25534 |
met een bepaalde kleur |
bleek:
bleek (L432a Koningsbosch),
blęjk (Q021p Geleen, ...
Q193p Gronsveld,
L292p Heythuysen,
Q121p Kerkrade,
L270p Tegelen,
Q097p Ulestraten),
blęjǝk (K278p Lommel),
bleke bloem:
blēkǝ blom (Q113p Heerlen),
gebleekt meel:
gǝblęjktj mē̜l (L377p Maasbracht),
gebleekte:
gǝbleqdǝ (L290p Panningen),
gǝblękdǝ (Q197p Noorbeek),
gebleekte bloem:
gblē̜jktǝ blōm (Q012p Rekem),
lichter:
lextǝr (K359p Koersel),
te grauwe bloem:
tǝ grǭwǝ blōm (L330p Herten)
|
Als de bloem vaal is of geen bruine kleur krijgt, wordt ze "bleek" genoemd. De woordtypen "gebleekt meel", "bleke bloem", "gebleekte bloem" en "gebleekte" wijzen op het feit dat de meelmaker de kleur van de bloem kan be√Ønvloeden door bleken of door toevoeging van chemicaliën. [N 29, 16]
II-1
|
22641 |
met een drijftol spelen |
bet de dop spelen:
bɛ dən doͅp spɛ:lə (P176p Sint-Truiden),
de knool drijven:
de knool drieve (Q121z Holz, ...
Q121p Kerkrade),
de knool slaan:
de knool sjloa (Q121p Kerkrade),
de kokkeral opzetten:
de kokkeral opzètte (Q034p Merkelbeek),
de konkernel smikken:
sjmiekke=zwepen
de kônkernel sjmiekke (L327p Beegden),
dobbelen:
dobbele (Q119p Eygelshoven, ...
Q117a Waubach),
dŏbələ (Q117a Waubach),
dop houwen:
dophôwwe (Q211p Bocholtz),
dop jagen:
dop jagen (Q158a Henis),
dopjögen (Q171p Vlijtingen),
dop opzetten:
de zweep heet sjmik
enne dop opzette (Q032p Schinnen),
dop slaan:
dop.slaon (L381b Pey),
dopje schieten:
/
dupke scheete (Q007p Eisden),
doppen:
do.pə (P195p Gutshoven),
dobbe (Q038p Amstenrade, ...
L295p Baarlo,
L328p Heel,
L320p Hunsel,
P220p Mechelen-Bovelingen),
dobben (L295p Baarlo, ...
P218p Borlo,
P213p Niel-bij-St.-Truiden),
dobbə (L381a Putbroek),
doppe (L269p Blerick, ...
L269p Blerick,
Q211p Bocholtz,
Q017p Elsloo,
P190p Gotem,
Q170p Grote-Spouwen,
Q157a Overrepen,
L329p Roermond),
doppen (L269p Blerick, ...
L269p Blerick,
Q007p Eisden,
L360a Gerdingen,
P184p Groot-Gelmen,
P188p Hoepertingen,
Q157p Jesseren,
K317p Leopoldsburg,
K278p Lommel,
L364p Meeuwen,
Q093p Rosmeer,
Q015p Stein,
P121p Ulbeek,
Q166p Vechmaal,
L271p Venlo,
L271p Venlo,
L271p Venlo,
Q164a Widooie),
doppə (L269a Hout-Blerick, ...
L271p Venlo,
L271p Venlo),
dopə (P176p Sint-Truiden),
doͅbə (L415a Dorne, ...
L364p Meeuwen),
doͅpə (Q156p Borgloon, ...
Q156p Borgloon,
Q156p Borgloon,
Q003p Genk,
P187a Kuttekoven,
K314p Kwaadmechelen,
K353p Tessenderlo,
Q080p Vliermaal,
Q078p Wellen),
doͅpən (L314p Overpelt),
dupə (Q071p Diepenbeek, ...
P176p Sint-Truiden),
/
dobbe (L270p Tegelen),
doppe (Q017p Elsloo),
Doppe (WW) (L382p Montfort),
doppen (L353p Eksel),
Jongensspel.
dobbe (L295p Baarlo),
met de dop spelen
doppen (L317p Bocholt),
Sub Simpelvelds knole.
doppe (Q211p Bocholtz),
drijveren:
drieveren (L268p Velden),
/
drieveren (L268p Velden),
geselen:
gijselen (L298p Kessel),
ijsdoppen:
ɛsdoͅbə (L364p Meeuwen),
ijspoeperen:
ieespoepere (L289p Weert),
jaagsdop spelen:
/
jôsdop spele (Q162p Tongeren),
kernellen:
kernellen (L318a Keent),
kernèllen (L289a Hushoven, ...
L289p Weert),
kurnellen (L288a Ospel),
kərnellə (L289b Leuken, ...
L289p Weert),
Sub kernêl`.
kernelle (L289p Weert),
knolen:
knole (Q116p Simpelveld),
knouwələ (Q211p Bocholtz),
knowələ (Q222p Vaals),
knoren:
knōrə (Q202p Eys),
kokkeral drijven:
koekkeral drieve (Q036p Nuth/Aalbeek),
kokkeral slaan:
koekkeral slaon (Q036p Nuth/Aalbeek),
kokkerallen:
koekeralle (Q036p Nuth/Aalbeek, ...
Q030p Schinveld),
koekerallen (Q032a Puth),
kokerallen (Q036p Nuth/Aalbeek),
kokkeralle (Q021p Geleen, ...
Q021p Geleen,
L433p Nieuwstadt),
kokkerallen (Q021p Geleen),
kokkeràlle (L434p Limbricht),
kokkəralle (L426z Holtum),
kòkkeralle (L429p Guttecoven),
kókkeralle (Q021p Geleen, ...
Q020p Sittard,
Q020p Sittard),
kökeralle (L430p Einighausen),
/
koekeralle (Q020p Sittard),
kókkeralle (Q020p Sittard),
vgl. pag. 189: Tollen.
kókkeralle (Q020p Sittard),
kokkerel opzetten:
koekərel opzètte (Q101a Sibbe/IJzeren),
kokkərel opsettə (Q112p Voerendaal),
kokkerellen:
koekerelle (Q106p Bemelen, ...
Q002p Hasselt,
L292p Heythuysen,
L325p Horn,
Q188p Kanne,
L298p Kessel,
Q036p Nuth/Aalbeek,
Q010p Opgrimbie,
L387p Posterholt,
L329p Roermond,
L329p Roermond,
Q101p Valkenburg),
koekerelle (mèt ɛne koekeràèl) / rèepe (mèt de rèep) (Q188p Kanne),
koekerellen (L291p Helden/Everlo, ...
K316p Heppen,
Q085p Hoelbeek,
Q101p Valkenburg),
koekerèlle (L332p Maasniel),
koekerèllen (L329p Roermond),
koekĕrèllĕ (L329p Roermond),
koekkerelle (Q111p Klimmen, ...
L331p Swalmen),
koekkerellen (Q090p Mopertingen),
koekərēllə (Q102p Amby),
kokerellen (Q203p Gulpen, ...
L424p Meeswijk,
Q013p Uikhoven),
kokkerel (Q105p Heer),
Kokkerelle (Q198p Eijsden),
kokkerelle (L425p Grevenbicht/Papenhoven, ...
Q203p Gulpen,
Q203p Gulpen,
P057p Kuringen,
Q095p Maastricht,
Q095p Maastricht,
Q009p Mechelen-aan-de-Maas,
Q099p Meerssen,
Q097p Ulestraten),
kokkerellen (Q021p Geleen, ...
L322p Haelen,
P055p Kermt,
Q099p Meerssen,
L382p Montfort,
P056p Stokrooie),
kokkerèlle (Q095p Maastricht, ...
Q095p Maastricht,
Q196p Mheer),
kokkərellə (L292p Heythuysen),
kokərelə (P056p Stokrooie),
kokərɛ:lə (Q087p Gellik),
kokərɛlə (L421p Dilsen),
kōkkerelle (Q193p Gronsveld),
kukkərɛllə (Q083p Bilzen),
kukkərɛllən (Q008p Vucht),
kukərɛlə (Q188p Kanne, ...
Q010p Opgrimbie),
kókerélle (Q103p Berg-en-Terblijt),
kôkkerélle (Q193p Gronsveld),
(weet niet meer zeker - moet ik nog eens opzoeken)
koekkerêlle (Q083p Bilzen),
(ww.)
koekerelle (Q188p Kanne),
/
koekerelle (Q086p Eigenbilzen),
Koekerelle (Q198p Eijsden),
koekerelle (L329p Roermond),
koekerellen (L425p Grevenbicht/Papenhoven, ...
P121p Ulbeek),
kokerelle (Q096p Bunde),
kokkerelle (L425p Grevenbicht/Papenhoven, ...
Q172p Vroenhoven),
kókkerelle (Q095p Maastricht),
kókkerelle/ (Q095p Maastricht),
kôkkerèlle (Q009p Mechelen-aan-de-Maas),
Afl. van koekeré.l sub drijftol.
koekerelle (Q002p Hasselt),
een andere meer bekende vorm is een tol waarover een koord werd gedraaid van onder naar boven, de tol werd op de grond gegooid terwijl de koord werd afgetrokken.
koakerellen (Q006p Leut),
een dop was omgekeerd conisch en van een stalen punt voorzien, een koekerel helemaal in hout.
koekerelle (Q083p Bilzen),
Ook pòpperelle [vgl. pag. 95].
kòkkerelle (L381p Echt/Gebroek),
Sub koekerel.
koekerelle (L329p Roermond),
Sub kókkerel.
kókkerelle (Q095p Maastricht),
Z. dóppe.
kòkerélle (K361p Zolder),
kokkerelletje opzetten:
koekkerelkes opzette (Q036p Nuth/Aalbeek),
kokkernel kappen:
koekkernel kappen (L353p Eksel),
kokkernellen:
koekernellen (L353p Eksel),
(ww.)
koekkernellen (L353p Eksel),
Afl. sub *kokkernel.
kòkkernélle (Q001p Zonhoven),
Koekkernellen"was eerder moeilijk. Om te beginnen moest je de onderzijde van de paddenstoeltol tussen duim, wijsvinger en middenvinger nemen en dan na een snelle vinger-draaibeweging de draaiende paddenstoeltol op de grond werpen en onmiddellijk deze draaibeweging aanwakkeren en draaiende houden door een dopkoord of een smak (zweep).
koekkernellen (L353p Eksel),
werkwoord: kokkernellen
kokkernellen (Q001p Zonhoven),
kokkernollen:
koekernolle (Q157a Overrepen),
koekernollen (Q163p Berg, ...
Q075p Vliermaalroot),
koekkernollen (Q155a Neerrepen),
Afbeelding pag. 160.
kokkërnolle (Q077p Hoeselt),
Doormiddel [sic] van een fijn koordje wordt de kokkernol, lijk een tol, in beweging gebracht. Als hij eenmaal in beweging is, wordt hij, doormiddel van een fijn koordje dat vastgemaakt is aan een stokje, aangezwengeld. t Is de bedoeling dat de kokkernol zo lang mogelijk blijft rondtollen.
kokkërnollë (Q077p Hoeselt),
konkerellen:
koengkrellen (P117p Nieuwerkerken),
koenkerelle (P177p Zepperen),
koenkerellen (P121p Ulbeek),
konkerellen (P049p Donk (bij Herk-de-Stad), ...
