e-WLD begrippen 

 
 
Filteren...

Overzicht

Gevonden: 17121
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
begonia begonia: begonia (Maastricht, ... ), bĕgonia (Rothem) Welke dialectbenamingen hebt u voor de verschillende perkplanten: begonia gracilis [N 73 (1975)] || Welke dialectbenamingen hebt u voor de verschillende perkplanten: begonia semperflorens (variant \"rote Perle\"en \"Rose Perle\") [N 73 (1975)] || Welke dialectbenamingen hebt u voor de verschillende potplanten en snijbloemen voor de koude kas: begonia elatior (winterbloeiende begonia) [N 73 (1975)] || Welke dialectbenamingen hebt u voor de verschillende potplanten en snijbloemen voor de koude kas: begonia gracilis [N 73 (1975)] || Welke dialectbenamingen hebt u voor de verschillende potplanten en snijbloemen voor de koude kas: begonia rese (bladbegonia) [N 73 (1975)] || Welke dialectbenamingen hebt u voor de verschillende potplanten en snijbloemen voor de koude kas: begonia semperflorens [N 73 (1975)] III-2-1
begonia (begonia rex) begonia: bëgónëja’s (Hoeselt), bəgōnija (Meeswijk), bəjōnija (Hamont), [Begonia rex]  bëgónià (Tongeren), ne pót begooëniejás  begooëniejá (Zonhoven), boekweitsbloempje: bōkəzblø&#x0304mkə (Meeswijk), waterzakje: wḁ.terzekskes (Hasselt) begonia || begonia, kleinbloemige — || begonia\'s III-2-1
begrafenis beerdigung (du.): beērdeging (Nieuwstadt), bəêêdigging (Heerlen), begrafenis: begraafenis (Broeksittard, ... ), begraafnis (Panningen), begraefenis (Heers, ... ), begrafenis (Amby, ... ), begraffenis (Achel, ... ), begrafənis (Urmond, ... ), begraifenis (Horn, ... ), begraofenis (Beverlo, ... ), begraofənis (Engelmanshoven), begraufenis (Groot-Gelmen), begravenis (Melick, ... ), begrāfenis (As), begreefenis (Grote-Spouwen), begrefenis (Bilzen, ... ), begreffenis (Afferden, ... ), begreifenis (Riksingen, ... ), begreufenis (Genoelselderen, ... ), begreufĕnès (Hoeselt), begrĕfenis (Geleen, ... ), begrĕffenis (Berg-en-Terblijt, ... ), begriefenis (Maaseik, ... ), begroafenis (Gorsem, ... ), begroafənis (Meldert), begrofenis (Helchteren, ... ), begroofenis (Gruitrode), begroufenis (Kwaadmechelen, ... ), begrŭŭffənies (Ophoven), begrâfenis (Sint-Lambrechts-Herk), begräfenis (Oirsbeek), begräffenis (Blitterswijck, ... ), begräffnes (Eupen), begrèfenes (Lutterade), begrèfenis (Eigenbilzen, ... ), begrèffenis (Horst, ... ), begrèffenis (v) (Mechelen), begrèfənis (Eigenbilzen), begrèvenis (Ophoven), begrèèfenis (Tungelroy), begréffenis (Voerendaal), begrêfenis (Doenrade, ... ), begrêffenīs (Schimmert), begrôofənis (Kaulille), bugreffunis (Brunssum), bəchraafənis (Kapel-in-t-Zand), bəgraaffənnîs (Grevenbicht/Papenhoven), bəgraafənes (Meeswijk), bəgraafənis (Hasselt, ... ), bəgraafənĭĕs (Opglabbeek), bəgraafənəs (Rekem), bəgraffənis (Hamont, ... ), bəgraffənəs (Maastricht), bəgrafənis (Beesel, ... ), bəgraofənis (Kortessem), bəgraofəné (Vroenhoven), bəgraoəfənes (Niel-bij-St.