e-WLD begrippen 

 
 
Filteren...

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
raket hennekruid: hinnekroed (Tungelroy), hennenvoet: hinnevet (Jeuk), ijzerkruid: iezerkroet (Vijlen), -  iezerkroed (Maasbree), iezerkroet (Posterholt), WLD  iezerkroet (Posterholt), WLD = raket  iezerkroet (Posterholt, ... ), raket: =gewone -. zelfde  raket (Echt/Gebroek), rattekruid: ratte kroet (Schimmert), eigen spellinsysteem staat meestal met bossen bij elkaar  rattekroed (Meijel), idiosyncr.  rattekroed (Thorn), rattekroet (Sittard), WLD  ratte kroet (Montfort), ratte krōēt (Schimmert), rattekroed (Ophoven, ... ), rattekrüt (Beesel), ráttekroet (Swalmen), ribbe: [Eruca sativa]  rïbbë (Tongeren), vlierkruid: flierkruid (Jeuk), vlieskruid: eigen spellingsysteem  flièskroëd (Maasbree) gewone raket [DC 60a (1985)] || Gewone raket (sisymbrium officinale 30 tot 70 cm groot. De stengels zijn behaard, de zijtakken groeien afstaand; de bladeren zijn diep ingesneden en gedeeltelijk spiesvormig met 2 slippen aan de voet, de bladeren zijn kort behaard; de bloemen zijn klein [N 92 (1982)] || raket [N 92 (1982)] || tuinraket, ribbe III-4-3
ramasseren ramasseren: masērǝ (Maastricht), ramasērǝ (Maastricht) De gipsvorm uit elkaar nemen en het gevormde voorwerp eruit verwijderen. [monogr.] II-8
ramen lappen afsponsen: met de spons  āfsponsə (Heel), āfspoͅnsə (Leunen), afwassen: aafwessche (Meerssen), aafwesschə (Ransdaal), āfwasə (Herten (bij Roermond)), met de spons  āfwa͂sə (Leunen), afwrijven: met spons  aaffrievə (Berg-en-Terblijt), afzemen: aafzeeme (Herten (bij Roermond)), āf˃zēmə (Einighausen), āf˃zīəmə (Wessem), áfzieëme (Castenray, ... ), met de zeem  āf˃zīəmə (Heel), de ruiten doen: mèt sjpons en lèèr, of lèèrelap  de roete doon (Valkenburg), de vensteren doen: mèt sjpons en lèèr, of lèèrelap  de vinstere doon (Valkenburg), glazen wassen: də glās wasə (Panningen), kuisen: kuisen (Meeuwen), kèùsə (Leopoldsburg), lappen: lappe (Echt/Gebroek, ... ), lappen (Lutterade, ... ), leren-lappen: lere-lappe (Maastricht), poetsen: poetse (Waubach), poetsen (Weert), pōtsə (Guttecoven), putsə (Roermond), met spons  pōōtsə (Berg-en-Terblijt), ramen doen: rame doon (Weert), rāmə dōn (Blerick), ramen lappen: rame lappe (Herten (bij Roermond)), ramen wassen: rame waosse (Helden/Everlo), rame wasse (Ell, ... ), rame wâsse (Oirlo), rāmə wasə (Wellerlooi), rāmə wāsə (America), het geheel  rāmə wasə (Stramproy), ramen zemen: raamə zîemə (Meijel), rame ziême (Boekend), ruiten lappen: rūtə lapə (Maasniel), ruiten poetsen: rūtə putsə (Blerick), rôête poetse (Blerick), algemene benaming  rūtə putsə (Heel), ruiten wassen: roete waesje (Sittard), roete wasse (Borgharen, ... ), roete wassen (Maastricht), roete wassə (Amby), roete wesche (Geleen), roete wesje (Puth, ... ), roete wessche (Amstenrade), roete wessje (Houthem), roete wessjen (Geulle), roete wessjĕ (Hulsberg), roete wēsschĕ (Meerssen), roete wĕsje (Meerssen, ... ), roete wäsje (Merkelbeek, ... ), route wèsje (Nuth/Aalbeek), rōēte wassə (Maastricht), ruiten wassen (Born), rūtə wasə (Baarlo, ... ), rūtə wāsə (Gronsveld), rūtə wɛšə (Nieuwstadt, ... ), rūtəwasə (Tungelroy), rūətə wasə (Tegelen), lange oe  roete wasse (Maastricht), ruiten zemen: də rūtə zīi̯mə (Panningen), də rūtə zīəmə (Helden/Everlo), roete zème (Heerlerheide), rūtə zīmə (Hout-Blerick, ... ), rūtə zīəmə (Baarlo, ... ), rūətə zīəmə (Helden/Everlo), ry(3)̄tə zēmə (Gennep, ... ), ruiten zuivermaken: roete zuvermake (Maastricht), schoonmaken: schoanmake (Valkenburg), šū.nmākə (Putbroek), spoelen: sjpeule (Helden/Everlo), sponsen: spoonse (Maastricht), spōnsə (Melderslo), vensteren wassen: veenstere wesje (Noorbeek, ... ), venstere wèche (Sint-Martens-Voeren), venstər weͅi̯šə (Vijlen), venstərə wɛi̯šə (Vaals), venstərə wɛšə (Eys, ... ), venstərə wɛ̄šə (Bocholtz, ... ), vēnstərə wēͅšə (Mheer), vinstere waesje (Sittard), vinstere wesje (Schaesberg), vinstere wesjen (Urmond), vinstere wessche (Nuth/Aalbeek), vinstere wessje (Klimmen), vinstere wèsj-sje (Klimmen), vinsteren wesjen (Stein), vinsterre wèssche (Buchten), vinsters wesschen (Geulle), vinstĕrĕ wešje (Oirsbeek), vinstère wèsche (Schimmert), vinstère wèsje (Schimmert), vensters kuisen: vēͅnstərs køsə (Kwaadmechelen), vensters wassen: ve.nstərs w‧asə (Kinrooi), venstərs wasə (Lanklaar, ... ), vēͅnstərs wasə (Kwaadmechelen), vinsters wasse (Eigenbilzen), vinsters wassen (Jeuk, ... ), vinsters wâssen (Hoeselt), vinsters wèsje (Schaesberg), vinstərs wàssə (Opglabbeek, ... ), vènsters wasse (Eksel), met ene leère lap (zeem)  vinsters wassen (Neerharen), vensterwassen: finsterwesje (Sittard), vinsterwassen (Jeuk), vinsterwessche (Sittard), wassen: wase (Gronsveld), wasse (As, ... ), wassen (Meeuwen, ... ), wasə (Dieteren, ... ), wesje (Eygelshoven, ... ), wessje (Guttecoven, ... ), wēͅšə (Eys), wàsse (Opglabbeek), wässche (Heerlen), wèsche (Meerssen), wèsschen (Valkenburg), wèèsje (Mheer), wɛšə (Born, ... ), (met spons)  wassen (Meeuwen), met ?wam @n l‰r  wɛi̯šə (Vaals), zemen: zeeme (Maastricht, ... ), zeemen (Montfort, ... ), zeemə (Heerlen), zeime (Reuver), zeme (Meijel, ... ), zemen (Gennep, ... ), zēēme (Schimmert), zēmə (Heythuysen, ... ), zēəmə (Maasbracht), zeͅi̯mə (Neeroeteren), zieeme (Weert), ziejeme (Meerlo), ziejmə (Arcen), zieme (Tungelroy), ziême (Bree), ziëme (Venlo), ziəmə (Blitterswijck, ... ), zīmə (Blerick, ... ), zīəmə (Arcen, ... ), zèeme (Gulpen), zème (Heythuysen), zême (Nunhem), z‧ēmə (Montfort), (na het wassen, d.m.v. een zeem)  zemen (Meeuwen), droog maken  zīəmə (Stramproy), gebruikt men ook wel.  zīēme (As), glazen, ruiten en glanzende oppervlakts droog wrijven met een zeemleren doek  zieëme (Castenray, ... ), met de zeem  zīəmə (Leunen) afzemen, met een zeem afdoen || Ramen schoonmaken met behulp van spons en zeem (zemen, lappen, kuisen) [N 79 (1979)], [ZND 08 (1925)] || ramen zemen [DC 15 (1947)] || zemen III-2-1