P118p Kozen,
P119p Sint-Lambrechts-Herk),
konkrellen (P052p Schulen),
koŋkərɛlə (Q071p Diepenbeek),
koͅŋkərɛlə (Q003p Genk),
ku:ŋkərɛlən (Q071p Diepenbeek),
kuŋkərɛlə (P176p Sint-Truiden),
Cfr. afbeelding sub koenkerel, konkerel.
koenkerell`n (Q071p Diepenbeek),
ken het AN niet
koenkerellen (Q071p Diepenbeek),
konkernellen:
konkernellen (K357p Paal),
konkərnellə (L381a Putbroek),
kōnkernelle (L328p Heel),
/
konkernelle (Q003p Genk),
konkernol spelen:
konkernol spelen (P187p Berlingen),
konkernollen:
koonkernolle (Q113p Heerlen),
koͅŋkərnulə (Q078p Wellen),
wordt niet meer gespeeld
koenkernollen (Q078p Wellen),
krokkerellen:
kroekərellə (L291p Helden/Everlo),
kronkerellen:
kronkerellen (P118a Wijer),
met de dop spelen:
met den dob speele (Q101p Valkenburg),
met den dop spelen (K317p Leopoldsburg),
met de gromdop spelen:
met de gromdop spelen (L360p Bree),
met de ijsloper spelen:
spele met d’r iesleuper (Q208p Vijlen),
met de jaagsdop spelen:
[sic]
mitə joͅ:zdup spe:lə (Q162p Tongeren),
met een jaagsdop spelen:
[sic]
met een joͅ:zdup spelen (Q162p Tongeren),
pompernellen:
pompernellen (L370p Kessenich),
poompernellen (L377p Maasbracht),
poəmpernellə (L375p Wessem),
Met een schoenveter aan een stuk hout ging dit het beste.
pómpernelle (L374p Thorn),
popkernellen:
poepkernellen (L289p Weert),
popperel opleiden:
popperel opleie (L381p Echt/Gebroek),
popperellen:
poeperellen (L419p Elen),
poepperellen (L376p Linne),
poperelle (L381p Echt/Gebroek),
popperelle (L381p Echt/Gebroek),
popperellen (L377p Maasbracht, ...
L371p Ophoven),
popperèlle (L377p Maasbracht),
poêperellen (L421p Dilsen),
pŏĕpərĕlə (L381b Pey),
pupərɛlə (L372p Maaseik),
/
pópperelle (L372p Maaseik),
[sic]: idem [als 2b]
pupərɛlə (L372p Maaseik, ...
L372p Maaseik),
[Vgl. pag. 69: kòkkerelle.]
pòpperelle (L381p Echt/Gebroek),
hier de klemton op "po"terwijl "rel"ook nog klemtoon houdt
pōperellə (L373p Roosteren),
poppernellen:
pipərnɛlə (L355p Peer),
poepernelle (L366p Gruitrode, ...
L318b Tungelroy),
poepernellen (L369p Kinrooi, ...
L318p Stramproy),
poppernelle (L367p Neerglabbeek),
poppernellen (L356p Grote-Brogel, ...
L368p Neeroeteren),
pupərnɛlə (L416p Opglabbeek),
póppernelle (tol) (L369p Kinrooi),
/
popernelle (L371a Geistingen),
póppernelle (L369p Kinrooi),
porperellen:
porperelle (L382p Montfort),
sien:
[sic]
sieën (P185p Engelmanshoven),
smikdobbelen:
sjmikdobbelen (Q117a Waubach),
smikken:
[Dit] was het draaiende houden van deze drijftol door middel van zweepslagen met "t sjmikske".
sjmikke (L330p Herten (bij Roermond)),
tol spelen:
/
tol spöle (L372p Maaseik),
tollen:
tolle (L324p Baexem),
tollen (L250p Arcen, ...
L192p Bergen,
L247z Broekhuizenvorst,
L246p Horst,
L248p Lottum,
L267p Maasbree,
L115p Mook,
Q033p Oirsbeek,
L293p Roggel),
tolə (L244c America),
/
tolle (L163p Ottersum, ...
Q032p Schinnen,
Q032p Schinnen,
Q032p Schinnen,
Q031p Spaubeek),
Tolle (L271p Venlo),
tólle (L164p Gennep),
tolleren:
/
tolleren (L312p Neerpelt)
|
/ [SND (2006)] || 3. In de betekenis van de "koekërel"slaan. || [Met de drijftol spelen]. || [Met de] zweeptol [spelen]. || [Tollen]. || draaitol [SND (2006)] || draaitollen [SND (2006)] || een tol op de hand laten draaien [scheppen, deinderen] [N 88 (1982)] || Hoe noemt men een dergelijk stuk speelgoed dat in bezeging wordt gebracht met behulp van een touwtje dat er omheen wordt gedraaid? [priktol] [Lk 03 (1953)] || Hoe noemt men het spelen met dit speelgoed [kinderspeelgoed dat paddestoel- of kegelvormig is en dat met een zweep wordt voortgedreven]? [DC 24 (1953)] || Hoe noemt men het spelen met dit speelgoed? [Lk 03 (1953)], [Lk 03 (1953)] || Kinderspel met tol en zweepje. || kokkerellen [SND (2006)] || Lievelingsspel 1. [SND (2006)] || Lievelingsspel 2. [SND (2006)] || Lievelingsspel 3. [SND (2006)] || Lievelingsspel 5. [SND (2006)] || Met de drijftol spelen. || met de tol spelen [SND (2006)] || Met de tol spelen, draaien. || met de tol spelen/ [SND (2006)] || Spel om de tol al kappend in de paddestoeltol te doen belanden, of te verplaatsen in een vooraf bepaalde richting, wat niet altijd lukte. || Spelen met de draaitol (zweeptol). || tol [SND (2006)] || tol doen draaien met zwweepje [SND (2006)] || tol spel [SND (2006)] || tol spelen [SND (2006)] || tollen [SND (2006)] || Tollen (met drijftol). || Tollen met een paddestoeltol. || Tollen, met de drijftol spelen. || Tollen.