-Truiden), bəgrāāfənis (Nieuwenhagen, ... ), bəgra͂ffənis (Zonhoven), bəgreefənis (Mechelen-aan-de-Maas), bəgreffənis (Beesel, ... ), bəgreufənis (s-Herenelderen), bəgràffənes (Lommel), bəgràffənis (Beringen, ... ), bəgrààfənis (Amstenrade, ... ), bəgrááfənis (Heel, ... ), bəgrèffenis (Gennep), bəgrèffənis (Epen, ... ), bəgrèfənis (Montfort), bəgrééfənes (Opgrimbie), bəgrééfənis (Bocholt), bəgréúfənĭĕs (Zichen-Zussen-Bolder), de begrafenis (Geleen), de begreffenis (Klimmen), (= begrafenis).  begreffenis (Gulpen), (Boven de ä van begräfenis, hoort nog een horizontale streep te staan, deze combinatie is op de computer niet te maken).  begräfenis (Schinveld), (geregeld dar de doonste naobere!).  begreffenis (Oirlo), (onz).  begräffenis (Heerlen), dienst is plechtigheid in de kerk; begrafenis is op het kerkhof én in het kerkgebouw  bəgraofənəs (Borgloon), J(onger) V(enraays)  begráffenis (Castenray, ... ), met v-tje op de a  begräffenis (Meerlo), oud  bəgrééfənĭĕs (Opglabbeek), v.  bəgreͅ.fənes (Eys), Zo noemt men het ook.  begreffenis (Maastricht), begraving: begraving (Mheer), begrbnis (du.): begrebnis (Rimburg, ... ), begräbbness (Lontzen), bejrebnis (Bleijerheide, ... ), bejrepnis (Kerkrade), bəgrèbnis (Nieuwenhagen), laatste gang: d⁄r letste gank (Ubachsberg), teraardebestelling: ter eerde bestelling (Neeroeteren), vroeger  tər aad bəstélling (Herk-de-Stad), uitvaart: aatvoat (Sint-Truiden, ... ), eətvaoərt (Leopoldsburg), oe.tvaar.t (Kelpen), oetvaart (Beek, ... ), oetvāārt (Guttecoven), oêtvaart (Venlo), ōētvààrt (Susteren), ōētváárt (Venlo), ōētváát (Heerlen), ōēëtvāāt (Nieuwenhagen), uitvaart (Heythuysen), uitvouet (Tessenderlo), utjvaart (Meijel), utvaart (Meijel, ... ), ówtvaart (As), ətvout (Kwaadmechelen), (= de 2e dag).  oetvaart (Maasbree), (= een of twee dienste na de begrafenisdag).  oetvaart (Tungelroy), (begankenis = veel heen en weer geloop van 2 buren).  aatvaot (Jeuk), Note v.d. invuller: Begrafenis en uitvaart zijn twee verschillende zaken. Eerst was vroeger de begrafenis, 3 of 8 dagen later de uitvaart!  oetvaart (Nunhem) begrafenis [SGV (1914)] || begrafenis; een schoone - [ZND 32 (1939)] || buren en kennissen op iemands begrafenis uitnodigen [bidden, in de rouw verzoeken] [N 87 (1981)] || de gezamenlijke handelingen en plechtigheden waarmee een dode ter aarde besteld wordt [begrafenis, uitvaart, begankenis, zinking, leuves, geuves] [N 87 (1981)] || een begrafenis gaan bijwonen [begaan, te lijk gaan, ter bier gaan, gaan kezen, op de korte snee gaan] [N 87 (1981)] || een dode begraven [graven, zinken, begraven] [N 87 (1981)] || ter begrafenis gaan [N 96D (1989)] || teraardebestelling || uitvaart || uitvaart, begrafenis III-2-2