ramen van een hangende steiger hangbokken: haŋbęk (Meeuwen), hengsels: heŋsǝls (Oud-Caberg), schoren: šǭrǝ (Klimmen, ... ), schoren met een querbred: šǫarǝ met˱ ē kwērbrɛt (Bleijerheide), schragen: šrɛ̄x (Panningen), schrankhoeken: šraŋkhø̄k (Tegelen), steigersradjes: stęjgǝršrø̄tjǝs (Montfort), steun: stø̜jn (Sint-Truiden) De winkelhaakvormige ramen waarmee een hangende steiger wordt gevormd. Zie ook Van Keirsbilck II, pag. 224 s.v. 'Paard', 'peerd': ø̄Een kloek winkelhaakvormig raam, dat met een haak of met koorden langs den muur gevestigd is, in uitspringende richting gelijk eene console en dient, bij een hangende steiger, om den planken vloer te dragen.ø̄ [N 32, 8b] II-9
rami (kaartspel) ramin: [< rami]  remieje (As) Namen [en beschrijving] van diverse kaartspelen zoals: [bonken, eenentwintigen, hoogjassen, kajoeteren, klaverjassen, kwetten, kruisjassen, liegen, pandoeren, petoeten, schuppemiejen, smousjassen, tikken, toepen, wijveren, zwartebetten, zwartepieten, zwik [N 88 (1982)] III-3-2
rammelaar bok: bok (Waubach), hans: hens (Arcen), hĕns (Horst), hengst: heŋs (Membruggen), hɛŋs (Mopertingen), klater: klawter (Jeuk), kloater (Sint-Truiden, ... ), kloter(ke) (Sint-Huibrechts-Lille), kluter (Maaseik), add. van mw. G. Schalenborg op lijst voor Jeuk (P 219).  klauter (Sint-Truiden), Dient om te bellen.  klater (As), klateraar: klautereer (Jeuk), add. van mw. G. Schalenborg op lijst voor Jeuk (P 219).  klautereer (Gingelom), Sub kloater: ook kloatereer.  kloatereer (Sint-Truiden), kleutertje: kleuterke (Echt/Gebroek, ... ), Ouderwets.  kleuterke (Geistingen), klinkbel: klinkbel (Wellen), konijn: knāəns (Membruggen), knīns (Kessenich), konijnsrekel: kni-jnsrèkel (As, ... ), mannetje: mɛntšə (Herderen, ... ), mɛnəkə (Achel, ... ), thans ook gebruikt  mɛnəkə (Kaulille), mannetjekonijn: meͅnəkəknɛi.n (Lauw), mɛnəkək’nēͅ.n (Bommershoven), rabbel: rabbel (Sittard), rabəl (Heerlen), rabbelaar: rabbelaar (Guttecoven), rabbelaer (Sittard), rabbelaartje: Ich höb dich e sjoon raebelaerke veur t kenjt mitgebrach: ik heb een mooi rammelaartje voor het kindje meegebracht.  rabbelaerke (Sittard), rabbelebelsje: rabbelebelsje (Kerkrade), rabbeltje: rebbelke (Heerlen, ... ), reͅbəlkə (Heerlen), rɛbəlkə (Eys), NB rabbele: rammelen met een rammelaar.  rebbelke (Klimmen), Sing, sing, mie rebbelke,  rebbelke (Sittard), Zie ook: rammeleer.  