III-3-2
|
23119 |
met een drijftol spelen add. |
de klots slaan:
de klóts sloon (Q095p Maastricht)
|
(Bij het dopspel) de klóts sloon geschiedt door, als de priktol bijna uitgedraaid is, met een slag het stoete te versterken en zo het prijsvoorwerp buiten de kring te drijven.
III-3-2
|
26214 |
met een kwart van het zeil |
kwart zeil:
kwārt ˲zę̄jl (L430p Einighausen),
mee de stormlap:
me ˲dǝ stø̜rǝmlap (L265p Meijel),
met een lapje zeil:
met˱ ęj lɛpkǝ zęjl (L330p Herten),
met vier storm:
męt ˲vēr stǫrǝm (L292a Maxet),
op storm:
op storm (L320a Ell, ...
Q112p Voerendaal),
ǫp stø̜rǝm (L355p Peer),
ǫp stǫrǝm (L292p Heythuysen, ...
L374p Thorn),
rond storm:
rǫnt stø̜rǝm (L211p Leunen),
storm:
storm (L321p Neeritter, ...
L318p Stramproy),
stǫrǝm (L289p Weert),
štø̜rǝm (L432p Susteren),
stormeind:
stǫrǝmentj (L319p Molenbeersel),
vier storm:
vēr stǫrǝm (L289p Weert)
|
Gezegd van een molen die draait met een kwart van het zeil bij. Zie ook afb. 44A. [N O, 7j; A 42A, add.; N O, 7h]
II-3
|
22760 |
met een priktol spelen |
cirkelspel:
De jongens werpen op elkaars werptollen om deze buiten den kirng t ewerp. Diegene wiens tol buiten den cirkelomtrek wordt geworpen is verloren.
cirkelspel (L414p Houthalen),
dobbelen:
dobbele (Q119p Eygelshoven),
dobbelen (Q117a Waubach),
dŏbələ (Q117a Waubach),
dokken:
dokke (Q203p Gulpen, ...
Q196p Mheer),
dokkə (Q202p Eys),
de "g"wordt hier uit gesproken als de "g"in het Franse woord "grand
dogge (Q193p Gronsveld),
dop aanwerpen:
der dop aa-werpe (Q121z Holz, ...
Q121p Kerkrade),
dop draaien:
doͅpdroͅ:jə (K317p Leopoldsburg),
dop gooien:
De kinderen maken n ring op den gront van +- 1 m doorsnede. Ze werpen daar hun tol in. De tol die - wanneer hij stil valt- er in blijft liggen, zal door de oudste jongens uit den kring worden geworpen. Ieder bezigt daartoe zijn eigen tol welke met kracht op den inliggenden geworpen wordt.
doͅbgūəjə (L319p Molenbeersel),
Sub dobbe: Ook dobslaon of dobgwaoje; den dob obdrejje; den dob stinktj zich oet (bij t tolspel) uittelrijm: öpke, döbke, reubesöpke, öpke, döbke, dao.
dobgwaoje (L381p Echt/Gebroek),
dop houwen:
d’n dŏp hŏwə (L381b Pey),
dop jagen:
dop jagen (Q158a Henis),
dop opzetten:
den dop opzetten (Q021p Geleen),
den dop opzètte (Q103p Berg-en-Terblijt),
dop opzetten (Q036p Nuth/Aalbeek),
dop slaan:
dop.slaon (L381b Pey),
Sub dobbe: Ook dobslaon of dobgwaoje; den dob obdrejje; den dob stinktj zich oet (bij t tolspel) uittelrijm: öpke, döbke, reubesöpke, öpke, döbke, dao.
dobslaon (L381p Echt/Gebroek),
dop zetten:
soms gebruikt, geen andere aparte benoeming bekend
der dop zetse (Q121p Kerkrade),
dopje spelen:
döpke speule (Q095p Maastricht),
dopkappen:
Er wordt een min of meer groote cirkel gemaakt, naar gelang het aantal deelnemers. Eén jongen werpt zijn tol draaiend in den cirkel, een tweede poogt met zijn tol den eerste uit den cirkel te kappen of zelfs stuk te kappen. Zoo komt elk aan de beurt. Wiens tol buiten den ring gekapt of stuk gekapt wordt verliest. De anderen herbeginnen.
dopkappen (L356p Grote-Brogel),
doppen:
(doppe) (Q083p Bilzen),
do.pə (P195p Gutshoven),
dobbe (Q102p Amby, ...
L295p Baarlo,
L327p Beegden,
L381p Echt/Gebroek,
Q021p Geleen,
Q003p Genk,
L366p Gruitrode,
L322p Haelen,
L328p Heel,
L328p Heel,
L330p Herten (bij Roermond),
L325p Horn,
L320p Hunsel,
L316p Kaulille,
L377p Maasbracht,
L377p Maasbracht,
L377p Maasbracht,
L332p Maasniel,
P220p Mechelen-Bovelingen,
Q099p Meerssen,
L367p Neerglabbeek,
Q010p Opgrimbie,
L331p Swalmen,
L270p Tegelen,
Q097p Ulestraten,
Q101p Valkenburg),
dobben (L295p Baarlo, ...
L381p Echt/Gebroek,
P185p Engelmanshoven,
L356p Grote-Brogel,
L370p Kessenich,
L369p Kinrooi,
Q099p Meerssen,
L368p Neeroeteren,
P213p Niel-bij-St.-Truiden,
L318p Stramproy,
Q013p Uikhoven),
doppe (P190p Gotem, ...
