Gelieren Bret), āftrękǝ (Maaseik), āftrɛkǝ (Bree, ... ), āftrɛkǝn (Hamont), ǫftrekǝ (Riksingen), ǫi̯ftrekǝ (Tongeren), ǭftrekǝ (Oost-Maarland), ǭftrē̜kǝ (Hoeselt), ǭftrękǝ (Hoeselt), ǭftrɛkǝ (Gronsveld, ... ), afwinden: afwęŋǝ (Borlo), afzagen: āfzāxǝn (Neerpelt), deruitdraaien: druǝdrɛi̯jǝ (Rotem), drūtdrē̜jǝ (Maasniel, ... ), dǝrūtdrē (Einighausen), trutdrē̜jǝ (Maasmechelen), trūtdrɛjǝ (Eisden), eruitdraaien: ɛrȳtdrɛi̯jǝ (Geistingen), halen: holǝ (Beverst), kunstmatig verlossen: kønstmātex vǝrlǫsǝ (Thorn), machine gebruiken: mǝšīn gǝbrūkǝ (Velden), met (het) machien halen: met ǝt mǝsxīn hē̜lǝn (Holtum), mɛt mǝšin hālǝ (Opitter), mɛt ǝt mǝšīn hōlǝ (Kinrooi), met het machien draaien: met ǝt mǝsxīn drē̜jǝ (Holtum), met het machientje halen: mǝt ǝt mǝšintšǝ hǫlǝ (Smeermaas), uitdraaien: utdręjǝ (Bree), ūtdrai̯ǝ (Montfort), ūtdrɛjǝ (Herten), uitzagen: ūtzē̜gǝ (Urmond) Het kalf met mechanische middelen ter wereld helpen. [N 3A, 54a] I-11
het kan mij niet schelen lek mich am arsch: lek mich a āās (Horst) geen verschil maken, onbelangrijk zijn, nietter harte gaan [in de uitdrukking: het kan mij niets schelen] [booken, verschillen, letten, mert-, scheit-, neuk aan iets hebben, neuken, mieteren, kloten, verlemmen, verzinnen, verdangen [N 85 (1981)] III-1-4