rebbelke (Heerlen), ram: ram (Blerick), rèm (Siebengewald), rammel: en rammel (Zolder), rammel (Alken, ... ), remmel (Afferden, ... ), remməl (Blitterswijck, ... ), reməl (Kronenberg, ... ), rem’mel (Tegelen), rēͅmməl (Laar), rĕmməl (Grubbenvorst, ... ), rĕməl (Merkelbeek), rèmmel (Schinveld), rémməl (Koningsbosch), rammelaar: ne rammelaar (Lommel), ne rammelêr (e rammeldeiske?) (Bilzen), rabbeleer (Oirsbeek), rameliejer (Loksbergen), ramm`laer (Bocholt), rammelaar (Haler, ... ), rammelaer (Blerick, ... ), rammelair (Schimmert), rammelear (Lutterade), rammeleer (As, ... ), rammeleir (Achel, ... ), rammeler (Hoepertingen, ... ), rammelieer (Ell, ... ), rammeliejer (Heel), rammelier (Herten (bij Roermond), ... ), rammelieër (Kinrooi), rammelèer (Kanne, ... ), rammelèr (Helden / Everlo), rammelèèr (Heusden, ... ), rammelêr (Bilzen, ... ), rammenleer (Stein), rammler (Vaals), rammëlèr (Hoeselt, ... ), raməlar (Gennep), raməlār (Kortessem), raməlēr (Nieuwenhagen, ... ), raməlēͅr (Amstenrade, ... ), raməleͅar (Eys), raməlīər (Kelpen, ... ), raməlɛ̄r (Bilzen, ... ), re:mmelee:r (Roermond), reemeleejr (Heerlen), remmelaer (Berg en Terblijt, ... ), remmelaire (Schimmert), remmelar (Geysteren), remmelder (Vijlen), remmeleer (Amstenrade, ... ), remmeler (Leunen, ... ), remmelēr (Amby), remmelier (Pey), remmelièr (Echt / Gebroek), remmelīēr (Dieteren), remmeltjer (Hushoven, ... ), remmelär (Meerssen), remmelèer (Geleen), remmelèr (Guttecoven), remmelère (Einighausen), remmelèèr (Hoensbroek, ... ), remmelêr (Itteren, ... ), remmelêre (Bunde), remmĕleir (Amby), remməlēͅr (Berg en Terblijt, ... ), remməlèr (Bingelrade, ... ), remmələr (Oostrum), remələr (Simpelveld), rēmmĕlêr (Meerssen), rĕmmelèr (Welten), rĕmmelèër (Heerlen), rĕmmelêr (Hulsberg), rĕməlēͅr (Maastricht), rĕmələr (Bocholtz), ràmməlèèr (Lommel), ràmməléér (Meeswijk), ráməlar (Martenslinde), ráməlēͅr (Hamont, ... ), ráməleͅr (Overpelt, ... ), ráməlár (Rijkhoven), ráməlɛr (Grote-Spouwen, ... ), ráməlɛ̄r (Hees, ... ), rämmelder (Eupen), rèmmelair (Schinveld), rèmmeleer (Bree), rèmməldər (Heijen), rèmməleĕr (Maastricht), rèmmələr (Oirlo, ... ), rémmelaer (Echt/Gebroek), rémmelder (Gennep, ... ), rémmeler (Gennep), rɛməlēͅr (Boorsem, ... ), rɛməlɛr (Riemst), rɛməlɛ̄r (Mopertingen, ... ), #NAME?  raməlä:r (Lommel), 2. Knuppel.  remmelaer (Sittard), Antwoord onderlijnd bij de suggesties.  rammelaar (Diepenbeek), Het kindje speelde met een rammelaaar.  raməlēər (Hamont), ne Zilvere rammeleer; t remmelke is oet de weeg gevalle.  ra:mmelee:r (Roermond), ook haas  remmelèèr (As, ... ), rem’meter (Bleijerheide, ... ), Speelgoed.  rammelaer (As), To had veur t niej kiendje ein remmelke gekoch.  rammelaer (Venlo), Zie ook REMMELAAR [pag. 520: rammelaar, mannetje van het konijn].  raməlēr (Meeswijk), Zie ook: rebbelke.  rammeleer (Heerlen), rammelaartje: rammeleerke (Genk), Het kindje speelde met een rammelaaar.  raməlerkə (Hamont), Syn. remmelke.  rammeleërke (Diepenbeek), rammeldoos: rammeldoos (Eigenbilzen), rammeltje: e remmelke (Hasselt), e rémmelke (Zolder), ramm`lke (Kaulille), rammelke (Eksel, ... ), rammelken (Achel), raməlkə (Eksel), remmelke (Beesel, ... ), remməlkə (Maastricht), reͅməlkə (Kapel-in-t-Zand, ... ), rémmelke (Zolder), rɛməlkə (Swalmen), [Met afbeelding].  