Q002p Hasselt,
Q085p Hoelbeek,
P057p Kuringen,
L434p Limbricht,
Q009p Mechelen-aan-de-Maas,
L382p Montfort,
Q157a Overrepen,
L329p Roermond,
L329p Roermond,
P121p Ulbeek,
L271p Venlo,
P177p Zepperen),
doppen (P187p Berlingen, ...
L317p Bocholt,
L421p Dilsen,
P049p Donk (bij Herk-de-Stad),
Q007p Eisden,
L353p Eksel,
L353p Eksel,
L419p Elen,
L360a Gerdingen,
K316p Heppen,
Q085p Hoelbeek,
P188p Hoepertingen,
Q157p Jesseren,
P055p Kermt,
P118p Kozen,
L424p Meeswijk,
L364p Meeuwen,
L382p Montfort,
Q090p Mopertingen,
Q090p Mopertingen,
L371p Ophoven,
L314p Overpelt,
K357p Paal,
L329p Roermond,
Q093p Rosmeer,
P052p Schulen,
P119p Sint-Lambrechts-Herk,
P176p Sint-Truiden,
Q015p Stein,
P056p Stokrooie,
Q166p Vechmaal,
L271p Venlo,
Q075p Vliermaalroot,
Q078p Wellen,
Q164a Widooie),
doppë (Q077p Hoeselt),
doppə (L269a Hout-Blerick, ...
L373p Roosteren,
L271p Venlo,
L375p Wessem),
doppən (Q008p Vucht),
doͅbə (L416p Opglabbeek, ...
Q010p Opgrimbie,
L355p Peer),
doͅppə (Q083p Bilzen),
doͅpə (Q156p Borgloon, ...
Q156p Borgloon,
L421p Dilsen,
Q087p Gellik,
Q003p Genk,
P187a Kuttekoven,
K314p Kwaadmechelen,
K317p Leopoldsburg,
L424p Meeswijk,
P056p Stokrooie,
K353p Tessenderlo,
Q078p Wellen),
doͅpən (Q071p Diepenbeek),
dòbbĕ (L329p Roermond),
dóppe (K361p Zolder),
jongens: doppen (L353p Eksel),
[sic]
doppen (P056p Stokrooie),
Afl. sub **dop1.
dóbbe (Q001p Zonhoven),
Afl. sub dop.
doppen (P213p Niel-bij-St.-Truiden),
De koùjounge zèn obbe speelplak aon t doppe: De kwajongens spelen met de dop op het speelplein.
doppe (Q074p Kortessem),
De tol wordt met het touw draaiend in één cirkel geworpen (cirkel van 0,5 m doormeter) De tol moet draaien in dezen cirkel, draait hij dan moet hij vanzelf eruit loopen al draaiend of eruit rollen terwijl hij ophoudt (dit laatste noemt nen reizen) Draait de tol niet dan moet hij in t midden van den cirkel gelegd, als straf. De andere medespelers mogen hem net hun tol die gewoon wordt opgedraaid en geworpen eruit werpen tot buiten de omtreklijn. n speler die n bestraften tol met zijn regelmatig geworpen tol raakt en wiens tol ook niet zou draaien hoeft niet in te leggen en wordt niet bestraft.
’t perk doppen (L423p Stokkem),
Den dop loeg klievesdepiel: De tol lag met de pin omhoog, om de tol van de gooier te splijten.
doppe (Q071p Diepenbeek),
Een van de meest geliefkoosde kinderspelen was wel het dobbe (met de tol spelen), wat niet alleen door de jongens, maar ook door vele meisjes met graagte werd beoefend. De dob (tol) had twee varianten: de moets en de roetefletser, (zie de afbeeldingen bij deze trefwoorden in de woordenlijst [resp. pag. 103 en 111]). Aan de roetefletser kende men de eigenschap toe, dat men er ruiten mee kon stukgooien, wat inderdaad wel vaker gebeurde.
dobbe (L270p Tegelen),
Het kwotje im den dop doen dat ès de kins, en dan m vurtwêrpe.
doppe (Q086p Eigenbilzen),
hier ruim een uur vandaan
dobbən (L289b Leuken),
Ook dobslaon of dobgwaoje; den dob obdrejje; den dob stinktj zich oet (bij t tolspel) uittelrijm: öpke, döbke, reubesöpke, öpke, döbke, dao.
dobbe (L381p Echt/Gebroek),
Op de verharde grond wordt een cirkel getrokken van ongeveer 3 meter doormeter. Speler A smijt zijn dop, die met een koord van 1 meter lang wordt aangetrokken, met een stevige worp in de cirkel. Dan is het de beurt aan speler B die moet trachten met zijn scherpgeslepen dop de andere te raken en uit te schakelen of doormidden te klieven. Als bescherming verstevigt men de dop met duimspijkers. De dop die het langst draait is de winnaar.
doppë (Q077p Hoeselt),
Sub doppe: Het kwotje im den dop doen dat ès de kins, en dan m vurtwêrpe.
doppe (Q086p Eigenbilzen),
Sub keingerspeile.
doppe (P176p Sint-Truiden),
tegenwoordig niet meer bekend, woord gebruikt zon 40 jaar geleden
doppen (L433p Nieuwstadt),
draaitollen:
dreetolle (Q030p Schinveld),
gromdop:
gromdop (L360p Bree),
haktollen:
haktollen (L248p Lottum),
hazen:
Men draait de "smak"rond den dop, werpt hem over de schouders: t geen hiet den dop zetten in een rond op den grond getrokken: zoo hij nu nie uit de ronde draait, moet hij er uit gehaasd worden, t.t.z. de punten van de doppen worden zo scherp gevijld. Het hout met nageltjes en plaatjes beslagen en men werpt er op gelijk voor t gewoon zetten totdat hij er uit vliegt of splijt.
hāzen (L355p Peer),
holledoppen:
[u/o?]
hulledoppen (Q163p Berg),
Spel in de vragenlijst onder a aangegeven
holledop (Q168p s-Herenelderen),
houwdoppen:
houdoppen (P117p Nieuwerkerken, ...