begrafenisfonds stervenkas: štęrǝvǝkas (Kelmis) Fonds waaruit de weduwe van een gestorven mijnwerker een uitkering kreeg. [monogr.] II-4
begrafenismaal begrafenis-caf: begrafeniskaffe (Waubach, ... ), begrāāfeniskaffe (Nieuwenhagen, ... ), begrafeniseten: begroafeniseëten (Hoensbroek), begrafenisfeest: begreffenisfiès (Valkenburg, ... ), begrafeniskoffie: begrafeniskoffie (Baarlo, ... ), begraffeniskoffie (Meijel), begreffeniskoffie (Hoensbroek, ... ), begreffenniskoffie (Gennep), begrèffeniskoffie (Tungelroy), begrééfeniskoffie (Geistingen), dr dr begreffeniskoffie (Klimmen, ... ), begrafenismaal: begrafenismaal (Beesel, ... ), begrafenismaol (Ophoven, ... ), begrafenismoal (Lutterade), begraffenismaol (Heijen, ... ), begravenismaal (Velden), begreffenismaol (Lottum), begrafenismaaltijd: begrèffenismaoltiet (Geysteren), caf: de kaffee (Tongeren), der kaffee (Epen), kaffee (Hoeselt), kaffui (Sint-Truiden), caf-dis: dr kaffedusj (Nieuwenhagen, ... ), caf-tafel: de kaffétòffel (Tongeren), dodeneten: doeëde-èëte (Heerlen), dodenmaal: doëjemaol (Blerick), eten: iète blijve (Houthalen), gratias (du.): der gratsieas (Vaals), begrafenismaal heet -  gratias (Vaals), cf. RhWb (II), kol. 1365, s.v. Gratias-trunk = "der gemeinsame Trunk nach der Beerdigung  jratsia (Vaals), het vel verteren: t vel vertaere (Montfort), door familie iets gebruikt, sigaar gerookt, borrel gedronken  velvertairen (Roermond), koffie: de kaffie achternaowe (Jeuk), de koffie (Berg-aan-de-Maas, ... ), de kooffie (Blerick), de koofie (Beegden), dər koffie (Eys, ... ), koffie (Eksel, ... ), nao der deens verzeuk ver uch op der koffie (Klimmen, ... ), op de kôffie neuje (Melick), t’r koffie (Wijlre), met brood en kaas  de koffie (Siebengewald, ... ), met vla en knapkoek  de koffie (Urmond), voor naaste familie met brood en kaas  de koffie (Haelen), koffie en vla: koffie en vla (Amstenrade), koffie met vla: men noemt dit gewoon : ----- ; geen speciaal woord  koffie drinken met vla en ander gebak (Schinveld), koffiedrinken: koffiedrinken (Baarlo, ... ), #NAME?  koffiedrinken (Afferden), koffiemaaltijd: koffiemaaltijd (Beringe, ... ), vroeger: maaltijd, vleesloos, stokvis, rijstepap voor familie en naaste buren; thans een koffiemaaltijd en sigaar; na het eten 3 rozenkransen  koffiemaaltijd (Sevenum), koffietafel: de koffeetoafel (Eigenbilzen), de koffietaofel (Eisden, ... ), de koffietāōfel (Schimmert, ... ), de koffietoffel (Gulpen), koffetaofel (Vlodrop), koffiejtaofel (Ell, ... ), koffietafel (Beringe, ... ), koffietafel begrafenis (Eys), koffietaofel (Baarlo, ... ), koffietoafel (Nuth/Aalbeek, ... ), koffietoafəl (Opglabbeek), koffietoaëfel (Hoensbroek), koffietoffel (Heers, ... ), koffietòffel (Achel), koͅfitoͅfəl (Meijel), kòffietaofel (Echt/Gebroek), kòffietaofel hòwe (As), kòffietòffel (Meijel), kòòfetaofel (Posterholt), kôffietaofel (Heel, ... ), alleen familie en kennissen; voor dragers (= naaste buren) een aparte koffietafel  koffietafel (Schinnen), op de koffie neujen; familieleden en naober; dragers werden het cafe ingestuurd om een borrel (veel borrels) te drinken  koffietafel (Oirsbeek), vla en koffie  koffietafel (Schinveld), lijketen: liêkaete (Tungelroy), oude gewoonte om na de begrafenis aan de familie en zij die van ver kwamen een broodmaaltijd aan te bieden. Meestal gingen de vrouwen, die vroeger niet met de begrafenisstoet mee mochten gaan, daarna even naar het graf om te bidden  liekaete (Sittard), lijkkoffie: liekkoffie (Heijen), lijkmaal: liekmaol (Amby, ... ), lijkmaal (Valkenburg), bijna niet meer gedaan  lijkmaal (Schaesberg), vroeger  liekmaol (Valkenburg), vroeger voor iedereen; nu alleen voor familie  lijkmaal (Valkenburg), vóór de oorlog bij deftige begrafenis  lijkmaal (Vijlen), maal: ət maol (Montzen), vóór 1914  maol (Vijlen), maaltijd: moltied (Merselo), naaste familie  moaltied (Oostrum), sterft uit  maoltied (Leunen), vroeger  maoltied (Venray), rouwtafel: ròwtòfəl (Loksbergen), uitvaart: oetvaart (Bingelrade, ... ), ja nog steeds bestaat dit misbruik en wordt genoemd: -  oetvaart (Stein), vroeger  oetvaart (Brunssum) begrafenismaal || Benaming voor de maaltijd/het drankje dat nà de begrafenis werd gebruikt [VC 30 (1964)] || buren en kennissen op iemands begrafenis uitnodigen [bidden, in de rouw verzoeken] [N 87 (1981)] || het begrafenismaal [N 96D (1989)] || Is in uw omgeving het begrafenismaal bekend? Zoo ja, hoe noemt men het (groevenmaal, lijkmaal, grafmaal, uitigst, enz.)? [VC 03 (1937)] III-2-2
begraven beerdigen (du.): beërdige (Kesseleik), bəêêdiggə (Heerlen), begraven: begra.ve (Kuringen), begraave (Geulle, ... ), begraaven (Eksel, ... ), begraavə (Gennep, ... ), begraove (Caberg, ... ), begrave (Amby, ... ), begraven (Achel, ... ), begravə (Doenrade), begraâve (Altweert, ... ), begrāve (As, ... ), begroave (Beverlo, ... ), begroaven (Eigenbilzen), begrōāve (Hoeselt), begráávə (Guttecoven), bejrave (Bleijerheide, ... ), bregrooëve (Vorsen), bugraavu (Brunssum, ... ), bëgrôvë (Hoeselt), bəgra.və (Kelpen), bəgraavvə (Grevenbicht/Papenhoven), bəgraavə (Epen, ... ), bəgraovə (Maastricht, ... ), bəgraoəvə (Niel-bij-St.-Truiden), bəgravə (Kapel-in-t-Zand, ... ), bəgravən (Urmond), bəgrā.və (Eys), bəgrāāvə (Beesel, ... ), bəgràvvən (Lommel), bəgràvə (Loksbergen), bəgrààvə (Amstenrade, ... ), bəgráávə (Heel, ... ), b’graa:ve (Kaulille), eemes begrave (Herten (bij Roermond)), eine begrave (Schimmert), nen dòje begraa.ve (Zolder), ⁄nen doeë begrave (Klimmen), slecht leesbaar: eerder oo dan ao  bëgrôôve (Tongeren), in de grond steken: in e grónt stie.ke (Zolder), in de grond stoppen: in e grónt stóppe (Zolder), kist laten zakken: də kis laotə zakkə (Maastricht), onder de aarde brengen: ōōngə də ēēët brīngə (Nieuwenhagen), zinken: zinken (Lauw, ... ), in de pòsweek waaren er gin begraafenissen, mer de dooj die lütte ze zinken (die werden begraven zonder dienst. Na pasen volgde de uitvaartdienst  zinken (Eksel) begraven || de gezamenlijke handelingen en plechtigheden waarmee een dode ter aarde besteld wordt [begrafenis, uitvaart, begankenis, zinking, leuves, geuves] [N 87 (1981)] || een begrafenis gaan bijwonen [begaan, te lijk gaan, ter bier gaan, gaan kezen, op de korte snee gaan] [N 87 (1981)] || een dode begraven [graven, zinken, begraven] [N 115 (2003)], [N 87 (1981)] III-2-2
begrijpen begreifen (du.): bejriefe (Kerkrade), bejrieve (Vaals, ... ), bejrie’fe (Bleijerheide, ... ), begrijpen: begri-jpe (As, ... ), begrie:pe (Herten (bij Roermond)), begrieepe (Weert), begriefə (Simpelveld), begriep (Maastricht), begriepe (Beek, ... ), begriepen (Born, ... ), begrieppe (Meijel), begriepūn (Brunssum, ... ), begriepə (Gennep, ... ), begrieëpe (Waubach), begriēpe (Schimmert, ... ), begrijpen (Heythuysen, ... ), begriépe (Gronsveld, ... ), begriêpe (Tungelroy), begriëpe (Sevenum), begrīēpe (Amby, ... ), begrīēpə (Meeuwen), begrèè.ëpe (Zonhoven), begrîêpə (Doenrade), bëgrainpë (Tongeren), bəchnīēpə (Kapel-in-t-Zand), bəgrie.pə (Kelpen), bəgriepə (Maastricht, ... ), bəgriepən (Urmond), bəgripə (Meeuwen), bəgrī.pə (Eys), bəgrīēpə (Beesel, ... ), bəgrīpə (Eupen), bəgrĭĕppə (Meeswijk, ... ), bəgrĭĕpə (Maastricht), bəgrééjpən (Lommel), bəgrééəpə (Niel-bij-St.-Truiden), bəgrîêpə (Reuver), ⁄t vas heubbe begreepe (Vlijtingen), (m.).  begriepen (Noorbeek), dzjië begrèp minder gebr. dan verstoa.n  begrèè.pe (Hasselt), begrip hebben: begrip hèbbe (Sevenum, ... ), gōēd begrip hebbe (Venray), belul hebben: belul van hebbe (Maasbree), belul van höbbe (Herten (bij Roermond)), benul hebben: benul hebbe van (Horst), benul hèbbe (Sevenum), benöl van hubbe (Venlo), benullen: benulle (Posterholt, ... ), bənullə (Kapel-in-t-Zand), beseffen: beseffe (Meijel), bevatten: bevatte (Maastricht), bezei-en: bezejje (Blitterswijck, ... ), doorhebben: doeerhebbe (Weert), door hûbbe (Melick), durch haben (< du.): mar: is niet echt een Duits woord = verstehen  vlot dürg haobe (Wijlre), inkomen: énkoume (Sint-Truiden), inzien: inzien (Maastricht), kapieren (du.): kape’re (Bleijerheide, ... ), kennen: kinne (Horst, ... ), kinnə (Nieuwenhagen, ... ), omvatten: umvatte (Venray), onder de muts krijgen: onger de muts kriege (Neer), ônder de muts kriêge (Venlo), onder de muts snappen: ônder de muts snappe (Venlo), onder de p[et krijgen: onger de pet kriege (Neer), snappen: good snappe (Venlo), sjnappe (Geulle, ... ), sjnappə (Hulsberg, ... ), sjnàppe (Swalmen, ... ), sjnàppə (Amstenrade, ... ), sjnàp⁄pə (Brunssum), sjnáppə (Nieuwenhagen), snappe (Caberg, ... ), snappen (Eksel, ... ), snāəppe (Venray), snàppe (As), snàppə (Gennep), šna.pə (Eys), vatten: vatte (Weert), vattə (Montfort), vàtte (As), verstaan: versjtaoë (Gulpen), versjtoa (Waubach), verstaon (Castenray, ... ), verstaôn (Heel), versteun (Hoeselt), verstoawn (Jeuk), verstoa’ (Bleijerheide, ... ), verstoon (Maastricht), verstwèn (Eigenbilzen), verstón (Sint-Truiden), vərs.toon (Maastricht), vərsjtaon (Heel), vərsjtaoë (Nieuwenhagen), vərstao (Heerlen), vərstən (Loksbergen), vərštoͅ.a (Eys) begrijpen || begrijpen, beseffen || begrijpen, met het verstand (be)vattten || begrijpen, nadenken || begrijpen, verstaan || een bewuste, duidelijke voorstelling [benul, belul, besef] [N 85 (1981)] || het vermogen om iets te begrijpen [begrip, begrijp] [N 85 (1981)] || met het verstand vatten, begrijpen [kennen, omvatten, begrijpen] [N 85 (1981)] || met het verstand vatten, inzien || snappen || veel wetend, veel geleerd, veel in zich hebbend [wijs, kloek] [N 85 (1981)] III-1-4
begrip, besef ahnung (du.): Duitsch: Ahnung (Rimburg), begriff (du.): begrief (Simpelveld), bejrif (Kerkrade), bejrif’ (Bleijerheide, ... ), bəgref (Eupen), begrip: begreep (Maastricht), begriep (Brunssum, ... ), begrijp (Bilzen), begrip (Amby, ... ), begrīēp (Meeuwen, ... ), begrĭĕp (Gennep), begrèè.ëp (Zonhoven), beͅgrīp (Meeuwen), bëgrîp (Tongeren), bəchrip (Kapel-in-t-Zand), bəgrep (Hamont), bəgrēp (Paal), bəgrip (Beesel, ... ), bəgrĭĕp (Meijel), bəgrĭpp (Nieuwenhagen), e hat er gei begriep van (Mechelen-aan-de-Maas), good begrip (Ospel), good va begrip (Schaesberg), good van begrip (Neer), van begriëp zien (Maasbree), ⁄t begrip (Caberg), Besef wordt niet gebruikt, maar vervangen door kennis, begrip.  begrip (Hoepertingen), ps. invuller heeft de zin niet beantwoord.  begrīēp (Neeritter), beleid: beleid (Elen), belul: belēūl (Velden), beluel (Gronsveld), beluil (Amby), belul (Achel, ... ), belul ; hêt hêter gein belul van (Grubbenvorst), belūl (Horst, ... ), belŭl (Beegden, ... ), belöl (Berg-en-Terblijt, ... ), belûl (Altweert, ... ), bəlul (Epen, ... ), bəlulə (Beesel), bəlö.l (Maastricht), bəlöl (Maastricht), heej het er gejn belul van (Meerlo), hej hit er gèn belul van (Merselo), (arm).  belul (Venlo), (Eijsden!).  belul (Noorbeek), cf. Schuermans s.v. "belul"; waarsch. is benul ontstaan uit het oudere belul: cf. WNT s.v. "benul  bəlul (Hamont), cf. VD s.v. "belul"= besef, begrip  belu‧l (Weert), Dit wordt het meest gebruikt!  belul (Tienray), Dor hèdde gïj toch gèn belul van, bemoej ów d¯r nie mit  belul (Gennep, ... ), Hae haef gei belul van auto¯s; cf. WNT s.v. "belul"Zie "benul  belul (Echt/Gebroek), Ook benul, doch minder.  belul (Amby), ps. invuller heeft de zin niet beantwoord.  