remmelke (Maastricht), [Verkl]. ne Zilvere rammeleer; t remmelke is oet de weeg gevalle.  remmelke (Roermond), [Vgl. pag. 134: rónglke, met afbeelding].  ramm`lke (Kaulille), De klène gùjde gedurig-oon het rammelke ùp-e grùnd.  rammelke (Beverlo), Dim.  rémmelke (Zonhoven), pag. 234: rammelaar, nl. kinderspeelgoed (z. remmelke).  remmelke (Meerlo, ... ), Syn. rammeleërke.  remmelke (Diepenbeek), To had veur t niej kiendje ein remmelke gekoch.  remmelke (Venlo), vgl. pag. 223 sub rammelaer: To had veur t niej kiendje ein remmelke gekoch.  remmelke (Venlo), Waar is uw remmelke, klein kind?  reməlkə (Zonhoven), WNT rammel IV.  remmelke (Hasselt), ratel: ratel (Echt/Gebroek), [Alg. opmerking: de invuller is een nieuwe medewerker en heeft enkel vernederlandste woorden genoteerd die reeds tussen haakjes in de vraagstelling gesuggereerd werden]  ratel (Heers), rekel: raekel (Oirsbeek, ... ), raikel (Grathem, ... ), raikəl (Haelen), rāēkel (Dieteren), rāikel (Maasbree), reikel (Schinnen), rekel (Rimburg, ... ), reëkel (Nieuwenhagen), rēͅkel (Heythuysen), rēͅkəl (Beek (bij Bree), ... ), rĕkel (Waubach), reͅkəl (Kessenich), räkel (Berg aan de Maas), rèkel (Beek, ... ), rèkĕl (Tegelen), rèkkəl (Grevenbicht / Papenhoven), rèkəl (Borgharen, ... ), rêkel (Hulsberg, ... ), rɛkəl (Pey), (stoott.)  raekel (Echt/Gebroek), ook: remmel  raekel (Altweert, ... ), ouder  rēͅkəl (Kaulille), reu: røj (Montenaken), røͅi (Niel-bij-St.-Truiden), røͅy (Gingelom, ... ), oud woord  røͅy (Meeswijk), rijder: raiër (Tongeren), raiər (\'s-Herenelderen, ... ), rēə.r (Duras), rēər (Binderveld), rēͅ.ər (Heusden, ... ), rēͅə.r (Ordingen), rēͅər (Aalst-bij-St.-Truiden, ... ), reͅi.ər (Beringen), reͅiər (Heppen, ... ), rijer (Genker Wb.), rø͂ͅr (Donk (bij Herk-de-Stad), ... ), røͅyr (Halmaal), rùir (Sint-Truiden), rɛi.ər (Koninksem, ... ), rɛiər (Rutten), rammelaar  rèèr (Hasselt), raskonijn om te kweken  rēͅər (Heers), rijderd: rēͅərt (Godschei), rijdertje: rɛ̄rəkə (Gelinden), rongel: róng`l (Bocholt), rongelaar: rongelaar (Meeuwen), rongeltje: [Met afbeelding].  róng`lke (Kaulille), Zie ook rammelèèr.  ròngelke (Bree), schel: schel (Lauw), schudder: dë sjêddër (Tongeren), Et. bij schudden?  sjêddër (Tongeren) *Remmelke: Rammelaar. || 1. *Rammelaar, klapperend speeltuig voor zuigelingen. || 1. Rammelaar, kinderbel. || 1. Rammelaar. || 2. Speelgoed voor babys. || 3. Verbasterde vorm voor rammelaar (baby-speelgoed). || [2]. Kinderspeelgoed (baby). || [I.] Rammelaar. || het speeltuig voor heel jonge kinderen, dat bestaat uit een holle bol met een handvat waarin zich één of meer losse balletjes bevinden [rammelaar, rammel, klater] [N 112 (2006)] || Het speeltuig voor heel jonge kinderen, dat bestaat uit een holle bol met een handvat waarin zich één of meer losse balletjes bevinden [rammelaar, rammel, klater]. [N 