P118a Wijer),
huildop opzetten:
als men alleen speelde
huuldop opzette (Q036p Nuth/Aalbeek),
huildop werpen:
zoodat de tol in een klein kringetje (vooraf geschetst) moet draaien als mikpunt voor de medespelers
huuldop werpen (Q036p Nuth/Aalbeek),
ijsdobbelen:
iesdobbele (Q119p Eygelshoven),
ijsdok opzetten:
dər ’īēsdog opsettə (Q112p Voerendaal),
ijsdokken:
iesdogke (Q111p Klimmen),
īēzdokə (Q112p Voerendaal),
ijsdop werpen:
iesdob werpe (Q113p Heerlen),
jagen:
ja:gə (Q156p Borgloon),
kapdoppen:
kabdupə (P176p Sint-Truiden),
kapdoppe (P176p Sint-Truiden),
kapdupə (P176p Sint-Truiden),
kernellen:
kernellen (L318a Keent),
kernèllen (L289p Weert),
krenellen (L289a Hushoven),
kurnellen (L288a Ospel),
knolen:
knole (Q121p Kerkrade),
knouwələ (Q211p Bocholtz),
knowəle (Q222p Vaals),
kokkerallen:
kòkkeralle (L429p Guttecoven),
ziet men hier niet meer
kókkeralle (Q021p Geleen),
kokkerel jagen:
kokkereljögen (Q171p Vlijtingen),
kokkerel opzetten:
koekərel opzèttə (Q101a Sibbe/IJzeren),
kokkerellen:
koekerelle (L292p Heythuysen, ...
L298p Kessel,
Q101p Valkenburg),
koekerellen (L298p Kessel, ...
L293p Roggel),
kokkerelle (L324p Baexem),
kokkərellə (L292p Heythuysen),
kukərɛlə (Q188p Kanne),
kokkernollen:
koekernollen
kukərnulə (Q080p Vliermaal),
konkerellen:
konkurellen (P184p Groot-Gelmen),
konkernellen:
konkərnellə (L381a Putbroek),
met de bromtol spelen:
tweede "o"lang trekken
met den bromtôl speulen (L250p Arcen),
met de dop spelen:
met de dop spelen (Q170p Grote-Spouwen),
met den dob speele (Q101p Valkenburg),
mèt d’u dop speule (Q095p Maastricht),
met de houwsdop spelen:
mitə huuzdup spe:lə (Q162p Tongeren),
met de huildop spelen:
met huuldop spelen (L291p Helden/Everlo),
met de ijsdobbel spelen:
sjpieële mit der iesdobbel (Q119p Eygelshoven),
met de ijsloper spelen:
spele met d’r iesleuper (Q208p Vijlen),
met de kapdop spelen:
met de kapdop spelen (K317p Leopoldsburg),
met de kokkerel spelen:
metə kukərɛ:l spje:lə (Q171p Vlijtingen),
met de popperel spelen:
špeulə mit də poepərel (L381a Putbroek),
met een jaagsdop spelen:
[sic]
met een joͅ:zdup spelen (Q162p Tongeren),
peeldok opzetten:
peildok opzètte (Q034p Merkelbeek),
peetsen:
peetse (L289a Hushoven, ...
L289p Weert,
L289p Weert),
pindoppen:
/
pindoppen (L286p Hamont, ...
L286p Hamont),
ringkappen:
In een ring legt men een hoop voorwerpen. De kunst bestaat erin om t meest mogelijk voorwerpen buiten den ring te kappen.
rēͅŋkappen (L314p Overpelt),
smikdoppen:
smikdoppen (L269p Blerick),
tirvelen:
tielevere (Q211p Bocholtz),
tollen:
tolle (L318b Tungelroy),
tollen (L192p Bergen, ...
L247z Broekhuizenvorst,
L267p Maasbree,
Q101p Valkenburg),
tollen met een lient (L115p Mook),
tolə (L244c America, ...
P176p Sint-Truiden),
zijpenspringen:
soms
zieppesprengen (L423p Stokkem)
|
(Kinderspelen): Een tol (op de hand) laten draaien. || 1. Tollen (spel). || [I]. Tollen (met priktol). || [Met de tol spelen]. || [Tol]. || Doppen: 2. Met een "dop [tol]"spelen, tollen. || Doppen: b) met de tol spelen. || Doppen: Spelen met de dop. || een tol op de hand laten draaien [scheppen, deinderen] [N 112 (2006)] || Het spelen met de tol. || Hoe noemt men een dergelijk stuk speelgoed dat in bezeging wordt gebracht met behulp van een touwtje dat er omheen wordt gedraaid? [priktol] [Lk 03 (1953)] || Hoe noemt men het spelen met dit speelgoed [een stuk speelgoed dat in beweging wordt gebracht met behulp van een touwtje dat er omheen wordt gedraaid]? [DC 24 (1953)] || Hoe noemt men het spelen met dit speelgoed? [Lk 03 (1953)] || Lievelingsspel 2. [SND (2006)] || Met de priktol spelen. || Met de tol spelen, tollen. || Met de tol spelen. || Met den tol spelen. || Spel met de werptol. || Spelen met de tol. || Spelen met een tol. || tollen [SND (2006)] || Tollen, de priktol werpen. || Tollen. || Welke bijzondere spelen doen de kinderen met de priktol? Beschrijf kort. [ZND 16 (1934)], [ZND 16 (1934)]
III-3-2
|
22761 |
met een priktol spelen -> een priktol bovenhands uitwerpen |
doppenklieven:
Doppeklieva: Midden in een grooten ring ligt een priktol en rond den ring staan de spelers, die deze priktol met de hunne willen klieven. Ze werpen er in de lengte omdat ook hunne priktol niet zou blijven liggen.
