e-WLD trefwoorden 

 
 
Filteren...

Overzicht

Gevonden: 140309
TrefwoordBegrip: dialectopgave (plaats)Toelichting
omzettang plooitang:   omzɛts-tsaŋ (Bleijerheide) II-11
omzetten biggen overzetten:   ømzɛtsǝ (Kerkrade), bloem mengen:   ømzętǝ (Maastricht), een composthoop maken en omzetten:   omzętǝ (Heythuysen), ø ̞mzę ̞tǝ (Simpelveld), ømze ̞tǝ (Cadier), ømzetǝ (Rijckholt), ømzętǝ (Aijen, ... ), een weide scheuren:   omzętǝ (Dilsen), egaliseren:   omzętǝ (Ell), ømzętǝ (Rothem), ømzɛtǝ (Oost-Maarland), graven:   umzettə (Maastricht), het kleibed omzetten:   ømzę ̞tǝ (Milsbeek), het voorrijzen buiten de trog:   (het deeg wordt) omgǝzatj (Herten), het vuur doven:   emzetten (Sint-Huibrechts-Hern), keren:   emzɛtǝn (Eigenbilzen), omzetten (Koersel), ømzętǝn (Oostham), kwanselen:   omzèttə (Doenrade), umzette (Schaesberg), meer dan een spade diep spitten:   emzętǝ (Grote-Spouwen), omzetǝ (Swalmen), omzętǝ (Born, ... ), ømzętǝ (Maasmechelen, ... ), ø̜mzętǝ (Boorsem, ... ), omjagen:   omzetǝ (Roermond), ømzętǝ (Heerlen, ... ), ømzɛtǝ (Ysselsteyn), omweiden:   emzɛtǝ (Hasselt), umzętǝ (Opglabbeek), ømzetǝ (Epen, ... ), ømzitǝ (Oost-Maarland), ømzętǝ (Rekem), ømzɛtǝ (Heugem, ... ), ø̜mzē̜tǝ (Neerharen), ø̜mzɛtǝ (Baarlo), ǫmzetǝ (Meeswijk), ǫmzøtǝ (Bree), ǫmzø̜̄tǝ (Bree), ǫmzętǝ (Borgharen, ... ), ǫmzɛtǝ (Bocholt, ... ), ǫmzɛtǝn (Geistingen, ... ), ǫ̃mzɛtǝ (Limbricht), omzetten:   emzętǝ (Berbroek, ... ), omzę ̞tǝ (Elsloo), omzętǝ (Beek, ... ), omzɛtǝ (Spaubeek, ... ), omzɛtǝn (Neer), umzętǝ (Oostham, ... ), ømzętǝ (Achel, ... ), ømzɛtǝ (Meerssen, ... ), ǫmzetǝ (Horn), ontbost terrein met een schop omwerken:   omzetten (Geistingen), omzętǝ (Boorsem, ... ), umzętǝ (Rotem), ymzętǝ (Rekem), ømzøtǝ (Maasmechelen), ømzętǝ (Milsbeek, ... ), ęmsętǝ (Grote-Spouwen), ontginnen:   omzętǝ (Ell), omzɛtǝ (Klimmen), ømzętǝ (Boorsem, ... ), overhoop halen:   omzette (Beek), overzetten:   omzetten (Neer), omzetǝ (Herten, ... ), omzętǝ (Beek, ... ), umzɛtǝn (Dilsen, ... ), ømzętǝ (Born, ... ), ømzɛtǝ (Weert), ø̄mzetǝ (Meijel), plaat omzetten:   ømzętǝ (Nieuwenhagen, ... ), ploegen:   ømzɛ ̝tǝ (Tegelen), rooien:   umzɛtǝ (Neeritter), scheiden:   ømzętǝ (Rothem), sorteren met de hand:   ømzętǝ (Blitterswijck, ... ), spenen:   omzette (Geleen), uit de hand verkopen: ps. omgespeld volgens Frings.  əm zeͅtə (Rosmeer), uit de rij zetten:   omzetten (Neer), verenigen van zwermen:   ømzɛtǝ (Weert), vertuieren:   ømzɛtǝ (Waasmont), ømzɛtǝn (Peer), verzetten:   umgezatte (Leuken), Opm. "hae verzet gemiddeld vur doezend gölde per daag".  omzetten (Tegelen), Opm. betekent: veranderen van eigenaar.  umzetten (Baarlo), ps. letterlijk overgenomen (dus niet omgespeld!).  ōm zetten (Urmond), ps. omgespeld volgens Frings.  omzeͅt (Opglabbeek), omzeͅtə (Lanklaar, ... ), ōmzeͅtə (Stokkem), umzɛtə (Rotem), ømzetə (Teuven), wbd: verkopen voor: ps. omgespeld volgens Frings.  əm zeͅtə (Rosmeer), wisselen:   eumzittə (Meijel), omzette (Geleen, ... ), omzetten (Gulpen, ... ), omzètte (Klimmen, ... ), omzétte (As), omzêtte (Schimmert), ōmzittə (Kapel-in-t-Zand), umzette (Maastricht, ... ), umzètte (Geulle), ŭmzèttə (Nieuwenhagen), òmzötte (Bree), ómzèttə (Heerlen), ómzéttə (Grathem, ... ), ómzéttən (Urmond), ômzetten (Beesel), ômzétte (Stein) I-1, I-11, I-12, I-4, I-5, I-8, II-1, II-11, II-2, II-3, II-4, II-6, II-7, II-8, III-1-2, III-2-1, III-2-2, III-3-1, III-4-4
omzetter mortelmaker:   omzętǝr (Sittard) II-9
omzeulen overhandsen, omslingeren:   omzø̄lǝ (Grevenbicht / Papenhoven) II-7
omzeven sorteren met de hand:   ǫmzēvǝ (Elen), zeven met de handzeef:   ømzē̜vǝ (Uikhoven) I-4, I-5
omzichtig gemakkelijkste wijze; gemakkelijkst; gemakkelijk maken:   oemzichtig (Merkelbeek), voorzichtig:   umzichtig (Weert) III-1-4
omzien ogenblikje, korte tijd, eventjes:   ⁄n omzeen (Stein) III-4-4
omzoeken wissen sorteren:   ømzȳkǝ (Ottersum), ømzøjkǝ (Helden) II-12
omzomen omboorden:   omzø̜jmǝ (Eisden), ømzyjǝmǝ (Loksbergen), ømzø̜̄mǝ (Noorbeek), ømzūmǝ (Houthalen), overhandsen, omslingeren:   omzø̄mǝ (Schimmert), omzɛjmǝ (Meeuwen), ømzø̜jmǝ (Boorsem), zomen:   emzumǝ (Schulen), emzēmǝ (Bilzen), emzēmǝn (Bilzen), emzōmǝ (Bilzen), omzomen (Neerpelt), omzø̜jmǝ (Echt, ... ), omzɛjmǝ (Eigenbilzen), umzymǝ (Opglabbeek), ømzȳjmǝn (Achel), ømzø̜jmǝ (Weert), ømzē̜mǝn (Munsterbilzen) II-7
omzwachtelen verbinden van een wonde:   umsjwagtələ (Nieuwenhagen) III-1-2