88 (1982)] || II. Rammelaar: kinderspeeltuig. || Kinderspeelgoed. || konijn || konijn, mannetje [DC 04 (1936)] || konijn, mannetje: rammelaar || konijn, mannetje: reu || mannetje v haas of konijn || mannetje v hond of konijn || mannetje v hond, vos, konijn || Rammel, rammelaar (speeltuig voor babys). || Rammel. || Rammel2: Kinderrammelaar. || rammelaar || Rammelaar (baby). || Rammelaar (kinderspeelgoed). || Rammelaar (speelgoed). || Rammelaar van baby. || Rammelaar, bep. kinderspeelgoed. || rammelaar, mann. haas of konijn || rammelaar, mannetje konijn [Goossens 1b (1960)] || Rammelaar. [ZND m], [ZND m] || Rammelaar: 2. Iets wat rammelt, inz. kinderspeelgoed. || Rammelaar: Kinderspeeltuig. || Rammelaartje der zuigelingen. || Rammelaartje. III-2-1, III-2-2, III-3-2
rammelen kladderen: klèddere (As), klepperen: kléppərə (Nieuwenhagen), kloppen: kloppe (Jeuk), kloteren: klootere (Herten (bij Roermond)), rabbelen: rabbele (Klimmen), rakelen: raochele (Klimmen), raokele (Nederweert), roakele (Weert), rokkelj (Ospel), (ei raokeliesder).  raŏkele (Nederweert), rammelen: rammele (Amby, ... ), rammelen (Born, ... ), rammelle (Geulle), rammelt (Beesel), rammelə (Doenrade, ... ), rammulu (Brunssum), rammələ (Beesel, ... ), rammələn (Diepenbeek, ... ), ramələ (Heel, ... ), ra͂mmele (Gulpen), ràm.mələ (Maastricht), ràmmele (As, ... ), ràmmələ (Guttecoven, ... ), rámmelə (Gennep), rámmələ (Nieuwenhagen), r‧amələ (Eys), ⁄t rammeltj (Ell), ratelen: raatele (Herten (bij Roermond)), ratele (Amby, ... ), rātele (As), slaan: sjlaoë (Nieuwenhagen), tegeneen houden: teͅ.agənē. h‧oͅu̯ə (Eys) een onwelluidende, trillende klank voortbrengen, gezegd van loszittende voorwerpen die in beweging gebracht worden [rammelen, rotelen] [N 91 (1982)] || rammelen || rammelen met een rammelaar III-2-2, III-4-4
rammelkar bommelkar: bumǝlkār (Hasselt), bǭmǝlkē̜r (Kermt), botterkar: bǫtǝrkęr (Weert), de kar is verrateld: dǝ kar es vǝrrātǝlt (Opglabbeek, ... ), hoddelkar: hǫdǝlkār (Hasselt, ... ), hǫdǝlkęr (Puth), hoddelskar: hodǝlskar (Klimmen, ... ), hǫdǝlskɛr (Herkenbosch), hodderkar: hodǝrkē̜r (Lummen, ... ), hosselkar: hosǝlkār (Meijel), hotselaar: hutsǝlē̜r (Eisden), hotselkar: hutsǝlkɛr (Maasbracht), hǫtsǝlkar (Achel  [(een kar die aan het verslijten is)]  ), kar die slaat: kar di slø (Lommel), kęr di šlęi̯t (Maasniel, ... ), klinkende kar: kleŋkǝndǝ kē̜r (Wellen), kloterkar: klotǝrkar (Maaseik  [(met uitgelopen bussen)]  ), klōtǝrkār (Meijel), klōtǝrkęr (Boukoul, ... ), klǭtǝrkęr (Nunhem  [(andere naam voor vrachtkar die belletjes voerde aan de achterhaam om de aandacht te trekken)]  , ... ), klotskar: klǫtskē̜r (Paal), klǫtskɛ̄r (Overpelt), lodderkar: lodǝrkē̜r (Lummen), rakelkar: rūǝkǝlkęr (Weert), rǭkǝlkęr (Neeritter  [(gewoonlijk oude of slecht onderhouden kar)]  ), rammelkar: ramǝlkar (America, ... ), ramǝlkār (Ketsingen, ... ), ramǝlkē̜r (Paal), ramǝlkē̜ǝr (Diepenbeek), ramǝlkęr (Venlo, ... ), rammelkarretje: ramǝlkarkǝ (Berverlo), rammelskar: ramǝlskar (Hoensbroek, ... ), ratelkar: ru̯ǫtǝlkār (Hoeselt), rātǝlkar (Gelieren Bret, ... ), rātǝlkē̜r (Lummen, ... ), rǭtǝlkār (Tongeren), schoggelkar: šogǝlkār (Meijel), šugǝlkɛr (Haelen), schokkelkar: sxokǝlkē̜r (Paal), sxuqǝlkɛr (Venlo), sxǭʔǝlkar (Lommel), šokǝlkar (Geleen, ... ), šoqǝlkar (Bree, ... ), šukǝlkɛr (Maasniel  [(een kar die veel ruimte heeft tussen bus en as)]  ), žokǝkār (Peer), žǭkǝlkar (Bocholt), schokselkar: sxoksǝlkē̜r (Kaulille), stokkelkar: štokǝlkar (Ulestraten), verratelde kar: vǝrrātǝldǝ kar (Guttecoven, ... ) Kar die veel lawaai maakt. [N 17, 92] I-13
rammenas radijs: radies (Reppel), redies (Beringen), rammenas: rademads (Bree), ramanas (Gruitrode, ... ), ramenas (Achel, ... ), ramenasse (Sint-Truiden), rammenas (Boekend, ... ), rammenasse (Kerkrade, ... ), rammenas’ (Bleijerheide, ... ), rammenets (Halen, ... ), rammənats (Beringen, ... ), rammənatsj (Tessenderlo), ramənas (Dilsen, ... ), ramənas* (Niel-bij-St.-Truiden), ramənasp (Zolder), ramənats (Bilzen, ... ), ramənās (Diepenbeek, ... ), ramənāəs (Gutshoven), rāmənas (Lauw), ràmmànàs (Lanaken), rəmənas (Achel, ... ), "zwarte radijs  rammenas’ (Haanrade), of: zwarte radijs  rammënas (Tongeren), raphanus sativus; verwerkt in drankje tegen de hoest  ramənas* (Hamont), snijdersspek: sneejersspek (Castenray, ... ) [ZND 41 (1943)]Hoe noemt u: rammenas (Raphanus sativus niger - fam. cruciferae) [N 71 (1975)] || ramenas || rammenas I-7
rampvlucht grootfond: grôêêtfond (Venray), ramp: ramp (Jesseren), rampvlucht: ramp vluch (Herten (bij Roermond)), ramp vlucht (Mielen-boven-Aalst), ramp vlug (Guttecoven), ramp-vluch (Beesel), ramp-vlucht (Sevenum), rampflug (Buchten), rampvluch (Geleen, ... ), rampvlucht (Eys, ... ), rampvlug (Geleen, ... ), rampvlôêcht (Eisden), rampvlög (Echt/Gebroek), rampvløxt (Meijel), ra‧mpvlucht (Weert), roumpvleugt (Kortessem), ràmpvlucht (As), ’n rampvlugt (Doenrade), ’n rampvlöch (Klimmen), (m.).  ra.mp˃vlø.x (Eys), Algemene opmerking bij deze vragenlijst: invuller heeft hierbij twee bijlagevellen bijgevoegd, t.w.  ’n rampvlèch (Bilzen), Algemene opmerking bij deze vragenlijst: zie ook "klanktabel v.h. Zolders (uitspraak)", aan de achterkant van de laatste pagina!  en ra.mpvlucht (Zolder), Algemene opmerking bij deze vragenlijst: zie ook aantekening van de invuller, op de laatste pagina!  rampvlucht (Grathem, ... ), Algemene opmerking bij deze vragenlijst: zie ook bijlagevellen met (eventuele) aanvullingen en diverse toelichtingen.  rampvlucht (Wanssum), Algemene opmerking: deze vragenlijst is nogal slecht (= weinig antwoorden) ingevuld!  rampvleeg (Gruitrode), Algemene opmerkingen bij deze vragenlijst:  ramp vlucht (Thorn), s: missakker (Sint-Pieter) een vlucht waar er weinig van terugkomen? [N 93 (1983)] III-3-2