Doppeklieva (Q167p Koninksem),
Men maakt een cirkel op den handen gevormd en doet de doppen daar in draaien. De kinderen trachten nu met hun dop de ander hun draaiende doppen te klieven. Loopt de dop niet buiten de cirkel dan moet hij blijven liggen tot een ander hem er uit werpt met zijn dop.
doppenklieven (K358p Beringen),
hakken:
hakə (Q003p Genk),
kinderen maken een ring op den grond (van 0,60m middellijn) Zij werpen den dob draaiend in den ring, blijft hij er in liggen dat moet door anderen draaiend dobben uitgegooid worden
hakken (L418p Niel-bij-As),
kappen:
kappen (P218p Borlo, ...
K278p Lommel),
kapə (Q156p Borgloon, ...
Q003p Genk),
klieven:
ook in het perk; t Bestaat hierin. n tol wordt in t midden gelegd, en met den geworpen tol tracht men dezen te klieven of te verminken. Gelukt het bij uitzondering hem te klieven dan krijgt de winnaar als beloning de peel di de ijzeren draaipunt.
kleèven (L423p Stokkem),
koningkappen:
Bij het *doppen werd met de priktol gekapt naar de priktol van een tegenspeler met de bedoeling deze te klieven of fel te beschadigen.
keu.ningkappe (Q001p Zonhoven),
vingerdoppen:
Een jongen legt zijn dop binnen den cirkel. De andere jongens kappen met hun dop op den leggenden dop om hem eruit te kappen. Als een der draaiende doppen na het draaien in den ring blijft liggen, mag de eerst zijn dop opnemen. Er moet altijd één dop in den ring blijven om op te kappen. Vele doppen worden alzoo ook in stukken gekapt, bijzonder als de ijzeren punten scherp zijn.
vingerdoppen (L413p Helchteren)
|
*Koningkappen: Jongensspel. || Hoe noemt men het spelen met dit speelgoed? [Lk 03 (1953)] || Welke bijzondere spelen doen de kinderen met de priktol? Beschrijf kort. [ZND 16 (1934)], [ZND 16 (1934)]
III-3-2
|
22762 |
met een priktol spelen in een cirkel |
perkdoppen:
in een ring
peͅrkdoͅbən (L416p Opglabbeek),
in een ring spelen
perkdoppen (L360p Bree),
in een rondgetekend perk plaats men een tol in het midden. De spelers werpen met hun tol op den tol in het perk. Blijft hun eigen tol binnen de afgetekende cirkel dan mogen ze zelf ... (onleesbaar)
perkdobbe (L370p Kessenich),
ringdoppen:
de priktol wordt in een ring draaiend neer geworpen; indien hij niet buiten loopt vinden de medespelers er genoegen in dezen priktol eenige stukken af te kappen. Geraakt de priktol meer uit den ring, zoomag de eigenaar opnieuw verderspelen.
ringdoppen (P057p Kuringen),
Men maakt een ring van 1 a 1,50 meter doorsnede. Daarna bevind ieder zijn tol, werpt hem in den ring en moet hem laten draaien tot het einde. Loopt de priktol uit den ring dan mag men herbeginnen, doch blijft hij in den cirkel, dan moet men hem laten liggen, tot hij er uit geslagen wordt. Zoodra er eene in den ring ligt, zijn de medespleres dadelijk gereed om er met den hunnen op te kappen. (Niet) zelden komt de tol geheel gehavend en zelfs in stukken uit het strijdperk.
ringdoppen (L319p Molenbeersel),
priktol wordt in midden van kring geplaatst en anderen kappen er op al doppend totdat de geplaatste dop uit cirkel vliegt. Wiens bol daarbij blijft liggen in den kring wordt prooi van de verdere aanvallen.
ringdobbe (L414p Houthalen)
|
Welke bijzondere spelen doen de kinderen met de priktol? Beschrijf kort. [ZND 16 (1934)]
III-3-2
|
22823 |
met een priktol spelen in een ring add. |
cent doppen:
1. "Ringske doppen": Men trekt een ronden ring op den grond van 2 tot 4 m doorsnee. Men werpt den dop er in, en "sjachert"deze alszoo dat hij in den ring blijft liggen. Dan wordt hij door de andere priktollen bestookt met het doel hem te klieven. Zoo er eene in gelukt den priktol te klieven, dan is de "piegel"voor de (ijzeren draaipunt). - Gewoonlijk echter wordt de binnenliggende priktol "knotsend"uit den ring gesmeten door den aanvaller.
cent doppen (Q077p Hoeselt)
|
Welke bijzondere spelen doen de kinderen met de priktol? Beschrijf kort. [ZND 16 (1934)]
III-3-2
|
32751 |
met een voor spitten |
bet een spit graven:
bę ǝn spēt ˲[graven] (Q002c Bokrijk),
bet split graven:
bǝ splęt ˲[graven] (P048p Halen),
een spit graven:
ǝ spēt ˲[graven] (K359p Koersel),
een voor graven:
ǝn vōr [graven] (Q101p Valkenburg),
een voor spaden:
ęi̯n vǭr [spaden] (L294p Neer),
ęn vō ̝ǝr [spaden] (L192b Aijen, ...
L209p Merselo),
een voord spaden:
ǝn vō ̞ǝrt [spaden] (L282p Achel),
graven:
[graven] (K318p Berverlo, ...