belul (Hunsel), benul: belul (Sittard), beneul (Maastricht, ... ), benīl (As), benōl (Maastricht), benul (Arcen, ... ), benul van (Neer), benŭl (Beegden, ... ), benöl (Caberg, ... ), benööl (Simpelveld), benûl (Altweert, ... ), bunull (Brunssum), bənu.l (Meeswijk), bənul (Bree, ... ), bənūl (Nieuwenhagen, ... ), bəny(3)l (Veulen), bənö.l (Maastricht), bənöl (Amstenrade, ... ), bənööl (Schinnen), bənøl (Beverlo, ... ), bənø̄l (Overpelt), bənəl (Eksel), bɛnül (Rekem), hij heeft er geen benul van (Griendtsveen), hij hit er gin benul van (Griendtsveen), hê hèt er gei benul van (Buchten), Minder.  benul (Amby), o.  bənø̄.l (Eys), opm. belul is de oudere vorm, ook in het ned. De etym. is onzeker; misschien is er samenhang met lol in de oorspr. bet. van melodie, deun  benul (Roermond), ps. invuller heeft de zin niet beantwoord.  benul (Neeritter), waarsch. is benul ontstaan uit het oudere belul: cf. WNT s.v. "benul  bənul (Hamont), besef: b`saef (Tessenderlo), besef (Blerick, ... ), besĕf (Heer, ... ), besèf (As, ... ), bəsaef (Maastricht, ... ), bəsef (Wijnandsrade), bəsēf (Kermt), bəseͅf (Martenslinde), bəsèf (Montfort), bəséf (Nieuwenhagen), bəzɛə (Zonhoven), cf. VD s.v. "besef"2. bewuste, duidelijke voorstelling, begrip; cf. VD s.v. "benul"= besef, begrip  besef (Heythuysen), ps. invuller geeft geen antwoord op de zin.  besef (Herten (bij Roermond)), Zelden gebezigd, men zegt veelal hij heeft er geen bewijs van.  besef (Neerhespen), bezei: besaije (Horn), besäy (Elen), bezaej (Maaseik), bezeej (Castenray, ... ), bezei (Blitterswijck, ... ), bezei ’ (Banholt), bezeij (Eys, ... ), bezej (Klimmen, ... ), bezej(je) (Heel), bezĕ.j (Uikhoven), bezĕj (Doenrade, ... ), bezij (Gulpen, ... ), bezèi (Sittard), bezèij (Susteren), bezèj (Meijel, ... ), bezéj (Gronsveld), bezê-ĭ (Sittard), bezêj (Altweert, ... ), bêze (Meterik), bəzaej (Rekem), bəzeij (Maastricht), bəzej (Schinnen), bəzēj (Beesel), bəzeͅj (Neerpelt), bəzij (Reuver), bəzèj (Roermond), bəzèəj (Amstenrade), bəzé.j (Meeswijk), bəzéj⁄ (Brunssum), e hat er gei bezaij van (Mechelen-aan-de-Maas), gee bezeij va (Heerlen), (er staat als trefwoord "bezaai")  bəzééi-j (Hamont), cf. Schuermans, p. 51 s.v. "bezei  bezej (Maastricht), Do hit er geen bezae van: daar heeft hij geen begrip van  bezae (Genk), Duitsche ei  bezei (Bingelrade), ps. boven de è staat nog een lengteteken; deze combinatieletter kan ik niet maken/omspellen!  bezèj (As), ps. omgespeld volgens Frings.  bezɛ̄j (Beesel), Rh.Wb. kent besei (overleg, oordeel geven) vgl. du. nach Besage  bezej (Roermond), vb."van kaarten heeft hij geen -  bəzèèj (Meeuwen), gedacht: gedacht (Sint-Truiden), gɛdax (Opgrimbie), Hè hit er geïn gedacht van.  gedacht (As), goed van aannemen: goed van oa⁄nnimmen (Eksel), idee: gen idee (Oirlo), idee (Gulpen), inzicht: inzicht (Oirsbeek), inzigd (Meijel), i’zich (Bleijerheide, ... ), notie: noosie (Oirsbeek), notie (Reuver, ... ), slimheid: sjlaimheid (Merkelbeek), verstand: ei good versjtandj (Lutterade), gei vər’sta:nt fan (Tongeren), hê hêt er gein verstandj van (Genooi/Ohé, ... ), verschtank (Vijlen), verschtānd (Amby), versjtand (Heek, ... ), versjtandj (Brunssum, ... ), versjtanjd (Geleen), versjtank (Vijlen), versjtant (Mechelen), verstand (Bilzen, ... ), verstandj (Dieteren), verstank (Baarlo, ... ), verstaənd (Sint-Truiden), verstentj (Guttecoven), vërstand (Lanklaar), vərsjtank (Simpelveld), vərsjtànk (Nieuwenhagen), vərstant (Aalst-bij-St.-Truiden, ... ), vərstant? (Opgrimbie), vərstānt (Heers), vərsta͂nt (Kortessem), vɛrstant (Eksel), verstndnis (du.): versjtend’nis (Bleijerheide, ... ), o.  vəršteͅ.ntnes (Eys), weet: Weet. Besef niet gekend.  wjët (Rosmeer) begrip || begrip, besef, benul || begrip, nuchter verstand || begrip, van iets bewust zijn || begrip, verstand || begrip; langzaam van begrip || benul || benul, begrip (hij heeft er geen - van) [ZND B1 (1940sq)] || benul, belul || benul, besef || benul, besef, begrip || benul, notie || besef || besef (hij heeft er geen - van) [SGV (1914)] || besef (hij heeft er geen - van) [ZND 01 (1922)] || besef (hij heeft er geen ~ van) [SGV (1914)] || besef, begrip, inzicht || besef, notie, benul || besef, verstand, oordeel, gedacht, kennis || bewust zijn, begrip, bezinning || een bewuste, duidelijke voorstelling [benul, belul, besef] [N 85 (1981)] || het vermogen om iets te begrijpen [begrip, begrijp] [N 85 (1981)] || idee, benul, ingeving, denkbeeld || inzicht || inzicht, begrip || kennis van zaken || overleg, verstand, wijsheid || verstand (besef) || verstand, aanleg || verstand, begrip || verstand, inzicht || verstand, overleg, oordeel || verstandelijk vermogen, het denken, begrip III-1-4
behagen gaden: cf. VD s.v. "gaden, gaaien  gaaie (Sittard) behagen III-1-4
behang afdoen afdoen: āf˱duǝn (Klimmen), afdoen met een stoomapparaat: āf˱duǝn met˱ ǝn štǫwmapǝrāt (Klimmen), afrijten: āfrītǝ (Gulpen, ... ), afscheuren: afsxø̄rǝ (Jeuk), āfšø̄rǝ (Noorbeek, ... ), āfšø̜̄rǝ (Schinnen), afsteken: afstē̜kǝ (Meijel, ... ), āfstē̜kǝ (Maasbree), āfštiɛkǝ (Schinnen), āfštē̜kǝ (Heel, ... ), āfštē̜xǝ (Kerkrade), āfštęǝkǝ (Heerlen), ǭfstiǝkǝ (Houthalen), afstomen: afstuwǝmǝ (Tessenderlo), afstōmǝ (Ottersum), afstūmǝ (Jeuk), afstūǝmǝ (Meijel), āfstǫwmǝ (Maasbree), āfštōmǝ (Gulpen, ... ), āfštǫwmǝ (Herten, ... ), aftrekken: āftrękǝ (Buchten, ... ), afweken: afwēkǝ (Jeuk), afwē̜jkǝ (Ottersum), āfwēxǝ (Kerkrade, ... ), āfwē̜kǝ (Gulpen, ... ), āfwęjkǝ (Heel, ... ), natmaken: nātmākǝ (Meijel), nǭtmǭkǝ (Diepenbeek), papier afscheuren: pǝpīr ǭfšø̄rǝ (Diepenbeek), papier afsteken: pǝpīr ǭfstīǝkǝ (Diepenbeek), stomen: štǫwmǝ (Heel), weken: wēkǝ (Houthalen), węjkǝ (Buchten, ... ) Oud behang verwijderen. [N 67, 93a; N 67, 93b; N 67, 93c] II-9