Q191p Cadier,
Q119p Eygelshoven,
Q193p Gronsveld,
L429p Guttecoven,
L426z Holtum,
Q111p Klimmen,
L377p Maasbracht,
L332p Maasniel,
Q117p Nieuwenhagen,
Q198b Oost-Maarland,
L387p Posterholt,
Q111q Ransdaal,
Q194p Rijckholt,
L373p Roosteren,
Q098p Schimmert,
Q015p Stein,
Q112z Ten Esschen,
Q014p Urmond,
Q178p Val-Meer,
Q094b Wolder / Oud-Vroenhoven / Wiler),
het spit graven:
ǝt spet ˲[graven] (K357p Paal),
ǝt spēt ˲[graven] (Q002p Hasselt),
hoven:
hǭvǝ (L364p Meeuwen),
in voren leggen:
e vūǝrǝ lęqǝ (Q111p Klimmen),
mee het spit graven:
mē ǝt spęt ˲[graven] (K353p Tessenderlo),
mee spitten graven:
mē spętǝn [graven] (K353p Tessenderlo),
met een spit graven:
mę ǝ(n) spęt ˲[graven] (P175p Gingelom, ...
P044p Zelem),
met een spleet graven:
mę ǝn splēǝt ˲[graven] (P175p Gingelom),
męt˱ ǝn splēt ˲[graven] (Q162p Tongeren),
met een voor spaden:
met˱ ǝn vōr [spaden] (L246p Horst),
męt˱ ǝn vǭr [spaden] (L324p Baexem, ...
L266p Sevenum),
met spit graven:
męt spēi̯t [graven] (Q072p Beverst),
met voren graven:
met ˲vōrǝ [graven] (L383p Melick),
met één voor graven:
met˱ ̇ęi̯n vū ̞ǝr [graven] (Q116p Simpelveld),
omdoen:
[omdoen] (Q111* Onbekend),
omgraven:
[omgraven] (L331b Boukoul, ...
Q188p Kanne,
K314p Kwaadmechelen,
Q111q Ransdaal,
L331p Swalmen,
Q117a Waubach),
omspaden:
[omspaden] (L282p Achel, ...
L244c America,
L324p Baexem,
L215p Blitterswijck,
L164p Gennep,
L289a Hushoven,
L289b Leuken,
K278p Lommel,
L372p Maaseik,
L163p Ottersum,
L318b Tungelroy),
op de voor spaden:
op ˲dǝ vǭr [spaden] (L192a Siebengewald),
ǫp ˲dǝ vō ̞r [spaden] (L368p Neeroeteren),
op voor graven:
ǫp ˲vǭr [graven] (Q009p Maasmechelen),
op voren graven:
ǫp ˲vōrǝ [graven] (L426p Buchten),
ǫp ˲vūrǝ [graven] (Q035p Brunssum),
op één voor omgraven:
ǫp˱ ēn vūǝr [omgraven] (Q033p Oirsbeek),
schuppen:
[schuppen] (Q119p Eygelshoven),
spaden:
[spaden] (L295p Baarlo, ...
L322p Haelen,
L286p Hamont,
L265b Kronenberg,
K317p Leopoldsburg,
K278p Lommel,
L332p Maasniel,
L159a Middelaar,
L115p Mook,
L288p Nederweert,
L416p Opglabbeek,
L163p Ottersum,
L290p Panningen,
L266p Sevenum,
L268p Velden,
L271p Venlo),
spit maken:
spēt mǭǝkǝ (P222p Opheers),
van de hand graven:
van dǝ hantj ˲[graven] (Q035p Brunssum),
voorgoed spaden:
vø̄rgōt [spaden] (L321p Neeritter),
voren graven:
vǭrǝ [graven] (Q096d Smeermaas),
voren spaden:
vōrǝ [spaden] (L314p Overpelt)
|
Manier van spitten, waarbij men - achterwaarts gaande - de ene voor naast de andere graaft en de uitgestoken aarde omgekeerd in de open voor deponeert. Uit minder specifieke termen als (om)spaden en (om)graven kan worden afgeleid, dat ter plaatse meestal in voren wordt gespit. Voor (delen van) varianten in de (...)-vorm zie men het lemma spitten. [N 11, 65b; N 11A, 148a; monogr.]
I-1
|
22895 |
met een zelfgemaakte tol spelen |
dop jagen:
dopjögen (Q171p Vlijtingen),
dopje spelen:
dəpkə spjɛilə (Q087p Gellik),
doppen:
dobbe (P220p Mechelen-Bovelingen),
dobben (P185p Engelmanshoven),
doppe (P190p Gotem, ...
Q085p Hoelbeek),
doppen (L317p Bocholt, ...
Q085p Hoelbeek,
P188p Hoepertingen,
K278p Lommel,
Q093p Rosmeer,
Q166p Vechmaal,
Q164a Widooie),
doͅpə (Q156p Borgloon, ...
K314p Kwaadmechelen,
Q080p Vliermaal),
draaien:
draaien (Q075p Vliermaalroot),
houwdoppen:
houdoppen (P118a Wijer),
kokkerellen:
koekerelle (Q002p Hasselt),
koekerellen met een bobijnke (K316p Heppen),
koekkerellen (Q090p Mopertingen),
kokerellen (Q013p Uikhoven),
kokkerelle (Q009p Mechelen-aan-de-Maas),
kokkerellen (P056p Stokrooie),
kokkernollen:
koekernolle (Q157a Overrepen),
konkerellen:
koengkrellen (P117p Nieuwerkerken),
koenkerelle (P177p Zepperen),
konkerellen (P118p Kozen, ...
P119p Sint-Lambrechts-Herk),
koͅŋkərɛlə (Q003p Genk),
konkernellen:
konkernellen (K357p Paal),
konkernollen:
koenkernollen (Q078p Wellen),
met het dopje spelen:
met het depke spelen (Q170p Grote-Spouwen),
popperellen:
poeperellen (L421p Dilsen),
poppernellen:
pupərnɛlə (L416p Opglabbeek),
zukenspringer?:
[sic]
met de zy(3)̄kə:spreŋər spelen (L369p Kinrooi)
|
Hoe noemt men het spelen met dit speelgoed? [Lk 03 (1953)]
III-3-2
|